ECLI:NL:RBGEL:2024:2569

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
30 april 2024
Publicatiedatum
30 april 2024
Zaaknummer
433728
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over aandeelhoudersovereenkomst en financiële verplichtingen tussen Oosterhoff Group B.V. en Noordereng Holding B.V.

In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, betreft het een kort geding tussen Oosterhoff Group B.V. en Noordereng Holding B.V. over de uitleg van een aandeelhoudersovereenkomst en de verplichtingen die daaruit voortvloeien. Oosterhoff vordert dat Noordereng een bedrag van € 500.000,00 aan CircleWood, een dochteronderneming, betaalt, terwijl Noordereng zich verzet tegen deze vordering en in reconventie vorderingen tegen Oosterhoff indient. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende spoedeisend belang is bij de vordering van Oosterhoff, omdat niet is aangetoond dat CircleWood in financiële problemen verkeert die onmiddellijke betaling vereisen. De rechtbank heeft de vorderingen van Oosterhoff afgewezen en heeft Oosterhoff wel opgedragen om binnen drie dagen na betekening van het vonnis Alisto Accountants opdracht te geven voor het afgeven van een TNO-verklaring. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: C/05/433728 / KG ZA 24-95
Vonnis in kort geding van 30 april 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
OOSTERHOFF GROUP B.V.,
gevestigd in Velp,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: Oosterhoff,
advocaat: mr. W.A.J. Hagen te Arnhem,
tegen
de beperkte vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NOORDERENG HOLDING B.V.,
gevestigd in Bennekom,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: Noordereng,
advocaat: mrs. E. Buziau en G. Wessels te Amsterdam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 9;
- de aanvullende producties 10 tot en met 16 van Oosterhoff;
- de conclusie van antwoord in conventie met producties 1 tot en met 37;
- de conclusie van eis in reconventie met producties 38 tot en met 48;
- de mondelinge behandeling van 16 april 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de pleitnota van Oosterhoff;
- de pleitnota van Noordereng.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Oosterhoff is een holdingvennootschap waartoe verschillende bedrijven behoren die werkzaam zijn op verschillende gebieden ter realisatie van bouwprojecten. De bestuursvoorzitter van Oosterhoff is [naam 1] .
2.2.
Noordereng is een holdingvennootschap die zich bezig houdt met projectontwikkeling van duurzame en circulaire bouw. [naam 2] is (indirect) bestuurder van Noordereng.
2.3.
Op 22 juli 2021 heeft Noordereng Houtkern Bouwsystemen B.V., na naamsverandering CircleWood Holding B.V. (hierna CircleWood), opgericht. CircleWood is een onderneming die een duurzame bouwmethode met hout (de HoutKern Bouwmethode) heeft ontwikkeld, die zij sindsdien implementeert in de door haar uitgevoerde bouwprojecten.
2.4.
Via een van haar dochtervennootschappen heeft CircleWood van de non-profit organisatie TNO een subsidie ontvangen.
2.5.
Op 2 augustus 2022 hebben Oosterhoff en Noordereng een aandeelhoudersovereenkomst gesloten met als doel een samenwerking tussen hen met betrekking tot CircleWood. Bij het aangaan van de aandeelhoudersovereenkomst hebben Oosterhoff en Noordereng een eigen inbreng in CircleWood gerealiseerd ter waarde van ongeveer € 450.000,00 en hebben zij uiteindelijk gelijke belangen en zeggenschap gekregen in CircleWood. Deze inbreng als startpositie is vastgelegd in bijlage 2 bij de aandeelhoudersovereenkomst.
2.6.
Naast de startinleg van ongeveer € 450.000,00 is in artikel 7 van de aandeelhoudersovereenkomst de volgende bepaling opgenomen:

7.Geldmiddelen

Partijen zijn overeengekomen dat zij afzonderlijke garant staan voor een financiële inbreng van € 500.000,- (Zegge: Vijfhonderdduizend euro). Dit zal in eerste instantie via een Rekening Courant verhouding geschieden.Indien CWH behoefte heeft aan eigen geldmiddelen, zullen deze in principe op 50-50 basis ter beschikking worden gesteld door de aandeelhouders.[…]
De stand per 31 december 2021 is in bijlage 2 weergegeven. Op basis van deze stand zal Noordereng 50 procent van de aandelen in CWH per 1 januari 2022 overdragen aan Oosterhoff.
2.7.
Voorts is in artikel 8 van de aandeelhoudersovereenkomst opgenomen:

8.Administratie en jaarrekening

Het boekjaar van CircleWood is gelijk aan het kalenderjaar. De administratie zal worden gevoerd door een door Partijen aan te wijzen administrateur. Voor het opstellen van de jaarrekeningen wordt een accountant aangesteld.
2.8.
Op 26 oktober 2022 is tussen Oosterhoff en CircleWood een overeenkomst van geldlening tot stand gekomen waarbij Oosterhoff € 500.000,00 aan CircleWood heeft geleend. Tevens is op 26 oktober 2022 tussen CircleWood en Noordereng een overeenkomst van geldlening tot stand gekomen waarbij CircleWood € 100.000,00 aan Noordereng heeft geleend.
2.9.
In 2023 heeft CircleWood zich ingeschreven op een aanbesteding vanuit de gemeente Amsterdam voor het bouwproject “Wisperweide”. Uiteindelijk heeft de gemeente Amsterdam Wisperweide aan CircleWood gegund.
2.10.
CircleWood heeft in juni 2023 een offerte uitgebracht aan Rabo SmartBuilds inzake een ontwerpopdracht voor het project Zaltbommel. Dit project behelst de bouw van 139 woningen. Oosterhoff heeft uiteindelijk als bestuurder van CircleWood afgezien van het project Zaltbommel.
2.11.
In de loop van 2023 zijn de verhoudingen tussen partijen verslechterd. Op 25 september heeft Oosterhoff aan Noordereng een brief gestuurd waarin werd verzocht om op grond van de aandeelhoudersovereenkomst een bedrag van € 500.000,00 in te leggen:
In het kader van voornoemde samenwerking hebben Partijen diverse afspraken gemaakt omtrent het kapitaal van de onderneming, op basis waarvan beide Partijen ieder afzonderlijk een bedrag ad € 500.000,- als lening ter beschikking zouden stellen, als zijnde startkapitaal van CircleWood Holding.
Oosterhoff heeft het voornoemde startkapitaal d.d. 12 januari 2023 ter beschikking gesteld aan CircleWood Holding. CircleWood Holding heeft geconstateerd dat Noordereng voornoemd bedrag tot op heden (nog) niet heeft betaald.(…)Ondanks diverse herinneringen vanuit CircleWood Holding én diverse beloftes vanuit Noordereng, heeft CircleWood Holding tot haar spijt moeten constateren dat Noordereng tot op heden nog altijd niet, althans niet volledig, aan haar voornoemde verplichtingen heeft voldaan.
2.12.
In het najaar van 2023 hebben partijen een aantal malen overleg gehad over de ontstane situatie. Nadat de verhoudingen tussen Oosterhoff en Noordereng waren verslechterd heeft Noordereng [naam 3] (hierna: [naam 3] ) in de arm genomen om haar tegenover Oosterhoff te vertegenwoordigen. Ook Oosterhoff heeft zich in die periode tot een gemachtigde gewend. In de correspondentie tussen de vertegenwoordigers van Oosterhoff en Noordereng heeft [naam 3] in een brief van 3 januari 2024 namens Noordereng geschreven:
“De in art. 7 van de aandeelhoudersovereenkomst opgenomen garantie, dat partijen voor een financiële inbreng van € 500.000,00 via een rekening-courantverhouding zorgen, staat niet ter discussie. Door Oosterhoff is er evenwel voor gekozen CircleWood een lening te verstrekken van € 500.000,00, waardoor de rekening-courantverhouding met Noordereng niet geactiveerd werd.”
En
“De rekening-courantverhouding Noordereng - CircleWood is niet geactiveerd, hoefde en hoeft ook niet geactiveerd te worden, gezien de liquiditeitspositie van CircleWood. Maar de verplichting als zodanig staat, zoals gezegd, niet ter discussie en daarop kan CircleWood een beroep doen, zodra daartoe de noodzaak ontstaan.”
2.13.
In reactie hierop heeft de advocaat van Oosterhoff aan [naam 3] in een brief van 26 januari 2024 onder meer het volgende geschreven:
Als ik naar uw antwoord kijk, dan zie ik dat in de eerste plaats lijkt te worden betwist dat de in mijn brief van 22 december jl. verschuldigde bedragen dienen te worden betaald. Die betwisting lijkt mij nauwelijks serieus te nemen. De verplichting om een bedrag van € 500.000,- aan CircleWood ter beschikking te stellen rust op elk van de aandeelhouders. De aandeelhoudersovereenkomst is daar duidelijk over. Dat die verplichting "niet geactiveerd" zou zijn omdat Oosterhoff een "lening" van € 500.000,- aan CircleWood ter beschikking heeft gesteld is een zeer aparte en onjuiste conclusie. Oosterhoff heeft voornoemde € 500.000,- ter beschikking gesteld ter uitvoering van de verplichting uit de aandeelhoudersovereenkomst. Noordereng dient dat ook te doen. CircleWood zal in de nabije toekomst zeker behoefte hebben aan nadere financiële middelen -al was het maar omdat er van de eerder ter beschikking gestelde middelen het nodige is onttrokken door Noordereng- en die middelen dienen beschikbaar te zijn. Noordereng dient haar deel van € 500.000,- ter beschikking te stellen.
Ten overvloede: zelfs als op dit moment zou kunnen worden geoordeeld dat er geen
behoefte zou zijn aan meer financiële middelen, dan geldt dat de aandeelhoudersovereenkomst uitgaat van een gelijke financieringspositie tussen beide aandeelhouders.Dat betekent dat Noordereng tenminste € 250.000,- ter beschikking zou dienen te stellen die dan in mindering wordt uitgekeerd op de door Oosterhoff ingebrachte € 500.000,-. Dat is een zinloze exercitie, omdat nu al helder is dat daarna snel aanvullende middelen door de aandeelhouders (voor gelijke delen) ter beschikking zouden moeten worden gesteld.
2.14.
In een brief van 31 januari 2024 heeft [naam 3] namens Noordereng aan de advocaat van Oosterhoff onder meer het volgende geschreven:
Kan Oosterhoff op basis van de aandeelhoudersovereenkomst (ex art. 7) van Noordereng verlangen, dat deze € 500.000,-- aan Circlewood betaalt?
Het antwoord op deze vraag is neen.
De financiële inbreng van € 500.000,- heeft over en weer plaatsgevonden in de vorm van agio. Het woord rekening-courant is in dit verband misleidend, maar maakt het niet anders.
Doordat het Circlewood niet lukte om krediet van een bank te verkrijgen, heeft Oosterhoff door een lening van € 500.000,- aan Circlewood te verstrekken, de rol van de bank overgenomen.
Dusdoende heeft Oosterhoff een vordering op Circlewood gekregen, maar Oosterhoff heeft geen kapitaal aan Circlewood verstrekt. Indien Circlewood behoefte heeft aan eigen geldmiddelen, zullen deze in principe op 50-50 basis ter beschikking gesteld worden door de aandeelhouders. Dit is evenwel niet aan de orde.
2.15.
Recent heeft de gemeente Amsterdam een bouwproject uitgeschreven met de naam “Strandeiland”. CircleWood heeft zich uiteindelijk op 15 april 2024 ingeschreven op dit project. De gemeente Amsterdam heeft het project Strandeiland ten tijde van dit vonnis nog niet aan een van de ingeschreven partijen gegund.

3.Het geschil

In conventie
3.1.
Oosterhoff vordert, samengevat, bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. Noordereng te veroordelen om binnen een week na dagtekening van dit vonnis een bedrag van € 500.000,00 aan CircleWood te betalen, althans om dat bedrag door overboeking aan CircleWood ter beschikking te stellen;
II. Te bepalen dat Noordereng aan Oosterhoff een dwangsom verbeurt van € 50.000,00 indien zij nalaat om tijdig aan de onder I. genoemde te voldoen, te vermeerderen met € 25.000,00 per dag of dagdeel dat dit voortduurt;
III. Noordereng te veroordelen in de proceskosten van het geding, met bepaling dat over die kostenvergoeding wettelijke rente verschuldigd zal worden indien deze niet binnen twee weken na dagtekening van dit vonnis is voldaan.
3.2.
Noordereng voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Oosterhoff, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Oosterhoff in de kosten van deze procedure.
In reconventie
3.3.
Noordereng vordert, samengevat, bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. Oosterhoff te verbieden om zonder voorafgaande schriftelijke goedkeuring van Noordereng aan CircleWood of een van haar dochtervennootschappen gerichte facturen te accorderen en/of betalingen te verrichten of te laten verrichten vanaf bankrekeningen die op naam staan van CircleWood of een van haar dochtervennootschappen;
II. Oosterhoff te gebieden om [naam 4] te instrueren om binnen tien werkdagen na datum vonnis tezamen met [naam 5] een accountantskantoor te selecteren dat als accountant van CircleWood kan en wil optreden en die selectie aan CircleWood kenbaar te maken en als bestuurder van CircleWood binnen tien werkdagen na voornoemde selectie dat accountantskantoor opdracht te verlenen om de jaarrekeningen van CircleWood en haar dochtervennootschappen op te stellen;
III. Oosterhoff te gebieden om [naam 4] te instrueren om binnen tien werkdagen na datum vonnis tezamen met [naam 5] een administratiekantoor te selecteren dat als administrateur van CircleWood kan en wil optreden en die selectie aan CircleWood kenbaar te maken en als bestuurder van CircleWood binnen tien werkdagen na voornoemde selectie dat administratiekantoor opdracht te verlenen om de administratie van CircleWood en haar dochtervennootschappen te gaan voeren;
IV. Oosterhoff te gebieden om als bestuurder van CircleWood binnen drie dagen na datum van dit vonnis Alisto Accountants opdracht te geven om de TNO-verklaring af te geven;
V. Oosterhoff te gebieden om als (indirect) bestuurder van CircleWood Plan binnen vijf dagen nadat de opdrachtgevers de definitieve Zaltbommel Contracten hebben toegezonden, de Zaltbommel Contracten te ondertekenen en op diezelfde dag de Zaltbommel Contracten aan Noordereng door te leggen in lijn onder dezelfde voorwaarden als de IPS B2B;
VI. Te bepalen dat Oosterhoff aan Noordereng een dwangsom verbeurt van € 10.000,00 indien zij nalaat om tijdig en volledig aan de onder II., III., IV. en/of V. genoemde veroordeling te voldoen, te vermeerderen met € 5.000,00 voor iedere dag of dagdeel dat dit voortduurt;
VII. Oosterhoff te veroordelen in de kosten van dit geding.
3.4.
Oosterhoff voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Noordereng, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Noordereng in de kosten van deze procedure.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

In conventie
4.1.
Van belang is dat de vordering van Oosterhoff de betaling van een geldsom betreft door Noordereng. Volgens vaste jurisprudentie is ten aanzien van geldvorderingen in kort geding terughoudendheid geboden. De rechter zal daarbij niet alleen moeten onderzoeken of het bestaan van een vordering van de eiser op de gedaagde voldoende aannemelijk is, maar ook of daarnaast sprake is van feiten en omstandigheden die meebrengen dat uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist. In de afweging van de belangen van partijen moet de rechter mede betrekken de vraag naar - kort gezegd - het risico van onmogelijkheid van terugbetaling mocht de bodemrechter anders beslissen.
Het bestaan van een verplichting tot financiering
4.2.
Tussen partijen is in geschil of Noordereng gehouden is om € 500.000,00 ter beschikking te stellen aan CircleWood ter financiering. Volgens Oosterhoff ligt de grondslag van deze verplichting besloten in artikel 7 van de aandeelhoudersovereenkomst. Volgens Noordereng is dat niet het geval. Beide partijen geven een andere uitleg aan artikel 7 van de aandeelhoudersovereenkomst. Volgens Oosterhoff behelst artikel 7 van de aandeelhoudersovereenkomst een verplichting voor Oosterhoff en Noordereng om garant te staan voor een eigen financiële inbreng in CircleWood van € 500.000,00 en dat daarnaast beide partijen, mocht CircleWood daaraan behoefte hebben, in gelijke mate de lasten dragen van de in te brengen financiële middelen. Noordereng legt artikel 7 van de aandeelhoudersovereenkomst zo uit dat deze slechts inhoudt dat beide aandeelhouders van CircleWood desgevraagd garant staan voor de inbreng van € 500.000,00 ter zekerheidstelling van vreemd vermogen vanuit, bijvoorbeeld, een bank. Volgens Noordereng gaat het dus slechts om een garantstelling, voor als CircleWood niet meer aan haar betalingsverplichting kan voldoen jegens de financier van vreemd vermogen. Voorts stelt Noordereng dat een aandeelhouder slechts aansprakelijk is voor storting op zijn aandelen en dat een aandeelhouder niet aansprakelijk is voor schulden van de vennootschap of dat deze verplicht kan worden tot financiering. De vraag rijst is hoe artikel 7 van de aandeelhoudersovereenkomst moet worden uitgelegd.
4.3.
De rechtbank stelt voorop dat de vraag hoe een bepaling uit een overeenkomst moet worden uitgelegd niet kan worden beantwoord op grond van uitsluitend een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van de overeenkomst. Voor de beantwoording van die vraag komt het immers aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (de zogenoemde Haviltexnorm, Hoge Raad 13 maart 1981, ECLI:NL:HR:1981:AG4158). Ook gedragingen van partijen na het sluiten van de overeenkomst kunnen van belang zijn voor de aan die overeenkomst te geven uitleg (zie onder meer Hoge Raad 12 oktober 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX5572). Daarvan uitgaande oordeelt de rechtbank als volgt.
4.4.
Blijkens bijlage 2 bij de aandeelhoudersovereenkomst is bij het aangaan van de overeenkomst tussen Oosterhoff en Noordereng de insteek geweest om op gelijke voet in CircleWood te stappen. Immers hebben partijen volgens bijlage 2 in totaal tot en met 1 januari 2022 beide ongeveer € 450.000,00 aan vermogen in CircleWood gestopt. Volgens artikel 7 van de aandeelhoudersovereenkomst zou Noordereng op basis van die financiële stand 50 procent van de aandelen in CircleWood aan Oosterhoff overdragen, wat vervolgens ook is gebeurd.
Oosterhoff heeft daarna door middel van een lening een bedrag van € 500.000,00 in CircleWood ingebracht.
Nadat de samenwerking in CircleWood enige tijd had geduurd zijn de verhoudingen tussen Oosterhoff en Noordereng verslechterd doordat discussie is ontstaan over de financiële inleg van partijen in CircleWood. Naar aanleiding daarvan heeft in oktober 2023 een gesprek plaatsgevonden tussen [naam 6] , de controller van Oosterhoff, en [naam 2] . Ter zitting heeft [naam 6] toegelicht dat tijdens dit gesprek door [naam 2] een voorstel is gedaan om vanuit Noordereng € 250.000,00 in CircleWood in te brengen zodat Oosterhoff dat bedrag vervolgens uit CircleWood kon opnemen. Op die manier zouden volgens [naam 2] Oosterhoff en Noordereng weer een (meer) gelijke inbreng hebben in CircleWood, namelijk ieder € 250.000,00. Desgevraagd heeft [naam 2] dat gesprek en de inhoud daarvan ter zitting bevestigd. Dit gesprek en de inhoud daarvan duidt naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter op de uitleg die Oosterhoff aan artikel 7 geeft. De voorzieningenrechter acht daarnaast relevant dat [naam 3] bij brief van 3 januari 2024 heeft geschreven dat partijen garant staan voor een financiële inbreng van € 500.000,00 via een rekening-courantverhouding, maar dat door Oosterhoff is gekozen om CircleWood een lening te verstrekken van € 500.000,00, waardoor de rekening-courantverhouding met Noordereng niet geactiveerd werd. Dat deze verplichting bestaat, staat niet ter discussie en daarop kan CircleWood een beroep doen, zodra daartoe de noodzaak ontstaan, volgens [naam 3] in deze brief. [naam 3] heeft nadien namens Noordereng het standpunt ingenomen dat artikel 7 geen betalingsverplichting schept.
4.5.
Gelet op de insteek van partijen bij het aangaan van de aandeelhoudersovereenkomst, maar ook hoe partijen vervolgens daaraan uitvoering hebben gegeven en daarover met elkaar hebben gecommuniceerd, komt de voorzieningenrechter voorlopig oordelend tot de volgende uitleg. Artikel 7 van de aandeelhoudersovereenkomst laat zich zo uitleggen dat deze een verplichting inhoudt waarbij Oosterhoff en Noordereng beide gehouden zijn tot een financiële inbreng in CircleWood van € 500.000,00, in eerste instantie via een rekening-courantverhouding. Tevens moeten Oosterhoff en Noordereng volgens artikel 7 van de aandeelhoudersovereenkomst in gelijke delen voorzien in de financiële behoeften van CircleWood. Niet in geschil is dat Noordereng tot op heden nog geen € 500.000,00 heeft ingebracht in CircleWood, ook niet in rekening-courant. De uitleg die Noordereng geeft aan de bepaling verdraagt zich niet met de insteek bij het aangaan van de overeenkomst, de uitvoering daarvan en de communicatie tussen partijen, met name niet met het gesprek tussen [naam 6] en [naam 2] . Of voor Noordereng ook een opeisbare betalingsverplichting is ontstaan wordt hierna beoordeeld.
Onverwijlde spoed bij de geldvordering
4.6.
Naast dat voor een geldvordering in kort geding geldt dat deze voldoende aannemelijk moet zijn, moet voor toewijzing van de vordering sprake zijn van feiten en omstandigheden die meebrengen dat uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist. De voorzieningenrechter moet dus beoordelen of in onderhavig geval sprake is van onverwijlde spoed tot betaling door Noordereng van € 500.000,00 gelet op de financiële positie van CircleWood. Het is aan Oosterhoff om deze spoedeisendheid voldoende aannemelijk te maken.
4.7.
Oosterhoff heeft gesteld dat zonder betaling van € 500.000,00 door Noordereng CircleWood in financiële problemen komt en het bedrijf zal stilvallen. Ter onderbouwing van haar standpunt heeft Oosterhoff een liquiditeitsprognose voor de periode januari 2024 tot en met juni 2025 overgelegd waaruit zou blijken dat CircleWood vanaf juni 2024 een groot liquiditeitstekort zal hebben. De financiële lasten die het tekort veroorzaken liggen volgens de onderbouwing van de liquiditeitsprognose voornamelijk besloten in een tweetal bouwprojecten, namelijk Strandeiland en Wisperweide. Noordereng heeft deze prognose gemotiveerd bestreden. Op die verweren wordt hieronder ingegaan.
4.8.
Wat betreft het project Strandeiland overweegt de voorzieningenrechter, daargelaten dat het nog onzeker is of CircleWood het project Strandeiland toegewezen zal krijgen, dat mede gelet op het gemotiveerde verweer van Noordereng onvoldoende is komen vast te staan of bij toewijzing van het project een groot liquiditeitstekort zal ontstaan bij CircleWood. In de liquiditeitsprognose van Oosterhoff is een operationele cashflow opgenomen waarin voor het project Strandeiland een bankgarantie is begroot van € 600.000,00 en een risicoreservering aandeelhouders van € 250.000,00. Door, onder andere, deze twee posten wordt op de liquiditeitsbegroting vanaf juni 2024 een tekort verwacht van € 907.000,00. Met betrekking tot de risicoreservering aandeelhouders heeft Noordereng gemotiveerd betwist dat tussen Oosterhoff en Noordereng is afgesproken om een dergelijk bedrag te begroten. Dat deze afspraak wel zou zijn gemaakt, heeft Oosterhoff verder niet met stukken onderbouwd. Wat betreft de bankgarantie is door Noordereng gemotiveerd weersproken dat deze voor rekening van CircleWood zal komen. Volgens Noordereng is met de bouwer van Strandeiland afgesproken dat die de bankgarantie voor zijn rekening zal nemen en dus dat deze nooit voor rekening van CircleWood komt. Daarmee is onvoldoende komen vast te staan dat voorgenoemde bedragen voor rekening van CircleWood zullen vallen. Wanneer deze bedragen niet worden meegenomen in de liquiditeitsprognose ligt het liquiditeitstekort vanaf juni 2024 rond de € 57.000,00. Dit is een groot bedrag, maar niet dermate groot dat kan worden gesproken van onverwijlde spoed bij de toekenning van de geldvordering van € 500.000,00.
4.9.
Wat betreft het liquiditeitstekort met betrekking tot het project Wisperweide heeft Oosterhoff gesteld dat CircleWood een financieel risico loopt van minus € 635.000,00. Dit zou blijken uit de projectbegroting die door Oosterhoff is overgelegd. In die begroting zijn onder andere de posten ontwikkelingskosten ter hoogte van € 285.000,00 en onvoorziene kosten ter hoogte van € 300.000,00 opgenomen. Tegenover de projectbegroting heeft Noordereng de onderbouwing cashflow Wisperweide overgelegd. Hieruit valt op te maken dat waar in de projectbegroting van Oosterhoff € 285.000,00 aan ontwikkelingskosten is opgenomen, deze niet is opgenomen bij de onderbouwing cashflow, omdat volgens Noordereng tussen partijen is afgesproken dit niet te doen. Daarnaast is in de projectbegroting nog een post onvoorziene kosten opgenomen ter hoogte van € 300.000,00, maar hiervan is nog niet zeker of deze post zal worden aangesproken en dus of daar kosten uit zullen voortvloeien.
4.10.
Gelet op het voorgaande is onvoldoende komen vast te staan dat bij CircleWood sprake zou zijn van een dermate groot liquiditeitstekort op basis waarvan uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist. Voor de vaststelling van de liquiditeitspositie van CircleWood zou nadere bewijslevering vereist zijn aan de kant van Oosterhoff, waarvoor in een kort geding naar zijn aard geen ruimte is. Wegens het ontbreken van onverwijlde spoed bij de vordering van Oosterhoff zal de voorzieningenrechter deze afwijzen.
In reconventie
4.11.
Noordereng vordert in reconventie dat de voorzieningenrechter Oosterhoff zal verbieden om zonder voorafgaande schriftelijke goedkeuring van Noordereng aan CircleWood gerichte facturen te accorderen, dan wel betalingen te verrichten vanaf bankrekeningen die op naam staan van CircleWood. Voorts vordert Noordereng, samengevat, dat de administratie en het opstellen van de jaarrekeningen van CircleWood zal worden uitgevoerd door respectievelijk een administratie- en accountantskantoor die niet onder Oosterhoff dan wel Noordereng valt.
4.12.
De vorderingen van Noordereng onder I tot en met III worden afgewezen. Noordereng heeft wel gesteld dat het nodig is om de facturen te accorderen en de administratie en het opstellen van de jaarrekeningen onder te brengen bij een derde, maar zij heeft dit onvoldoende onderbouwd. Volgens Noordereng verloopt de facturering, de administratie en het opstellen van de jaarrekeningen door Oosterhoff niet goed, maar zij heeft niet concreet onderbouwd wat er precies niet goed gaat, dan wel waar dit uit blijkt. Ook blijkt niet uit afspraak, overeenkomst of de wet dat Oosterhoff hiertoe gehouden zou zijn. Deze vorderingen zal de voorzieningenrechter daarom afwijzen.
4.13.
Ten aanzien van de vordering de Alisto accountant een TNO-verklaring af te laten geven geldt nog het volgende. Oosterhoff stelt dat alvorens zij een opdracht aan een account voor een TNO-verklaring geeft, zij het gerechtvaardigd acht eerst zelf inzicht in de ING-bankgegevens en administratie van CircleWood te krijgen. Met betrekking daartoe overweegt de voorzieningenrechter dat de werkwijze tussen partijen waarbij alleen Noordereng toegang heeft tot de ING-bankgegevens en administratie van CircleWood gedurende de gehele samenwerking tussen partijen in CircleWood gebruikelijk is geweest. Dit heeft tot op heden niet tot problemen geleid. Niet valt in te zien, noch is gesteld, dat met deze werkwijze nu wel problemen zijn ontstaan. Dit terwijl wel voldoende aannemelijk, en niet weersproken, is dat bij het verkrijgen van een TNO-verklaring voldoende spoedeisend belang is in verband met de door CircleWood verkregen TNO-subsidie. Om die reden zal de voorzieningen het onder IV gevorderde toewijzen. De door Noordereng gevorderde dwangsom wordt afgewezen. Oosterhoff heeft aangegeven bij toewijzing van de vordering te zullen meewerken aan het laten uitvoeren van de benodigde controle door een Alisto accountant. De voorzieningenrechter ziet geen reden om hieraan te twijfelen.
4.14.
Wat betreft de vordering van Noordereng tot ondertekenen door Oosterhoff van een overeenkomst tussen CircleWood en Rabo SmartBuilds ter realisatie van het project Zaltbommel geldt dat een grondslag ontbreekt op basis waarvan Oosterhoff gehouden zou zijn haar medewerking te verlenen. Het staat Oosterhoff als bestuurder van CircleWood vrij om af te zien van een dergelijke samenwerking met Rabo SmartBuilds. Deze vordering wordt dus eveneens afgewezen.
In conventie en in reconventie
Proceskosten
4.15.
Omdat beide partijen grotendeels ongelijk krijgen, zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
In conventie
5.1.
wijst de vorderingen van Oosterhoff af,
In reconventie
5.2.
gebiedt Oosterhoff om als bestuurder van CircleWood binnen drie dagen na de datum van de betekening van dit vonnis Alisto Accountants opdracht te geven om de TNO-verklaring af te geven,
5.3.
verklaart het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af,
In conventie en in reconventie
5.5.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Bokx-Boom en in het openbaar uitgesproken op 30 april 2024.