ECLI:NL:RBGEL:2024:2411
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een omgevingsvergunning voor de plaatsing van een kleine windturbine in strijd met het bestemmingsplan
In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, gedateerd 25 april 2024, wordt het beroep van eiser tegen de van rechtswege verleende omgevingsvergunning voor de plaatsing van een kleine windturbine beoordeeld. De rechtbank oordeelt dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede terecht heeft afgeweken van het bestemmingsplan, omdat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening en voldaan wordt aan de afwijkingsvoorwaarden uit het bestemmingsplan. Eiser, die zich vertegenwoordigd liet bijgestaan door mr. B. Oudenaarden, heeft bezwaar gemaakt tegen de omgevingsvergunning die op 10 december 2022 van rechtswege is verleend, omdat het college niet tijdig op de aanvraag heeft beslist. De rechtbank heeft op 12 maart 2024 de zaak behandeld, waarbij ook de gemachtigden van het college en de derde-partij aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de omgevingsvergunning voldoet aan de voorwaarden van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en dat de aanvraag voor de omgevingsvergunning is ingediend voordat de Omgevingswet in werking trad. De rechtbank stelt vast dat de windturbine, met een ashoogte van 30 meter, binnen de grenzen van het bestemmingsplan ligt en dat de bouwhoogte van de windturbine in overeenstemming is met de regels van het parapluplan. Eiser heeft aangevoerd dat het college niet heeft beoordeeld of er sprake is van een goede ruimtelijke ordening, maar de rechtbank oordeelt dat het college de relevante rapportages heeft meegenomen in zijn besluitvorming. De rechtbank wijst het beroep van eiser af, waardoor de omgevingsvergunning in stand blijft.