Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
- zijn snelheid heeft verhoogd van 61 km/uur naar (ongeveer) 76 km/uur, in elk geval heeft gereden met een hogere snelheid dan de aldaar maximum toegestane snelheid van 50 kilometer per uur, in elk geval met een hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was en/of
- bij het naderen en/of het inrijden van voornoemde bocht in strijd met het gestelde in artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 niet de snelheid van dat door hem bestuurde motorrijtuig zodanig geregeld dat hij in staat was dat door hem bestuurde motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg en/of voornoemde bocht kon overzien en waarover deze vrij was/waren en/of
- het verloop van die weg (de Marga Klompélaan) in of nabij de voornoemde bocht niet heeft gevolgd en/of
- het door hem bestuurde motorrijtuig niet met de nodige voorzichtigheid heeft bestuurd en/of onvoldoende onder controle heeft gehouden dan wel kunnen houden en/of
- met het door hem bestuurde motorrijtuig, in een slip is geraakt en/of werd de stabiliteit van het door hem bestuurde motorrijtuig ernstig verstoord en/of was de besturing alsmede de beremming van de wielen (op de normale wijze) niet meer mogelijk en/of
- met het door hem bestuurde motorrijtuig (links) van de weg is geraakt/gereden en/of
- (vervolgens) met een snelheid van (ongeveer) gelegen tussen de 56 km/uur en 63 km/uur tegen de fiets en/of de bestuurster van die fiets is gebotst/gereden, ten gevolge waarvan die bestuurster van die fiets ten val is gekomen en/of
- (vervolgens) tegen een zich aldaar in de groenstrook bevindende boom is gebotst/gereden en/of
- (vervolgens) gebotst is/tot stilstand gekomen tegen een erfafscheiding,
ECLI:NL:HR:2014:470). Het gedrag van de verdachte wordt in die beoordeling afgemeten aan dat wat van een verkeersdeelnemer in het algemeen en gemiddeld genomen mag worden verwacht. Dit toetsingskader brengt mee dat niet in zijn algemeenheid valt aan te geven of één verkeersovertreding voldoende is voor de bewezenverklaring van schuld. Voorts kan niet reeds uit de ernst van de gevolgen van verkeersgedrag worden afgeleid dat sprake is van schuld in de zin van artikel 6 WVW 1994.
3.De bewezenverklaring
/ofonachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
of
/of
(flauwe
)bocht naar links
)naderde,
- zijn snelheid heeft verhoogd van 61 km/uur naar
- bij het naderen en/of het inrijden van voornoemde bocht in strijd met het gestelde in artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 niet de snelheid van dat door hem bestuurde motorrijtuig zodanig geregeld dat hij in staat was dat door hem bestuurde motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg en/of voornoemde bocht kon overzien en waarover deze vrij was/waren en/of
- het verloop van die weg (de Marga Klompélaan) in of nabij de voornoemde bocht niet heeft gevolgd en
- het door hem bestuurde motorrijtuig niet met de nodige voorzichtigheid heeft bestuurd en/of onvoldoende onder controle heeft gehouden dan wel kunnen houden en
- met het door hem bestuurde motorrijtuig, in een slip is geraakt en
- met het door hem bestuurde motorrijtuig
- (vervolgens
)met een snelheid van
(ongeveer
)gelegen tussen de 56 km/uur en 63 km/uur tegen de fiets en
/ofde bestuurster van die fiets is
gebotst/gereden, ten gevolge waarvan die bestuurster van die fiets ten val is gekomen en
/of - (vervolgens
)tegen een zich aldaar in de groenstrook bevindende boom is
gebotst/gereden en
/of - (vervolgens
) gebotst is/tot stilstand gekomen tegen een erfafscheiding,
(te weten [slachtoffer]
) zwaar lichamelijk letsel ofzodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
taakstrafvan
120 (honderdtwintig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
60 (zestig) dagen;
ontzegtverdachte
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
6 (zes) maanden;
3 maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van
3 (drie) jarenschuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit.