ECLI:NL:RBGEL:2024:2102

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
10 april 2024
Publicatiedatum
10 april 2024
Zaaknummer
C/05/403607 / HA ZA 22-202
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak over gebreken aan het dak van een woning en de aansprakelijkheid van de verkoper

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland op 10 april 2024, gaat het om een geschil tussen twee gezamenlijke eisers en twee gezamenlijke gedaagden over gebreken aan het dak van een woning. De eisers, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.A. van der Zwaag, hebben de gedaagden, vertegenwoordigd door advocaat mr. L. Lemmers, aangeklaagd vanwege lekkages en gebreken aan het dak, die volgens hen al aanwezig waren op het moment van de aankoop van de woning op 1 augustus 2018. De rechtbank heeft eerder een deskundige benoemd om de gebreken aan het dak te onderzoeken. De deskundige heeft vastgesteld dat er ernstige gebreken aan het dak zijn, die het normaal gebruik van de woning belemmeren. De rechtbank concludeert dat de gebreken niet zichtbaar waren bij de aankoopkeuring en dat de eisers niet in gebreke zijn gebleven in hun onderzoeksplicht. De rechtbank oordeelt dat de gedaagden niet aansprakelijk zijn voor de herstelkosten, omdat de gebreken niet in een zodanige mate aanwezig waren dat ze het normaal gebruik van de woning belemmerden op het moment van levering. De vorderingen van de eisers worden afgewezen, en zij worden veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/403607 / HA ZA 22-202
Vonnis van 10 april 2024
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

2.
[eiser 2],
beiden wonende te [woonplaats] ,
eisers,
advocaat mr. E.A. van der Zwaag te Nijmegen,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[gedaagde 2],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagden,
advocaat mr. L. Lemmers te Arnhem.
Partijen zullen hierna [gezamenlijke eisers] en [gezamenlijke gedaagden] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 10 mei 2023
- het deskundigenbericht van 28 november 2023
- de beschikking van 21 december 2023
- de conclusie na deskundigenbericht, tevens houdende wijziging eis van de zijde van [gezamenlijke eisers]
- de antwoordconclusie na deskundigenbericht van de zijde van [gezamenlijke gedaagden]

2.De verdere beoordeling

2.1.
Bij vonnis van 29 maart 2023 heeft de rechtbank een onderzoek door een deskundige bevolen voor de beantwoording van de volgende vragen:
1. Is sprake van een gebrek / meerdere gebreken aan de dakopbouw? Wat is daarvan de oorzaak?
2. Was die oorzaak / waren die oorzaken reeds aanwezig op 1 augustus 2018?
3. Wat zijn de redelijkerwijs te voorziene gevolgen van het geconstateerde gebrek / de geconstateerde gebreken?
4. Kan / kunnen het geconstateerde gebrek / de geconstateerde gebreken aan het dak worden hersteld en, zo ja, wat zijn daarvan de kosten?
5. Wat is de redelijkerwijs te verwachten levensduur van een dak als het onderhavige zonder gebreken?
De beantwoording van de vragen door de deskundige
2.2.
Vraag 1 Is sprake van een gebrek / meerdere gebreken aan de dakopbouw? Wat is daarvan de oorzaak?
2.3.
De deskundige heeft de navolgende (30) gebreken vastgesteld, waarbij hij telkens
-in kleur - aangeeft wat de ernst van het betreffende gebrek is (waarbij rood staat voor Ernstig, geel staat voor Serieus en groen staat voor Gering):
1. Matig afschot (Gering)
2. Vocht bovenzijde beton (Ernstig)
3. Dampremmende laag is onvoldoende gekleefd (Ernstig)
4. Water op de dampremmende laag bij insnijding 1.2 en 2.2 (Ernstig)
5. Water in de EPS-isolatie bij insnijding 1.2 en 2.2 (Ernstig)
6. Vocht in de EPS-isolatie bij insnijding 2.1(Gering)
7. Insmelten bovenzijde EPS-isolatie bij overlappen van de eerste laag dakbedekking (Gering)
8. Beperkte niveauverschillen bij plaatnaden van de EPS-isolatie (Gering)
9. Beginnende onthechting overlappen van de dakbanen in het vlak (Serieus)
10. Verspringing van de dwarsoverlappen van ruim minder dan 1000 mm (Serieus)
11. Lengtekrimp dwarsoverlappen (Serieus)
12. Onthechting plakstukken reparaties bij dwarsoverlappen (Ernstig)
13. Oppervlakkige beschadigingen in de dakbedekking (Gering)
14. Plaatselijk onthechting van de bovendeklaag van de dakbedekking (Serieus)
15. Niveauverschillen in de dakbedekking (Gering)
16. Afdichtingsringen van de chaperon leipannen sluiten niet aan (Ernstig)
17. Aluminium hulpstukken bij de hoeken van chaperon leipannen zijn geperforeerd (Serieus)
18. Onthechtingen van de overlappen van de randstroken (Ernstig)
19. Beginnende onthechting van de overlappen van de randstroken (Serieus)
20. Niet volledige verkleving van de overlappen van de randstroken zie insnijding 2.4 (Ernstig)
21. Op meerdere plaatsen onthechting van de bovendeklaag van de randstroken (Serieus)
22. Sparingen in de aansluiting van de uitloop met de plakplaat van de hemelwaterafvoeren bij dakvlak 1 (Serieus)
23. Het onthechten van de randstroken van de plakplaten van de hemelwaterafvoeren (Ernstig)
24. Niet gesloten hemelwaterafvoeren bij dakvlak 2 die gekoppeld zijn aan de standleidingen die in de gevel zijn aangebracht (Ernstig)
25. Het niet volledig gekleefd zijn van een bitumen strook op de plakplaat van een doorvoer (Serieus)
26. Het ontbreken van een afdichting van de waterkragen met de roestvaststalen doorvoeren (Ernstig)
27. Het ontbreken van een waterkerende slabbe bij de onderdorpel van het kozijn bij dakvlak 2 (Serieus)
28. De beperkte opstandhoogte van 70 mm afgewerkt met een knelstrip bij het kozijn bij dakvlak 2 (Serieus)
29. Het loskomen van kit bij lekkage positie 3 (Ernstig)
30. Standleidingen hemelwaterafvoeren ontbreken, grote waterbelasting op de leien (Serieus).
2.4.
De deskundige verstaat onder:
Ernstig: “
het gebrek kan direct invloed hebben op het functioneren van het dak.”
Serieus: “
het gebrek kan in de toekomst invloed hebben op het functioneren van het dak.”
Gering: “
het gebrek zal geen invloed hebben op het functioneren van het dak.”
2.5.
Over de oorzaak van de gebreken vermeldt de deskundige:

De oorzaak van deze gebreken en de gevolgen ervan zijn te wijten aan een slechte uitvoering van de dakwerkzaamheden. Wanneer de werkzaamheden correct waren uitgevoerd conform de toentertijd van kracht zijnde uitvoeringsrichtlijnen (Vakrichtlijn ‘gesloten dakbedekkingssystemen’, versie 2008) is het zeer aannemelijk dat het aantal gebreken en de intensiteit aanzienlijk minder zou zijn geweest.
Het is niet normaal dat bij een plat dak met een leeftijd van circa 13 jaar een dergelijke grote hoeveelheid reparaties, zoals zijn waargenomen, aanwezig zijn.
Vraag 2 Was die oorzaak / waren die oorzaken reeds aanwezig op 1 augustus 2018?
De deskundige beantwoordt deze vraag als volgt:

Deze vraag kan niet concreet worden beantwoord omdat de deskundige circa 5 jaar geleden het project niet heeft opgenomen.
Aan de hand van het rapport van het dakonderzoek van 13 juli 2021 van Peters Bouwkundig
Adviesbureau kan worden geconcludeerd dat na de lekkage in 2019 er geen lekkages meer zijn geweest. Dit impliceert dat vanaf 2019 tot juli 2021 er geen lekkages zijn geweest. Dit komt ook in grote lijnen overeen met de inventarisatie van de lekkages waarvan een deel eind 2022 begonnen.
Het is aannemelijk dat de gebreken in 2018 aanwezig waren maar nog niet in een zodanige mate dat hierdoor lekkages zijn ontstaan.”
2.6.
Vraag 3 Wat zijn de redelijkerwijs te voorziene gevolgen van het geconstateerde gebrek / de geconstateerde gebreken?
2.7.
Over de gevolgen van de geconstateerde gebreken vermeldt de deskundige het volgende:
“- Door de diverse gebreken in de dakbedekking kan inwatering in de dakbedekkings- constructie plaatsvinden, met als gevolg lekkages en vochtopbouw in de dakbedekkings-constructie.
- Door het vocht zal de isolatiewaarde van de isolatie verminderen.
- Door het vocht zal de verkleving van de isolatieplaten op de dampremmende laag verminderen.
- Doordat de dampremmende laag en plaatselijk de isolatie onvoldoende is gekleefd, kan dit invloed hebben op de windweerstand. Het dak wordt hierdoor gevoeliger voor windschade. Hoe groot deze gevoeligheid is, kan met dit onderzoek niet concreet worden bepaald. Hiervoor is uitgebreider destructief onderzoek noodzakelijk.
- Kortsluiting elektrische installatie.
Vraag 4 Kan / kunnen het geconstateerde gebrek / de geconstateerde gebreken aan het dak worden hersteld en, zo ja, wat zijn daarvan de kosten?
2.8.
De deskundige beantwoordt deze vraag als volgt:

De hoeveelheid gebreken en gevolgen van deze gebreken, specifiek vocht en een twijfelachtige windweerstand zijn zodanig dat met reparaties het dak niet meer duurzaam zal kunnen functioneren.
Om het dak duurzaam te laten functioneren moet de dakbedekkingsconstructie worden vervangen. De bestaande dakbedekkingsconstructie moet worden gesloopt tot op de betonnen onderconstructie. De nieuwe dakbedekkingsconstructie kan volgens het onderstaande principe worden samengesteld van binnen naar buiten.
2.9.
De deskundige geeft vervolgens een omschrijving van de in het kader van de renovatie van de dakbedekkingsconstructie te verrichten werkzaamheden en begroot de kosten daarvan op in totaal € 67.180,-- (exclusief 21% btw) en op € 81.287,80 (inclusief 21% btw), waarbij deskundige aangeeft:

Genoemde prijzen zijn (…)gebaseerd op huidige prijspeil, inclusief 20% algemene kosten, winst en risico. Exclusief B.T.W.”.
Vraag 5 Wat is de redelijkerwijs te verwachten levensduur van een dak als het onderhavige zonder gebreken?
2.10.
De deskundige beantwoordt deze vraag als volgt:

Van een dak zoals onderhevig bij een goede uitvoering en het jaarlijks uitvoeren van reinigend en reparatief onderhoud bedraagt 20 jaar - 25 jaar, gemiddeld 22,5 jaar.
Wijziging van eis
2.11.
[gezamenlijke eisers] heeft na het uitbrengen van het deskundigenbericht zijn vordering aldus gewijzigd dat het in de oorspronkelijke primaire, subsidiaire en meer subsidiaire vordering vermelde bedrag van € 71.940,55 wordt verminderd tot € 70.670,29. [gezamenlijke eisers] vordert daarnaast om [gezamenlijke gedaagden] te veroordelen in de kosten van het deskundigenonderzoek ad
€ 9.162,12.
Commentaar van partijen op het deskundigenbericht
2.12.
Partijen hebben geen commentaar geleverd op de door de deskundige geconstateerde 30 gebreken en de door de deskundige per gebrek aangegeven ernst daarvan (variërend van ernstig, serieus en gering).
De rechtbank neemt het oordeel van de deskundige over de door hem geconstateerde gebreken en de ernst daarvan dan ook over. Dit geldt ook voor de door de deskundige opgesomde gevolgen van de door hem geconstateerde gebreken, nu geen van partijen daaraan in hun conclusies na deskundigenbericht iets hebben toegevoegd dan wel daarop hebben afgedaan.
Staan de gebreken in de weg aan het normale gebruik als woning?
2.13.
De door de deskundige ernstige gebreken zien enerzijds op twee inwendige gebreken (het niet volledig verkleefd zijn van de dampremmende laag waardoor deze volgens de deskundige bij het manueel betasten eenvoudig los van het beton komt alsmede het niet volledig gekleefd zijn van de EPS-isolatie, waardoor op sommige plaatsen de isolatieplaten redelijk eenvoudige loskomen van de dampremmende laag). Anderzijds is er op verschillende plaatsen sprake van onthechting van de dakbedekking.
2.14.
Naar het oordeel van de rechtbank is er sprake van ernstige gebreken waaraan serieuze risico’s kleven.
[gezamenlijke eisers] stelt in dit verband dat hij op meerdere punten last heeft van actieve lekkages en dat hij op meerdere locaties in de woning emmers heeft staan om intredend water op te vangen.
Dit is door [gezamenlijke gedaagden] niet tegengesproken. Dit alles betekent - gelet op de in het tussenvonnis van 29 maart 2023 onder 4.16. geformuleerde toetsnorm- dat er
thanssprake is van een gebrekkig dak dat het woongenot zodanig wezenlijk aantast dat het een normaal gebruik als woning verhindert. Daarmee is deze zaak echter niet beslist. Het gaat om de staat van het dak op het moment dat de woning aan [gezamenlijke eisers] is geleverd: 1 augustus 2018.
Had [gezamenlijke eisers] dan wel Perfectkeur B.V. de door de deskundige als ernstig aangemerkte gebreken bij visuele inspectie van het dak kunnen ontdekken?
2.15.
De deskundige heeft onder meer de volgende toelichting gegeven op de door hem geconstateerde gebreken:
“Onderconstructie
Bij insnijding 1.1, 2.1 en 2.4 is de onderconstructie beoordeeld. Op het beton zijn leidingen aanwezig voor elektra. Bij insnijding 1.1 en 2.1 is de bovenzijde van het beton vochtig.
Dampremmende laag
De dampremmende laag is gekleefd met de brandmethode. Bij insnijding 1.1, 2.1 en 2.4 is de verkleving van de dampremmende laag op de onderconstructie beoordeeld. Bij deze insnijdingen is de dampremmende niet volledig gekleefd. Bij het manueel belasten komt deze eenvoudig los van het beton. Bij insnijding 1.2 en 2.2 staat water op de dampremmende laag. Bij insnijding 2.1 is de bovenzijde van de dampremmende laag vochtig.
Isolatie
De EPS-isolatie is partieel (niet volledig) gekleefd met PU-lijm. Er zit geen structuur in de hoeveelheid lijm en het lijmpatroon. Bij insnijding 1.2, 2.1 en 2.2 komen de isolatieplaten redelijk eenvoudig los van de dampremmende laag. Bij enkele naden van de isolatieplaten zijn niveauverschillen aanwezig. Bij meerdere overlappen van de eerste laag dakbedekking is de bovenzijde van de EPS ingesmolten.
Bij insnijding 1.2 en 2.2 is de isolatie nat. Bij insnijding 2.1 is de isolatie vochtig (acceptabel).
Dakbedekking
Bij enkele overlappen is beginnende onthechting aanwezig. De dwarsoverlappen verspringen op veel plaatsen onvoldoende, minder dan 1000 mm. Bij veel dwarsoverlappen zijn reparaties uitgevoerd door een bitumen platstuk aan te brengen. Op twee plaatsen onthecht deze reparatie. Bij de dwarsoverlappen waar geen reparatie is uitgevoerd, is er lengtekrimp (het afschuiven van de overlappen), van maximaal 10 mm aanwezig.
Bij dakvlak 2 zijn oppervlakkige beschadigingen aanwezig, waarbij de waterdichtheid nog niet in het geding is (zie ook insnijding 2.3).
Incidenteel komt de bovendeklaag van de bovenste dakbaan los. In de dakbedekking zijn
vervormingen aanwezig door de overlappen van de onderlaag, het insmelten van de EPS-isolatie en niveauverschillen bij naden van de EPS-isolatie.
De dakbedekking is overal goed gekleefd op de bovenzijde van de EPS-isolatie.”
2.16.
Veronderstellederwijze aangenomen dat tijdens de aankoopkeuring door Perfectkeur B.V. al sprake was van een - zo blijkt uit het antwoord van de deskundige op vraag 3-
door vochtinwerking veroorzaaktegebrekkige verkleving van de dampremmende laag en een gebrekkige verkleving van de EPS-isolatie, stelt de rechtbank vast dat deze als ernstig aangemerkte gebreken door de door de rechtbank benoemde deskundige eerst konden worden ontdekt na diverse insnijdingen in de dakbedekking. De gebrekkige verkleving van de dampremmende laag en een gebrekkige verkleving van de EPS-isolatie waren voor Perfectkeur dan ook niet waarneembaar bij visuele inspectie van de dakbedekking. Dit blijkt ook uit de in het tussenvonnis van 29 maart 2023 onder 2.18. geciteerde passages uit het inspectierapport van PBA van 23 november 2021. Ook de vochtophoping die zich onder de bitumen dakbedekking heeft geopenbaard was niet waarneembaar bij visuele inspectie van de dakbedekking.
2.17.
De deskundige is van oordeel dat door de diverse gebreken in de dakbedekking inwatering in de dakbedekkingsconstructie kan plaatsvinden, met als gevolg lekkages en vochtopbouw in de dakbedekkingsconstructie. De door de deskundige op meerdere plaatsen waargenomen onthechtingen van de dakbedekking zijn wel waarneembaar bij visuele inspectie. Het is echter nog maar zeer de vraag of [gezamenlijke eisers] dan wel Perfectkeur voordat [gezamenlijke eisers] de koopovereenkomst met [gezamenlijke gedaagden] sloot had kunnen zien dat de dakbedekking op meerdere plaatsen al aan het loslaten was. [gezamenlijke gedaagden] heeft in zijn reactie op het deskundigenbericht aan de deskundige weliswaar gevraagd in hoeverre Perfectkeur zichtbare gebreken (waarvoor geen insnijding nodig was) tijdens de aankoopkeuring op 22 maart 2018 had kunnen (en moeten) ontdekken, maar de deskundige heeft op deze vraag geen stellig antwoord gegeven. De deskundige heeft immers geantwoord: ”
Wanneer op 22 maart 2018 dezelfde gebreken aanwezig waren zoals door de deskundige zijn vastgesteld had Perfectbouw een groot deel hiervan moeten kunnen waarnemen.” Dit antwoord is in de lijn met de verklaring van de deskundige dat hij vraag 2 niet concreet kon beantwoorden omdat hij het pand niet in 2018 heeft opgenomen.
2.18.
De rechtbank acht het niet aannemelijk dat er ten tijde van de levering van de woning aan [gezamenlijke eisers] al sprake was van zichtbare onthechtingen van de bitumineuze dakbedekking. Immers, na de lekkage van januari 2019 zijn er geen reparaties aan het dak uitgevoerd en hebben er tot eind 2022 geen lekkages meer plaatsgevonden. Indien er al op 1 augustus 2018 sprake zou zijn geweest van onthechtingen van de bitumenlaag, die volgens de deskundige invloed hebben op intreding van vocht en water onder de bitumenlaag, zou [gezamenlijke eisers] al veel eerder met lekkages zijn geconfronteerd.
2.19.
[gezamenlijke gedaagden] heeft aan de deskundige de volgende vraag voorgelegd:
“Als The direct na de eerste lekkage in januari 2019 de bitumenlaag waterdicht had laten
maken en onthechtingen had laten herstellen, had dan geheel herstel van de
dakbedekkingsconstructie en de daarmee gemoeide kosten voorkomen, althans beperkt
kunnen worden?”
De deskundige heeft daarop geantwoord:
“Hier kan de deskundige geen concreet antwoord
op geven. Wanneer alleen bij de lekkage van januari 2019 herstel was uitgevoerd was het
niet aannemelijk dat gevolgschade had kunnen worden voorkomen. Er zijn meer gebreken in
de dakbedekking vastgesteld waardoor inwatering heeft kunnen plaatsvinden. Of deze
gebreken ook in 2019 aanwezig waren kan door de deskundige niet worden aangegeven.”
2.20.
De conclusies van Perfectkeur als hiervoor in het tussenvonnis van 29 maart 2023 in r.o. 2.7. vermeld worden door de deskundige dan ook niet ontkracht. Anders dan [gezamenlijke gedaagden] stelt, kan niet geoordeeld worden dat indien Perfectkeur het dak beter zou hebben onderzocht zij 25 van de door de deskundige geconstateerde 30 gebreken had kunnen ontdekken.
2.21.
Het dak is in 2010 geplaatst op de nieuwbouwwoning. In 2011 is er lekkage opgetreden, waarna reparatie heeft plaatsgevonden. Ook al is die reparatie enigermate omvangrijk geweest, behoefde dit naar het oordeel van de rechtbank voor [gezamenlijke eisers] geen aanleiding te zijn om een diepgaander onderzoek aan het dak te laten instellen. Hij mocht immers afgaan op de mededeling van [gezamenlijke gedaagden] dat er na de reparatie 2011 geen lekkages meer waren opgetreden, zodat hij ervan mocht uitgaan dat de reparaties deugdelijk waren verricht. Dit geldt temeer nu Perfectkeur, in haar rapport van 22 maart 2018 aangeeft dat de dakbedekking in voldoende conditie verkeert en dat de technische conditie van de materialen voldoende is. Gesteld noch gebleken is dat er bij de inspectie door Perfectkeur dan wel bij bezichtiging van de woning door [gezamenlijke eisers] vochtplekken in het plafond dan wel blaasjes in de coating van het plafond waarneembaar zouden zijn geweest, welke voor Perfectkeur aanleiding hadden moeten zijn om een diepgaand onderzoek in te stellen naar de conditie van het dak. Tot slot is niet van belang ontbloot dat de deskundige het weliswaar aannemelijk acht dat de gebreken in 2018 aanwezig waren maar dat dit volgens hem nog niet in een zodanige mate was dat hierdoor lekkages zijn ontstaan. Uit het rapport van de deskundige kan niet worden afgeleid dat Perfectkeur in het kader van de aankoopkeuring ernstige steken heeft laten vallen. De rechtbank gaat daarom voorbij aan de stelling van [gezamenlijke gedaagden] in zijn antwoordconclusie na deskundigenbericht dat Perfectkeur (en [gezamenlijke eisers] ) bij visuele inspectie de gebreken had kunnen ontdekken als vermeld in randnummer 5.2.4 in verbinding met randnummer 5.2.3 van die conclusie.
2.22.
Uit het vorenstaande volgt dat -anders dan [gezamenlijke gedaagden] betoogt- niet gezegd kan worden dat [gezamenlijke eisers] niet aan zijn onderzoeksplicht heeft voldaan. Dit betekent dat de door de deskundige geconstateerde gebreken - zo daarvan op 1 augustus 2018 al sprake zou zijn geweest - voor [gezamenlijke eisers] niet kenbaar waren.
dient [gezamenlijke gedaagden] de herstelkosten te betalen?
2.23.
Niet is komen vast te staan dat er na de lekkage in 2011 en de daarop plaatsgevonden hebbende reparatie van de gebreken vervolgens meerdere keren reparaties aan het dak hebben plaatsgevonden. Het dak heeft na de lekkage in 2011 en de daarop plaatsgevonden hebbende reparatie tot begin januari 2019 geen lekkage meer vertoond.
2.24.
Perfectkeur heeft in het kader van de visueel uitgevoerde aankoopkeuring in maart 2018 geen gebreken aan de dakbedekking en de randstroken waargenomen. De deskundige acht het aannemelijk dat de gebreken -die voor wat betreft de isolatie en de dampremmende laag eerst na insnijdingen naar boven zijn gekomen- eind 2018 aanwezig waren maar nog niet in een zodanige mate dat hierdoor lekkages zijn ontstaan. De deskundige heeft op een vraag van [gezamenlijke gedaagden] ook niet kunnen aangeven of er ook in 2019 sprake was van gebreken in de dakbedekking waardoor inwatering heeft kunnen plaatsvinden.
2.25.
Anders dan [gezamenlijke eisers] stelt, is niet doorslaggevend dat naar het oordeel van de deskundige de oorzaak van de door hem vastgestelde gebreken en de gevolgen ervan te wijten zijn aan een slechte uitvoering van de dakwerkzaamheden. Beslissend is immers of het dak ten tijde van de levering van de woning met zodanige gebreken was behept dat die in de weg stonden aan een normaal gebruik als woning. Daarvan is geen sprake. De deskundige acht het immers -zoals gezegd- weliswaar aannemelijk dat de gebreken in 2018 aanwezig waren maar nog niet in een zodanige mate dat hierdoor lekkages zijn ontstaan. En het zijn de lekkages, die -indien voldoende ernstig- in de weg staan aan normaal gebruik als woning. Die situatie deed zich eerst in een later stadium voor. De lekkage in januari 2019 was een op zichzelf staande gebeurtenis. Reparatie heeft niet plaatsgevonden en lekkages zijn vervolgens gedurende meerdere jaren achterwege gebleven. [gezamenlijke eisers] betwist immers niet het oordeel van de deskundige dat vanaf 2019 tot juli 2021 er geen lekkages zijn geweest. De deskundige heeft aangegeven dat sinds eind november 2022 sprake van is van gedocumenteerde lekkages.
2.26.
Bij deze stand van zaken is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende komen vast te staan dat ten tijde van de levering (op 1 augustus 2018) het dak van de woning in een zodanig slechte staat verkeerde dat dit binnen afzienbare tijd als gevolg van ernstige lekkages aan een normaal gebruik als woonhuis in de weg zou staan.
2.27.
Ten overvloede merkt de rechtbank nog het volgende op. De deskundige heeft de vraag van [gezamenlijke gedaagden] of de lekkages, meer specifiek het intreden van water onder de bitumen, eind 2022 tot en met heden hadden kunnen worden voorkomen indien periodiek en deugdelijk onderhoud door [gezamenlijke eisers] had plaatsgevonden -zonder reserve- bevestigend beantwoord. Anders dan [gezamenlijke eisers] stelt, is dit antwoord niet in strijd met het antwoord van de deskundige op vraag 4. Immers, het antwoord op die vraag ziet op de toestand van het dak ten tijde van het onderzoek door de deskundige in 2023. Die toestand was volgens de deskundige zodanig dat algehele renovatie van het dak de enige oplossing is om lekkages te voorkomen. De vraag van [gezamenlijke gedaagden] heeft betrekking op de periode die aanvangt op het moment waarop [gezamenlijke eisers] eigenaar van de woning is geworden. De bevindingen van TOP Expertise als weergegeven in r.o. 2.17. van het tussenvonnis van 29 maart 2023 wettigen de conclusie dat [gezamenlijke eisers] bij hevige regen of sneeuw het verzamelen van hemelwater in de afwateringsgoten onder de onthechte bitumineuze dakbedekking had kunnen voorkomen door de goten regelmatiger te reinigen in welk geval het hemelwater niet in de woning had kunnen binnentreden. De rechtbank brengt hierbij in herinnering dat Perfectkeur [gezamenlijke eisers] heeft geadviseerd om jaarlijks een inspectie op gebreken uit te voeren. Daaraan lijkt het ook wel te hebben geschort, zeker daar waar het de onthechtingen betreft. [gezamenlijke gedaagden] heeft immers aan de deskundige gevraagd in hoeverre de lekkages in 2022 en de huidige lekkages hadden kunnen worden voorkomen door de dakbedekking jaarlijks op gebreken te controleren en waar nodig (onthechtingen) plaatselijk te repareren.
De deskundige heeft daarop geantwoord: “
Wanneer elk jaar de dakbedekking was
geïnspecteerd en herstelwerkzaamheden waren uitgevoerd om inwatering te voorkomen was
de kans op lekkages aanzienlijk minder geweest.”
2.28.
Uit het vorenstaande volgt dat de herstelkosten van het dak voor rekening van [gezamenlijke eisers] dienen te blijven. De primaire vordering tot betaling van de herstelkosten wordt dus afgewezen.
2.29.
Op grond van het vorenstaande kan niet gezegd worden dat de woning op 1 augustus 2018 gebreken aan het dak vertoonde die in de weg staan aan het normale gebruik van het pand als woning. Er is dan ook geen deugdelijk grondslag om de koopovereenkomst partieel te ontbinden. Hierdoor strandt de subsidiaire vordering.
2.30.
[gezamenlijke eisers] legt aan zijn meer subsidiaire vordering het volgende ten grondslag.
Hij verkeerde bij het aangaan van de koopovereenkomst in de onjuiste veronderstelling dat hij een woning zou kopen met een dak dat niet gebrekkig was en het dak nog zeker 20 jaar zou kunnen meegaan. Het dak van de woning was gebrekkig ten tijde van het sluiten van de overeenkomst. Hij had de woning nimmer onder deze voorwaarden gesloten indien hij had geweten dat hij direct na de koop geconfronteerd zou worden met noodzakelijke herstelwerkzaamheden ter hoogte van € 71.940,55. Indien hij had geweten dat het dak in slechte staat verkeerde en [gezamenlijke gedaagden] alle informatie met betrekking tot de staat van het dak had medegedeeld, had hij een minder hoge koopprijs geboden. De dwaling is te wijten aan de onjuiste inlichtingen van [gezamenlijke gedaagden] dan wel aan schending van de mededelingsplicht. De dwaling behoort - gelet op de aard van de overeenkomst, de in het verkeer geldende opvattingen of de omstandigheden van het geval- niet voor zijn rekening te blijven nu het gaat om een woning die niet geschikt blijkt voor normaal gebruik. Hij verzoekt om -in plaats van vernietiging van de overeenkomst uit te spreken- de gevolgen van de overeenkomst ter opheffing van dit nadeel te wijzigen. Het nadeel dat hij als gevolg van de dwaling leidt zijn de herstelkosten, aldus [gezamenlijke eisers] .
2.31.
Het betoog van [gezamenlijke eisers] leidt niet tot het door hem ingeroepen rechtsgevolg.
In het tussenvonnis van 29 maart 2023 is in r.o. 4.10. uitdrukkelijk en zonder voorbehoud overwogen dat niet is komen vast te staan dat [gezamenlijke gedaagden] enige mededelingsplicht heeft geschonden. Hiermee heeft de rechtbank een bindende eindbeslissing gegeven. [gezamenlijke eisers] heeft de rechtbank niet verzocht om op die beslissing terug te komen. De rechtbank ziet daar ook zelf geen aanleiding voor.
Evenmin is komen vast te staan dat [gezamenlijke gedaagden] aan [gezamenlijke eisers] onjuiste inlichtingen heeft verstrekt.
Tot slot kan niet gezegd worden dat de woning bij de levering niet geschikt blijkt te zijn voor normaal gebruik.
Ook de meer subsidiaire vordering ligt voor afwijzing gereed.
2.32.
Bij deze uitslag dienen de door [gezamenlijke eisers] voorgeschoten kosten van het deskundigenbericht voor zijn rekening te blijven.
2.33.
[gezamenlijke eisers] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief de nakosten) betalen. De proceskosten van [gezamenlijke gedaagden] worden begroot op:
- griffierecht € 1.301,00
- salaris advocaat € 3.035,00 (2,5 punten × tarief € 1.214,00)
- nakosten € 178,00 (plus de verhoging zoals vermeld in de
beslissing)
Totaal € 4.514,00
2.34.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
2.35.
Nu de proceskostenveroordeling jegens meerdere partijen wordt uitgesproken is als uitgangspunt ieder van die partijen voor het geheel aansprakelijk en zijn zij dus hoofdelijk verbonden. Dit geldt ongeacht of de in het gelijk gestelde partij dit heeft gevorderd of verzocht (Hoge Raad 23 december 2022, ECLI:NL:HR:2022:1942). De rechtbank ziet geen aanleiding om in deze van dit uitgangspunt af te wijzen en zal aldus beslissen.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
wijst de vorderingen van [gezamenlijke eisers] af,
3.2.
veroordeelt [gezamenlijke eisers] hoofdelijk (in die zin dat indien de één betaalt de ander in zoverre jegens [gezamenlijke gedaagden] is bevrijd) in de proceskosten van € 4.514,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [gezamenlijke eisers] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
3.3.
veroordeelt [gezamenlijke eisers] (in die zin dat indien de één betaalt de ander in zoverre jegens [gezamenlijke gedaagden] is bevrijd) tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
3.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.F.R. van Heemstra en op 10 april 2024 in het openbaar uitgesproken en ondertekend door mr. G.J. Meijer.