Uitspraak
1.De procedure
- het proces-verbaal van verhoor van het behandelde ter zitting met gesloten deuren van deze rechtbank, meervoudige kamer voor burgerlijke zaken, van 30 januari 2024 waarin het mondelinge wrakingsverzoek en de gronden daarvoor zijn vermeld;
- het e-mailbericht van verzoekster van 2 februari 2024;
- de reactie van de rechters van 5 februari 2024;
- de schriftelijke reactie van verzoekster bij e-mailberichten van 22 februari 2024;
- het e-mailbericht van de wrakingskamer van 27 februari 2024 aan verzoekster met betrekking tot de mogelijkheid van het indienen van stukken.
2.Het wrakingsverzoek
de wrakingskamer begrijpt: voorafgaand aan de zitting) het standpunt had ingenomen dat zij het niet eens zijn met het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming tot een nieuwe ondertoezichtstelling (OTS) en uithuisplaatsing (UHP). Die informatie heeft verzoekster nooit gekregen terwijl zij meermalen heeft verzocht om tijdig de volledige informatie te krijgen. Verder heeft verzoekster als wrakingsgrond benoemd dat het haar onmogelijk is gemaakt om video-, geluids- en beeldmateriaal als bewijs en onderbouwing van het door haar gestelde, in te dienen. Dit heeft zij tijdens de mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek nader toegelicht.