ECLI:NL:RBGEL:2024:1752

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
29 maart 2024
Publicatiedatum
28 maart 2024
Zaaknummer
C/05/432867 / KG ZA 24-76
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot opheffing, matiging of verlenging van dwangsommen in kort geding tussen Concept Medical B.V. en MAC's Medical Handels GmbH

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 29 maart 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap Concept Medical B.V. en de rechtspersoon naar buitenlands recht MAC's Medical Handels GmbH. Concept Medical vorderde de opheffing, matiging of verlenging van de termijn van dwangsommen die waren opgelegd in een eerder vonnis van 30 januari 2024. De achtergrond van de zaak betreft een geschil over de levering van medische producten. MAC's Medical had Concept Medical in kort geding betrokken omdat zij niet in staat was om de bestelde producten te leveren. De voorzieningenrechter had in het eerdere vonnis geoordeeld dat Concept Medical binnen zeven dagen na betekening van dat vonnis de bestelde goederen moest leveren, maar Concept Medical stelde dat het voor haar tijdelijk onmogelijk was om aan deze veroordeling te voldoen. De rechtbank oordeelde dat Concept Medical niet aannemelijk had gemaakt dat zij al het mogelijke had gedaan om aan de veroordeling te voldoen en dat de onmogelijkheid om te leveren voor haar eigen rekening en risico kwam. De vorderingen van Concept Medical werden afgewezen en zij werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: C/05/432867 / KG ZA 24-76
Vonnis in kort geding van 29 maart 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CONCEPT MEDICAL B.V.,
statutair gevestigd te Nijkerk en kantoorhoudende te Hoevelaken,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Concept Medical,
advocaten: mrs. M. Deckers en T. Vankan te Amsterdam,
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
MAC'S MEDICAL HANDELS GMBH,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Leopoldsdorf (Wenen), Oostenrijk,
eisende partij,
hierna te noemen: MAC’s Medical,
advocaten: mrs. I.P. de Groot en D. Bennaars.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 7
- de akte overlegging producties van Concept Medical met producties 8 en 9
- het e-mailbericht van MAC’s Medical van 13 maart 2024 met producties 1 tot en met 9
- de mondelinge behandeling van 15 maart 2024
- de pleitnota van Concept Medical
- de pleitnota van MAC’s Medical.

2.De feiten

2.1.
Concept Medical vervaardigt medische producten voor verschillende soorten aandoeningen aan de bloedvaten. MAC’s Medical is distributeur van medische producten in Midden- en Oost Europa.
2.2.
Vanaf 1 december 2016 bestond tussen de moedervennootschap van Concept Medical, Concept Medical Research Private Limited, en MAC’s Medical een exclusieve distributieovereenkomst met betrekking tot bepaalde medische producten. Tussen een zustervennootschap van Concept Medical, Envision Scientific Pvt. Ltd., en MAC’s Medical bestond eveneens vanaf 1 december 2016 een distributieovereenkomst met betrekking tot bepaalde medische producten. Deze distributieovereenkomsten hadden een looptijd tot
1 december 2019. Eind 2019 is tussen partijen een Memorandum of Understanding tot stand gekomen ter zake de niet-exclusieve distributie van een aantal medische producten.
2.3.
Vanaf eind 2021 hebben partijen onderhandeld over (een) nieuwe (al dan niet exclusieve) distributieovereenkomst(en) ter zake van door Concept Medical vervaardigde producten.
2.4.
Bij brief van 22 maart 2023 heeft Concept Medical aan MAC’s Medical meegedeeld dat zij niet voornemens was om de Memorandum of Understanding uit 2019 te verlengen. Concept Medical weigerde daarna om de door MAC’s Medical vanaf medio februari/begin maart 2023 bestelde producten aan haar te leveren.
2.5.
MAC’s Medical heeft Concept Medical vervolgens in kort geding betrokken en gevorderd om Concept Medical te veroordelen tot levering van de door haar sinds medio februari/begin maart 2023 bestelde en nog tot 1 juli 2024 te bestellen producten, met het verbod om deze producten te leveren aan een andere distributeur die actief is in bepaalde Oost-Europese landen. De voorzieningenrechter van deze rechtbank heeft bij vonnis in kort geding van 30 januari 2024 (zaaknummer: C/05/429481 / KG ZA 23-468) geoordeeld dat tussen partijen sprake is van een duurovereenkomst van onbepaalde tijd die weliswaar kan worden opgezegd maar dat de plotselinge opzegging van Concept Medical naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. De vordering van MAC’s Medical tot levering van de 467 in 2023 bij Concept Medical bestelde goederen is toegewezen. De overige vorderingen van MAC’s Medical zijn afgewezen. De voorzieningenrechter heeft in dat vonnis, voor zover van belang, het volgende overwogen:
‘(…)
4.14. (…)
Gesteld noch gebleken is dat Concept Medical de producten waarvan MAC’s Medical levering vordert niet kan leveren en door MAC’s Medical is ter zitting met zoveel woorden toegezegd dat voor de geleverde producten zal worden betaald zonder dat zij in dat verband een beroep op verrekening zal doen. (…)’
Het dictum luidt, voor zover van belang, als volgt:
‘(…)
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt Concept Medical binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis de door MAC’s Medical bestelde goederen (467 stuks) die staan vermeld op de in productie 18 bij dagvaarding overgelegde lijst onvoorwaardelijk aan MAC’s Medical te leveren tegen de steeds tussen partijen gehanteerde prijzen,
5.2.
veroordeelt Concept Medical om aan MAC's Medical een dwangsom te betalen van € 5.000,00 per dag dat zij niet aan de onder 5.1. uitgesproken veroordeling voldoet, tot een maximum van € 200.000,00 is bereikt,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
(…)’
2.6.
Op 6 februari 2024 heeft de advocaat van Concept Medical telefonisch aan de advocaat van MAC’s Medical meegedeeld dat het voor Concept Medical feitelijk onmogelijk is om binnen de gestelde termijn volledig aan het vonnis te voldoen, omdat zij na inventarisatie van haar voorraad moest constateren dat slechts 52 van de 467 producten voorradig waren.
2.7.
MAC’S Medical heeft het vonnis van 30 januari 2024 bij deurwaardersexploot van 13 februari 2024 aan Concept Medical laten betekenen en bevel gedaan om binnen zeven dagen na dagtekening aan het vonnis van 30 januari 2024 te voldoen door levering van de 467 goederen als voornoemd.
2.8.
Bij e-mailbericht van 15 februari 2024 heeft de advocaat van MAC’s Medical aan de advocaten van Concept Medical onder meer bericht dat MAC’s Medical het ongeloofwaardig acht dat Concept Medical de in het vonnis toegewezen 467 producten niet in haar bezit heeft, dat zij op dit punt ook geen verweer heeft gevoerd in het kort geding en dat zij tijdens de zitting heeft meegedeeld dat het opleggen van dwangsommen overbodig was omdat Concept Medical een betrouwbare partij is, die het te wijzen vonnis zal nakomen. Verder verzoekt de advocaat van MAC’s Medical van de 467 producten in ieder geval 157 producten op de kortst mogelijke termijn en met voorrang te leveren.
2.9.
Bij deurwaardersexploot van 29 februari 2024 heeft MAC’s Medical ter executie van de tot en met 29 februari 2024 vervallen dwangsommen ter hoogte van € 50.313,92 inclusief rente en kosten ten laste van Concept Medical executoriaal derdenbeslag gelegd onder de ABN AMRO Bank N.V.
2.10.
Bij e-mailberichten van 6 maart 2024 heeft Concept Medical aan MAC’s Medical het laten weten:
‘(…)
We have 52 units available from your backorder.
Attached the packing list and invoice.
We will arrange shipment today, tracking no. will be sent later.
(…)’
en
‘(…)
Please find attached revised order, prepayment due to court order.
(…)’
2.11.
Bij e-mailbericht van 8 maart 2024 heeft de advocaat van MAC’s Medical aan de advocaten van Concept Medical bericht dat MAC’s Medical de 52 producten, waarvan Concept Medical de levering had toegezegd, nog niet heeft ontvangen en verzocht om alsnog tot uitlevering over te gaan met dien verstande dat ter zake van de koopprijs van die producten geen beroep op verrekening of opschorting zal worden gedaan.
2.12.
In reactie op voornoemd e-mailbericht heeft een van de advocaten van Concept Medical op 8 maart 2024 aan de advocaat van MAC’s Medical laten weten het e-mailbericht te hebben doorgeleid aan Concept Medical met het verzoek om een update van de leveringsstatus.
2.13.
Bij e-mailbericht van 10 maart 2024 heeft Concept Medical aan haar advocaten het volgende laten weten:
‘(…)
We have evaluated the scenario we may be able to mobilize 200 units from different part of world and redirect tot macs on March 25th 2024, however we want assurance of immediate payment (Note: Billing & dispatching might be form Concept India).
Kindly advise how we can proceed however payment need to be immediate on receipt goods.
(…)’
2.14.
In het dossier bevindt zich een e-mailwisseling van 5 en 6 maart 2024 tussen Concept Medical en (een van) haar leverancier(s), Natec-Medical, over het met prioriteit leveren van bepaalde grondstoffen door Natec-Medical aan Concept Medical.
2.15.
Op 12 maart 2024 zijn door of namens Concept Medical 52 van de 467 producten die Concept Medical ingevolge het vonnis van 30 januari 2024 aan MAC’s Medical moet leveren, aan MAC’s Medical geleverd.

3.Het geschil

3.1.
Concept Medical vordert bij vonnis in kort geding, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
(i) de verbeurde en nog te verbeuren dwangsommen uit hoofde van het vonnis van 30 januari 2024 op te heffen dan wel te matigen tot nihil of tot een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen bedrag, althans de termijn waarna de dwangsommen verschuldigd worden te verlengen met vijf maanden na 13 februari 2024, dus tot 13 juli 2024;
(ii) de tenuitvoerlegging van het vonnis te schorsen en geschorst te houden en MAC's Medical te verbieden maatregelen ter incasso van de beweerdelijk verbeurde dwangsommen te treffen voor een periode van vijf maanden na 13 februari 2024, dus tot 13 juli 2024;
(iii) MAC's Medical te veroordelen in de kosten van het geding.
3.2.
MAC's Medical voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Concept Medical, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Concept Medical in de kosten van deze procedure.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
MAC’s Medical is gevestigd in Oostenrijk. Dat betekent dat allereerst ambtshalve de vraag voorligt of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft en de voorzieningenrechter van deze rechtbank bevoegd is om van de vorderingen van Concept Medical kennis te nemen. Deze vraag moet bevestigend worden beantwoord. Een vordering tot herziening van een dwangsom kan op grond van het bepaalde in artikel 611d lid 1 Rv immers uitsluitend worden voorgelegd aan de rechter die de dwangsom heeft opgelegd en dat is in het onderhavige geval de voorzieningenrechter van deze rechtbank. Op het geschil is Nederlands recht van toepassing. De bevoegdheid en de toepasselijkheid van Nederlands recht zijn in deze zaak overigens ook geen onderwerp van geschil.
4.2.
Ter zitting heeft Concept Medical haar vordering onder (ii), strekkende tot de (tijdelijke) schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis van 30 januari 2024, ingetrokken. Dat betekent dat op die vordering niet meer hoeft te worden beslist.
4.3.
Bij vonnis van 30 januari 2024 is Concept Medical veroordeeld om binnen zeven dagen na betekening van dat vonnis de door MAC’s Medical bestelde goederen (467 stuks), die staan vermeld op de in productie 18 bij dagvaarding in die zaak overgelegde lijst, onvoorwaardelijk aan MAC’s Medical te leveren tegen de steeds tussen partijen gehanteerde prijzen. Aangezien Concept Medical niet uiterlijk op 20 februari 2024, zeven dagen na betekening van het vonnis aan haar, is overgegaan tot levering van de 467 producten als voornoemd, is zij met ingang van 21 februari 2024 dwangsommen gaan verbeuren.
4.4.
Concept Medical vordert in dit kort geding opheffing althans matiging tot nihil van voornoemde dwangsommen, dan wel de termijn waarna de dwangsommen verschuldigd worden te verlengen tot 13 juli 2024. Concept Medical stelt dat zij het vonnis van 30 januari 2024 weliswaar wil nakomen maar het voor haar tijdelijk feitelijk onmogelijk is om (volledig) aan het vonnis te voldoen.
MAC’s Medical voert verweer. Volgens haar is het ongeloofwaardig dat Concept Medical niet binnen de in het vonnis van 30 januari 2024 gestelde termijn aan het vonnis kon voldoen. Maar ook indien daarvan moet worden uitgegaan, en Concept Medical zoals zij stelt inderdaad een langere periode nodig heeft om aan het vonnis te voldoen, moet dit volgens MAC’s Medical voor rekening en risico van Concept Medical blijven omdat Concept Medical zichzelf in die positie heeft gebracht en zij bovendien na de veroordeling onvoldoende inspanningen heeft betracht om volledig aan het vonnis te voldoen.
4.5.
Gelet op de standpunten van partijen over en weer staat in dit kort geding de vraag centraal of Concept Medical al dan niet tijdelijk in de onmogelijkheid verkeerde/verkeert om aan de in het vonnis van 30 januari 2024 onder 5.1. uitgesproken veroordeling te voldoen in de zin van artikel 611d Rv. Dat artikel bepaalt dat de rechter die een dwangsom heeft opgelegd op vordering van de veroordeelde de dwangsom onder andere kan opheffen in geval van blijvende of tijdelijke, gehele of gedeeltelijke onmogelijkheid van de veroordeelde om aan de hoofdveroordeling te voldoen. Van onmogelijkheid om aan de veroordeling te voldoen als bedoeld in artikel 611d lid 1 Rv is sprake, indien zich een situatie voordoet waarin de dwangsom als dwangmiddel - dat wil zeggen als geldelijke prikkel om nakoming van de veroordeling zoveel mogelijk te verzekeren - zijn zin verliest, hetgeen (onder meer) het geval is indien het onredelijk zou zijn meer inspanning en zorgvuldigheid te vergen dan de veroordeelde heeft betracht. Dat betekent dat de voorzieningenrechter - als dwangsomrechter - moet onderzoeken of de veroordeelde sinds zijn veroordeling redelijkerwijze al het mogelijke heeft gedaan om aan de hoofdveroordeling te voldoen. Daarbij zijn factoren van overmacht, verwijtbaarheid en misslagen van belang. De onmogelijkheid om de hoofdveroordeling uit te voeren moet dan ook in beginsel worden beoordeeld aan de hand van feiten en omstandigheden die zich hebben voorgedaan ná de hoofdveroordeling. [1] Het is dan ook aan Concept Medical om aannemelijk te maken dat zij sinds het vonnis van 30 januari 2024 redelijkerwijze al het mogelijke heeft gedaan om aan de hoofdveroordeling uit dat vonnis te voldoen.
4.6.
Tijdens de procedure die tot het vonnis van 30 januari 2024 heeft geleid, heeft Concept Medical geen verweer gevoerd tegen de door MAC’s Medical gevorderde termijn waarbinnen zij de 467 producten in kwestie aan MAC’s Medical diende te leveren in het geval de daartoe strekkende vordering zou worden toegewezen. Ook heeft zij geen voorbehoud gemaakt ten aanzien van het volume en/of de soort van de door MAC’s Medical gevorderde producten en zelfs met zoveel woorden toegezegd dat zij een eventuele veroordeling vrijwillig zou nakomen zodat een dwangsom niet nodig zou zijn. De vordering strekkende tot levering van 467 producten binnen een termijn van zeven dagen na betekening van het vonnis is integraal en zoals gevorderd toegewezen. In dat licht bezien is het niet aannemelijk dat het voor Concept Medical na het vonnis van 30 januari 2024 (opeens) onmogelijk was om binnen de daartoe gestelde termijn aan de veroordeling onder 5.1. te voldoen. Maar ook afgezien daarvan heeft Concept Medical naar het oordeel van de voorzieningenrechter tegenover het gemotiveerde verweer van MAC’s Medical niet aannemelijk gemaakt dat zij sinds het vonnis van 30 januari 2024 redelijkerwijze al het mogelijke heeft gedaan om aan de daarin opgenomen veroordeling tot levering te voldoen. Hetgeen Concept Medical hierover stelt is in ieder geval onvoldoende om die conclusie te kunnen dragen. Zo is gebleken dat Concept Medical de 52 producten, die zij na 30 januari 2024 wél op voorraad bleek te hebben, pas op 12 maart 2024 aan MAC’s Medical heeft geleverd en dus niet binnen zeven dagen na betekening van het vonnis. Dit terwijl Concept Medical naar eigen zeggen al op 6 februari 2024 en dus vóór de betekening van het vonnis van 30 januari 2024 constateerde dat díe producten wel voorradig waren. De advocaten van partijen hebben op 6 februari 2024 telefonisch contact gehad over de levering van de genoemde 52 producten, maar kennelijk is Concept Medical niet (tijdig) tot levering daarvan overgegaan, omdat zij (aanvullende) eisen aan MAC’s Medical heeft gesteld met betrekking tot de betaling van deze producten, inhoudende dat de producten reeds vóór aflevering betaald dienden te worden. Dit terwijl Concept Medical niet in de positie verkeerde om aan de levering van de producten binnen de in het vonnis gestelde termijn (aanvullende) voorwaarden te verbinden en tussen partijen ook overigens niet in geschil is dat partijen in het verleden (feitelijk) een betalingstermijn van 45 dagen na levering van producten hanteerden. Gelet hierop valt niet in te zien waarom MAC’s Medical in afwijking van de voorheen tussen partijen geldende (betalings)condities voorafgaand of direct na levering van de ingevolge het vonnis van 30 januari 2024 aan haar te leveren producten daarvoor zou moeten betalen. Daarbij komt dat MAC’s Medical al in het kader van het eerste kort geding had toegezegd de te leveren producten te zullen betalen en geen beroep op verrekening te doen, hetgeen zij in haar e-mailbericht van 8 maart 2024 heeft herhaald. Er stond dus niets aan in de weg om de 52 beschikbare producten tijdig aan MAC’s Medical te leveren, maar Concept Medical heeft dat om haar moverende redenen niet gedaan.
4.7.
Daarnaast kan op dit moment niet worden vastgesteld dat de 200 producten, die Concept Medical naar eigen zeggen kan omleiden, ook daadwerkelijk op 25 maart 2024 of spoedig daarna aan MAC’s Medical zijn dan wel zullen worden geleverd. Het in dit verband overgelegde e-mailbericht van 10 maart 2024 van Concept Medical aan haar advocaten biedt hierover in ieder geval onvoldoende uitsluitsel nu daarin enkel de mogelijkheid van omleiden wordt genoemd en daarin tevens (wederom) de eis wordt gesteld van directe betaling bij levering. Daarnaast heeft Concept Medical binnen het bestek van dit kort geding niet aannemelijk gemaakt dat het omleiden van in totaal 200 producten, initieel bedoeld voor levering aan andere distributeurs, het maximaal haalbare is en dat zij alles in het werk heeft gesteld om volledig aan het vonnis van 30 januari 2024 te voldoen. Het had op haar weg gelegen om het voorgaande inzichtelijk te maken en dat heeft zij naar het oordeel van de voorzieningenrechter onvoldoende gedaan. In dat verband is mede van belang dat MAC’s Medical onweersproken heeft aangevoerd dat Concept Medical haar overige distributeurs nog steeds tijdig en volledig belevert. Het is dan ook vooralsnog aannemelijk dat Concept Medical (steeds) een keuze had (en heeft) aan wie zij de bij haar beschikbare voorraad producten levert/leverde. Uit de producties van Concept Medical blijkt verder dat zij pas op 6 maart 2024 en dus drie weken na betekening van het vonnis, aan Natec-Medical, een van haar leveranciers, heeft laten weten dat zij bepaalde grondstoffen met voorrang geleverd wenst te krijgen om zo het restant producten dat zij aan MAC’s Medical dient te leveren te kunnen produceren. Bij deze stand van zaken heeft Concept Medical naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet aannemelijk gemaakt dat zij al het redelijkerwijs mogelijke heeft gedaan om tijdig en volledig te voldoen aan de veroordeling tot levering van de 467 producten aan MAC’s Medical.
4.8.
Voor zover Concept Medical zich op het standpunt stelt, dat de onmogelijkheid om de veroordeling volledig en tijdig na te komen het gevolg is van een eigen gebrek aan zorgvuldigheid, daterend van voor de veroordeling, geldt dat de rechter op grond hiervan slechts onder bijzondere omstandigheden de in artikel 611d Rv bedoelde maatregelen mag weigeren. Daarbij valt met name te denken aan gedragingen van de veroordeelde die hij, in het zicht van de mogelijke veroordeling, welbewust heeft verricht om de naleving daarvan te bemoeilijken of te beletten [2] . Van bijzondere omstandigheden als voornoemd is naar het oordeel van de voorzieningenrechter in het onderhavige geval sprake.
Concept Medical heeft niet weersproken dat MAC’s Medical de producten, tot levering waarvan Concept Medical in het vonnis van 30 januari 2024 is veroordeeld, grotendeels al tussen 15 februari 2023 en 24 mei 2023 en dus zelfs gedeeltelijk vóór de opzegging van de (handels)relatie, bij Concept Medical had besteld. Hoewel Concept Medical in die eerdere procedure verweer voerde en stelde dat zij niet gehouden was de door MAC’s Medical bij haar bestelde producten te leveren, had zij in de gegeven omstandigheden rekening moeten houden met de mogelijkheid dat zij tot levering van de door MAC’s Medical gevorderde (hoeveelheid en soorten) producten zou worden veroordeeld. Gesteld noch gebleken is dat Concept Medical dat heeft gedaan. Concept Medical heeft in de aanloop naar de zitting in de procedure die tot het vonnis van 30 januari 2024 heeft geleid kennelijk nagelaten te controleren of zij wel over de gevorderde (hoeveelheid en soort) producten beschikte. Concept Medical ging er vervolgens echter wel vanuit dat zij een eventuele veroordeling tot levering van de 467 producten in kwestie zonder meer zou kunnen nakomen. Concept Medical heeft in die procedure immers verklaard dat het opleggen van een dwangsom niet nodig was, omdat zij een eventuele veroordeling vrijwillig zou nakomen. Dat Concept Medical vervolgens niet over de benodigde voorraad bleek te beschikken om binnen zeven dagen na betekening aan het vonnis van 30 januari 2024 te voldoen en zij naar eigen zeggen uiterlijk pas op 13 juli 2024 daaraan zal kunnen voldoen, komt dan ook om die reden voor haar eigen rekening en risico.
4.9.
Namens Concept Medical is ter zitting nog opgemerkt dat de producten die Concept Medical aan MAC’s Medical moet leveren veelal producten zijn met ‘afwijkende afmetingen’ en dat dit tot lange(re) levertijden leidt. Nog daargelaten dat Concept Medical het voorgaande in de procedure die tot het vonnis van 30 januari 2024 heeft geleid had kunnen aanvoeren in verband met de gevorderde termijn van levering, heeft MAC’s Medical gemotiveerd weersproken dat de door haar bestelde producten afwijkende afmetingen hebben. In hoeverre MAC’s Medical (in 2023) producten met een afwijkende afmeting heeft besteld kan binnen dit kort geding dan ook niet worden vastgesteld. Ook is ter zitting ter sprake gekomen dat waar Concept Medical normaliter werkt met ‘rolling forecasts’ (voorspellingen ter zake de op termijn benodigde producten) om producten na bestelling binnen een termijn van drie weken aan distributeurs te kunnen leveren, MAC’s Medical juist nooit een dergelijke voorspelling met betrekking tot de door haar op een bepaalde termijn benodigde producten bij Concept Medical deed en dat Concept Medical haar in het verleden toch tijdig beleverde, al dan niet door voorraden bedoeld voor andere distributeurs aan te spreken. Ook die omstandigheden maken niet aannemelijk dat bij Concept Medical sprake is van onmacht om aan de veroordeling van het vonnis van 30 januari 2024 te voldoen.
4.10.
Concept Medical heeft verder nog betwist dat MAC’s Medical spoedeisend belang heeft bij levering van álle 467 producten maar voor de beoordeling van het onderhavige geschil doet niet ter zake of MAC’s Medical al dan niet acuut behoefte heeft aan levering van alle 467 producten. In de onderhavige procedure bestaat immers geen ruimte om te oordelen over de juistheid van de hoofdveroordeling en het spoedeisend belang bij een getroffen voorziening. De dwangsomrechter kan enkel beslissen over het behoud en de omvang van de dwangsom.
4.11.
De slotsom is dan ook dat geen grond bestaat voor (al dan niet gedeeltelijke) opheffing c.q. matiging van de dwangsom en/of opschorting van de termijn waarna Concept Medical dwangsommen gaat verbeuren. De daartoe strekkende vordering zal daarom worden afgewezen.
4.12.
Concept Medical is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van MAC’s Medical worden begroot op:
- griffierecht
688,00
- salaris advocaat
1.107,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.973,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Concept Medical in de proceskosten van € 1.973,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als Concept Medical niet tijdig aan de proceskosten veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J. Peerdeman en in het openbaar uitgesproken op 29 maart 2024.

Voetnoten

1.Vgl. BenGH 25 september 1986, ECLI:NL:XX:1986:AC9501; BenGH 29 april 2008, ECLI:NL:XX:2008:BD4245 en HR 20 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:396.
2.BenGH 29 april 2008, ECLI:NL:XX:2008:BD4245 en HR 26 maart 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL0004.