Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
2.De feiten
woonhuis.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak vorderden de eisers, kopers van een woonhuis met paardenstal, schadevergoeding van de gedaagden, de verkopers, wegens non-conformiteit van de onroerende zaak. De eisers stelden dat er gebreken waren aan de schuur en de elektrische installatie, die al aanwezig waren ten tijde van de levering op 5 juni 2020. De rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, heeft op 6 maart 2024 uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelde dat de gedaagden niet aansprakelijk waren voor de gebreken, omdat de kopers bij de koopovereenkomst de staat van de onroerende zaak aanvaardden, inclusief zichtbare en onzichtbare gebreken. De rechtbank concludeerde dat de gebreken aan de schuur, die door de eisers als ernstig werden aangeduid, niet zodanig waren dat ze het normale gebruik als paardenstal belemmerden. Ook de gebreken aan de elektrische installatie werden niet als zodanig ernstig beoordeeld dat ze het normaal gebruik van de woning in gevaar brachten. De rechtbank wees de vorderingen van de eisers af en veroordeelde hen in de proceskosten van de gedaagden, die in totaal € 3.907,00 bedroegen.