Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellant]en
[appellante],
[geïntimeerde1]en
[geïntimeerde2],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
.
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
in de staat waarin deze zich bij het tot stand komen van deze koopovereenkomst bevindt[…]
met alle[…]
zichtbare en onzichtbare gebreken[…]” (artikel 6.1 NVM-akte). De uitzondering daarop is een garantie dat de woning “
de feitelijke eigenschappen[zal]
bezitten die nodig zijn voor een normaal gebruik als:woonruimte” (artikel 6.3 NVM-akte). Die garantie geldt dan weer niet voor gebreken die het normale gebruik belemmeren maar aan koper “
bekend of kenbaar” waren , dus die gebreken vallen – ook als het gaat om onzichtbare gebreken – onder de exoneratie van artikel 6.1 NVM-akte.
ongeschikte bedrading” gebruikt, zodat sommige draden “
zwart en verkoold” waren. “
Er bestond reëel brandgevaar in de woning.” Veronderstellenderwijs uitgaande van de juistheid van deze stellingen is dat een belemmering voor normaal gebruik als woning, omdat de elektriciteit in de woning niet veilig gebruikt kan worden.
de toegangshal[…]
niet of niet voldoende[werd]
verwarmd.” Bovendien is niet weersproken dat deze radiator door hen is verwijderd (en niet is teruggeplaatst).
niet (goed) warm” werden. Als voor [appellanten] c.s. doorslaggevend was geweest dat de badkamers in de winter verwarmd zouden kunnen worden tot een temperatuur van 22˚C, hadden zij daar gericht(er) naar moeten vragen. [geïntimeerden] c.s. hebben op dat punt hun mededelingsplicht niet geschonden zodat niet wordt toegekomen aan de vraag of zij dit bewust hebben gedaan.
niet meer[hebben]
stilgestaan” bij deze radiator bij het invullen van de vragenlijst. Dit betekent dat zij niet bewust op dit punt relevante informatie hebben achtergehouden. Voor een tegengesteld oordeel hebben [appellanten] c.s. onvoldoende gesteld. Het hof acht overigens het feit dat de algemene vraag naar alle radiatoren voor één radiator (onopzettelijk) onjuist is beantwoord onder de gegeven omstandigheden onvoldoende om te oordelen dat het beroep op de exoneratie van artikel 6.1 NVM-akte voor dit gebrek naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.