ECLI:NL:RBGEL:2023:7499

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
19 oktober 2023
Publicatiedatum
25 maart 2025
Zaaknummer
C/05/425382 / HO RK 23/722
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging afkoelingsperiode ex artikel 376 Fw voor meerdere besloten vennootschappen

In deze beschikking heeft de Rechtbank Gelderland op 19 oktober 2023 een verzoek tot verlenging van de afkoelingsperiode ex artikel 376 Faillissementswet (Fw) toegewezen voor meerdere besloten vennootschappen. De verzoeksters, in totaal 24 besloten vennootschappen, hebben op 17 juli 2023 verklaringen ter griffie gedeponeerd en een verzoekschrift ingediend voor een afkoelingsperiode van vier maanden. De rechtbank had eerder al tijdelijke afkoelingsperiodes afgekondigd, en op 27 september 2023 werd een verzoek tot verlenging ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeksters ontvankelijk zijn in hun verzoek en dat er belangrijke vooruitgang is geboekt in de totstandkoming van een akkoord. De rechtbank oordeelt dat de afkoelingsperiode noodzakelijk is om de ondernemingen van de verzoeksters voort te zetten tijdens de onderhandelingen over het akkoord. De rechtbank heeft de afkoelingsperiode voor de Belastingdienst verlengd met vier maanden, ingaande op 19 oktober 2023, en heeft ook een afkoelingsperiode afgekondigd voor andere schuldeisers. De observator, mr. C.G. Klomp, is aangesteld om toezicht te houden op de voortgang van de akkoordtrajecten en moet maandelijks verslag uitbrengen aan de rechtbank.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

Team Insolventies – meervoudige kamer
Verzoek afkoelingsperiode ex artikel 376 Fw
zaak/rekestnummer: C/05/425382 / HO RK 23/722
uitspraakdatum: 19 oktober 2023
beschikking op het ingekomen verzoekschrift ex artikel 376 Faillissementswet (Fw) van:
I. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verzoekster 1] B.V., statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
II. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verzoekster 2] B.V., statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
III. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verzoekster 3] B.V., statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
IV. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verzoekster 4] B.V., statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
V. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verzoekster 5] B.V., statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
VI. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verzoekster 6] B.V., statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
VII. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verzoekster 7] B.V., statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
VIII. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verzoekster 8] B.V., statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
IX. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verzoekster 9] B.V., statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
X. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verzoekster 10] B.V., statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
XI. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verzoekster 11] B.V., statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
XII. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verzoekster 12] B.V., statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
XIII. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verzoekster 13] B.V., statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
XIV. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verzoekster 14] B.V., statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
XV. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verzoekster 15] B.V., statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
XVI. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verzoekster 16] B.V., statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
XVII. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verzoekster 17] B.V., statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
XVIII. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verzoekster 18] B.V., statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
XIX. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verzoekster 19] B.V., statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
XX. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verzoekster 20] B.V., statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
XXI. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verzoekster 21] B.V., statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
XXII. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verzoekster 22] B.V., statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
XXIII. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verzoekster 23] B.V., statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
XXIV. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verzoekster 24] B.V., statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
hierna te noemen: verzoeksters,
advocaten: mr. K.C. Mensink, kantoorhoudende te ’s-Gravenhage en mr. J. van den Dolder, kantoorhoudende te Oud-Beijerland.

1.De procedure

1.1
Verzoeksters hebben op 17 juli 2023 verklaringen ex artikel 370 lid 3 Fw ter griffie gedeponeerd, waarbij ze hebben gekozen voor een besloten akkoordprocedure buiten faillissement.
1.2
Op 18 juli 2023 hebben verzoeksters ter griffie een verzoekschrift ingediend tot het afkondigen van een afkoelingsperiode ex artikel 376 Fw voor een periode van vier maanden.
1.3
Bij beschikking van 19 juli 2023 van deze rechtbank is bij wijze van tijdelijke voorziening een afkoelingsperiode afgekondigd. De rechtbank heeft bij beschikking van 28 juli 2023 een afkoelingsperiode van twee maanden afgekondigd, ingaande op 28 juli 2023, en heeft mr. C.G. Klomp aangesteld tot observator.
1.4
Op 25 september 2023 is ter griffie van deze rechtbank een verzoekschrift, met bijlagen (hierna ook: ‘het verzoek’), ontvangen strekkende tot: (I) het voorshands bij wijze van tijdelijke voorziening verlengen van de initiële afkoelingsperiode jegens de Belastingdienst ex artikel 376 lid 5 Fw; (II) verlenging van de afkoelingsperiode jegens de Belastingdienst ex artikel 376 Fw lid 5 voor een (additionele) periode van vier maanden; en (III) het afkondigen van een afkoelingsperiode ex artikel 376 Fw jegens alle (andere) schuldeisers.
1.5
Bij beschikking van 27 september 2023, en de gecorrigeerde versie van 2 oktober 2023, heeft de rechtbank bij wijze van tijdelijke voorziening een afkoelingsperiode jegens de Belastingdienst afgekondigd, inhoudende dat bij wijze van tijdelijke voorziening de bij beschikking van 28 juli 2023 afgekondigde afkoelingsperiode voortduurt totdat de eindbeslissing op onderhavig verzoek is gegeven. De rechtbank heeft daarbij tevens de datum bepaald voor de behandeling van het onderhavige verzoek ter zitting en bepaald dat verzoeksters onverwijld aan de crediteuren een kopie van de beschikking zullen toezenden en hen wijst op de mogelijkheid om via een bij de griffier op te vragen link deel te nemen aan de zitting en een zienswijze te geven. Ook de observator, mr. C.G. Klomp, is verzocht om schriftelijk zijn zienswijze op het onderhavige verzoek kenbaar te maken.
1.6
Bij e-mailbericht met bijlagen van 5 oktober 2023 is door de Belastingdienst een zienswijze ingediend, inhoudende dat – in het kort – hij geen bezwaar heeft tegen de verlenging van de afkoelingsperiode, maar zich wel afvraagt of een verlenging voor de duur van vier maanden noodzakelijk is voor de totstandkoming van het akkoord.
1.7
Bij e-mailberichten met bijlagen van 29 september 2023 en 6 oktober 2023 is door de observator een verslag respectievelijk zienswijze ingediend. De observator concludeert dat, op grond van de hem door verzoeksters ter beschikking gestelde financiële documentatie per vennootschap en de gesprekken met de advocaten van verzoeksters en [adviesbureau] , de verzochte afkoelingsperiode in het belang is van de gezamenlijke crediteuren. Met de (voor)genomen maatregelen van verzoeksters ter bescherming van de belangen van de crediteuren met goederenrechtelijke aanspraken acht de observator de belangen van deze crediteuren voldoende gewaarborgd. Bovendien kunnen lopende verplichtingen tijdens de verzochte afkoelingsperiode op grond van de prognoses en bij gelijkblijvende omstandigheden worden voldaan.
1.8
Het verzoek is op 12 oktober 2023 in raadkamer, middels een videoverbinding, behandeld in aanwezigheid van:
- [bestuurder] , (middellijk) bestuurder van verzoeksters, bijgestaan door mr. J. van den Dolder en mr. K.C. Mensink, voornoemd;
- [naam 1] , hoofd administratie van verzoeksters en [naam 2] , business controller van verzoeksters;
- [naam 3] en [naam 4] , namens [adviesbureau] B.V. (hierna ook: [adviesbureau] );
- [medewerker 1 Belastingdienst] [medewerker 2 Belastingdienst] , namens de Belastingdienst, belanghebbende;
- mr. C.G. Klomp en mr. Boersen, (namens) observator van verzoeksters;
1.9
Ter terechtzitting is het verzoek nader toegelicht.

2.De beoordeling

Bevoegdheid
2.1
In de genoemde beschikking van 19 juli 2023 heeft de rechtbank de beslotenheid
van de akkoordprocedure en haar bevoegdheid tot behandeling van het verzoek
vastgesteld.
Verlenging van de afkoelingsperiode jegens de Belastingdienst
2.2
De rechtbank stelt vast dat het onderhavige verzoek is ingediend vóór het verstrijken van de termijn van de bij beschikking van 28 juli 2023 afgekondigde
afkoelingsperiode, zodat verzoeksters ontvankelijk zijn in hun verzoek.
2.3
Gezien de stellingen van verzoeksters en hetgeen de observator en de Belastingdienst naar voren hebben gebracht, gaat de rechtbank ervan uit dat de feiten en omstandigheden die aan de beslissing tot afkondiging van de afkoelingsperiode ten grondslag hebben gelegen (beschikking van 28 juli 2023) zich nog steeds voordoen.
2.4
Ingevolge artikel 376 lid 5 Fw moet de rechtbank voorts beoordelen of verzoeksters voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat er belangrijke vooruitgang is geboekt in de totstandkoming van het akkoord. De rechtbank stelt vast dat dit het geval is.
2.5
Verzoeksters hebben hun activa (inventariszaken) laten taxeren. Met behulp van financieel adviseur [adviesbureau] zijn – per vennootschap – startbalansen per 15 juli 2023 (fixatiedatum) en exploitatie-, liquiditeit- en balansprognoses voor de periode 15 juli 2023 tot en met 31 december 2023 opgesteld. Daarnaast zijn geconsolideerde begrotingen 2024 - 2025 en crediteurenlijsten per vennootschap opgesteld. Verzoeksters hebben de startbalansen, exploitatie- en liquiditeitsbegroting en voorlopige crediteurenlijsten gedeeld met de observator en alle schuldeisers zijn in kennis gesteld van het voorgenomen akkoord. Er is een voorlopige klassenindeling opgesteld en de crediteuren zijn verzocht hun vordering te verifiëren.
2.6
Zowel de observator als de Belastingdienst bevestigen dat door verzoeksters de afgelopen periode een belangrijke vooruitgang is geboekt met het oog op de totstandkoming van het akkoord. Zo merkt de observator op dat de door verzoeksters aangeleverde en vastgestelde financiële gegevens per vennootschap het mogelijk maken om binnen een redelijke termijn te komen tot het opstellen van exploitatiebegrotingen voor de aanstaande jaren en het vaststellen van de daarop gebaseerde reorganisatiewaardes.
2.7
De rechtbank is gelet op de voormelde feiten en omstandigheden van oordeel dat voldoende aannemelijk is gemaakt dat aan het criterium van artikel 376 lid 5 Fw is voldaan. Uit de exploitatie- en liquiditeitsprognoses per afzonderlijke vennootschap, volgt dat verzoeksters – rekening houdende met de afspraken die door verzoeksters onderling zijn gemaakt – naar verwachting de komende vier maanden aan hun lopende verplichtingen kunnen voldoen. Daarbij hebben verzoeksters bevestigd dat de dreigende tekorten bij [verzoekster 11] zullen worden aangevuld door [naam bedrijf] B.V. De rechtbank ziet derhalve aanleiding de afkoelingsperiode te verlengen.
Duur van de verlenging
2.8
De belastingdienst vraagt zich af of een verlenging voor de duur van vier maanden noodzakelijk is voor de totstandkoming van het akkoord. Ter zitting is de noodzaak voor de verzochte termijn van de afkoelingsperiode in het kader van de totstandkoming van het akkoord voldoende nader toegelicht. De rechtbank ziet dan ook aanleiding de afkoelingsperiode jegens de Belastingdienst te verlengen voor de duur van vier maanden, mede vanwege het aantal akkoorden dat (mogelijk) zal moeten worden aangeboden.
Afkoelingsperiode jegens (andere) crediteuren
2.9
Verzoeksters hebben toegezegd binnen ten hoogste twee maanden een akkoord te zullen aanbieden aan hun schuldeisers en kunnen op grond van artikel 376 Fw dan ook worden ontvangen in hun verzoek.
Noodzaak afkoelingsperiode en belangen (gezamenlijke) crediteuren
2.1
Op grond van artikel 376 lid 4 Fw wordt het verzoek tot het afkondigen van een
afkoelingsperiode toegewezen indien aan twee vereisten wordt voldaan, namelijk
indien (1) summierlijk blijkt dat dit noodzakelijk is om de door de schuldenaar gedreven onderneming tijdens de voorbereiding van en de onderhandelingen over een akkoord te kunnen blijven voortzetten en (2) summierlijk blijkt dat de belangen van de gezamenlijke schuldeisers hierbij gediend zijn en dat de door de afkoelingsperiode getroffen derden niet wezenlijk in hun belangen worden geschaad. Naar het oordeel van de rechtbank is aan beide eisen voldaan. Het volgende is daartoe van belang.
2.11
Het is de rechtbank summierlijk gebleken dat een afkoelingsperiode noodzakelijk is
om de door verzoeksters gedreven ondernemingen tijdens de voorbereiding van en de onderhandelingen over een akkoord te kunnen blijven voortzetten. Verzoeksters hebben gegronde vrees dat in het licht van de onderhandelingen over het akkoord, maatregelen door de crediteuren zullen worden genomen, waaronder de aanvraag van de faillissementen van verzoeksters. In dat kader wordt inmiddels één van de crediteuren bijgestaan door een advocaat.
2.12
Ook is summierlijk gebleken dat redelijkerwijs valt aan te nemen dat de belangen van de gezamenlijke crediteuren van verzoeksters bij een afkoelingsperiode zijn gediend. Uit de stellingen van verzoeksters en de zienswijze van de observator volgt dat een akkoordaanbieding aan de crediteuren op grond van de (ingeschatte) reorganisatiewaardes voor crediteuren aanmerkelijk gunstiger is dan afwikkeling op grond van liquidatiewaardes. De crediteuren worden voorts niet wezenlijk in hun belangen geschaad. Verzoeksters hebben verklaard en onderbouwd – zoals ook onder randnummer 2.7 weergegeven – dat zij hun lopende verplichtingen gedurende de komende vier maanden kunnen voldoen, hetgeen door de observator wordt bevestigd. Het verzoek zal dan ook worden toegewezen.
Observator
2.13
Ten aanzien van de taken van de observator overweegt de rechtbank nog als volgt. De observator houdt toezicht op de totstandkoming van het akkoord en moet daarbij oog hebben voor de belangen van de gezamenlijke schuldeisers. Deobservator is ook – om het in goed Nederlands uit te drukken - ‘the ears on the ground’ voor de rechtbank. Hij of zij dient als vooruitgeschoven post voor de rechtbank om informatie te verzamelen die van belang is voor de beoordeling van verzoeken, niet in de laatste plaats ten behoeve de ambtshalve beoordeling van een homologatieverzoek op de voet van artikel 384 lid 2 Fw.
2.14
Dit maakt dat de rechtbank de observator verzoekt om maandelijks verslag aan de rechtbank uit te brengen omtrent de voortgang van de akkoordtrajecten, waarbij hij zich tevens uitlaat omtrent de realiteitswaarde van de door verzoekers opgestelde tijdslijn (productie 10 bij het onderhavige verzoek). Daarbij wordt van de observator verwacht dat ook de transparantie van de akkoordtrajecten in ogenschouw wordt genomen, onder meer bestaande uit een beoordeling van de kwaliteit, de inzichtelijkheid en de betrouwbaarheid van de informatievoorziening en van de daaraan ten grondslag liggende gegevens.

3.De beslissing

De rechtbank:
- verlengt de op 28 juli 2023 ten aanzien van de Belastingdienst afgekondigde afkoelingsperiode als bedoeld in artikel 376 Fw met een periode van vier maanden, ingaande 19 oktober 2023. De afkoelingsperiode houdt in:
- dat elke bevoegdheid van de Belastingdienst tot verhaal op goederen die tot het vermogen van verzoeksters behoren of tot opeising van goederen die zich in de macht van verzoeksters bevinden, gedurende een afkoelingsperiode niet kan worden uitgeoefend dan met machtiging van de rechtbank;
- dat een door de Belastingdienst jegens verzoeksters ingediend of in te dienen verzoek tot faillietverklaring wordt geschorst;
- kondigt per heden ten aanzien de overige schuldeisers een afkoelingsperiode af als bedoeld in artikel 376 Fw voor de duur van vier maanden, die inhoudt:
- dat elke bevoegdheid van derden tot verhaal op goederen die tot het vermogen van verzoeksters behoren of tot opeising van goederen die zich in de macht van verzoeksters bevinden, gedurende een afkoelingsperiode niet kan worden uitgeoefend dan met machtiging van de rechtbank;
- dat een door een derde jegens verzoeksters ingediend of in te dienen verzoek tot faillietverklaring wordt geschorst;
- bepaalt dat de observator maandelijks verslag aan de rechtbank dient uit te brengen omtrent de voortgang van de akkoordtrajecten, waarbij hij zich tevens uitlaat omtrent de realiteitswaarde van de door verzoekers opgestelde tijdslijn en over de transparantie vande akkoordtrajecten, onder meer bestaande uit een beoordeling van de kwaliteit, de inzichtelijkheid en de betrouwbaarheid van de informatievoorziening en van de daaraan ten grondslag liggende gegevens;
- wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.H. Steverink, voorzitter, mr. R. Cats en mr. V.G.T. van Emstede, rechters, en in het openbaar uitgesproken op 19 oktober 2023.