Op 27 januari 2023 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland in Arnhem een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoeker, bijgestaan door zijn raadsman mr. E. Gürcan, was gericht tegen mr. A.A. Roodenburg, de rechter die in een andere zaak betrokken was. De verzoeker stelde dat de rechter vooringenomen was omdat hij zijn stukken buiten beschouwing had gelaten wegens strijd met de goede procesorde. De wrakingskamer oordeelde dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er concrete omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. De aangevoerde gronden van verzoeker voldeden niet aan deze hoge drempel. De wrakingskamer benadrukte dat een rechterlijke beslissing of de motivering daarvan in beginsel geen grond voor wraking kan zijn, tenzij deze onmiskenbaar als blijk van vooringenomenheid kan worden verstaan. De wrakingskamer concludeerde dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor vooringenomenheid en dat de rechter niet had aangegeven verzoeker niet te geloven. Het verzoek tot wraking werd daarom afgewezen, en tegen deze beslissing stond geen rechtsmiddel open.