ECLI:NL:RBGEL:2023:7234

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
21 december 2023
Publicatiedatum
7 februari 2024
Zaaknummer
10779978 \ HA VERZ 23-61
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.M.TH. Quaadvliet
  • L. P. Lambooij
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet van een medewerker van de Dienst Justitiële Inrichtingen na gebruik van geweld tegen een gedetineerde jongere

In deze zaak heeft de kantonrechter zich gebogen over het ontslag op staande voet van een medewerker van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), die betrokken was bij een incident met een gedetineerde jongere. De medewerker, [eiser], had op 26 mei 2023 een jongere geslagen na een escalatie van een conflict. De kantonrechter oordeelde dat de hoge integriteitseisen die aan ambtenaren worden gesteld, in dit geval niet zijn nageleefd. De combinatie van het gebruik van geweld, het escalerende gedrag en het liegen over de feiten vormden een dringende reden voor het ontslag. De rechter benadrukte dat het ontslag onverwijld was gegeven, ondanks de tijd die verstreek tussen het incident en het ontslag. De rechter wees de verzoeken van [eiser] om een billijke vergoeding en transitievergoeding af, en bevestigde dat het ontslag rechtsgeldig was. De kantonrechter oordeelde dat de medewerker niet alleen de geweldsinstructie had geschonden, maar ook de Gedragscode DJI, wat leidde tot een onherstelbare schending van het vertrouwen.

Uitspraak

RECHTBANKGELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Nijmegen
Zaaknummer / rekestnummer: 10779978 \ HA VERZ 23-61
Beschikking van 21 december 2023
in de zaak van
[eiser],
te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. R.H. J. Daatzelaar,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
DE STAAT DER NEDERLANDEN, namens deze, het Ministerie van Veiligheid en Justitie - Dienst justitiële inrichtingen, locatie De Hunnerberg,
te Nijmegen,
verwerende partij,
hierna te noemen: DJI,
gemachtigde: mr. M.E.L.U. Janssen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift
- het verweerschrift, tevens houdende (voorwaardelijke) zelfstandige verzoeken
- de namens [eiser] overgelegde aanvullende productie 18.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 23 november 2023. Verschenen is [eiser] , bijgestaan door mr. Daatzelaar, en namens DJI [vertegenwoordiger gedaagde] (functie: directielid, tevens manager opvoeding en behandeling, hierna: [vertegenwoordiger gedaagde] ), bijgestaan door mr. Janssen. Mr. Daatzelaar en mr. Janssen hebben pleitaantekeningen voorgedragen en de griffier heeft aantekeningen gemaakt van dat wat verder tijdens de zitting is besproken.

2.De feiten

2.1.
Dienst Justitiële Inrichtingen (hierna: DJI) voert namens de minister van Justitie en Veiligheid straffen en vrijheidsbenemende maatregelen uit die door de rechter zijn opgelegd. DJI is verantwoordelijk voor de dagelijkse zorg (en daarmee samenhangend ook de veiligheid) van justitiabelen en werkt op vele manieren met hen samen aan voorbereiding op terugkeer in de maatschappij. De Rijks Justitiële Jeugdinrichting (RJJI) draagt zorg voor een veilige orthopedagogische tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende maatregelen. In de RJJI verblijven jongeren die om strafrechtelijke redenen zijn opgenomen in het kader van preventieve hechtenis, nachtdetentie, jeugddetentie of een zogenaamde PIJ-maatregel. De leeftijd van de jongeren ligt tussen de 12 en 23 jaar. De RJJI heeft drie locaties: De Hartelborgt te Spijkenisse, Den-Heyacker te Breda en De Hunnerberg te Nijmegen.
2.2.
[eiser] , geboren op [geboortedatum] , treedt op 14 september 2020 in dienst bij DJI bij de PI Arnhem in de functie van Complexbeveiliger. In die functie heeft [eiser] in juli 2021 de beroepsopleiding DJI gevolgd en behaald. De huidige functie van [eiser] is groepsleider. Zijn laatstverdiende loon bedraagt € 2.902,24 bruto per maand, exclusief emolumenten, bij een arbeidsomvang van gemiddeld 36 uur per week. [eiser] heeft recht op een zogenoemd IKB-budget van 16,37% over het salaris (opgebouwd uit de vakantie-uitkering van 8%, de voormalige eindejaarsuitkering van 8,3% en de gekapitaliseerde waarde van de vervallen mobiliteitstoeslag en telewerkvergoeding van samen 0,07%). Op zijn arbeidsovereenkomst - inmiddels voor onbepaalde tijd - is de cao Rijk van toepassing.
2.3.
In de Gedragscode DJI staat onder de kernwaarde "respect":
“Geweldsincidenten met justitiabelen
Als vakman of -vrouw heeft u geleerd conflicten te voorkomen en ze professioneel op te lossen. Dat betekent onder meer: de situatie onder controle krijgen en houden, tot op zekere hoogte begrip tonen en vooral met argumenten proberen te overtuigen. Pas als er echt geen andere - lees verbale - mogelijkheden zijn, kunt u volgens de geldende instructies gebruik maken van geweld(smiddelen). Stem gedrag af op de omvang van het conflict. Zo voorkomt u dat een functionele ingreep ontaardt in een strafbaar geweldsdelict. Overigens: bedreiging en intimidatie, zoals seksuele toespelingen maken, of stelselmatig negeren, zijn ook vormen van geweld. DJI staat niet toe dat medewerkers geweld gebruiken. Niet onderling, niet tegenover justitiabelen en ook
niet in uw privé-tijd. Uitzondering op deze regel is het geweld volgens de geweldsinstructie van de
inrichting of de dienst om uzelf te verdedigen of om een situatie onder controle te krijgen.(…)”
In de Gedragscode DJI staat onder de kernwaarde "betrouwbaarheid":
“Verstrekken van foutieve informatie
Betrouwbaarheid bevordert de kwaliteit van het werk, de veiligheid en de werksfeer. Daarin speelt
u een grote rol door altijd de juiste personen op de juiste wijze te informeren. Het opzettelijk
verstrekken van onjuiste of gemanipuleerde informatie wordt niet getolereerd, evenals het
opzettelijk verzwijgen van informatie waarvan u redelijkerwijs kunt aannemen dat die voor een
collega of de dienst belangrijk is.(…)”
In de Gedragscode DJI staat onder de kernwaarde "Openheid":
“(…)In de praktijk van alle dag betekent dit: speel open kaart. Dat geldt ook voor het melden van
informatie, die voor DJI van belang is. Houd die informatie niet voor uzelf, maar deel die met uw
leidinggevende en uw collega's.(…)”
2.4.
In de dienstinstructie geweld van de RJJI (augustus 2022) staat onder 3.1 toepassing geweld:
“Het toepassen van geweld is alleen toegestaan indien de veiligheid van de medewerkers, andere jeugdigen, bezoekers en/of de jeugdige zelf in het geding is. Bij de toepassing van geweld gelden de volgende uitgangspunten:
-aan het gebruik van geweld gaat, indien de situatie dat toelaat, een waarschuwing vooraf;
-geweld is een uiterst middel, alle andere mogelijkheden zijn uitgeput. In situaties waar kan worden gewacht, wordt door de betrokken medewerker overlegd met een gedragswetenschapper en vervolgens toestemming gevraagd aan de directeur of diens plaatsvervanger alvorens over te gaan tot de inzet van geweld. Bij IBT-inzet wordt altijd toestemming van de directeur of diens plaatsvervanger vooraf gevraagd;
-de geweldstoepassing is proportioneel: het gebruik van geweld staat in verhouding tot de ernst van het af te wenden gevaar.”
2.5.
Op 26 mei 2023 vinden twee incidenten plaats tussen [eiser] en een gedetineerde jongere. [eiser] wordt in verband met het tweede incident per 26 mei 2023 geschorst voor het verrichten van werkzaamheden en hem wordt tevens de toegang ontzegd tot de dienstonderdelen van de DJI met behoud van zijn loon. In verband met het vermoeden van (ernstig) verwijtbaar handelen of nalaten door [eiser] schakelt DJI Bureau Integriteit in om onderzoek te doen.
2.6.
Op 13 juni 2023 protesteert (de gemachtigde van) [eiser] per brief nadrukkelijk tegen de tegen [eiser] genomen maatregelen.
2.7.
Op 12 juli 2023 ontvangt [eiser] het gespreksverslag van het gesprek dat hij heeft gehad met [vertegenwoordiger gedaagde] en [leidinggevende] (de leidinggevende van [eiser] , hierna: [leidinggevende] ) en wordt hij tevens uitgenodigd om daar inhoudelijk op te reageren. In het gespreksverslag staat het volgende:
“ [leidinggevende] : Kun je in jouw woorden vertellen wat er is gebeurd? Jongere is gesproken en er is met collega's gesproken.
[eiser] : Ik vind het wel jammer dat eerst de jongere is gesproken.
In de middag is er een incident met de jongere geweest, waarbij hij mijn gedragsinstructie niet opvolgde. Uiteindelijk is dat een alarmsituatie geworden waarbij ik en mijn collega's hem hebben moeten vastpakken en op de grond moeten leggen. Daarbij zei de jongere tegen mij: "Kankerturk ik pak je nog wel". Gaf hij in de middag aan. Jongere was daarna teruggeplaatst vanuit de opvang naar zijn kamer.
Ik was op afdeling D, met [betrokkene 2] en een vrouw van de AID. [betrokkene 2] en deze vrouw hebben eten aangeboden en [betrokkene 2] daarna alleen drinken. Ik liep op dat moment langs en liep naar kamer vijf en toen schold de jongere mij uit in het Turks: "ik neuk je moeder". Ik loop naar binnen, vraag hem wat hij zei. De jongen staat op en daarop stonden we neus aan neus, daarop pakte hij mijn t-shirt, ik wilde hem wegduwen, toen pakte hij mij weer en heb ik hem weggeduwd en proberen onder controle te krijgen. Daarbij hielp [betrokkene 2] mij. De jongere probeerde toen nog te slaan en schoppen.
[leidinggevende] : is voor jou duidelijk waarom je hier zit en wij dit gesprek nu samen hebben.
[eiser] : Maar ik weet niet waarom ik hier zit. Ik krijg het gevoel dat ik verhoord wordt.
[leidinggevende] : Je wordt wel gehoord, maar niet verhoord. Je zit hier omdat twee collega's en de jongere hebben aangegeven dat jij de jongere hebt geslagen.
[eiser] : Ik heb hem niet geslagen.
[leidinggevende] : Heb je een idee waarom zij dit zeggen.
[eiser] : Dat weet ik niet.
(…)
Ken je de geweldsinstructie?
[eiser] : Ik heb de basisopleiding gehad (knikt ja met zijn hoofd).
[leidinggevende] : Sta je achter jouw handelen? Vind je jouw handelen passend bij deze geweldsinstructie?
[eiser] : Ja sta 100 procent achter mijn handelen. Ik had verwacht dat deze jongere nog op de iso zou zitten en een TVE zou krijgen omdat hij mij aanvalt.
[leidinggevende] : Wat als de waarneming van jouw collega's klopt, vind je dan dat jouw gedrag past bij de geweldsinstructie?
[eiser] : Ik weet niet wat deze collega's hebben gezien. Als je een jongere onterecht slaat is dat niet goed.
[leidinggevende] : Wat bedoel je met onterecht?
[eiser] : Als een jongere jouw slaat mag je een jongere terugslaan. De geweldsinstructie zegt: Afstand nemen, afstand nemen en dan mag je jezelf verdedigen. Als een jongere geweld gebruikt mag je zelf ook geweld gebruiken. Als een jongere jou slaat dan mag je meteen terugslaan.
[leidinggevende] : We weten dat de jongere aangifte wil doen tegen jou en dat verhaal wordt door twee medewerkers bevestigd. Wat lastig is, is om jou hier nu te laten werken. We sturen je naar huis vanuit zorg naar jou en de jongere.
[eiser] : Een jongere die mij aanvalt.
[leidinggevende] : Er zijn verklaringen die zeggen dat jij hem geslagen hebt met een vuist. Het is niet dat we nu oordelen of zeggen dat jij het hebt gedaan, maar wel vinden wij het zo ernstig dat we dit willen laten onderzoeken.
(…)
[betrokkene 3] : Ik vind het rot dat deze situatie er is. Jongere kunnen zover gaan dat iemand getrickerd wordt.
[eiser] : Ik heb niemand met een vuist geslagen, wat [betrokkene 2] ook heeft gezegd. Hoe kan [betrokkene 2] zeggen dat ik heb geslagen als hij in mijn rug stond?(…)”
2.8.
Op 13 juli 2023 stuurt de gemachtigde van [eiser] een brief aan DJI in reactie op het gespreksverslag:
"(…) In zijn algemeenheid is mijn cliënt het er wel mee eens wat er staat in het Gespreksverslag. Echter, hij mist twee belangrijke onderdelen welke hij toen heeft verteld. Het betreft het navolgende:
1.
"Waarom cliënt en zijn collega tijdens het eerste incident de jongere moesten vastpakken en naar de
grond moesten leggen" is omdat de jongere agressief neus aan neus met hem staat en de jongere hem
bij zijn kraag pakt.
Cliënt vindt het belangrijk dat dit in het Gespreksverslag komt te staan omdat de jongere dit gedrag ook
bij het tweede incident vertoonde.
2.
Cliënt heeft aangegeven dat hij heeft gehandeld zoals het hem is aangeleerd tijdens de basisopleiding
EZV. Tijdens de EZV is hem verteld dat wanneer een gedetineerde je aanvalt/slaat datje het dan daarna
binnen de voorgeschreven kaders uit hoofde van zelfverdediging en zelfbescherming terug mag doen. (…)”
2.9.
Op 11 september 2023 vraagt (de gemachtigde van) [eiser] per e-mail aan DJI wat de stand van zaken is in het kader van het onderzoek door Bureau Integriteit. In reactie hierop ontvangt (de gemachtigde van) [eiser] op 14 september 2023 een e-mail namens DJI:
“(…)Het onderzoek door Bureau Integriteit naar uw cliënt loopt nog. Bureau Integriteit wil nog twee mensen horen. Deze gesprekken staan gepland op 21 september. Door vakanties heeft dit helaas wat langer geduurd dan gebruikelijk is. ik verwacht dat Bureau Integriteit daarna binnen afzienbare tijd het rapport kan opstellen en dat wij u/uw cliënt vervolgens kunnen informeren over het vervolg.(…)”
2.10.
Op 5 oktober 2023 vindt een gesprek plaats tussen [eiser] en de onderzoekers van Bureau Integriteit. Het gespreksverslag vermeldt onder meer het volgende:
“(…)
Wat kan u ons vertellen over de alarmsituatie met jongere [betrokkene 4] ', op 26 mei 17:10 uur?
Ik had een late dienst maar ik werd gebeld en er werd gezegd dat ik een vroege dienst had, dat zou ik toegezegd hebben. Ik zou die dag ook iets later doorwerken om de tijd in te halen omdat ik later was begonnen. Ik had dienst met [betrokkene 5] , we zouden eigenlijk met drie groepsleiders werken maar dit waren er twee, dit vanwege personeelstekort.
Er is een jongere ( [betrokkene 4] ) die minderjarig is en het was ergens in de middag dat hij aan het roken was. Wij moeten die jongere dan aanspreken en hij moet naar zijn kamer. Toen ik hem aansprak gooide hij zijn sigaret weg. Ik zei: "Kom naar je kamer". Dit wilde hij niet. Ik zei nog: "Doe nou normaal want anders moet ik alarm maken. De jongere zei daarop: "Doe maar". Hij werd daarop kwader en kwader, hij zei: "Kanker Turk". Hij kwam boos op
mij aflopen en pakte mij bij mijn kraag. Zijn boze gedrag kwam nadat ik alarm had gedrukt. [betrokkene 5] en ik hebben hem tegen de muur gedrukt om hem onder controle te krijgen. Eerst worstelde de jongere zich nog los van [betrokkene 5] . Uiteindelijk heb ik de jongere naar beneden gedrukt en hem onder controle gebracht. Na het alarm kwamen er collega's en hebben de controle overgenomen. Het was buiten op de luchtplaats en hij sloeg zichzelf met zijn hoofd tegen de muur, dit terwijl de jongere in de handboeien zat. De jongere zei ook nog tegen mij: "Turk, ik pak je nog wel". Ik ben door een vrouwelijke collega na deze gebeurtenis uit de situatie gehaald. De jongere werd naar de ISO gebracht door collega's. [betrokkene 5] ging rapporteren en ik moest weer verder met mijn
werk. Ik had geen tijd om bij te komen, ik moest bezoek van een jongere met zijn vriendin begeleiden. Er is ook niet aan mij gevraagd hoe het met mij ging.
De jongeren moesten op kamer eten vanwege personeel te kort. Ik was daar met [betrokkene 2] en een vrouwelijke collega waarvan ik mij de naam niet kan herinneren. Omstreeks vijf uur moesten wij eten uitdelen. Ik zei tegen mijn collega's: "Verzorgen jullie hem maar want ik heb problemen met hem gehad". Dan heb ik het over jongere [betrokkene 4] Ik heb nog gevraagd om een herstelgesprek met de jongere maar mijn leidinggevende zei: "Dat doen we morgen wel". Ik vond het belangrijk om met de jongere in gesprek te gaan om goed met hem te kunnen werken,
Ik liep naar kamer vijf en de deur van kamer vier (van jongere [betrokkene 4] ) stond open. Ik hoorde de jongere, in kamer vier, met voorbij lopen zeggen: "Ik neuk je moeder". Daarop ben ik naar binnen gelopen en heb hem gevraagd: "wat zei je". Hij zat op zijn bed en hij werd boos. Hij zei nogmaals: Ik neuk je moeder". In een opwelling heb ik hem een klap gegeven. Hij ging maar door. Toen hebben [betrokkene 2] en ik hem onder controle proberen te krijgen. De jongere heeft mij, tijdens de worsteling, ook geprobeerd te slaan en vielen wij op zijn bed. De vrouwelijke collega kwam de kamer in en ze heeft alarm gedrukt. Ze vroeg eerst 2 keer of ze alarm moest drukken. Ik denk dan: "]e ziet toch dat dit nodig is?" Toen kwamen er meer collega's en zijn wij uit de situatie gehaald. Volgens mij heeft [betrokkene 6] of die vrouwelijke collega mij naar afdeling E gebracht.
Wij hebben vanuit de RJJI De Hunnerberg een verslag gekregen [betrokkene 9] a.v. diverse gesprekken die met medewerkers zijn gevoerd na de alarmsituatie met jongere [betrokkene 4] op 26 mei 2023 rond 17:10 uur. In dat verslag staat o.a. het volgende:
" [betrokkene 7] "(AID) was betrokken bij het uitreiken van de maaltijd en verklaart het volgende:
[betrokkene 8] is aan het luchten en zou samen met [betrokkene 10] eten uit delen op afdeling D. Op afdeling D wordt gestart met het uitdelen van eten. Collega [betrokkene 9] en [betrokkene 11] openen de deur van de kamer van [betrokkene 4] om hem te voorzien van drinken. [betrokkene 8] heeft niet gezien wie de kamer open had gemaakt. [betrokkene 8] ziet de beiden collega's weer uit de kamer lopen en hoort op dat moment woorden in een taal die ze niet verstaat. Hierop draait collega [betrokkene 9] terug om en loopt de kamer weer in. Hierbij roept hij: wat zeg je, herhaal dan eens of woorden van gelijke strekking. Op het moment dat [betrokkene 8] dit hoort, gaat zij direct naar de kamer om te kijken wat er gebeurd. Hierbij kan [betrokkene 8] tussen de twee collega’s door kijken. [betrokkene 8] ziet [betrokkene 4] op de rand van het bed zitten. Bij het aangeven dat [betrokkene 4] uitspraken moet herhalen, loopt collega [betrokkene 9] tegen de jongere aan. Op dat moment wordt er met de rechtervuist uitgehaald door collega en wordt de jongere op zijn linkeroog geraakt. Hierop pakt collega [betrokkene 10] direct collega [betrokkene 9] vast. Door de worsteling, komen beiden collega’s met de jongere op het bed. Hierbij is dan [betrokkene 8] ook, zij drukt dan direct alarm. Gezien wordt nog door [betrokkene 8] dat collega [betrokkene 9] de knie in het gezicht van de jongere heeft, op de kant waar eerder de klap terecht kwam. [betrokkene 8] heeft de jongere afgeboeid voor veiligheid en toen direct gezegd dat de collega van de jongere af moest gaan. Op dat moment komen de andere collega's binnen lopen. " Kunt u hierop reageren?
Ik schrik hier een beetje van, zo heb ik het niet ervaren. Ik heb mijn knie niet op zijn gezicht gedrukt. En [betrokkene 2] heeft mij ook niet beetgepakt. En ik heb ook niet tegen hem gezegd: "Herhaal het eens". Ik dacht dat de jongere boos op stond. Volgens mij zat hij eerst op zijn bed dus ik ben ook niet tegen hem aangelopen. Ik stond op ongeveer twintig centimeter van hem af. Ik stond zeker dichtbij, maar ik ben niet tegen hem aangelopen.
Ik heb de deur van de jongere niet geopend, ik heb de deur van kamer vijf opengedaan en [betrokkene 2] had de deur van kamer vier al opengedaan. Dus toen ik naar vijf liep was vier al open.
Ik heb samen met [betrokkene 2] de jongere onder controle proberen te krijgen. Dus ik denk dat zij, [betrokkene 8] , dit alles nooit heeft kunnen zien. Ze-kwam de kamer binnen en riep: "Moet ik alarm drukken, moet ik alarm drukken".
Wij hebben vanuit De RJJI De Hunnerberg een verslag gekregen waarin o.a. het volgende staat:
[betrokkene 10] verklaart het volgende:
'Tijdens het uitdelen van de avondmaaltijden ben ik op de kamer van [betrokkene 4] aanwezig. Ik wil de kamer verlaten en op dat moment loopt [eiser] langs de deuropening. Volgens [betrokkene 4] kijkt [eiser] zijn richting op. Hierop geeft [betrokkene 4] aan dat [eiser] niet zijn richting op hoeft te kijken en dat hij hem niet hoeft te zien. Ook gebruikt hij meerdere malen bepaalde woorden uit het Turks o. i. d. Woorden die ik niet begrijp, maar die duidelijk beledigend bedoelt zijn in de richting van [eiser] . [eiser] besluit hierop in te gaan en loopt de kamer op van [betrokkene 4] . [eiser] vraagt [betrokkene 4] om zijn woorden te herhalen en komt dichtbij [betrokkene 4] staan. [betrokkene 4] herhaalt zijn woorden nogmaals en kijkt [eiser] indringend aan. [eiser] en [betrokkene 4] komen bijna hoofd tegen hoofd te staan en ik zie [betrokkene 4] met zijn hand [eiser] weg duwen. Daarop volgend zie ik [eiser] slaande bewegingen maken richting het hoofd van [betrokkene 4] , waarop [betrokkene 4] [eiser]
probeert vast te pakken. [eiser] schakelt hierna door naar een controle op het hoofd van [betrokkene 4] . Ik besluit om ook fysiek in te grijpen en probeer de benen van [betrokkene 4] onder controle te brengen. [eiser] en ik brengen [betrokkene 4] in een liggende positie op zijn bed. Vrijwel direct hierna komen er collega's aan en wordt [eiser] uit de situatie gehaald. [betrokkene 4] blijft kort gefixeerd op het bed liggen, waarna hij in tranen uitbarst. Hierna is de situatie onder controle." Kunt u hierop reageren?
Dit is wel een beetje zoals het gegaan is. Ik kan me niet helemaal herinneren dat de jongere mij geduwd heeft maar dit zou best gebeurd kunnen zijn. Dat zou ook kunnen verklaren waarom ik de jongere heb geslagen.
Waar bent u na het incident naartoe gegaan (welke afdeling) en met wie heeft u daar gesproken?
Ik ben naar afdeling E gegaan, ik weet niet meer door wie ik daar naartoe ben gebracht.
Wij hebben vanuit de RJJI De Hunnerberg een verslag gekregen n.a. v. diverse gesprekken die met medewerkers zijn gevoerd na de alarmsituatie met jongere [betrokkene 4] op 26 mei 2023 rond 17.10 uur. In dat verslag staat o.a. onderstaande verklaring van u:"Na het incident is [eiser] op afdeling E. ik begreep dat hij daar heen was gestuurd omdat hij betrokken was bij het incident. Daar heeft hij aan mij en [betrokkene 6] zijn verhaal gedaan.
Hij vertelt dat hij langs de kamer van de jongere liep die op dat moment eten kreeg van [betrokkene 8] en [betrokkene 2] . De jongere zou geroepen hebben wat kijk jij nou. Hierop is [eiser] teruggelopen en heeft de jongen [eiser] in het Turks uitgescholden/bedreigd. Vervolgens wilde de jongen [eiser] aanvallen en heeft [eiser] hem een klap gegeven. Verder hebben we het nergens over gehad dit ook omdat [eiser] daarna weg is geroepen voor een
gesprek. " Kunt u hierop reageren?
Het zou kunnen dat ik dat heb gezegd, ik heb het volgens mij wel tegen [betrokkene 6] gezegd ik weet niet of die vrouwelijke collega daar ook bij was. In mijn belevenis was ik met [betrokkene 6] in gesprek. Maar het kan zijn dat zij dit heeft gehoord.
Wij hebben vanuit de RJJI De Hunnerberg een verslag gekregen n. a. v. diverse gesprekken die met medewerkers zijn gevoerd na de alarmsituatie met jongere [betrokkene 4] op 26 mei 2023 rond 17.10 uur. In dat verslag staat o.a. het volgende:
In de middag heeft [eiser] samen met [betrokkene 6] (grl) op de afdeling gewerkt. [betrokkene 6] verklaart het volgende over de middag:
“Afd. D voor het eten. Ik ben met [eiser] en de jongeren aan het luchten op afd. D daar hoor ik iemand iets roepen, ik dacht in straattaal of een buitenlandse taal vanaf een kamer. Reageer hier niet op, [eiser] ook niet maar merk wel dat hij oplettend is op wat er geroepen wordt. Jongeren gaan op kamer en ik vraag aan [betrokkene 13] waarom de desbetreffende kamer dicht zit. Antwoord lachend die zit al achter de deur vanwege een situatie. Naar afd. E. het alarm gaat, [betrokkene 16] en [betrokkene 13] gaan naar het alarm. Ik ben op de buitenplaats dus sluit de jongeren in en ga ook. Aangekomen op afd. D. hoor ik dat er gevochten is met Gl [eiser] , die staat op kantoor en ik neem hem mee uit de situatie en ga met hem naar afd. E. Daar gaan we zitten en daar vertelt hij dat deze jongere iets heeft geroepen dat hij niet naar binnen mag kijken. Daarna wat in het Turks tegen hem roept als (je moeder is een hoer en ik maak je dood). Dit heeft hij dus ook al geroepen toen wij buiten stonden met z'n tweeën, want ik vraag hem of dit ook was wat die jongeren riep toen wij buiten stonden. [eiser] dacht dat ik dit overigens niet had gehoord toen we buiten waren) ik vraag hem wat er gebeurd was en hij zegt de jongere zei dat ik niet naar hem mocht kijken en begon weer te schelden. [eiser] wilde hem vragen hiermee te stoppen en er ontstond een dreigende situatie naar Gl waarbij [eiser] een klap uitdeelt aan de jongere. Hij geeft aan dat dit niet kan maar deze jongere hem meermaals heeft bedreigd en zelfs al 's morgens voor een alarm situatie heeft gezorgd waarbij hij het ook geheel of gedeeltelijk op [eiser] heeft gemunt. [eiser] zegt dat hij wel moest reageren gezien nu de situatie op hem gericht is en hij anders een klap of iets dergelijks had ontvangen.” Kunt u hierop reageren?
Dit komt in grote lijnen overeen met wat ik tegen jullie heb gezegd. Na de eerste alarmsituatie naar de iso gebracht en daarna is hij naar zijn kamer gebracht. En het klopt, dat komt nu weer boven, dat die jongere mij toen vanuit zijn kamer ook heeft uitgescholden. En het blijkt dat [betrokkene 6] dat ook heeft meegekregen. Ik dacht dat hij dit niet had gehoord.
Uit de stukken, die wij vanuit de RJJI De Hunnerberg hebben ontvangen, blijkt dat er omstreeks 18:27 uur een gesprek heeft plaatsgevonden met mevrouw [vertegenwoordiger gedaagde] , mevrouw [leidinggevende] en u. Wat heeft u hen verklaard?
Ik heb het verslag van dat gesprek later gekregen en ik moest het goedkeuren, ik heb er nog wijzigingen in aangebracht. Ik heb erin laten zetten dat ik heb gehandeld volgens de richtlijnen en dat ik bedreigd ben. Ik heb daar gezegd dat ik niet heb geslagen en daar heb ik spijt van. Ik was bang dat ik ontslagen zou worden. Verder stond er in het stuk zoals het gegaan is. Nogmaals ik heb toen gezegd dat ik niet geslagen heb, maar dat heb ik wel gedaan. Ik heb er spijt van dat ik toen niet de gehele waarheid heb verteld. Ik wist op dat moment niet goed wat ik moest doen/zeggen.
Wat voor afspraken zijn er naar aanleiding van dit incident, het incident rond 13:15 uur, met u gemaakt aangaande contact met jongere [betrokkene 4] ?
Er zijn geen afspraken met mij gemaakt. Ik heb [betrokkene 3] gevraagd om een herstelgesprek met de jongere, ze zei: "Dat doen we morgen". Ik heb tegen mijn collega's gezegd dat ik uit de buurt zou blijven van de jongere. Er is geen afspraak met [betrokkene 3] gemaakt.
Uit ons gesprek met uw leidinggevende (mevrouw [leidinggevende] ) blijkt dat met u de afspraak was gemaakt dat u uit het zicht en contact zou blijven met de jongere [betrokkene 4] . Tevens is u medegedeeld dat er de volgende dag een herstelgesprek zou plaatsvinden. Kunt u hierop reageren?
Ik heb geen fatsoenlijk gesprek met haar gehad, niemand heeft met mij gesproken vanaf het eerste incident al. Men had dit alles kunnen voorkomen als we gewoon met elkaar hadden gesproken. [betrokkene 3] heeft niet met mij gesproken, nogmaals, ik heb zelf om een herstelgesprek gevraagd. Dit kwam niet vanuit haar.
Wat deed u op de afdeling/in de kamer van jongere [betrokkene 4] terwijl u wist dat u uit het zicht en contact moest blijven van jongere [betrokkene 4] ?
Ik wist niet dat ik uit het zicht en contact moest blijven met de jongere. Deze afspraak is ook niet met mij gemaakt. Het was niet mijn intentie om naar zijn kamer te gaan. Maar wij moeten jongere ook begrenzen. Ik moet mijn werk doen, ik heb mijn collega’s nog gezegd: "Willen jullie hem eten en drinken geven".
Kent u de geweldsinstructies van DJI?
Ja, die ken ik.
Bent u van mening dat je een jongere mag slaan?
Als iemand je slaat dan mag je een tik geven, zo is het tegen ons gezegd. Als praten en wegduwen niet werken dan mag je een tik geven. Dit is tijdens de opleiding door instructeurs van DJI tegen ons gezegd. Deze zaken zullen niet in de boeken staan maar het is ons wel gezegd.
Ik had al een ervaring met de jongere hij heeft mij bedreigd en hij was mij aan het provoceren. Ik voelde me zeker bedreigd en niet veilig en toen heb ik geslagen. Dit alles is mij nooit eerder overkomen.
In een opwelling heb ik gehandeld, het was hij of ik.
Wat is in uw ogen een opwelling?
Ik werd bedreigd en voelde me niet veilig en dit alles was uit zelfverdediging. In de middag kon ik hem nog ontwijken maar nu dacht ik, straks gaat hij me slaan. Ik heb niet gehandeld omdat ik een 'waas voor mijn ogen had', maar ik heb bewust gekozen om hem te slaan voordat hij mij sloeg.
Toen ik sloeg zat de jongere op zijn bed, dat weet ik niet helemaal zeker meer. Ik weet niet meer of ik met de vuist of platte hand heb geslagen. Ik heb hem met mijn rechterhand geslagen maar waar ik hem heb geraakt weet ik niet meer. Het was op zijn hoofd maar waar op zijn hoofd weet ik niet meer.
(…)
Wat had u achteraf gezien anders gedaan m.b.t. de gehele situatie?
Dan was ik die kamer nooit opgelopen, dan had ik me maar laten uitschelden. Maar nogmaals, je kan niet over je heen laten lopen en moet je wel optreden. Gezien mijn situatie eerder die dag had ik daar niet naar binnen moeten lopen. Ik was echt van plan om die jongere aan te spreken op zijn gedrag, maar dit is er gebeurd en dat heeft mij in deze situatie gebracht.
Achteraf gezien had ik dit alles ook tegen de leiding moeten vertellen maar ik was daar op dat moment niet toe instaat. Dit vanwege alle emoties en ik was bang voor mijn positie/baan.
(…)
Ik heb net nog even kunnen nadenken hierover en ik wil toch nog iets benoemen omtrent dit punt. Ik wil bij deze mijn excuses maken richting de jongere. En natuurlijk ook naar de directie van RJJI De Hunnerberg, ik had hen direct moeten zeggen dat ik de jongere een klap heb gegeven. Maar nogmaals ik was bang voor mijn positie. Ik ben eventueel ook bereid om mijn excuses aan te bieden aan de jongere en met hem in gesprek te gaan.”
2.11.
Op 9 oktober 2023 wordt [eiser] op staande voet ontslagen. In de ontslagbrief staat:
“Onder verwijzing naar het gesprek van 9 oktober 2023 met mevrouw [vertegenwoordiger gedaagde] , Manager Opvoeding en Behandeling en mevrouw [betrokkene 14] , HR-Adviseur, bevestig ik hierbij dat u per 9 oktober 2023 op staande voet bent ontslagen.
Onderzoek Bureau Integriteit
Bij brief van 31 mei 2023 is u de toegang tot de RJJI, locatie De Hunnerberg met ingang van 26 mei 2023 ontzegd. Tevens bent u hangende het nader onderzoek door Bureau Integriteit (waaronder feitenonderzoek) geschorst met behoud van loon.
Bureau Integriteit heeft het volledige rapport nog niet opgesteld. Wel heeft Bureau Integriteit de inhoud van uw verklaring van 5 oktober 2023 aan het einde van diezelfde dag gedeeld met de RJJI.
Uit uw eigen verklaring afgegeven bij Bureau Integriteit, tezamen met de verklaringen van uw collega's, blijkt dat u op 26 mei 2023 eenzijdig en niet functioneel geweld heeft gebruikt tegen een jongere. Dit volkomen in strijd met de geweldsinstructie.
Tevens blijkt uit uw eigen verklaring dat u heeft gelogen in het gesprek dat u op 26 mei 2023 met mevrouw [vertegenwoordiger gedaagde] en mevrouw [leidinggevende] had. Ook uit het gespreksverslag van genoemde datum blijkt dat u heeft ontkend de jongere te hebben geslagen. U heeft gelogen omdat u bang was te worden ontslagen.
Hoor- wederhoor
Bij brief van 6 oktober 2023 bent u uitgenodigd voor een gesprek. Deze brief is tevens naar uw jurist toegezonden.
In het gesprek op 9 oktober 2023 is uw eigen afgelegde verklaring met u gedeeld en u is gevraagd naar uw reactie. Dit in verband met het beginsel van hoor en wederhoor.
In het gesprek erkent u dat u achteraf weet dat u niet goed heeft gehandeld. U verklaart dat u zich onveilig voelde door de blik in de ogen van de jongere en omdat er eerder op de dag ook al een incident met deze jongere had plaatsgevonden.
In dat gesprek heeft u gesteld dat u emotioneel uit balans was door het incident waardoor u geen openheid heeft gegeven. U was bang voor verlies van uw baan. U heeft vele gesprekken gevoerd met mevrouw [leidinggevende] , maar in die gesprekken werd niet meer over het incident gepraat. U heeft besloten om bij Bureau Integriteit openheid te geven want als u de waarheid tegen mevrouw [leidinggevende] zou zeggen dan zou dat volgens u niets veranderen. U heeft er niet aan gedacht om openheid te geven aan mevrouw [vertegenwoordiger gedaagde] . Ook de door u ingeschakelde jurist was niet op de hoogte van hetgeen daadwerkelijk was gebeurd. Een dag voor het verhoor bij Bureau Integriteit heeft u uw jurist geïnformeerd.
In reactie op uw verklaring heeft mevrouw [vertegenwoordiger gedaagde] diverse gedragsalternatieven benoemd, die u had kunnen en had moeten benutten.
Zowel het ongepaste geweld als het liegen daarover zijn beide tezamen en ieder voor zich een reden voor ontslag op staande voet.
Op 26 mei 2023 deelden uw collega's eten uit aan de jongeren. U liep op de gang voorbij de kamer van een jongere. Toen deze jongere een beledigende opmerking gericht aan u maakte, liep u zijn kamer in om verhaal te halen. De jongere zat op bed en op uw verzoek heeft de jongere de beledigende opmerking jegens u herhaald. Vervolgens heeft u de jongere hard in zijn gezicht geslagen.
Op geen enkele manier heeft u de-escalerend opgetreden conform de bij u bekende geweldsinstructie en zoals dat van u als getrainde medewerker en lid van IBT mag worden verwacht.
U hoefde voor uw werk niet in de kamer van de jongere te zijn. Uw collega's deelde immers eten uit. U bent zelf de kamer van de jongere ingegaan en heeft zo escalerend gehandeld.
Van intimidatie of bedreiging door de jongere kan geen sprake zijn geweest. Niet alleen omdat u niet in de kamer van de jongere was toen hij de beledigende opmerking maakte, maar ook omdat de jongere op het bed zat, terwijl u voor hem stond.
U heeft met uw handelen in strijd gehandeld met de geweldsinstructie alsook de Gedragscode DJI (Kernwaarde: Respect).
U heeft met uw handelen uw eigen veiligheid alsook van uw collega's onnodig in gevaar gebracht.
Kwalificatie en gevolgen van uw handelen of nalaten
Met uw handelen bent u de kerntaken van uw functie, Groepsleider niet nagekomen.
Daarnaast heeft u over uw handelen gelogen. U heeft aanvankelijk verklaard dat u de jongere niet had geslagen. Pas in gesprek met Bureau Integriteit heeft u gezegd dat u de jongere wel had geslagen. Door te liegen en informatie achter te houden die voor de RJJI van belang is, heeft u in strijd gehandeld met de Gedragscode DJI (kernwaarde: Betrouwbaarheid en Openheid).
Door uw handelen heeft de RJJI Bureau Integriteit moeten inschakelen en hiervoor kosten moeten maken.
Dit alles reken ik u zwaar aan. U dient zich als goed werknemer en ambtenaar te gedragen. Dat betekent dat van u professioneel gedrag wordt verwacht en dat u zich respectvol, betrouwbaar en integer opstelt. Met uw handelen heeft u het vertrouwen dat DJI in u moet kunnen stellen op onherstelbare wijze geschonden, zodanig dat in redelijkheid niet van DJI kan worden gevergd het dienstverband met u te laten voortbestaan.
Er is geen enkele rechtvaardiging voor uw handelen. Op grond daarvan is besloten om u met ingang van 9 oktober 2023 op staande voet te ontslaan.
Ontslag op staande voet
Ik heb tot uw ontslag op staande voet besloten na overleg met onze arbeidsjurist mr. M.E.L.U. Janssen en na afweging van alle feiten en omstandigheden, de aard en de ernst van dringende reden alsook uw persoonlijke omstandigheden en de duur van uw dienstverband. Die afweging heeft tot de slotsom geleid dat een onmiddellijke beëindiging van het dienstverband gerechtvaardigd is.
Dringende reden
De dringende reden die aan dit ontslag op staande voet ten grondslag ligt is:
1.
Het gebruik van eenzijdig en niet functioneel geweld jegens een jongere. U heeft escalerend gehandeld daar waar u de-escalerend had moeten handelen;
2.
U heeft over uw handelen gelogen en heeft informatie achtergehouden die voor de RJJI van belang was.
De bovengenoemde verwijten gelden ieder voor zich en/of in onderlinge samenhang bezien als een dringende reden in de zin van artikel 7:678 BW.(…)”
2.12.
Op 11 oktober 2023 stuurt de gemachtigde [eiser] een brief aan DJI in een poging tot een minnelijke regeling te komen.
2.13.
In de analyse van het onderzoeksrapport van Bureau Integriteit van 27 oktober 2023 staat (onder meer) het volgende:
“(…)
Wat zijn de feiten en omstandigheden aangaande de gedragingen van de heer [eiser] voor, tijdens en na de alarmsituatie op de kamer van jongere [betrokkene 4] op 26 mei 2023 op/rond 17.10 uur?
Eerder op de dag, 26 mei 2023 omstreeks 13.15 uur, heeft er al een incident tussen de heer [eiser] en jongere [betrokkene 4] plaats gevonden. Naar aanleiding van dit incident heeft de heer [eiser] alarm gedrukt en werd jongere [betrokkene 4] uiteindelijk met een maatregel op zijn kamer geplaatst. Vervolgens heeft er een gesprek plaats gevonden tussen de heer [eiser] en mevrouw [leidinggevende] . Tijdens dit gesprek werd, volgens mevrouw [leidinggevende] , de afspraak gemaakt dat de heer [eiser] uit het zicht en contact zou blijven van de jongere. Tevens werd hem medegedeeld dat er de volgende dag een herstelgesprek zou plaatsvinden. Het voorstaande kan worden bevestigd door de heer [betrokkene 10] , hij was ten tijde van dit gesprek in dezelfde ruimte aanwezig. Hij verklaart hierover dat de heer [eiser] die dag niet meer in contact mocht komen met jongere [betrokkene 4] , maar zich daar op dat moment niet echt bewust van was.
De heer [eiser] bevond zich, op 26 mei 2023 omstreeks 17.10 uur, in de kamer van jongere [betrokkene 4] alwaar een worsteling is ontstaan tussen de heer [eiser] en de jongere [betrokkene 4] . Hierbij heeft de heer [eiser] de jongere [betrokkene 4] een klap gegeven. Voorstaande is door twee collega's van de heer [eiser] waargenomen en bevestigd, te weten mevrouw [betrokkene 7] en de heer [betrokkene 10] .
Na het incident, op 26 mei 2023, heeft de heer [eiser] de afdeling (D) verlaten en is hij naar afdeling E gegaan. Aldaar heeft hij aan collega's de heer [betrokkene 6] en mevrouw [betrokkene 15] medegedeeld dat hij de jongere [betrokkene 4] een klap heeft gegeven.
In het gesprek dat de heer [eiser] had met mevrouw [vertegenwoordiger gedaagde] en mevrouw [leidinggevende] , op 26 mei 2023 omstreeks 18.27 uur naar aanleiding van het incident, heeft hij niet gezegd dat hij jongere [betrokkene 4] een klap heeft gegeven. Tijdens dit gesprek heeft hij aangegeven jongere [betrokkene 4] een duw te hebben gegeven.
Diverse getuigen verklaren dat er op 26 mei 2023 sprake was van een personeelstekort (halve bezetting).
Wat is de reactie van de heer [eiser] aangaande deze gedragingen?
De heer [eiser] heeft verklaard dat het incident van, 26 mei 2023 omstreeks 13.15 uur, met jongere [betrokkene 4] een incident betrof aangaande roken. De heer [eiser] heeft jongere [betrokkene 4] hierop aangesproken. De uitlatingen en gedragingen van jongere [betrokkene 4] hierop hebben er toegeleid dat de heer [eiser] alarm heeft gedrukt. Vervolgens werd jongere [betrokkene 4] naar de ISO gebracht en is hij later met een maatregel op zijn kamer geplaatst.
De heer [eiser] zegt niet op de hoogte te zijn van de afspraak met mevrouw [leidinggevende] dat hij uit het zicht en contact zou blijven van jongere [betrokkene 4] . Wel verklaart hij dat het herstelgesprek (tussen jongere [betrokkene 4] en hem) de volgende dag zou plaatsvinden.
Over het incident van, 26 mei 2023 omstreeks 17.10 uur, zegt de heer [eiser] dat het niet zijn intentie was om de kamer van jongere [betrokkene 4] op te gaan. Maar vanwege voor de heer [eiser] kwetsende uitlatingen door jongere [betrokkene 4] aan zijn adres heeft hij dat toch gedaan en heeft hij vervolgens in een opwelling jongere [betrokkene 4] een klap gegeven.
Verder verklaart de heer [eiser] dat hij dit alles nog dezelfde dag tegen de leiding had moeten vertellen maar dat hij daar op dat moment niet toe in staat was. Dit vanwege alle emoties en het feit dat hij bang was voor zijn positie/baan.
Daarnaast verklaart de heer [eiser] dat hij zijn excuses wil maken richting de jongere en de directie van de RJJI De Hunnerberg.”

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
Na wijziging van zijn verzoek tijdens de zitting (middels de zogenoemde ‘switch’) verzoekt [eiser] de kantonrechter samengevat bij beschikking, zo mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
- DJI te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding aan [eiser] van € 20.264,04 bruto;
- DJI te veroordelen tot betaling van de vergoeding wegens onregelmatige opzegging van € 5.883,11 bruto aan [eiser] ;
- DJI te veroordelen tot betaling aan [eiser] van de transitievergoeding van € 3.457,33 bruto;
- DJI te veroordelen tot betaling aan [eiser] van de wettelijke rente vanaf het tijdstip van opeisbaarheid van de hiervoor genoemde bedragen tot aan de dag der algehele voldoening;
- DJI te veroordelen in de proceskosten.
3.2.
Ter onderbouwing van zijn verzoeken stelt [eiser] kort gezegd dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is gegeven omdat geen sprake is van een dringende reden. Bovendien is het ontslag niet onverwijld gegeven. [eiser] berust nu (alsnog) in het ontslag, maar verzoekt wel om toekenning van een billijke vergoeding, de transitievergoeding, de vergoeding wegens onregelmatige opzegging en de wettelijke rente over de verzochte bedragen.
3.3.
DJI voert gemotiveerd verweer en verzoekt de kantonrechter primair:
- te bepalen dat het ontslag op staande voet voldoet aan de wettelijke vereisten en dat het rechtsgeldig is gegeven;
- het verzoek van [eiser] om betaling van een transitievergoeding, een billijke vergoeding en een gefixeerde schadevergoeding af te wijzen;
- [eiser] te veroordelen in de kosten van de procedure.
Subsidiair verzoekt DJI de kantonrechter om verrekening van de door [eiser] gevorderde bedragen met de gefixeerde schadevergoeding en bij de bepaling van de hoogte van de billijke vergoeding rekening te houden met de zeer goede arbeidsmarktsituatie van [eiser] .
3.4.
Bij wege van zelfstandig verzoek heeft DJI de kantonrechter verzocht om [eiser] , uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 5.883,09 inzake de vergoeding voor onregelmatige opzegging ex artikel 7:677 lid 2 en lid 3 sub a BW, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 oktober 2023 tot aan de dag der voldoening. Daarnaast heeft DJI, bij wege van voorwaardelijk zelfstandig verzoek, de kantonrechter verzocht:
- primair: de arbeidsovereenkomst met [eiser] bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, te ontbinden op grond van artikel 7:671b lid 1 sub a BW jo. artikel 7:669 lid 3 sub e, de einddatum op de kortst mogelijke termijn te bepalen en voor recht te verklaren dat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van [eiser] en DJI derhalve geen transitievergoeding aan [eiser] is verschuldigd;
- subsidiair: te bepalen dat een eventuele transitievergoeding niet eerder behoeft te worden voldaan nadat onherroepelijk is komen vast te staan dat de arbeidsovereenkomst niet per 9 oktober 2023 is geëindigd.
Tot slot heeft DJI verzocht om [eiser] te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.5.
DJI voert samengevat aan dat deze kwestie moet worden bezien vanuit de bijzondere positie van [eiser] als ambtenaar. Naar de mening van DJI is wel degelijk sprake van een dringende reden en is het ontslag onverwijld gegeven. Een billijke vergoeding is daarom niet aan de orde en [eiser] kan geen aanspraak maken op de transitievergoeding en de vergoeding wegens onregelmatige opzegging. Bij wege van zelfstandig verzoek maakt zij aanspraak op betaling van de gefixeerde schadevergoeding, omdat [eiser] volgens haar ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.
3.6.
Op de stellingen van partijen, voor zover van belang bij de beoordeling van het geschil, zal hierna worden ingegaan.

4.De beoordeling

Het ontslag op staande voet
4.1.
Op grond van artikel 7:677 lid 1 BW is ieder van partijen bevoegd de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen op grond van een dringende reden, onder onverwijlde mededeling van die reden aan de wederpartij. Een ontslag op staande voet is een uiterst middel en is alleen gerechtvaardigd als van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Bij de beoordeling of sprake is van een dringende reden moeten alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang bezien, in aanmerking worden genomen. Daarbij moet de aard en ernst van de door de werkgever aangevoerde dringende reden worden afgewogen tegen de door de werknemer aangevoerde persoonlijke omstandigheden. Relevant daarbij zijn de aard en duur van de dienstbetrekking, de wijze waarop de werknemer zijn werk heeft vervuld en de persoonlijke omstandigheden van de werknemer.
De dringende reden
4.2.
Voor de beoordeling van de vraag of het door DJI aan [eiser] gegeven ontslag op staande voet rechtsgeldig is, zijn de aan [eiser] opgegeven redenen zoals vermeld in de brief van 9 oktober 2023 maatgevend. Het geschil wordt dan ook afgebakend door de daarin genoemde verwijten. Uit de brief volgt dat aan het ontslag op staande voet ten grondslag ligt 1) dat [eiser] eenzijdig en niet functioneel geweld jegens een jongere heeft gebruikt en escalerend heeft gehandeld daar waar hij de-escalerend had moeten handelen en 2) dat [eiser] over zijn handelen heeft gelogen en informatie heeft achtergehouden die voor DJI van belang was.
4.3.
[eiser] erkent dat hij op 26 mei 2023 een gedetineerde jongere een klap heeft gegeven, maar stelt dat dit voorval moet worden bezien tegen de achtergrond van de gebeurtenissen eerder die dag. Eerder die middag was hij namelijk door diezelfde jongere aangevallen en bedreigd. Vanuit DJI wordt er van een groepsleider verwacht dat wanneer een gedetineerde negatief gedrag vertoont, hij begrensd moet worden door de groepsleider in zijn gedrag. Tijdens het uitdelen van het eten aan het einde van de middag schold de betrokken gedetineerde hem weer uit en daarom is [eiser] teruggelopen naar de kamer van die jongeren. Zijn intentie was om de jongere te begrenzen. Eenmaal in de kamer van de jongere voelde [eiser] zich acuut bedreigd. Volgens [eiser] heeft hij uitsluitend uit zelfverdediging gehandeld en alleen met de intentie om de situatie weer onder controle te krijgen en te houden. Voor zover hij wel zou hebben gehandeld in strijd met de gedragscode van DJI, is zijn gedrag - achteraf bezien - een eenmalige inschattingsfout geweest in een voor hem zeer stressvolle situatie. De reactie van DJI is onder de gegeven feiten en omstandigheden disproportioneel te noemen en DJI had kunnen en moeten kiezen voor een andere, minder vergaande maatregel dan een ontslag op staande voet. Volgens [eiser] was hij tijdens het gesprek op 26 mei 2023 emotioneel niet in balans en kon hij niet helder nadenken, waardoor hij niet het hele verhaal heeft verteld.
4.4.
Volgens DJI heeft [eiser] de situatie op 26 mei 2023 doen escaleren door de kamer van de jongere binnen te lopen terwijl afgesproken was dat [eiser] uit zijn buurt zou blijven, door intimiderend aan de jongere te vragen om te herhalen wat hij had gezegd terwijl hij op een afstand van 20 cm van de jongere stond en door de jongere een vuistslag in het gezicht te geven. Dit handelen was niet nodig voor de veiligheid van [eiser] of anderen of om een situatie onder controle te krijgen. Het door [eiser] gebruikte geweld is daarom in strijd met de Gedragscode DJI en de geweldsinstructie, aldus DJI. Het gebruiken van geweld is een uiterst middel en moet proportioneel zijn en dat was hier niet het geval. Zelfs al zou [eiser] een eenmalige taxatiefout hebben gemaakt, dat betekent dat niet dat zijn dienstverband had kunnen voortduren, gelet op de hoge eisen die worden gesteld aan de integriteit van een ambtenaar. Met zijn handelen en nalaten heeft [eiser] het vertrouwen dat DJI in hem moet kunnen stellen op onherstelbare wijze geschonden. Escalerend gedrag van een medewerker binnen DJI kan tot spanningen leiden tussen jongeren en het in de RJJI werkzame personeel en kan daarom de orde verstoren en gevaarlijk zijn. Bovendien zijn de jongeren die aan de zorg van DJI zijn toevertrouwd al beschadigd. Dit heeft als gevolg dat het jegens de jongere gebruikt geweld, hem niet alleen fysiek (een kneuzing van de oogkas), maar ook psychisch verder heeft beschadigd.
4.5.
De kantonrechter overweegt het volgende. Vast staat dat [eiser] een gedetineerde jongere heeft geslagen en dat de jongere op dat moment geen fysiek geweld tegen [eiser] gebruikte. Los van de discussie tussen partijen of met [eiser] na het eerdere incident was afgesproken dat hij niet meer in de buurt van die jongere zou komen, is het zijn eigen keuze geweest om terug te lopen naar de kamer van de jongere en hem (op een provocerende wijze) te vragen wat hij zei, wederom zijn eigen keuze om daarna de kamer in te stappen en vervolgens zijn eigen keuze om de jongere te slaan. Hoewel voorstelbaar is dat het eerdere voorval die dag met diezelfde jongere van invloed is geweest op de emotionele gesteldheid van [eiser] en op hoe hij de situatie later die middag heeft ervaren, weegt de kantonrechter zwaar mee dat [eiser] verdere confrontatie tussen hem en de jongere had kunnen voorkomen. Hij heeft meerdere momenten de kans gehad om de-escalerend te handelen en weg te lopen van de situatie, maar heeft dat niet gedaan. Zoals DJI heeft betoogd, worden aan de professionaliteit en integriteit van een ambtenaar als [eiser] extra hoge eisen gesteld, bovenop de eisen die in het algemeen al gelden voor een goed werknemer. Er mag een algemeen bewustzijn worden verondersteld van de door hem in acht te nemen integriteit. Of [eiser] alle relevante (herhalings)cursussen heeft gevolgd en hem duidelijk de verschillen zijn uitgelegd tussen de Elementaire Zelf Verdediging (EZV) voor volwassenen en voor jeugdigen acht de kantonrechter in de gegeven omstandigheden minder van belang. [eiser] heeft in strijd met de integriteitseisen, de Gedragscode DJI en de geweldsinstructie gehandeld door escalerend te handelen en eenzijdig geweld te gebruiken. Vast staat dat [eiser] die middag de eerste was die geweld gebruikte. Bij Bureau Integriteit heeft hij immers verklaard: “Ik heb niet gehandeld omdat ik een 'waas voor mijn ogen had', maar ik heb bewust gekozen om hem te slaan voordat hij mij sloeg”. DJI heeft er in dit kader ook op gewezen dat de gedetineerde jongeren zich in een afhankelijke positie ten opzichte van het personeel bevinden en er onvoorwaardelijk van uit moeten kunnen gaan dat zij correct worden behandeld, waarbij DJI er onvoorwaardelijk op moet kunnen vertrouwen dat het personeel zich ook in dat opzicht integer gedraagt. Dat hij zich geprovoceerd en bedreigd voelde toen hij in de kamer van de jongere stond kan, tegen de achtergrond van de gebeurtenissen van die ochtend, zo zijn, maar dat betekent niet dat hij eenzijdig geweld had mogen gebruiken. [eiser] heeft zichzelf in die situatie gebracht en dat had hij kunnen en moeten voorkomen.
4.6.
Daarnaast staat vast dat [eiser] heeft gelogen tegen DJI over wat er die dag is gebeurd. Hij heeft pas op 5 oktober 2023, in het gesprek met de onderzoekers van Bureau Integriteit, de waarheid verteld. Voor DJI was het van groot belang te weten wat er die middag precies is gebeurd. [vertegenwoordiger gedaagde] heeft tijdens de zitting verklaard dat als [eiser] meteen had verteld dat hij de jongere had geslagen, de feiten duidelijk waren geweest en DJI Bureau Integriteit niet had hoeven in te schakelen. [eiser] had in ieder geval eerder dan 5 oktober 2023 terug kunnen komen op de door hem op 26 mei 2023 tegenover [vertegenwoordiger gedaagde] en [leidinggevende] afgelegde verklaring. Naar het oordeel van de kantonrechter maakt de combinatie van het escalerend handelen, het gebruiken van eenzijdig geweld en het liegen daarover, in het licht van de hoge integriteitseisen die aan een ambtenaar worden gesteld, dat sprake is van een dringende reden als bedoeld in artikel 7:677 lid 1 BW. Van DJI kan in redelijkheid niet worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Dat [eiser] tot op heden nog niet strafrechtelijk is vervolgd en veroordeeld rechtvaardigt geen andere conclusie.
De onverwijldheid
4.7.
[eiser] stelt zich op het standpunt dat het ontslag niet onverwijld is gegeven, omdat er 4,5 maand zit tussen het incident op 26 mei 2023 en het ontslag op staande voet op 9 oktober 2023. Bovendien heeft tussen de uitnodiging voor het gesprek op 6 oktober 2023 en het ontslaggesprek zelf op 9 oktober 2023 een hele korte tijd gezeten waardoor [eiser] tijdens het gesprek niet ter plekke juridisch kon worden bijgestaan en hij in zijn verdediging is geschaad.
4.8.
DJI voert aan dat het ontslag wel degelijk onverwijld is gegeven. De dringende reden was pas aan het einde van de dag van 5 oktober 2023 bekend bij DJI, omdat zij op dat moment de verklaring ontving die [eiser] had afgelegd aan de onderzoekers van Bureau Integriteit. DJI heeft toen voortvarend gehandeld door [eiser] op vrijdag 6 oktober 2023 uit te nodigen voor een gesprek op maandag 9 oktober 2023. Dat niet eerder met het onderzoek door Bureau Integriteit kon worden gestart, had te maken met de aangifte die de jongere tegen [eiser] had gedaan. Indien een strafzaak van start was gegaan, dan had [eiser] niet aan het onderzoek door Bureau Integriteit hoeven mee te werken. Om die medewerking wel te verkrijgen heeft Bureau Integriteit in overleg met het Openbaar Ministerie afspraken proberen te maken. Toen dat niet lukte, heeft Bureau Integriteit op 28 augustus 2023 besloten het onderzoek te starten ondanks dat zij nog steeds niet van het Openbaar Ministerie had begrepen of vervolging zou worden gestart. Vanwege de vakantieperiode duurde het toen wat langer om alle betrokkenen te horen, maar Bureau Integriteit heeft zo snel als mogelijk gehandeld, aldus DJI.
4.9.
De kantonrechter overweegt dat voor de vraag of het ontslag onverwijld is gegeven, het tijdstip beslissend is waarop de dringende reden voor het ontslag ter kennis is gekomen van degene die bevoegd was het ontslag te verlenen (zie HR 27 april 2001, ECLI:NL:HR:2001:AB1347, De Lange/Wennekes Lederwaren). Zoals hiervoor reeds overwogen heeft [vertegenwoordiger gedaagde] tijdens de zitting verklaard dat als [eiser] op 26 mei 2023 niet had gelogen over het incident, DJI Bureau Integriteit niet zou hebben ingeschakeld, omdat de feiten en omstandigheden dan al helder waren geweest. Zij had dan al veel eerder het ontslag op staande voet kunnen geven. Dat [eiser] heeft gelogen kan hem ernstig worden verweten en komt voor zijn risico, zeker ook gelet op de hoge integriteitseisen die gelden voor ambtenaren. Ook heeft DJI een deugdelijke uitleg gegeven over de reden dat het zo lang heeft geduurd voordat Bureau Integriteit aan het onderzoek is begonnen. Op 5 oktober 2023 is DJI uit de verklaring van [eiser] bij Bureau Integriteit gebleken dat hij eerder heeft gelogen en dat hij de jongere wel had geslagen. De dag erna, op een vrijdag, heeft hij de uitnodiging voor een gesprek gekregen en tijdens dit gesprek, de maandag erop, is hij op staande voet ontslagen. Dit is naar het oordeel van de kantonrechter onverwijld als bedoeld in artikel 7:677 lid 1 BW.
4.10.
Op basis van voorgaande overwegingen concludeert de kantonrechter dat het ontslag op staande voet onverwijld en rechtsgeldig is gegeven. Dit betekent dat de verzoeken van [eiser] om betaling van een billijke vergoeding en de vergoeding wegens onregelmatige opzegging, net als de daarover gevorderde wettelijke rente, zullen worden afgewezen. Het zelfstandig verzoek van DJI om te bepalen dat het ontslag op staande voet voldoet aan de wettelijke vereisten en rechtsgeldig is gegeven vat de kantonrechter op als een verzochte verklaring voor recht, die zij zal toewijzen.
De transitievergoeding
4.11.
DJI stelt zich op het standpunt dat [eiser] geen recht heeft op een transitievergoeding, omdat hij als ambtenaar ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door zich niet professioneel op te stellen, disproportioneel geweld te gebruiken jegens een jongere en te liegen over zijn handelen c.q. geen open kaart te spelen over het incident.
4.12.
Op grond van artikel 7:673 lid 7 BW is de werkgever geen transitievergoeding verschuldigd indien het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer. In de gegeven omstandigheden ziet de kantonrechter geen aanleiding om gebruik te maken van de uitzonderingsmogelijkheid die lid 8 van artikel 7:673 BW geeft. Niet gesteld of gebleken is dat het niet toekennen van de transitievergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
De gefixeerde schadevergoeding
4.13.
DJI maakt op grond van artikel 7:677 lid 2 BW aanspraak op een vergoeding wegens onregelmatige opzegging. Rekening houdende met een opzegtermijn van één maand, de omstandigheid dat tegen het einde van de maand moet worden opgezegd, de ontslagdatum van 9 oktober 2023 en een salaris (inclusief IKB) van € 3.377,33 bruto per maand bestaat het gevorderde bedrag van € 5.883,09 bruto uit het salaris over (het resterende deel van) de maand oktober van € 2.505,76 bruto en van de maand november 2023 van € 3.377,33 bruto.
4.14.
[eiser] heeft de berekening van het door DJI gevorderde bedrag op zichzelf niet betwist, maar heeft de kantonrechter verzocht om de gevraagde schadevergoeding te matigen op grond van artikel 7:677 lid 5 sub a BW.
4.15.
Op grond van artikel 7:677 lid 2 BW is de partij die door opzet of schuld aan de wederpartij een dringende reden heeft gegeven om de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen, aan de wederpartij een vergoeding verschuldigd, indien de wederpartij van die bevoegdheid gebruik heeft gemaakt. Daar is in dit geval sprake van. Lid 5 van voormeld wetsartikel geeft de mogelijkheid de vergoeding te matigen indien de kantonrechter dit met het oog op de omstandigheden billijk voorkomt. Aangezien de wetgever echter heeft bepaald dat de ondergrens van de matiging het bedrag is van het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij toepassing van de opzegtermijn had behoren voort te duren en DJI geen hoger bedrag vraagt, zijn er geen gronden tot matiging. Dit betekent dat zij het gevorderde bedrag zal toewijzen. De gevorderde wettelijke rente over de gefixeerde schadevergoeding wordt op grond van artikel 7:686a lid 1 BW toegewezen vanaf 9 oktober 2023 tot aan de dag van algehele voldoening.
De proceskosten
4.16.
De kantonrechter ziet in de gegeven omstandigheden aanleiding de proceskosten tussen partijen te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verklaart voor recht dat het door DJI aan [eiser] gegeven ontslag op staande voet voldoet aan de wettelijke vereisen en rechtsgeldig is gegeven;
5.2.
veroordeelt [eiser] tot het betalen van een gefixeerde schadevergoeding aan DJI van € 5.883,09 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 oktober 2023 tot aan de dag van algehele voldoening;
5.3.
verklaart de veroordeling onder 5.2. uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.5.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. F.M.TH. Quaadvliet en in het openbaar uitgesproken door mr. L. [betrokkene 4] P. Lambooij op 21 december 2023.
610 \ 41245