Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 6 juli 2022
- het verkorte proces-verbaal van mondelinge behandeling van 27 oktober 2022 en de daarin genoemde processtukken
- de brief van [gedaagde] van 24 november 2022
- de brief van [eiser] van 29 november 2022.
2.De feiten
immediatelyafter receipt of this invoice to account No. (…) in the name of [eiser] (Stud/Service fees) in [plaatsnaam] (…)
einstweiligen Verfügungsverfahrenvan 12 maart 2021 heeft het Landgericht Oldenburg op vordering van [gedaagde] [eiser] , versterkt met een dwangsom c.q. vervangende hechtenis, verboden sperma van Totilas te koop aan te bieden of te verkopen.
einstweilige Verfügungop verzoek van [eiser] zal worden opgeheven.
rb) pas achteraf heeft beseft dat er bij de verkoop niet is gesproken over het sperma. Het ging toen alleen over het sportpaard Totilas, zoals ook op de rekening staat. U vraagt mij of het geven van de spermarietjes niet een groot cadeau was. Het was een mooie prijs die [gedaagde] had betaald en ik ging ervan uit dat hij ook het risico nam zoals een koopman doet. ( [eiser] , 12 juli 2022, p. 6/7)
3.Het geschil
4.De beoordeling
einstweiligen Verfügungsverfahren, een procedure ter verkrijging van een voorlopige maatregel, in zekere zin vergelijkbaar met een kort gedingprocedure in Nederland. In die procedure is een voorlopig verbod uitgevaardigd voor [eiser] om het diepvriessperma van Totilas te koop aan te bieden en te verkopen. Naar Duits recht is de rechter die over het geschil ten gronde heeft te oordelen niet gebonden aan de overwegingen en beslissingen van de rechter die de e
instweilige Verfügungheeft gegeven. [2] Dat geldt dan dus ook voor de Nederlandse bodemrechter, zoals partijen aannemen. De rechtbank is in deze procedure ten gronde daarom niet gebonden aan de beslissingen van de Duitse rechter van 12 maart en 7 juli 2021.
Stud/Service fees. Hij liet Totilas daarnaast uitkomen in dressuurwedstrijden. [gedaagde] was destijds een internationaal bekende paardenfokker en -handelaar, en had daarnaast een eigen springstal. [gedaagde] deed niet aan dressuur, althans niet op het niveau waarop Totilas acteerde. Voor de hand ligt dan aan te nemen dat [eiser] moest begrijpen dat [gedaagde] Totilas als dekhengst wilde inzetten, zoals [eiser] zelf ook deed. Dit vindt daarin bevestiging dat [gedaagde] , blijkens de eerder genoemde schriftelijke overeenkomst van 27 juli 2010, indien Totilas niet werd verkocht, met [eiser] wilde spreken over verkoop van het sperma van Totilas in Duitsland. [eiser] wist dus reeds voorafgaand aan de verkoop van Totilas dat [gedaagde] niet alleen in het paard als zodanig geïnteresseerd was, maar zeker ook in het verkooppotentieel van diens sperma. Dit blijkt ook daaruit dat [gedaagde] in mei 2010 al sperma van Totilas van [eiser] had gekocht.
nietin de koop waren begrepen. Bij deze stand van zaken kan uit het sluiten van de koop en de daartoe leidende onderhandelingen geen duidelijk aanknopingspunt voor de partijbedoeling worden gevonden.
for the sale of the horse Totilasen dat niet ook de exclusieve fokrechten in rekening zijn gebracht. Het gaat hier om een achteraf eenzijdig door [eiser] opgestelde rekening en dus niet om vastlegging van de wilsovereenstemming van partijen ter zake van het voorwerp van de koop. De omschrijving sluit ook niet uit dat in de verkoop van het paard de exclusieve fokrechten begrepen waren. Hoewel de factuur een aanknopingspunt vormt voor de lezing van [eiser] , kan de rechtbank daaraan dus geen zwaarwegende betekenis hechten.
7.998,00(2,0 punten × tarief € 3.999,00)