ECLI:NL:RBGEL:2023:702

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
15 februari 2023
Publicatiedatum
13 februari 2023
Zaaknummer
399559
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Financiële afwikkeling na beëindiging samenwerking en opeisbaarheid van koopsom en geldlening

In deze zaak vorderen [eiser sub 1] en [eiser sub 2] een financiële afwikkeling na de beëindiging van hun samenwerking met Vitaal Mensenwerk B.V. en August MCM B.V. De samenwerking eindigde op 17 juni 2021, waarna de eisers openstaande bedragen vorderden, waaronder een omzetafhankelijke koopsom van € 200.000,00 en een geldlening van € 150.000,00. De rechtbank heeft vastgesteld dat August MCM in verzuim is met de betaling van de omzetafhankelijke koopsom, waardoor deze direct opeisbaar is. De rechtbank oordeelt dat de geldlening van € 150.000,00 niet opeisbaar is, omdat deze is achtergesteld bij de vorderingen van de bank op August MCM. Daarnaast zijn er openstaande facturen van in totaal € 25.030,76 die Vitaal Mensenwerk niet heeft betaald, maar de rechtbank wijst de verrekening door Vitaal Mensenwerk af. De rechtbank veroordeelt Vitaal Mensenwerk en August MCM tot betaling van de openstaande bedragen en de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: C/05/399559 / HA ZA 22-64 / 1547 / 871
Vonnis van 15 februari 2023
in de zaak van

1.[eiser sub 1] ,handelend onder de naam [naam bedrijf eiser sub 1] ,

wonende en kantoorhoudende te [plaatsnaam] ,
2.
[eiser sub 2],
gevestigd te [plaatsnaam] ,
eisende partijen,
hierna te noemen: [eiser sub 1] en [eiser sub 2] ,
advocaat: mr. B. Cornelissen te Hilversum,
tegen

1.VITAAL MENSENWERK B.V.,

gevestigd te Nijkerk,
2.
AUGUST MCM B.V.,
gevestigd te Huizen,
gedaagde partijen,
hierna te noemen: Vitaal Mensenwerk en August MCM,
advocaat: mr. C.J. van Dijk te Ede (Gelderland)
Inleiding
August MCM heeft voor € 1.350.000,00 de aandelen van [eiser sub 2] in psychologenpraktijk Vitaal Mensenwerk overgenomen. Een bedrag van € 1.000.000,00 is voldaan. Een bedrag van € 200.000,00 is verschuldigd in de vorm van omzetafhankelijke koopsomtermijn en het resterende bedrag van € 150.000,00 is omgezet in een achtergestelde geldlening. Na de overname zijn [eiser sub 1] en [eiser sub 2] op basis van overeenkomsten van opdracht werkzaamheden blijven verrichten voor Vitaal Mensenwerk. Nu August MCM die samenwerking heeft beëindigd, wensen [eiser sub 1] en [eiser sub 2] tot een algehele financiële afwikkeling te komen en vorderen zij nog openstaande bedragen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 1 juni 2022
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling, gehouden op 28 september 2022, en de daarin genoemde processtukken.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser sub 1] is bedrijfspsycholoog. Hij handelt onder de naam [naam bedrijf eiser sub 1] en is (mede)bestuurder en aandeelhouder van de holding [eiser sub 2] .
2.2.
[eiser sub 2] hield alle aandelen in Vitaal Mensenwerk, een praktijk voor psychologische zorg en dienstverlening.
2.3.
[naam bestuurder en aandeelhouder van August MCM] is bestuurder een aandeelhouder van August MCM.
2.4.
Tussen partijen hebben gesprekken en onderhandelingen plaatsgevonden over de verkoop van de aandelen in Vitaal Mensenwerk door [eiser sub 2] aan August MCM.
2.5.
Op 17 juni 2019 hebben [eiser sub 2] (verkoper) en August MCM (koper) een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot de aandelen van [eiser sub 2] in Vitaal Mensenwerk. Hierin is de koopsom bepaald op € 1.350.000,00 en de leveringsdatum op
‘op of omstreeks 17 juni 2019’. De ‘Koop en verkoop overeenkomst met betrekking tot aandelen Vitaal Mensenwerk BV’ (hierna: de koopovereenkomst) luidt, voor zover hier relevant, als volgt:
(…)
3.2.
De Koopprijs zoals genoemd onder artikel 3.1. zal door de Koper aan de Verkoper worden voldaan op de volgende wijze:
i) een bedrag van
€ 1.000.000,--(…) wordt door de Koper voldaan bij levering van de Aandelen (…)
ii) Koper zal een bedrag van
€ 200.000,--als
omzetafhankelijke koopsomtermijnop de Leveringsdatum nog verschuldigd blijven. Aangaande deze omzetafhankelijke koopsomtermijn en de betaling daarvan zijn de afspraken en bepalingen van toepassing zoals in het als
Bijlage 3aangehechte ‘Addendum omzetafhankelijke koopsomtermijn’ is beschreven. (…)
iii) Het resterende deel van de Koopprijs ad
€ 150.000,--is met instemming van partijen omgezet in een
achtergestelde geldlening. Aangaande deze geldlening zijn de bepalingen van toepassing zoals in de als
Bijlage 4aangehechte en op de Leveringsdatum te tekenen Akte van geldlening is beschreven. (…)
(…)
Samenwerking [eiser sub 2] en Vitaal Mensenwerk B.V. vanaf de Leveringsdatum
9.4.
Partijen zijn overeengekomen dat [eiser sub 2] en [naam bedrijf eiser sub 1] vanaf de Leveringsdatum nog gedurende een beperkte periode betrokken blijven bij de onderneming van Vitaal Mensenwerk B.V. en in verband daarmee de [eiser sub 1] ter beschikking zal stellen. De hieromtrent gemaakte afspraken zijn vastgelegd in de als
Bijlage 7aangehechte Overeenkomst van opdrachten tussen [eiser sub 2] en Vitaal Mensenwerk B.V. en de Overeenkomst van opdracht tussen [naam bedrijf eiser sub 1] en Vitaal Mensenwerk B.V.
(…)
2.6.
Het in de koopovereenkomst genoemde ‘Addendum omzetafhankelijke koopsomtermijn’ van 17 juni 2019 (hierna: het addendum) luidt, voor zover hier relevant, als volgt:
(…)
Artikel 1 Omzetafhankelijke koopsomtermijn
1. AUGUST MCM B.V. verklaart hierbij vanaf de Leveringsdatum verschuldigd te zijn aan [eiser sub 2] (…) een bedrag van
€ 200.000,--(…) uit hoofde van een restant van de Koopprijs zoals beschreven in de Koopovereenkomst waarbij dit Addendum als Bijlage 3 is bijgevoegd.
2. De nog verschuldigde koopsomtermijn ad € 200.000,-- zoals genoemd in lid 1 is een
omzetafhankelijkonderdeel van de Koopprijs (…). De afwikkeling van deze omzetafhankelijke koopsomtermijn is afhankelijk van de omzetontwikkeling bij Vitaal Mensenwerk B.V. over de boekjaren 2019, 2020, 2021 en 2022. De gerealiseerde omzet bij Vitaal Mensenwerk B.V. zal hiertoe jaarlijks in overleg tussen partijen worden vastgesteld, waarbij de volgende uitgangspunten en grondslagen voor de afwikkeling van de nog verschuldigde koopsomtermijn zijn overeengekomen:
(…)
e. De omzet waaraan gerelateerd wordt voor de verschuldigde koopsomtermijn bedraagt
€ 1.647.500. Indien de gerealiseerde omzet in elk van de jaren 2019, 2020,. 2021 en 2022 gelijk is of meer bedraagt dan € 1.647.500, of minder dan 10% hiervan in negatieve zin afwijkt, dan is over het betreffende jaar een betaaltermijn (deeltermijn) verschuldigd van € 50.000,-- volgens het schema zoals beschreven in artikel 2 lid 3 en 4 en is de Koopprijs voor dat onderdeel definitief en onvoorwaardelijk vastgesteld.
f. Op het moment dat over het betreffende boekjaar de gerealiseerde omzet minder bedraagt dan 90% van € 1.647.500 - dus € 1.482750 -, dan vervalt over het betreffende jaar de betalingsverplichting (voor dat deel van de omzetafhankelijke Koopsomtermijn) voor een bedrag van € 50.000 en wordt dit als correctie op de Koopprijs beschouwd zoals beschreven in de Koopovereenkomst.
(…)
(…)
Artikel 4 Opeisbaarheid
1. Bij het niet of niet tijdig nakomen van enige betalingsverplichting uit deze overeenkomst door AUGUST MCM B.V. (…) is de hoofdsom van de omzetafhankelijke koopsomtermijn ad € 200.000 of het restant daarvan, alsdan te vermeerderen met de vanaf dat moment verschuldigde wettelijke rente en alsmede de eventuele invorderingskosten, zonder nadere schriftelijke ingebrekestelling direct en geheel tussentijds opeisbaar (…)
2. Het nog niet betaalde gedeelte van de omzetafhankelijke koopsomtermijn (…) is terstond zonder nadere opzegging en van rechtswege in zijn geheel tussentijds direct opeisbaar (…) waarbij de omzetafhankelijkheid zoals beschreven in artikel 1 lid 3 van de nog resterende termijnen (…) direct komt te vervallen en de nog niet afgewikkelde deeltermijnen van de omzetafhankelijke koopsomtermijn (zoals genoemd in artikel 2 lid 4) tegen het nominale volledige bedrag (van € 50.000 per termijn) worden geacht direct en volledig opeisbaar te zijn geworden:
a. In het geval AUGUST MCM B.V. in verzuim is met de voldoening van de betaling van de deeltermijnen op de verschijndagen zoals genoemd in artikel 2 lid 4 van dit addendum;
(…)
3. Wanneer de betrokkenheid van [eiser sub 2] respectievelijk [eiser sub 1] bij Vitaal Mensenwerk B.V. om welke reden dan ook voor 1 juli 2021 wordt beëindigd, worden de nog niet afgewikkelde deeltermijnen van de omzetafhankelijke koopsomtermijn (zoals genoemd in artikel 2 lid 4) tegen het nominale volledige bedrag (van € 50.000 per termijn) omgezet in een renteloze geldlening en komt de omzetafhankelijkheid van de resterende betreffende termijnen (zoals beschreven in artikel 1 lid 3) onherroepelijk en onvoorwaardelijk te vervallen. (…)
2.7.
De in de koopovereenkomst genoemde ‘Akte van geldlening [eiser sub 2] en August MCM B.V.’ van 17 juni 2019 (hierna: de akte van geldlening) luidt, voor zover hier relevant, als volgt:
(…)
Artikel 2. Rente en aflossing
(…)
5. De looptijd van de lening is ingegaan vanaf de Leveringsdatum (…) en eindigt na verloop van
4 (…) jaargerekend vanaf de eerste termijnbetaling per 17 juli 2019 (…), zodat de volledige geldlening uiterlijk
17 juli 2023volledig is afgelost.
6. De geldlening zoals verstrekt dient na afloop van de looptijd als beschreven in lid 5 volledig te zijn afgelost (…). Aflossing van de hoofdsom gedurende de looptijd zal lineair plaatsvinden vermeerderd met de verschuldigde rente (…) en wel als volgt:
 een eerste aflossingstermijn van € 100.000 vervalt uiterlijk op 17 juni 2022;
 het resterende bedrag van de hoofdsom ad € 50.000 wordt lineair afgelost in 12 maandelijkse termijnen, de eerste maandelijkse termijn te voldoen op 17 juli 2022 (…) waarbij de laatste termijn vervalt op 17 juli 2023.
(…)
Artikel 3. Zekerheden en achterstelling
1. Het is de Schuldenaar niet toegestaan om zonder de voorafgaande toestemming van de Schuldeiser met derden een financiering of lening aan te gaan waarbij de lening met de Schuldeiser op enigerlei wijze wordt achtergesteld. (…)
Uitgezonderd hiervan is de financieringsovereenkomst welke AUGUST MCM B.V. ten tijde van de ondertekening van deze akte van geldlening reeds is aangegaan met de Van Lanschot Bank; betreffende deze financiering geldt – onverminderd de in deze Akte van geldlening overeengekomen en voor Schuldenaar geldende aflossings- en renteverplichtingen – dat de lening van Schuldeiser is achtergesteld – als bedoeld in artikel 3:277 lid 2 BW – uitsluitend voor het niet afgeloste deel van de financiering door AUGUST MCM B.V. bij de Van Lanschot Bank. In verband met deze achterstelling zal aflossing van de geldlening niet eerder hoeven plaatsvinden dan voor het eerst uiterlijk op 17 juni 2022 conform het hierover bepaalde in artikel 2 lid 6.
Eventueel risico’s verbonden aan de afgesproken aflossingsverplichtingen en daarvoor benodigde en beschikbare kasstromen of andere relevante beperkingen (al dan niet richting de bank) komen geheel voor rekening en risico van AUGUST MCM B.V. en Schuldeiser wordt dienaangaande volledig gevrijwaard.
(…)
Artikel 4. Opeisbaarheid
1. (…)
2. Het nog niet afgeloste gedeelte van de hoofdsom van de lening, tezamen met de rente (…) is terstond zonder nadere opzegging en van rechtswege in zijn geheel tussentijds direct opeisbaar, zonder dat enige sommatie of ingebrekestelling zal zijn vereist:
(…)
f. Indien de samenwerking tussen [eiser sub 2] en Vitaal Mensenwerk B.V. ingevolge de (…) Overeenkomst van opdracht voor 1 juli 2021 geheel of gedeeltelijk wordt beëindigd, ongeacht om welke reden dan ook, een en ander behoudens de voorafgaande schriftelijke instemming daartoe van [eiser sub 2] ;
(…)
2.8.
De in de koopovereenkomst genoemde ‘Overeenkomst van opdracht’ tussen Vitaal Mensenwerk en [eiser sub 2] en van 17 juni 2019 luidt, voor zover hier relevant, als volgt:
(…)
Artikel 2 Looptijd en einde van de samenwerking
1. Deze overeenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd (…)
2. Tussentijdse opzegging door één der partijen is mogelijk met inachtneming van een opzegtermijn van minimaal drie maanden. De opzegging dient schriftelijk bij aangetekend schrijven te geschieden en onder vermelding van de gronden waarop deze geschiedt en zal plaatsvinden tegen de eerste dag van de maand.
3. (…)
4. (…)
2.9.
De in de koopovereenkomst genoemde ‘Overeenkomst van opdracht’ tussen Vitaal Mensenwerk en [naam bedrijf eiser sub 1] van 17 juni 2019 luidt, voor zover hier relevant, als volgt:
(…)
Artikel 2 Looptijd en einde van de samenwerking
1. Deze overeenkomst is aangegaan voor een periode van 2 jaar, ingaande de Leveringsdatum (…)
2. Tussentijdse opzegging door één der partijen is mogelijk met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden en voor het eerst tegen het einde van de looptijd van twee jaar als genoemd in lid 1. De opzegging dient schriftelijk bij aangetekend schrijven te geschieden en onder vermelding van de gronden waarop deze geschiedt.
3. (…)
4. (…)
2.10.
August MCM, [eiser sub 2] en Van Lanschot N.V. (hierna ook: de bank) hebben op 17 juni 2019 ook een akte van achterstelling getekend voor de bij akte van 17 juni 2019 door [eiser sub 2] aan August MCM verstrekte geldlening van € 150.000,00 (hierna: de akte van achterstelling). Hierin is [eiser sub 2] aangeduid als crediteur en August MCM als debiteur. Die akte luidt, voor zover relevant, als volgt:
(…)
1. De crediteur stelt bij deze de vermelde vordering(en), (…) achter bij alle vorderingen, welke de bank heeft en/of zal verkrijgen op de debiteur uit hoofde van verstrekte en/of te verstrekken geldleningen (…). De debiteur erkent deze achterstelling en zal zich dienovereenkomstig gedragen.
De crediteur verbindt zich mitsdien jegens de bank (…) om gehele noch gedeeltelijke voldoening van de vermelde vordering(en) op de debiteur aan te nemen (…) zolang de bank nog enige vordering op de debiteur heeft of kan verkrijgen, tenzij hij van de bank daarvoor vooraf schriftelijk toestemming heeft verkregen.
2. Mocht op enigerlei wijze (…) betaling van de vordering plaats hebben zonder voorafgaande toestemming van de bank, hetzij door de debiteur, hetzij door tussenkomst van de crediteur of (een) derde(n), dan zullen de crediteur en de debiteur hoofdelijk voor het geel aan de bank een boete verschuldigd zijn, gelijk aan het bedrag, dat in strijd met het voorgaande werd afgelost. Het boetebedrag dat de bank ontvangt zal in mindering worden gebracht op hetgeen de bank, uit welken hoofde ook, al of niet in rekening-courant en al of niet in het gewone bankverkeer, van de kredietnemer te vorderen mocht hebben.
3. De achterstelling komt te vervallen, indien en zodra de bank dit schriftelijk aan de debiteur en de crediteur heeft meegedeeld.
(…)
2.11.
Op 11 juni 2021 heeft [naam bestuurder en aandeelhouder van August MCM] [eiser sub 1] via WhatsApp laten weten dat [eiser sub 1] niet meer op de praktijk mag komen en heeft hij [eiser sub 1] verzocht de sleutels van de praktijk nog die dag in te leveren. Verder deelt [naam bestuurder en aandeelhouder van August MCM] in dat bericht mee dat de samenwerking formeel stopt per 17 juni 2021.
2.12.
Op basis van verkregen verlof hebben [eiser sub 1] en [eiser sub 2] conservatoir derdenbeslag gelegd onder de Rabobank en Van Lanschot ten laste van Vitaal Mensenwerk en August MCM.

3.Het geschil

3.1.
[eiser sub 1] en [eiser sub 2] vorderen - samengevat - dat de rechtbank voor recht verklaart dat Vitaal Mensenwerk en/of August MCM toerekenbaar tekort zijn geschoten in de nakoming van hun betalingsverplichting voortvloeiende uit de koopovereenkomst van 17 juni 2019 en/of het daarbij behorende addendum en/of de akte van geldlening, een en ander met hoofdelijke veroordeling van Vitaal Mensenwerk en August MCM tot betaling van € 381.869,13, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 1 februari 2022. Verder vorderen [eiser sub 1] en [eiser sub 2] veroordeling van Vitaal Mensenwerk en August MCM in de (na)kosten, te vermeerderen met de rente vanaf de datum van het vonnis.
Het bedrag van € 381.869,13 bestaat onder andere uit € 200.000,00 (omzetafhankelijke koopsom), € 150.000,00 (geldlening), € 25.030,76 (openstaande facturen), vermeerderd met handelsrente tot 1 februari 2022 over de openstaande facturen, buitengerechtelijke kosten en beslagkosten.
3.2.
[eiser sub 1] en [eiser sub 2] baseren hun vorderingen tot nakoming op de verschillende overeenkomsten die tussen partijen zijn gesloten. August MCM komt de in het addendum gemaakte afspraken (inzage in administratie, gezamenlijk vaststellen omzet, betaling deeltermijn 2020 en aanwenden winst voor versnelde afbetaling van de vervallen koopsomtermijnen) niet na zodat de omzetafhankelijke koopsom op grond van artikel 4 lid 1 en 2 van het addendum zonder nadere ingebrekestelling direct en geheel tussentijds opeisbaar is. Ook de door De [eiser sub 1] BW aan August MCM verstrekte geldlening is op grond van artikel 4 lid 2 onder f van de akte van geldlening direct opeisbaar omdat August MCM de samenwerking voor 1 juli 2021 heeft beëindigd. Verder heeft Vitaal Mensenwerk ondanks sommaties een aantal facturen van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] onbetaald gelaten. Ook is Vitaal Mensenwerk aan [eiser sub 1] en [eiser sub 2] boetes verschuldigd omdat de samenwerking in strijd met de gemaakte afspraken niet rechtsgeldig is opgezegd.
3.3.
Vitaal Mensenwerk en August MCM voeren verweer. Volgens hen is uitsluitend [eiser sub 2] contractspartij en heeft [eiser sub 1] privé geen vorderingsrechten. [eiser sub 1] is dan ook niet-ontvankelijk in zijn vorderingen en de namens hem gelegde beslagen moeten worden opgeheven. Daarnaast betwisten Vitaal Mensenwerk en August MCM dat een gezamenlijke verklaring voor recht kan worden uitgesproken en dat zij hoofdelijk aansprakelijk zouden zijn voor het gevorderde bedrag van € 381.869,13. Zo kan voor de omzetafhankelijke koopprijs en de geldlening alleen August MCM aansprakelijk zijn en Vitaal Mensenwerk alleen voor de openstaande facturen. Omdat de omzetdrempel over 2019 niet is gehaald is de betalingsverplichting van € 50.000,00 vervallen. Ook de andere nog niet afgewikkelde drie deeltermijnen zijn niet opeisbaar omdat dit totaalbedrag van € 150.000,00 op grond van artikel 4 lid 3 van het addendum is omgezet in een renteloze lening nu de samenwerking met [eiser sub 2] en [eiser sub 1] vóór 1 juli 2021 is geëindigd. Verder voert August MCM aan dat [eiser sub 2] geen betaling van de achtergestelde lening kan vorderen omdat de bank nog een vordering op August MCM heeft. Ten aanzien van de openstaande facturen beroept Vitaal Mensenwerk zich op verrekening met een schadevordering van € 30.322,00. Als gevolg van onjuist declareren door [eiser sub 1] heeft CZ dit bedrag van Vitaal Mensenwerk teruggevorderd. Tot slot voert Vitaal Mensenwerk aan dat [eiser sub 2] geen aanspraak kan maken op een boete omdat zij reeds betaling vordert van de openstaande facturen. Zij verwijst daarbij naar artikel 6:92 BW. Omdat de vorderingen moeten worden afgewezen vloeit daaruit voort dat de gelegde conservatoire beslagen moeten worden opgeheven.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat de gehele samenwerking vóór 1 juli 2021 is geëindigd. Zij worden verdeeld gehouden over de verdere financiële afwikkeling. De vraag is of de verschillende overeenkomsten die op 17 juni 2019 zijn gesloten op de juiste wijze zijn uitgevoerd of dat Vitaal Mensenwerk en/of August MCM jegens [eiser sub 1] en/of [eiser sub 2] schadeplichtig is/zijn geworden. [eiser sub 1] en [eiser sub 2] vorderen (terug)betaling van een drietal bedragen, te weten de omzetafhankelijke koopsom van € 200.000,00, de geldlening van € 150.000,00 en € 25.030,76 aan openstaande facturen.
Omzetafhankelijke koopsom
4.2.
[eiser sub 2] stelt dat August MCM haar betalingsverplichtingen uit hoofde van het addendum niet (tijdig) is nakomen. De deeltermijn over het boekjaar 2019 is (nog) niet vastgesteld en August MCM verzuimt de benodigde informatie te verstrekken. Verder is de deeltermijn over het boekjaar 2020 verschuldigd maar is deze niet vóór dan wel op 1 mei 2021 voldaan. Omdat betalingsverplichtingen niet zijn nagekomen, is de volledige omzetafhankelijke koopsom van € 200.000,00 op grond van artikel 4 lid 1 en/of lid 2 van het addendum direct opeisbaar, aldus steeds [eiser sub 2] .
4.3.
August MCM betwist de opeisbaarheid van de omzetafhankelijke koopsom. Zij voert aan dat uit de aan [eiser sub 1] gezonden jaarrekening 2019 blijkt dat de omzetdrempel over 2019 niet is gehaald zodat de betalingsverplichting van € 50.000,00 over 2019 is vervallen. De resterende drie termijnen van in totaal € 150.000,00 zijn niet opeisbaar omdat deze op grond van artikel 4 lid 3 van het addendum zijn omgezet in een renteloze lening nu de betrokkenheid van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] bij Vitaal Mensenwerk vóór 1 juli 2021 is beëindigd. Daarbij is de omzetafhankelijkheid van de termijnen komen te vervallen. De lening is niet opgezegd en partijen moeten nog overeenstemming bereiken over de looptijd en het aflossingsschema van deze renteloze lening, aldus August MCM.
4.4.
De rechtbank overweegt als volgt. Tussen partijen is niet in geschil dat de omzetdrempel over 2020 is gehaald en dat August MCM de deeltermijn over 2020 niet heeft voldaan. Daarmee staat vast dat August MCM in verzuim is met de voldoening van enige betalingsverplichting als bedoeld in artikel 4 lid 1 van het addendum, te weten de deeltermijn over 2020. Op grond van artikel 4 lid 2 onder a van het addendum is het nog niet betaalde gedeelte van de omzetafhankelijke koopsomtermijn direct opeisbaar waarbij de omzetafhankelijkheid komt te vervallen en ook de nog niet afgewikkelde deeltermijnen direct opeisbaar zijn. Gelet hierop zijn de nog niet betaalde deeltermijnen over 2021 en 2022 niet meer afhankelijk van de omzet en direct opeisbaar. De deeltermijn over 2020 was nog niet afgewikkeld omdat deze nog niet was voldaan. Ook de deeltermijn over 2019 was nog niet afgewikkeld: omdat partijen van mening verschillen over de vraag of de omzetdrempel over 2019 is gehaald is het onderdeel van de koopprijs nog niet definitief en onvoorwaardelijk vastgesteld en is de betalingsverplichting niet komen te vervallen. Gelet hierop is de gehele koopsomtermijn van € 200.000,00 vanwege het tekortschieten van August MCM per 1 mei 2021 direct opeisbaar. Reeds hierom slaagt het beroep van August MCM op artikel 4 lid 3 van het Addendum niet. Dit artikel gaat er immers van uit dat August MCM niet is tekortgeschoten in de nakoming van de op haar rustende betalingsverplichtingen maar dat zij niet aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen omdat de samenwerking met [eiser sub 1] en/of [eiser sub 2] wordt beëindigd. Als August MCM is tekortgeschoten, kan zij zich niet beroepen op artikel 4 lid 3 van het addendum. Anders zou zij het zelf in de hand hebben om de koopsomtermijn niet direct te betalen door de samenwerking te beëindigen waardoor de koopsomtermijn een lening wordt. Dit zou in strijd zijn met de redelijkheid en billijkheid.
4.5.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, is August MCM gehouden een bedrag van € 200.000,00 aan [eiser sub 2] te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2022. Vergoeding van de gevorderde wettelijke handelsrente is niet aan de orde nu partijen in artikel 4 lid 1 van het addendum wettelijke rente zijn overeengekomen.
Geldlening
4.6.
[eiser sub 2] stelt verder dat de geldlening van € 150.000,00 direct opeisbaar is omdat August MCM de samenwerking tussen [eiser sub 2] en Vitaal Mensenwerk vóór 1 juli 2021 volledig heeft beëindigd. [eiser sub 2] verwijst daarbij naar artikel 4 lid 2 aanhef en onder f van de akte van geldlening.
4.7.
August MCM betwist de opeisbaarheid van de geldlening. Zij verwijst naar de akte van achterstelling met de bank en beroept zich op de rechtsgevolgen en effecten daarvan. Op grond van die akte mag [eiser sub 2] geen betalingen van August MCM aannemen zolang de bank vorderingen heeft op August MCM en geen toestemming heeft gegeven voor aflossing aan [eiser sub 2] . Dit is het geval en omdat de vordering van [eiser sub 2] bij de vordering van de bank is achtergesteld, betekent dit volgens August MCM dat [eiser sub 2] geen betaling kan vorderen en de vordering niet opeisbaar is.
4.8.
De vraag of de gehele geldlening van € 150.000,00 opeisbaar is en of August MCM gehouden is tot terugbetaling van de geldlening, hangt af van de strekking van de tussen partijen overeengekomen achterstelling. Bij beantwoording van de vraag wat partijen op dat punt zijn overeengekomen en wat zij over en weer redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (Haviltex), zijn de volgende omstandigheden van belang. De akte van geldlening en de akte van achterstelling zijn op dezelfde datum door partijen ondertekend. In de akte van geldlening is ook benoemd dat het om een achtergestelde lening gaat, waarbij wordt verwezen naar artikel 3:277 lid 2 BW. Dit betekent dat [eiser sub 2] (bij executie) een verhaalsrecht heeft maar met een lagere rang dan de bank. In de akte van geldlening is opgenomen dat als de samenwerking tussen [eiser sub 2] en Vitaal Mensenwerk vóór 1 juli 2021 is beëindigd, de lening op grond van de akte van geldlening direct tussentijds opeisbaar is. Deze bepaling die de vordering direct opeisbaar maakt, wordt echter beperkt door de akte van achterstelling. Met die akte is de vordering van [eiser sub 2] immers achtergesteld bij alle geldvorderingen van de bank op August MCM. De akte van achterstelling sterkt ertoe om te voorkomen dat [eiser sub 2] geld kan onttrekken aan het vermogen van August MCM terwijl de bank nog niet is voldaan (belang van de bank) maar ook om August MCM te beschermen. Zoals August MCM immers onvoldoende weersproken aanvoert, ligt het bij opeising van de lening door [eiser sub 2] voor de hand dat de bank haar primaire zekerheden zal gaan uitwinnen omdat August MCM nog een schuld heeft aan de bank. [eiser sub 2] stelt niet dat August MCM de lening aan de bank heeft afgelost. Gelet hierop moeten de tussen partijen gemaakte afspraken dan ook zo worden uitgelegd dat de vordering tot terugbetaling van de lening niet opeisbaar is zolang August MCM nog betalingsverplichtingen heeft aan de bank. Dit betekent dat het geleende bedrag op dit moment niet opeisbaar is. De vordering tot betaling van € 150.000,00 wordt dan ook afgewezen.
Openstaande facturen
4.9.
[eiser sub 2] en [eiser sub 1] stellen voorts dat Vitaal Mensenwerk in verzuim is met de betaling van hun facturen die zij hebben opgesteld op basis van de overeenkomsten van opdracht. [eiser sub 2] heeft voor een bedrag van € 13.685,53 aan facturen openstaan en [eiser sub 1] voor een bedrag van € 11.345,23, derhalve in totaal € 25.030,76.
4.10.
Vitaal Mensenwerk betwist niet dat zij de facturen niet heeft betaald maar beroept zich op verrekening. Vitaal Mensenwerk stelt dat [eiser sub 1] onjuist heeft gedeclareerd bij ziektekostenverzekeraar CZ waardoor CZ een bedrag van € 30.322,00 van haar heeft teruggevorderd wegens overschrijding van het omzetmaximum 2019. Vitaal Mensenwerk verwijst daarbij naar een brief van 14 juli 2021 van CZ. Met deze vordering uit schade heeft Vitaal Mensenwerk de openstaande facturen verrekend.
4.11.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiser sub 1] verklaard dat hij na de overname geen invloed meer had op de aanname van nieuwe cliënten, de uitgevoerde behandelingen en de hoeveelheid tijd die daarvoor door de individuele behandelaars werd geschreven. Dit behoorde tot het takenpakket van [naam bestuurder en aandeelhouder van August MCM] . Volgens [eiser sub 1] had [naam bestuurder en aandeelhouder van August MCM] kunnen voorkomen dat het omzetmaximum voor 2019 werd overschreden. Indien de grenzen van het budget in zicht komen moet namelijk actie worden ondernomen richting de betrokken verzekeraar en dient om een verhoging van het jaarlijkse zorgbudget te worden verzocht. Lukt dat niet, dan moet een aannamestop worden ingesteld voor nieuwe cliënten, aldus steeds [eiser sub 1] . Vitaal Mensenwerk heeft dit onvoldoende weersproken. De enkele, niet nader onderbouwde opmerking tijdens de mondelinge behandeling dat [naam bestuurder en aandeelhouder van August MCM] niet in het systeem zou kunnen, is daartoe onvoldoende. Gelet op de gemotiveerde betwisting van [eiser sub 1] is de gegrondheid van het verrekenverweer van Vitaal Mensenwerk naar het oordeel van de rechtbank niet op eenvoudige wijze vast te stellen (artikel 6:136 BW). Het beroep op verrekening voor voormeld bedrag slaagt daarom niet.
4.12.
Gelet hierop wordt de gevorderde betaling van de openstaande facturen waarvan de hoogte niet is betwist, toegewezen in die zin dat Vitaal Mensenwerk een bedrag van € 13.685,53 aan [eiser sub 2] moet voldoen en een bedrag van € 11.345,23 aan [eiser sub 1] . Deze bedragen worden vermeerderd met de niet betwiste wettelijke handelsrente vanaf de vervaldata van de verschillende facturen zoals opgenomen in productie 13 bij de dagvaarding.
4.13.
Hetgeen partijen hebben aangevoerd over verschuldigde boetes ligt niet ter beoordeling voor omdat hierop geen vordering is gericht. Verder bestaat bij toewijzing van de gevorderde verklaring voor recht dat Vitaal Mensenwerk en/of August MCM tekort zijn geschoten geen belang (artikel 3:303 BW) gelet op de toe- en afgewezen vorderingen tot betaling.
4.14.
[eiser sub 1] en [eiser sub 2] vorderen Vitaal Mensenwerk en August MCM hoofdelijk te veroordelen tot betaling van een vergoeding voor buitengerechtelijke kosten. Vitaal Mensenwerk en August MCM voeren aan dat hoofdelijkheid ontbreekt omdat zij over en weer niet aansprakelijk zijn voor (de gevolgen van) elkaars tekortkomingen. [eiser sub 1] en [eiser sub 2] hebben dit niet weersproken. Omdat de buitengerechtelijke, forfaitaire kosten door [eiser sub 1] en [eiser sub 2] niet zijn uitgesplitst naar de onderscheidenlijke vorderingen, kan de gevorderde hoofdelijke veroordeling tot betaling van een vergoeding voor buitengerechtelijke kosten niet worden toegewezen.
4.15.
Tot opheffing van het beslag hebben Vitaal Mensenwerk en August MCM geen reconventionele vordering ingesteld zodat geen vordering als bedoeld in artikel 705 Rv ter beoordeling voorligt. Het beslag komt de rechtbank niet onnodig of onrechtmatig voor, zodat de door [eiser sub 1] en [eiser sub 2] gevorderde veroordeling van Vitaal Mensenwerk en August MCM in de door hen gemaakte beslagkosten kan worden toegewezen (artikel 706 Rv). [eiser sub 1] en [eiser sub 2] vorderen een bedrag van € 1.545,16. Artikel 23 Rv staat aan toewijzing van het meerdere in de weg. [eiser sub 1] en [eiser sub 2] hebben niet weersproken dat hoofdelijkheid ontbreekt en dat Vitaal Mensenwerk en August MCM over en weer niet aansprakelijk zijn voor (de gevolgen van) elkaars tekortkomingen. Daarom worden de beslagkosten bestaande uit de deurwaardersexploten voor Vitaal Mensenwerk vastgesteld op € 439,08 en voor August MCM op € 439,08. In het griffierecht van € 667,00 worden zij wel hoofdelijk veroordeeld.
4.16.
August MCM en Vitaal Mensenwerk zijn de partijen die (grotendeels) ongelijk krijgen en zij zullen daarom hoofdelijk in de proceskosten worden veroordeeld. [1] Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
103,33
- griffierecht
5.070,00
- salaris advocaat
5.290,00
(2,00 punten × € 2.645,00)
Totaal
10.463,33

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
veroordeelt August MCM om aan [eiser sub 2] te betalen € 200.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van 1 februari 2022, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt Vitaal Mensenwerk om aan [eiser sub 2] te betalen € 13.685,53, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW met ingang van de vervaldata van de respectievelijke facturen (zie rov. 4.12.), tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt Vitaal Mensenwerk om aan [eiser sub 1] te betalen € 11.345,23, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over het toegewezen bedrag met ingang van de vervaldata van de respectievelijke facturen (zie rov. 4.12.), tot de dag van volledige betaling,
5.4.
veroordeelt August MCM in de kosten van het beslag dat is gelegd tot zekerheid van de vordering op haar, tot op heden vastgesteld op € 439,08,
5.5.
veroordeelt Vitaal Mensenwerk in de kosten van het beslag gelegd tot zekerheid van de vordering op haar, tot op heden vastgesteld op € 439,08,
5.6.
veroordeelt Vitaal Mensenwerk en August MCM hoofdelijk in de kosten van het beslag voor zover deze zien op hen beide, tot op heden vastgesteld op € 667,00,
5.7.
veroordeelt Vitaal Mensenwerk en August MCM hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] tot dit vonnis vastgesteld op € 10.463,33, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.8.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.W.M. Olthof en in het openbaar uitgesproken op
15 februari 2023.

Voetnoten

1.Vgl. HR 23 december 2022, ECLI:NL:HR:2022:1942.