Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.[eiser 1] ,2. [eiseres 2] ,
1.De procedure
2.Samenvatting
3.De feiten
De aanvraag is 7 februari geregistreerd.
Vervolgens is op 8 februari negatief beoordeeld vanwege een negatieve lastenruimte en overschrijding van de maximale hoofdsom.
Een bericht is gestuurd naar de adviseur verstuurd met de vraag aanvullende documentatie aan te leveren, waarin aangegeven stond dat de financiering niet haalbaar is.
Daarna zijn geen stukken of reactie ontvangen van de adviseur.
Op 18 maart is met de volgende aantekening het dossier afgelegd:
4.Het geschil
5.De beoordeling
e-mail van 27 december 2021 heeft gestuurd, terwijl [gedaagde] die stelling niet, althans onvoldoende gemotiveerd, heeft weersproken. Ook staat vast dat [gedaagde] per e-mail van
25 januari 2022 bij [eisers] om allerlei stukken heeft gevraagd en die stukken ook van [eisers] heeft ontvangen. Daarna hebben partijen per e-mail contact met elkaar gehad, waarbij onder meer is gesproken over de taxatie van de woning, de jaarcijfers van de onderneming van [eisers] en de mogelijkheid om de hypotheekaanvraag op één inkomen te baseren. Ook heeft [eisers] op verzoek van [gedaagde] een account aangemaakt in de digitale omgeving van Hypotheek Visie.