Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.De procedure
- de mondelinge behandeling, gehouden op 7 december 2023
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 21 december 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser], een zzp'er, en Acvita Zorg U.A., een zorgorganisatie. De zaak betreft de uitleg van een relatiebeding in een overeenkomst van opdracht die op 30 juli 2022 tussen partijen is gesloten. [eiser] vorderde betaling van € 23.406,69 voor werkzaamheden die hij voor Acvita Zorg heeft verricht, en schorsing van het relatiebeding dat hem verbiedt om gedurende een jaar na beëindiging van de overeenkomst werkzaamheden te verrichten voor klanten van Acvita Zorg zonder toestemming.
De rechtbank oordeelde dat het relatiebeding niet door [eiser] is overtreden. De voorzieningenrechter concludeerde dat de uitleg van Acvita Zorg, die stelde dat het relatiebeding ook detacheringswerkzaamheden door een later opgerichte vennootschap van [eiser] omvatte, te ruim was. De rechter stelde vast dat het relatiebeding enkel betrekking had op zorgwerkzaamheden die [eiser] persoonlijk zou verrichten. Aangezien Acvita Zorg de verschuldigdheid van de facturen niet had betwist, werd de vordering van [eiser] tot betaling van het openstaande bedrag toegewezen, evenals de wettelijke rente en een vergoeding voor buitengerechtelijke kosten.
In reconventie vorderde Acvita Zorg betaling van boetes wegens vermeende schending van het relatiebeding, maar deze vordering werd afgewezen. De rechtbank veroordeelde Acvita Zorg in de proceskosten van zowel de conventie als de reconventie. Dit vonnis benadrukt het belang van duidelijke formuleringen in contracten en de noodzaak voor partijen om hun bedoelingen expliciet vast te leggen.