Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
(…) We hebben vaker telefonisch contact gehad over de laminaat die bij ons thuis gelegd is, dit is op verschillende plekken in het huis niet goed gelegd. U heeft meerdere malen aangegeven dat u langs gaat komen om dit te herstellen, echter is er tot op heden niemand langsgekomen en heeft niemand terug gebeld voor een afspraak. Ik verzoek u binnen 5 dagen te reageren dus voor 27-3-2023 en voor 04-04-2023 alles te herstellen. Als ik geen gehoor krijg en dit niet voor de bovengenoemde datum word hersteld ga ik verdere stappen ondernemen en een expert uitnodigen. (…)”
(…)Optische beoordeling:
3.Het geschil
4.De beoordeling
matig afgewerkte laminaatvloer” die de nodige mankementen heeft. Zo ligt de vloer volgens de deskundige niet vlak, sluiten diverse laminaatdelen niet aan en is het laminaat op sommige plaatsen beschadigd. Ook op de randafwerking heeft de deskundige het nodige af te dingen.
het schilderen van alle wanden waar de plinten worden vervangen”. Deze kosten zijn gebaseerd op de veronderstelling dat met het vervangen van de plinten dusdanige schade aan de muren zal worden toegebracht, dat deze in hun geheel opnieuw geschilderd dienen te worden: “
De vloeren en plinten worden vervangen en dit zal waarschijnlijk niet zonder schade aan de wanden gebeuren. De wanden plaatselijk bijwerken zal helaas niet gaan, omdat er dan kleur- en structuurverschil zichtbaar zal blijven.” Het betreft hier met andere woorden kosten die zich mogelijk in de toekomst kunnen voordoen. Omdat aldus niet zeker is dat deze kosten daadwerkelijk zullen worden gemaakt, kan de redelijkheid daarvan op dit moment niet worden beoordeeld. Dit onderdeel van de vordering is daarom op voorhand niet toewijsbaar. Voor zover in de toekomst blijkt dat er schade intreedt, geeft de kantonrechter [eiser] als schot voor de boeg mee dat de thans gevorderde kosten exorbitant hoog voorkomen en niet op lijken te wegen tegen het (esthetische) nadeel dat [eiser] mogelijk lijdt.