ECLI:NL:RBGEL:2023:6827

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
13 december 2023
Publicatiedatum
14 december 2023
Zaaknummer
05/174693-23, 05/174747-23 en 05/153756-23 (gev. ttz)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor meerdere diefstallen in vereniging, aanwezig hebben van cocaïne, rijden met een ongeldig verklaard rijbewijs en rijden onder invloed

Op 13 december 2023 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere diefstallen in vereniging, het aanwezig hebben van cocaïne, en het rijden met een ongeldig verklaard rijbewijs onder invloed van drugs. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met een medeverdachte in de periode van juni 2023 verschillende diefstallen heeft gepleegd, waaronder het stelen van bankpassen en een auto. De verdachte heeft ook cocaïne bij zich gehad en is betrapt op het rijden onder invloed van GHB en amfetamine. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De rechtbank heeft ook schadevergoedingen toegewezen aan benadeelde partijen, waaronder een bedrag van €99,64 aan [benadeelde 3] en €236,10 aan [benadeelde 1]. De rechtbank heeft de verdachte ontslagen van rechtsvervolging voor enkele feiten waar onvoldoende bewijs voor was.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummers: 05/174693-23, 05/174747-23 en 05/153756-23 (gev. ttz)
Datum uitspraak : 13 december 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1986 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres 1] ,
op dit moment gedetineerd in de [verblijfplaats] .
Raadsvrouw: mr. F. van den Heuvel, advocaat in Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Parketnummer 05/174692-23
1.
Hij op of omstreeks 16 juni 2023,
in de gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, en/althans alleen,
een portemonnee (inhoudende een rijbewijs en/of een (of meer) bankpas(sen) en/of 50 euro en/of een (of meer) (andere) pas(sen) en/of een ov-kaart) in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) in/uit een kluisje van een verpleeghuis ( [verpleeghuis] ) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
hij op of omstreeks 16 juni 2023,
in de gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
50 euro, althans een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) dat weg te nemen geldbedrag onder haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door contactloos te betalen met een op naam van die [benadeelde 1] gestelde bankpas en waartoe verdachte en/of zijn mededader(s) niet gerechtigd was/waren;
3.
hij op of omstreeks 16 juni 2023,
in de gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, en/althans alleen,
een auto (Suzuki Swift met kenteken [kenteken 1] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/auto onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een autosleutel voor welk
gebruik hij, verdachte, en zjn mededader(s) niet gerechtigd was/waren;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 16 juni 2023,
in de gemeente Zevenaar,
een auto (Suzuki Swift met kenteken [kenteken 1] ), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof
4.
hij op of omstreeks 18 juni 2023,
te Velp, gemeente Rheden
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, en/althans alleen,
een mobiele telefoon (merk Oppo, type A91), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) in/uit een -bij een benzinepomp- geparkeerde auto heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
5.
hij op of omstreeks 15 juni 2023,
te Didam, gemeente Montferland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, en/althans alleen,
een bankpas ( [bank] met rekeningnummer [rekeningnummer] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 4] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
6.
hij op of omstreeks 15 juni 2023,
te Didam, gemeente Montferland, en/of de gemeente Zevenaar, althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
50 euro en/of 24,13 euro en/of 2,67 euro en/of 3,68 euro, althans een (of meer) geldbedrag(en) in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 4] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen
goed/geldbedrag(en) onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een
valse sleutel, te weten door contactloos te betalen met een op naam van die [benadeelde 4]
gestelde bankpas en waartoe verdachte en/of haar mededader(s) niet gerechtigd was/waren;
7.
hij op of omstreeks 18 juni 2023, althans in of omstreeks de periode van 10 juni 2023 tot en met 18 juni 2023, in de gemeente Duiven en/of Velp (gemeente Rheden) en/of in de gemeente Zevenaar, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, en/althans alleen,
een auto (merk Toyota Starlet met kenteken [kenteken 2] ), althans een goed heeft verworven,
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen,
terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en) dat het een door misdrijf verkregen goed betrof
8.
zij op of omstreeks 16 juni 2023,
in de gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, en/althans alleen,
een tas (inhoudende een t-shirt en/of een bril en/of sigaretten en/of een autosleutel en/of parfum
en/of een (of meer) pasje(s), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Parketnummer 05/174747-23
1.
hij op of omstreeks 29 april 2023, gedurende voor de nachtrust bestemde tijd,
te Babberich, gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, en/althans alleen,
- Twee zinken emmers;
- Zinken teil;
- Melktuit;
- Worstmolen;
- Zinken gieter;
- Ronde vuurkorf met een beschermkap erop;
- Een parasol met een grijze hoes omheen;
- Een vogelhuisje;
- Een ouderwetse fietsendrager;
- Zinken vuilnisemmer
, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 5] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) (uit een tuin gelegen aan de
[adres 2] ) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te
eigenen;
2.
hij op of omstreeks 29 april 2023,
te Babberich, gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, en/althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 3,11 gram cocaïne en/of 1,57 gram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
3.
hij op of omstreeks 29 april 2023,
te Babberich, gemeente Zevenaar, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de "Zwanenwaay", als bestuurder een motorrijtuig, (een witte bus, Opel Vivaro-B met kenteken [kenteken 3] ), van die categorie of categorieën heeft bestuurd;
4.
hij op of omstreeks 29 april 2023,
te Babberich, gemeente Zevenaar
een voertuig, te weten een (witte) bus (met kenteken [kenteken 3] ), heeft bestuurd of als bestuurder heeft doen besturen, na gebruik van een of meer in artikel 2, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, aangewezen stoffen als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegensverkeerswet 1994, te weten GHB en/of amfetamine, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van genoemde Wet, het gehalte in zijn bloed
bij iedere aangewezen stoffen vermelde meetbare stoffen 140 microgram amfetamine per liter bloed en 42 milligram GHB per liter bloed bedroeg, in elk geval (telkens) zijnde hoger dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij die stoffen afzonderlijk vermelde grenswaarde;
5.
hij op of omstreeks 29 april 2023, gedurende voor de nachtrust bestemde tijd
te Babberich, gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, en/althans alleen,
- een (zwart) hekwerk en/of
- een vogelhuisje en/of
- werkbank (inhoudende tuingereedschap) en/of
- een cementbak, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 6] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) in/uit/vanaf een tuin/erf gelegen aan de [adres 3] heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen;
6.
hij op of omstreeks 29 april 2023, gedurende voor de nachtrust bestemde tijd
te Babberich, gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, en/althans alleen,
een rieten mand met violen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 7] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) in/uit een tuin gelegen aan de [adres 4] heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
7.
hij op of omstreeks 29 april 2023, gedurende voor de nachtrust bestemde tijd
te Babberich, gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, en/althans alleen,
een (grote) bloempot, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 8] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) in/uit een tuin gelegen aan de [adres 5] heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
8.
hij op of omstreeks 29 april 2023, gedurende voor de nachtrust bestemde tijd
te Babberich, gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, en/althans alleen,
een buddha beeld, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 9] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) in/uit een tuin gelegen aan de [adres 6] heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Parketnummer 05/153756-23
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 juni 2023 tot en
met 22 juni 2023 te Elst, gemeente Overbetuwe en/of Arnhem, althans in
Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een goed, te weten een (personen)auto (merk Toyota, type Starlet) en/of
kentekenplaten ( [kenteken 2] ) heeft/hebben verworven, voorhanden gehad en/of
overgedragen terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het
voorhanden krijgen van dit/die goed(eren) wist(en), althans redelijkerwijs had(den)
moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Parketnummer 05/174693-23 [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte wordt vrijgesproken van het onder feit 3, zowel primair als subsidiair, ten laste gelegde. De raadsvrouw heeft daartoe aangevoerd dat verdachte dacht dat [medeverdachte] de auto mocht lenen. [medeverdachte] beschikte over de sleutel van de auto en verdachte wist niet dat de sleutel van de auto uit de gestolen tas kwam. Ook heeft verdachte geen opzet gehad om in een gestolen auto te rijden. Met betrekking tot de overige ten laste gelegde feiten heeft de raadsvrouw geen verweer gevoerd ten aanzien van het bewijs.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank zal de feiten in chronologische volgorde bespreken.
Diefstal [benadeelde 4] op 15 juni 2023 (feit 5)
Niet ter discussie staat dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte] ) op 15 juni 2023 samen bij [benadeelde 4] op bezoek zijn geweest en dat de bankpas van de [bank] met rekeningnummer [rekeningnummer] van [benadeelde 4] is weggenomen. Vervolgens heeft zowel verdachte als [medeverdachte] op 15 juni 2023 met de bankpas van [benadeelde 4] gepind. [2]
[medeverdachte] heeft verklaard dat zij zelf niets met de diefstal van de bankpas te maken heeft, maar dat zij wel wist dat de bankpas was gestolen. [3] Verdachte heeft verklaard dat [medeverdachte] de bankpas in de keuken had gevonden, en dat hij na het verlaten van de woning van [benadeelde 4] in de auto wist dat [medeverdachte] de bankpas had gestolen. [4]
Gelet op de verklaringen van verdachte en [medeverdachte] stelt de rechtbank vast dat de bankpas van [benadeelde 4] op 15 juni 2023 door verdachte of [medeverdachte] is gepakt en uit de woning is meegenomen. Verder volgt uit de aangehaalde bewijsmiddelen dat verdachte en [medeverdachte] tezamen naar de woning van [benadeelde 4] zijn gegaan en de woning tezamen hebben verlaten. Direct daarna hebben zij samen in de auto gezeten, terwijl zij in het bezit waren van de gestolen bankpas en zij beiden wisten dat de bankpas was gestolen. Zij hebben bovendien samen besloten om de bankpas te gebruiken. Dit alles maakt dat er naar het oordeel van de rechtbank sprake is van een gezamenlijke uitvoering en dus van het samen en in vereniging plegen van de diefstal van de bankpas van [benadeelde 4] . Dat de rechtbank niet kan vaststellen wie de pas daadwerkelijk heeft gepakt omdat de verdachten naar elkaar lijken te wijzen, staat aan dit oordeel niet in de weg.
Concluderend acht de rechtbank dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich tezamen en in vereniging met een ander schuldig heeft gemaakt aan de diefstal van de bankpas van [benadeelde 4] .
Diefstal met valse sleutel [benadeelde 4] op 15 juni (feit 6)
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering (Sr) en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] namens [benadeelde 4] , p. 85-86;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2023.
Diefstal [benadeelde 1] op 16 juni 2023 (feit 1)
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 1] , p. 11-12;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2023.
Diefstal [benadeelde 2] op 16 juni 2023 (feit 8)
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 2] , p. 73-74;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2023.
Diefstal met valse sleutel [benadeelde 1] op 16 juni 2023 (feit 2)
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 1] , p. 11-12;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2023.
Diefstal met valse sleutel [benadeelde 2] op 16 juni 2023 (feit 3)
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 16 juni 2023 is eerst de tas (inhoudende een T-shirt, een bril, sigaretten, een autosleutel, parfum en meerdere pasjes) van [benadeelde 2] uit een kluisje bij een verpleeghuis ( [verpleeghuis] ) door verdachten weggenomen. Vervolgens is op een later moment de auto (Suzuki Swift met kenteken [kenteken 1] ) van [benadeelde 2] van de parkeerplaats van het verpleeghuis weggenomen. [5] Verdachte heeft verklaard dat hij dacht dat [medeverdachte] de auto van een collega mocht lenen. Hij wist niet dat de sleutel van de auto uit de eerder gestolen tas kwam. Hij heeft [medeverdachte] afgezet bij de parkeerplaats waar de auto stond. Vervolgens is [medeverdachte] achter hem aangereden. Bij een zwembad hebben ze gewisseld van auto. Hij wist achteraf wel dat de auto niet voor hem en [medeverdachte] bedoeld was. [6] [medeverdachte] heeft verklaard dat zij samen met verdachte naar de parkeerplaats van het verpleeghuis is gereden. Daar heeft ze de auto met de sleutel uit de gestolen tas geopend en is ze vervolgens met de auto achter verdachte aan gereden.. [7]
Conclusie
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tezamen en in vereniging wegnemen van de personenauto. De verklaring van verdachte dat hij dacht dat [medeverdachte] de auto van een collega mocht lenen en dus niet heeft gestolen, wordt niet weerlegd door enig in het dossier aanwezig bewijsmiddel. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het primair ten laste gelegde feit. Gelet op voornoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank wel vast dat verdachte in de gestolen auto heeft gereden terwijl hij toen wel wist dat de auto door een misdrijf verkregen was. De rechtbank acht hiermee wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de subsidiair ten laste gelegde opzetheling.
Diefstal [benadeelde 3] op 18 juni 2023 (feit 4)
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 3] , p. 160-162;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2023.
Heling Toyota Starlet op 18 juni 2023 (feit 7)
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
  • het proces-verbaal van bevindingen, p.167-174;
  • de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2023.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft gepleegd, te weten:
  • op 15 juni 2023 de diefstal in vereniging van de bankpas van [benadeelde 4] (feit 5) en het pinnen met die pinpas (feit 6);
  • op 16 juni 2023 de diefstal in vereniging van de portemonnee van [benadeelde 1] (feit 1), de tas van [benadeelde 2] (feit 8), het contactloos betalen met de pinpas van [benadeelde 1] (feit 2) en de opzetheling van de auto van [benadeelde 2] (feit 3);
  • op 18 juni 2023 de diefstal in vereniging van de telefoon van [benadeelde 3] (feit 4) en de opzetheling van de Toyota Starlet (feit 7).
Parketnummer 05/174747-23 [8]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van het bewijs.
Beoordeling door de rechtbank
Diefstal [benadeelde 5] (feit 1)
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 5] , p. 10;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2023.
Aanwezig hebben cocaïne (feit 2)
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 44;
- een schriftelijk bescheid, te weten het rapport NFiDENT van 4 mei 2023, p. 63;
- een schriftelijk bescheid, te weten het rapport NFiDENT van 4 mei 2023, p. 64;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2023.
Rijden zonder geldig rijbewijs (feit 3)
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal artikel 9 Wegenverkeerswet 1994, p. 151-153;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2023.
Rijden onder invloed (feit 4)
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal rijden onder invloed, p. 141-143;
- een schriftelijk bescheid, te weten het rapport ‘Drugs in het verkeer’ van het MaasstadLab van 24 mei 2023, p. 147;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2023.
Diefstal [benadeelde 6] (feit 5)
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 6] , p. 19-20;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2023.
Ter terechtzitting heeft verdachte ten aanzien van de cementbak verklaard dat de cementbak van hem is. [medeverdachte] heeft verklaard zij dacht dat deze cementbak aan haar of aan verdachte toebehoorde. De rechtbank is van oordeel dat het dossier – mede in het licht van de door verdachten afgelegde verklaringen – onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat dat verdachte, al dan niet in vereniging, de cementbak heeft weggenomen. De rechtbank zal verdachte hiervan vrijspreken.
Diefstal [benadeelde 7] (feit 6)
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 7] , p. 24;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2023.
Diefstal [benadeelde 8] (feit 7)
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 8] , p. 28;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2023.
Diefstal [benadeelde 9] (feit 8)
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 9] , p. 13;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2023.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 29 april 2023 de ten laste gelegde feiten heeft gepleegd, te weten:
de diefstal in vereniging van:
  • twee zinken emmers, een zinken teil, een melktuit, een worstmolen, een zinken gieter, een ronde vuurkorf met een beschermkap erop, een parasol met een grijze hoes er omheen, een vogelhuisje, een ouderwetse fietsendrager en een zinken vuilnisemmer van [benadeelde 5] (feit 1);
  • een (zwart) hekwerk, een vogelhuisje en een werkbank (inhoudende tuingereedschap) van [benadeelde 6] (feit 5);
  • een rieten mand met violen van [benadeelde 7] (feit 6);
  • een grote bloempot van [benadeelde 8] (feit 7);
  • een buddha beeld van [benadeelde 9] (feit 8);
en
het medeplegen van opzettelijk hebben van cocaïne (feit 2); en
het rijden onder invloed van harddrugs en rijden terwijl hij wist dat hij geen geldig rijbewijs bezat.
Parketnummer 05/153756-23 [9]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van het bewijs.
Beoordeling door de rechtbank
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] , p. 53;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2023.
Anders dan de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is voor opzet- dan wel schuldheling van de kentekenplaten. Gelet op de aangifte van [aangever 3] stelt de rechtbank vast dat de kentekenplaten voorzien van kentekennummer [kenteken 2] zijn gestolen. Daarnaast staat niet ter discussie dat verdachte en de medeverdachte op 23 juni 2023 in een gestolen auto voorzien van deze gestolen kentekenplaten hebben gereden en vervolgens zijn aangehouden. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij wist dat de auto van diefstal afkomstig was omdat hij de auto zelf heeft gestolen, maar dat hij niet wist dat de kentekenplaten ook van diefstal afkomstig waren. De rechtbank is van oordeel dat het dossier - mede in het licht van de door verdachte afgelegde verklaring - onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat dat verdachte wist of had moeten weten dat de kentekenplaten van diefstal afkomstig waren. De rechtbank zal verdachte daarom hiervan vrijspreken.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de feiten tenlastegelegd onder parketnummer 05/174693-23, 05/174747-23 en 05/153756-23 heeft begaan, te weten dat:
Parketnummer 05/174693-23
1.
hij op
of omstreeks16 juni 2023,
in de gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, en/althans alleen,
een portemonnee
(inhoudende een rijbewijs en
/of een (ofmeer
dere)bankpas
(sen
)en
/of50 euro en
/of een (ofmeer
dere) (andere
)pas
(sen
)en
/ofeen ov-kaart
) in elk geval enig goed,
dat/die geheel
of ten deleaan [benadeelde 1]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s)toebehoorde
(n
) in/uit een kluisje van een verpleeghuis
([verpleeghuis]
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
hij op
of omstreeks16 juni 2023,
in de gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen,
50 euro,
althans een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [benadeelde 1]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en
/ofzijn mededader
(s)dat weg te nemen geldbedrag onder
haar/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door contactloos te betalen met een op naam van die [benadeelde 1] gestelde bankpas en waartoe verdachte en
/ofzijn mededader
(s)niet gerechtigd
was/waren;
3.
hij op
of omstreeks16 juni 2023,
in de gemeente Zevenaar,
een auto
(Suzuki Swift met kenteken [kenteken 1]
), althans een goed heeft verworven,voorhanden heeft gehad
, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist
, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden,dat het een door misdrijf verkregen goed betrof
;
4.
hij op
of omstreeks18 juni 2023,
te Velp, gemeente Rheden
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, en/althans alleen,
een mobiele telefoon
(merk Oppo, type A91
),
in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [benadeelde 3]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde
(n) in/uit
een-bij een benzinepomp- geparkeerde auto heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
5.
hij op
of omstreeks15 juni 2023,
te Didam, gemeente Montferland
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, en/althans alleen,
een bankpas
([bank] met rekeningnummer [rekeningnummer]
),
in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [benadeelde 4]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
6.
hij op of omstreeks 15 juni 2023,
te Didam, gemeente Montferland, en
/ofde gemeente Zevenaar
, althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen,
50 euro en
/of24,13 euro en
/of2,67 euro en
/of3,68 euro,
althans een (of meer) geldbedrag(en) in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [benadeelde 4]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en
/ofzijn mededader
(s)zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft en
/of dat/die weg te nemen
goed/geldbedrag
(en
)onder
zijn/haar/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door contactloos te betalen met een op naam van die [benadeelde 4] gestelde bankpas en waartoe verdachte en
/ofzijnhaarmededader
(s)niet gerechtigd
was/waren;
7.
hij op
of omstreeks18 juni 2023
, althans in of omstreeks de periode van 10 juni 2023 tot en met 18 juni 2023,in de gemeente
Duiven en/ofVelp (gemeente Rheden)
en/of in de gemeente Zevenaar, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging
meteen
of meerander
en, en/althans alleen,
een auto
(merk Toyota Starlet met kenteken [kenteken 2]
), althans een goed heeft verworven,
voorhanden heeft gehad
en/of heeft overgedragen,
terwijl hij en zijn mededader
(s)ten tijde van
de verwerving ofhet voorhanden krijgen van dit goed wist
(en
)dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
8.
hijzijop
of omstreeks16 juni 2023,
in de gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen,
een tas
(inhoudende een t-shirt en
/ofeen bril en
/ofsigaretten en
/ofeen autosleutel en
/ofparfum
en
/ofeen
(ofmeer
dere)pasje
(s
),
in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [benadeelde 2]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s)toebehoorde
(n
)heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Parketnummer 05/174747-23
1.
hij op
of omstreeks29 april 2023, gedurende voor de nachtrust bestemde tijd,
te Babberich, gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, en/althans alleen,
- Twee zinken emmers;
- Zinken teil;
- Melktuit;
- Worstmolen;
- Zinken gieter;
- Ronde vuurkorf met een beschermkap erop;
- Een parasol met een grijze hoes omheen;
- Een vogelhuisje;
- Een ouderwetse fietsendrager
;
- Zinken vuilnisemmer
.
,
in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [benadeelde 5]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n
) (uit een tuin gelegen aan de
[adres 2]
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te
eigenen;
2.
hij op
of omstreeks29 april 2023,
te Babberich, gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, en/althans alleen,opzettelijk aanwezig heeft gehad
ongeveer3,11 gram cocaïne en
/of1,57 gram cocaïne,
in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne,zijnde cocaïne
een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij op
of omstreeks29 april 2023,
te Babberich, gemeente Zevenaar, terwijl hij wist
of redelijkerwijs moest wetendat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de "Zwanenwaay", als bestuurder een motorrijtuig,
(een witte bus, Opel Vivaro-B met kenteken [kenteken 3]
), van die categorie
of categorieënheeft bestuurd;
4.
hij op
of omstreeks29 april 2023,
te Babberich, gemeente Zevenaar
een voertuig, te weten een
(witte
)bus
(met kenteken [kenteken 3]
), heeft bestuurd
of als bestuurder heeft doen besturen, na gebruik van
een ofmeer
derein artikel 2, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, aangewezen stoffen als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegensverkeerswet 1994, te weten GHB en
/ofamfetamine, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van genoemde Wet, het gehalte in zijn bloed
bij iedere aangewezen stoffen vermelde meetbare stoffen 140 microgram amfetamine per liter bloed en 42 milligram GHB per liter bloed bedroeg
, in elk geval (telkens) zijnde hoger dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij die stoffen afzonderlijk vermelde grenswaarde;
5.
hij op
of omstreeks29 april 2023, gedurende voor de nachtrust bestemde tijd
te Babberich, gemeente Zevenaar tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, en/althans alleen,
- een
(zwart
)hekwerk en
/of
- een vogelhuisje en
/of
-
eenwerkbank
(inhoudende tuingereedschap
) en/of
- een cementbak, in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [benadeelde 6]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n
) in/uit
/vanafeen tuin
/erfgelegen aan de [adres 3] heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen;
6.
hij op
of omstreeks29 april 2023, gedurende voor de nachtrust bestemde tijd,
te Babberich, gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, en/althans alleen,
een rieten mand met violen,
in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [benadeelde 7]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n) in/uit een tuin gelegen aan de [adres 4] heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen;
7.
hij op
of omstreeks29 april 2023, gedurende voor de nachtrust bestemde tijd,
te Babberich, gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, en/althans alleen,
een
(grote
)bloempot,
in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [benadeelde 8]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n) in/uit een tuin gelegen aan de [adres 5] heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
8.
zij op
of omstreeks29 april 2023, gedurende voor de nachtrust bestemde tijd,
te Babberich, gemeente Zevenaar
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, en/althans alleen,
een buddha beeld,
in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [benadeelde 9]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s)toebehoorde
(n) in/uit een tuin gelegen aan de [adres 6] heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Parketnummer 05/153756-23
hij op
een ofmeer
deretijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 19 juni 2023 tot en
met 22 juni 2023 te Elst, gemeente Overbetuwe en
/ofArnhem,
althans in
Nederland,
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen,
een goed, te weten een (personen)auto (merk Toyota, type Starlet)
en/of
kentekenplaten ( [kenteken 2] ) heeft/hebben verworven,voorhanden
heeftgehad
en/of
overgedragenterwijl hij en
/ofzijn mededader
(s)ten tijde van
de verwerving ofhet
voorhanden krijgen van dit
/diegoed
(eren)wist
(en
),
althans redelijkerwijs had(den)
moeten vermoeden,dat het
(een
)door misdrijf verkregen goed
(eren)betrof.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Parketnummer 05/174693-23 feit 7 en parketnummer 05/153756-23
Uit de verklaringen van verdachte en [medeverdachte] volgt dat verdachte de Toyota Starlet heeft gestolen. Onder verwijzing naar vaste rechtspraak van de Hoge Raad kan het voorhanden hebben van deze door verdachte gestolen auto voor hem niet tot heling leiden, omdat deze auto niet afkomstig is van een misdrijf door een ander dan verdachte gepleegd. De rechtbank zal verdachte daarom ontslaan van alle rechtsvervolging omdat de bewezen feiten niet gekwalificeerd kunnen worden (zie ECLI:NL:HR:2017:652).
Het bewezenverklaarde levert op:
Parketnummer 05/174692-23
feiten 1, 4, 5 en 8, telkens:
diefstal door twee of meer verenigde personen;
feit 3:
opzetheling;
feiten 2 en 6, telkens:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.
Parketnummer 05/174747-23
feiten 1, 5, 6, 7 en 8, telkens:
diefstal door twee of meer verenigde personen;
feit 2:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
feit 3:
overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994;
feit 4:
overtreding van artikel 8, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (140 microgram amfetamine en 42 milligram GHB).

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht (Sr), waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. Daarnaast vordert de officier van justitie dat aan de voorwaardelijke gevangenisstraf de bijzondere voorwaarden worden gekoppeld zoals geadviseerd in de rapportage van de reclassering van 11 oktober 2023 en de dadelijke uitvoerbaarheid hiervan.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van de ondergane voorlopige hechtenis en een deel voorwaardelijke gevangenisstraf wordt opgelegd. De raadsvrouw heeft in dat verband gewezen op de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich samen met zijn toenmalige partner schuldig gemaakt aan 11 diefstallen. Daarnaast heeft verdachte cocaïne aanwezig gehad en zich schuldig gemaakt aan opzetheling. De eerste vijf diefstallen zijn in een strooptocht in de nacht gepleegd. Terwijl de slachtoffers lagen te slapen, heeft verdachte samen met de medeverdachte verschillende goederen uit verschillende tuinen weggenomen. Nog geen twee maanden later hebben ze wederom samen in een korte periode eigendommen van anderen weggenomen. Verdachten hebben een bankpas gestolen van een kwetsbaar persoon en vervolgens met deze bankpas meerdere bedragen gepind. Een dag later hebben ze samen bij een verpleeghuis een portemonnee en tas met inhoud van twee werknemers weggenomen. In de portemonnee vonden ze een bankpas en hebben hiermee een geldbedrag gepind. Nog weer twee dagen later zagen ze bij een tankstation een auto staan die niet afgesloten werd. Toen de inzittenden van de auto in de winkel bij het tankstation waren, namen ze een telefoon weg uit de auto. Met zijn handelen heeft verdachte niet alleen aangetoond geen enkel respect te hebben voor het eigendomsrecht van anderen, na de eerste strooptocht en aanhouding is verdachte door blijven gaan met het plegen van vermogensdelicten. Daarnaast heeft verdachte een auto bestuurd terwijl hij wist dat hij geen geldig rijbewijs had. Ook was verdachte tijdens het besturen van deze auto onder invloed van GHB en amfetamine. Daardoor heeft verdachte ervan blijk gegeven door het openbaar gezag ten behoeve van de verkeersveiligheid getroffen maatregelen bewust te negeren en heeft hij bovendien zijn verantwoordelijkheid als verkeersdeelnemer miskend.
De rechtbank heeft kennis genomen van de justitiële documentatie van verdachte. Hieruit blijkt dat verdachte al eerder in aanraking met politie en justitie is geweest voor het plegen van diefstal in vereniging en voor het overtreden van artikel 8 van de Wegenverkeerswet, hetgeen in het nadeel van verdachte werkt. Daarnaast is artikel 63 Sr van toepassing.
De rechtbank houdt verder rekening met de rapportage van de reclassering van 11 oktober 2023. Uit deze rapportage blijkt dat het risico op recidive wordt ingeschat als hoog. Verdachte heeft niet eerder onder toezicht gestaan van de reclassering. Gezien de instabiliteit op de diverse leefgebieden, lijkt een plan van aanpak binnen het justitiële kader passend. De reclassering adviseert aan verdachte een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden op te leggen.
De rechtbank heeft bij de oplegging van de straf acht geslagen op de oriëntatiepunten voor straftoemeting die rechters hanteren. Gelet hierop, en op de straffen die voor soortgelijke feiten in vergelijkbare zaken worden opgelegd, acht de rechtbank de eis van de officier van justitie niet passend. De ernst en hoeveelheid van de feiten, bezien in het licht van de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, rechtvaardigen een forse gevangenisstraf, maar van kortere duur dan gevorderd. Er kan naar oordeel van de rechtbank daarbij, anders dan de raadsvrouw heeft bepleit, niet worden volstaan met een gevangenisstraf die gelijk is aan de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank zal een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen, als stok achter de deur om verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw (soortgelijke) strafbare feiten te plegen, en om daaraan de geadviseerde bijzondere voorwaarden te koppelen. De rechtbank acht daarbij een proeftijd van drie jaren passend.
De officier van justitie heeft de dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden gevorderd. Blijkens artikel 14e Sr kan de dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden worden bevolen indien ‘er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen’. De veroordeling van verdachte ziet op vermogensdelicten en overtredingen van de Wegenverkeerswet en de Opiumwet, zodat de rechtbank geen ruimte ziet om de dadelijke uitvoerbaarheid te bevelen.
Verdachte heeft de strafbare feiten mede begaan met verschillende auto’s waarvan hij op dat moment – ondanks dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard – de bestuurder was. De rechtbank zal gelet op de ernst van de handeling en in het belang van de verkeersveiligheid aan verdachte een ontzegging van de rijbevoegdheid opleggen.
Alles overziend, zal de rechtbank aan verdachte opleggen een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. De rechtbank zal bijzondere voorwaarden opleggen in de vorm van een meldplicht, ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname), begeleid wonen of maatschappelijke opvang, het meewerken aan middelencontrole en dagbesteding, zoals door de reclassering geadviseerd in het rapport van 11 oktober 2023. Ook zal de rechtbank een contactverbod met zijn ex-partner, medeverdachte [medeverdachte] , opleggen. Daarnaast zal de rechtbank aan verdachte een ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor de duur van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, opleggen.
De rechtbank zal het bevel tot voorlopige hechtenis opheffen met ingang van het tijdstip waarop de duur daarvan gelijk wordt aan die van de onvoorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf.

8.De beoordeling van de civiele vorderingen

De benadeelde partij [benadeelde 3]
De benadeelde partij [benadeelde 3] heeft in verband met het onder parketnummer 05/174692-23 feit 5 bewezenverklaarde feit een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 99,64 (dagwaarde gestolen telefoon en screenprotector) aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Daarnaast heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de vordering hoofdelijk dient te worden toegewezen.
De verdediging heeft geen verweer gevoerd met betrekking tot de materiële schade.
Overweging van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij [benadeelde 3] als gevolg van het bewezenverklaarde schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is.
De rechtbank overweegt dat de schadeposten niet zijn betwist. Naar het oordeel van de rechtbank zijn de gevorderde kosten voldoende onderbouwd en komt de vordering de rechtbank op dit punt gegrond voor. Toegewezen wordt daarom een bedrag van € 99,64.
De wettelijke rente ten aanzien van de materiële schade is toewijsbaar vanaf 18 juni 2023.
De rechtbank overweegt dat verdachte en de medeverdachte ieder voor het hele schadebedrag (hoofdelijk) kunnen worden aangesproken. Verdachte hoeft niet meer te betalen indien en voor zover de medeverdachte de schade heeft vergoed.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
De benadeelde partij [benadeelde 1]
De benadeelde partij [benadeelde 1] heeft in verband met de onder parketnummer 05/174692-23 feiten 1 en 2 bewezenverklaarde feiten een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 254,10 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Bij de materiele schade zijn de volgende schadeposten opgegeven: rijbewijs opnieuw aangevraagd (€ 44,65), nieuwe pasfoto’s (€ 13,50), anonieme OV met saldo (€ 40,00), nieuwe anonieme OV (€ 8,00), contactloos gepind m.b.v. [bankpas] (€ 50,00), contant geld in portemonnee (€ 50,00), aanvraag nieuwe betaalpas (€ 4,95), een pas (opmerking rechtbank: onleesbaar om wat voor pas het gaat) (€ 10,00), nieuwe portemonnee (€ 25,00) en reiskosten (€ 8,00).
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Daarnaast heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de vordering hoofdelijk dient te worden toegewezen.
De verdediging heeft geen verweer gevoerd met betrekking tot de materiële schade.
Overweging van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij [benadeelde 1] als gevolg van het bewezenverklaarde schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De rechtbank overweegt dat de schadeposten niet zijn betwist. Naar het oordeel van de rechtbank zijn de gevorderde kosten voor het aanvragen van een nieuw rijbewijs (€ 44,65), de nieuwe anonieme OV (€ 8,00) en het contactloos pinnen (€ 50,00) voldoende onderbouwd en komt de vordering de rechtbank op dit punt gegrond voor. Toegewezen wordt daarom een bedrag van € 102,65.
Ten aanzien van de schadeposten nieuwe pasfoto’s (€ 13,50), anonieme OV met saldo
(€ 40,00) contant geld in portemonnee (€ 50,00), aanvraag nieuwe betaalpas (€ 4,95) en nieuwe portemonnee (€ 25,00) komt de vordering de rechtbank gegrond voor en zij zal dan ook gebruikmaken van haar schattingsbevoegdheid. Toegewezen wordt daarom een bedrag van € 133,45.
Ten aanzien van de schadeposten pas (€ 10,00) en de reiskosten (€ 8,00) is de rechtbank van oordeel dat er niet of onvoldoende is gebleken dat de materiële schade rechtstreeks is toegebracht door het onder parketnummer 05/174692-23 feiten 1 en 2 bewezenverklaarde. Daarom zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering verklaren voor deze schadeposten. De benadeelde partij kan de vordering nog aan de burgerlijke rechter voorleggen.
Toegewezen wordt in totaal een bedrag van € 236,10 aan materiële schade.
De wettelijke rente ten aanzien van de materiële schade is toewijsbaar vanaf 16 juni 2023.
De rechtbank overweegt dat verdachte en de medeverdachte ieder voor het hele schadebedrag (hoofdelijk) kunnen worden aangesproken. Verdachte hoeft niet meer te betalen indien en voor zover de medeverdachte de schade heeft vergoed.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
De benadeelde partij [benadeelde 4]
De benadeelde partij [benadeelde 4] heeft in verband met de onder parketnummer 05/174692-23 feiten 5 en 6 bewezenverklaarde feiten een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 36,30 (reiskosten) aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Daarnaast heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de vordering hoofdelijk dient te worden toegewezen.
De verdediging heeft gesteld dat de schadepost staatsloten moet worden afgewezen. Ten aanzien van de schadepost reiskosten heeft de verdediging geen verweer gevoerd.
Overweging van de rechtbank
De rechtbank overweegt dat bij de omschrijving van de materiële schade op de vordering twee staatsloten à € 17,50 worden genoemd. Het bedrag van deze staatsloten is echter niet opgenomen bij het totaalbedrag van de materiële schade. De rechtbank laat deze schadepost dan ook buiten beschouwing.
Ten aanzien van de reiskosten is niet of onvoldoende gebleken dat de (materiële) schade rechtstreeks is toegebracht door de onder parketnummer 05/174692-23 feiten 5 en 6 bewezenverklaarde feiten. Daarom zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering verklaren. De benadeelde partij kan de vordering nog aan de burgerlijke rechter voorleggen.
De oplegging van de schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 2] (parketnummer 05/174693-23 feit 3 en 8)
De rechtbank overweegt dat - hoewel het slachtoffer [benadeelde 2] zich in de strafzaak tegen verdachte niet heeft gevoegd als benadeelde partij - de schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 36f Sr te allen tijde kan worden opgelegd indien en voor zover de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht, hetgeen in de onderhavige zaak het geval is. De schadevergoedingsmaatregel kan door de rechter ook worden opgelegd indien het slachtoffer geen schadevergoeding heeft gevorderd of niet in zijn vordering kan worden ontvangen. Indien sprake is van hoofdelijke aansprakelijkheid kan ook de schadevergoedingsmaatregel voor het totale schadebedrag worden opgelegd.
Hoofdelijke aansprakelijkheid bestaat indien en voor zover meerdere personen verplicht zijn tot vergoeding van dezelfde schade (art. 6:102 BW), hetgeen doorgaans het geval is indien de schade is ontstaan door onrechtmatige gedragingen van twee of meer personen. In dit geval is de rechtbank van oordeel dat verdachte en [medeverdachte] hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade van [benadeelde 2] , nu zij - zoals eerder overwogen - samen verantwoordelijk zijn voor de diefstal van haar tas en de schade dus is ontstaan door de onrechtmatige gedragingen van beiden.
De rechtbank heeft in de zaak tegen medeverdachte [medeverdachte] (05/174692-23) vastgesteld dat de schade van [benadeelde 2] in totaal € 332,40 bedraagt, zodat verdachte voor dit volledige bedrag hoofdelijk aansprakelijk is. Verdachte hoeft niet meer te betalen indien en voor zover zijn medeverdachte de schade heeft vergoed.
De rechtbank zal, gelet op het voorgaande, aan verdachte voor voornoemd bedrag ambtshalve de schadevergoedingsmaatregel opleggen tot een bedrag van in totaal € 332,40. Daarbij bepaalt de rechtbank dat verdachte over het toegewezen bedrag aan materiële schade vanaf 16 juni 2023 wettelijke rente verschuldigd is.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen:
- 14 a, 14b, 14c, 36f, 47, 57, 63, 311, 416 van het Wetboek van Strafrecht;
- 8, 9, 176 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994;
- 2 en 10 van de Opiumwet.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte niet strafbaar voor de onder parketnummer 05/174693-23 feit 7 en onder parketnummer 05/153756-23 bewezenverklaarde feiten en ontslaat verdachte voor deze feiten van alle rechtsvervolging;
 verklaart verdachte voor het overige strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
twaalf (12) maanden;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
• bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten zes (6) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren niet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
• stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
• stelt als bijzondere voorwaarden dat:
  • verdachte zich meldt bij Tactus Reclassering of een andere verslavingsreclassering. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
  • verdachte zich laat behandelen door Tactus of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt. Bij een terugval in middelengebruik of verslechtering van het psychiatrische ziektebeeld kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende opname indiceert, zal verdachte zich, na goedkeuring door de rechter, laten opnemen in een zorginstelling voor zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing in forensische zorg, bepaalt in welke zorginstelling de opname plaatsvindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt;
  • indien de reclassering het noodzakelijk acht, verdachte verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
  • verdachte zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk met een vaste structuur;
  • verdachte meewerkt aan controle van het gebruik van harddrugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
  • verdachte op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met mevrouw [medeverdachte] ( [geboortedatum 2] ) zal opnemen, zoeken of hebben, zolang het Openbaar Ministerie dit nodig vindt;
• stelt als overige voorwaarden dat:
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
 geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden en tot begeleiding van verdachte ten behoeve daarvan;
 ontzegt verdachte ten aanzien van het onder parketnummer 05/174747-23 feit 3 en feit 4 bewezen verklaarde de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van twaalf (12) maanden, waarvan zes (6) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren;
 heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur daarvan gelijk wordt aan die van de onvoorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partijen [benadeelde 3] , [benadeelde 1] en [benadeelde 4]
 veroordeelt verdachte in verband met de onder parketnummer 05/174693-23 feiten 1, 2, en 4 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partijen [benadeelde 3] en [benadeelde 1] van de volgende bedragen aan materiële schade, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de genoemde datum tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald
Benadeelde partij Bedrag Wettelijke rente

1. [benadeelde 3] € 99,64 18 juni 2023;

2. [benadeelde 1] € 236,10 16 juni 2023;

 veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partijen hebben gemaakt en de kosten die de benadeelde parten mogelijk nog moeten maken om de te noemen bedragen betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 verklaart de benadeelde partij [benadeelde 4] niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schadevergoeding;
 verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] voor het overige niet-ontvankelijk in de vorderingen tot materiële schade;
 legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat ten behoeve van de volgende benadeelde partijen de hier na te noemen bedragen aan materiële schade te betalen. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf genoemde datum tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als het bedrag niet wordt betaald, kan gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
Benadeelde partij Bedrag Gijzeling
1. [benadeelde 3] € 99,64 1 dag;
2. [benadeelde 1] € 236,10 4 dagen.
 bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partijen in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
 bepaalt dat als de medeverdachte (een deel van) het schadebedrag betaalt dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht.
De schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 2]
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 2] , een bedrag te betalen van € 332,40 aan materiële schade vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 juni 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als het bedrag van in totaal € 332,40 niet wordt betaald, kunnen 6 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt dat als de medeverdachte (een deel van) het schadebedrag betaalt dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Verkroost (voorzitter), mr. M.A. van Leeuwen en mr. L.F. Bögemann, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E. Wisseborn, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 13 december 2023.
De griffier is buiten staat dit vonnis te ondertekenen

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 1] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023283342, gesloten op 16 juli 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] namens [benadeelde 4] , p. 85-86 en de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2023.
3.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] , p. 16.
4.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2023.
5.Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 2] , p. 73-74
6.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 november 2023.
7.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] , p. 45.
8.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 2] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023188049, gesloten op 20 juli 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
9.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 3] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023282144, gesloten op 28 juni 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.