Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 28 november 2023, waar namens WSN is verschenen mevrouw [naam 1] , woonconsulente, bijgestaan door mr. H.R. Hart en waar [gedaagde partij] , zonder bijstand, is verschenen. Mr. Hart heeft het woord gevoerd aan de hand van pleitaantekeningen die zijn overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen verder is besproken.
2.De feiten
[adres+plaats] (hierna: het gehuurde). Het betreft een tinyhouse. De huurovereenkomst is, met gebruikmaking van de artikel 47a Woningwet en artikel 22a sub c van de Regeling aangegaan voor de duur van twee jaar, te weten tot
20 oktober 2023. Voorwaarde bij het sluiten van de huurovereenkomst was dat [gedaagde partij] zich zou laten begeleiden door Altijd Iemand In De Buurt, een organisatie die ambulante begeleiding biedt.
In oktober 2023 is de moeder van [gedaagde partij] overleden, hetgeen impact op hem had.
3.Het geschil
20 oktober 2023. WSN heeft het einde van deze huurovereenkomst tijdig aangezegd en [gedaagde partij] herhaaldelijk gevraagd om mee te werken aan de ontruiming van het gehuurde. [gedaagde partij] heeft het gehuurde desondanks niet verlaten en ontruimd.
4.De beoordeling
maar naar ’t Gooi moet verhuizen omdat hij daar meer kans heeft en zijn baan moet opzeggen en daar werk moet zoeken’, is gelet op de hiervoor geschetste omstandigheden vanuit sociaal maatschappelijk oogpunt onaanvaardbaar, daargelaten dat geheel niet zeker is dat [gedaagde partij] in ’t Gooi wel aansluitend voor woonruimte in aanmerking komt. Die suggestie is op geen enkele wijze onderbouwd, daargelaten dat wonen in ’t Gooi gelet op het werk geen oplossing is.
5.De beslissing
1 december 2023.