In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 21 november 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en OBVION N.V. De eiser, die samen met zijn ex-partner eigenaar was van een woning, had een hypothecaire lening afgesloten bij OBVION. De hypothecaire geldlening werd opgezegd door OBVION, omdat de eiser zonder toestemming kamers in de woning verhuurde, wat in strijd was met de hypotheekakte. De eiser vorderde in kort geding dat OBVION zou worden verboden om de woning executoriaal te verkopen en dat de executoriale veiling zou worden opgeschort. De rechtbank oordeelde dat OBVION op goede gronden de hypothecaire geldlening had opgezegd, omdat de verhuur van de kamers een schending van de overeenkomst vormde. De voorzieningenrechter concludeerde dat het belang van de eiser bij behoud van de woning niet zwaarder woog dan het belang van OBVION bij de opzegging van de lening. De vorderingen van de eiser werden afgewezen en hij werd veroordeeld in de proceskosten.