ECLI:NL:RBGEL:2023:648
Rechtbank Gelderland
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Executie kort geding ontruiming, belangenafweging en afwijzing vorderingen
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 9 februari 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [Eiser] en [Gedaagde]. [Eiser] huurt sinds 1 februari 2020 een ruimte van [Gedaagde] en is veroordeeld om deze ruimte te ontruimen op basis van een eerder verstekvonnis van 30 november 2022. [Eiser] heeft verzet aangetekend tegen dit verstekvonnis en vordert in het kort geding schorsing van de tenuitvoerlegging van het verstekvonnis, althans opschorting van de ontruiming totdat in het verzet is beslist. Hij stelt dat er sprake is van een juridische misslag en dat de belangenafweging in zijn voordeel moet uitvallen, omdat hij al lange tijd huurt en geen alternatieve woonruimte kan vinden.
[Gedaagde] daarentegen betwist de vorderingen van [Eiser] en stelt dat er meer belangen spelen, zoals die van de verhuurder en de andere huurders die overlast ervaren van [Eiser]. De kantonrechter heeft de vorderingen van [Eiser] afgewezen, omdat er geen sprake is van een misslag en het belang van [Gedaagde] bij ontruiming zwaarder weegt dan het belang van [Eiser] bij schorsing van de executie. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de overlast door [Eiser] aanhoudt en dat de belangen van de andere huurders en de verhuurder niet genegeerd kunnen worden. [Eiser] is als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten.