ECLI:NL:RBGEL:2023:6363

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
6 november 2023
Publicatiedatum
24 november 2023
Zaaknummer
C/05/426189 KG RK 23-789
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in jeugdzorgzaak

Op 6 november 2023 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoek was ingediend door een verzoekster, wonende te Ulft, die de rechter, mr. E. van Dusschoten, wilde wraken in een lopende jeugdzorgzaak betreffende de ondertoezichtstelling van haar minderjarige zoon. De verzoekster had voorafgaand aan de mondelinge behandeling op 12 oktober 2023 verzocht om apart van haar ex-partner te worden gehoord, een verzoek dat aanvankelijk was toegewezen maar later werd afgewezen vanwege roostertechnische redenen. Verzoekster voelde zich hierdoor niet serieus genomen en had het idee dat de rechter partijdig was, mede omdat haar ex-partner bij het gerechtshof werkt.

De rechtbank overwoog dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er objectieve omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar brengen. De rechtbank concludeerde dat de door verzoekster aangevoerde gronden niet voldoende waren om aan te nemen dat de rechter vooringenomen was. De klachten van verzoekster over de communicatie en de afwijzing van haar verzoek om apart gehoord te worden, werden niet als voldoende gegrond voor wraking beschouwd. De rechtbank benadrukte dat de wrakingsprocedure niet bedoeld is om de juistheid van rechterlijke beslissingen te toetsen, maar enkel om de (schijn van) vooringenomenheid van de rechter te beoordelen.

Uiteindelijk werd het wrakingsverzoek afgewezen, en de rechtbank stelde dat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel openstaat. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de voorzitter en de leden van de wrakingskamer, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK GELDERLAND, locatie Zutphen
Wrakingskamer
zaaknummer: C/05/426189 / KG RK 23-789
Beslissing van 6 november 2023
van de wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoeker],
wonende te Ulft,
hierna te noemen: verzoekster,
strekkende tot de wraking van
mr. E. van Dusschoten,
rechter in deze rechtbank,
hierna te noemen: de rechter.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 12 oktober 2023;
  • de schriftelijke reactie van de rechter van 20 oktober 2023;
  • de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling op 31 oktober 2023.
1.2.
Bij de mondelinge behandeling zijn verschenen:
  • verzoekster met haar echtgenoot [belanghebbende]
  • de rechter
  • de heer [ex-partner] .

2.Het wrakingsverzoek

2.1
Het verzoek strekt tot wraking van de rechter in de zaak met nummer C/05/416704 / ZJ RK 23-239 over de verlenging van de ondertoezichtstelling van [minderjarige zoon] (hierna te noemen: [minderjarige zoon] ), de minderjarige zoon van verzoekster.
2.2
Verzoekster heeft blijkens het proces-verbaal van het mondelinge verzoek, zoals toegelicht bij de mondelinge behandeling, het volgende aan haar verzoek ten grondslag gelegd.
Voorafgaande aan de mondelinge behandeling in de bodemzaak van 12 oktober 2023 heeft verzoekster om medische redenen verzocht om apart van haar ex-partner, [ex-partner] ), te mogen worden gehoord. Dit verzoek heeft de rechter in eerste instantie toegewezen. Toen dit echter roostertechnisch niet mogelijk bleek is alsnog één zittingsmoment bepaald. Verzoekster vindt het schokkend dat de rechter in eerste instantie het advies van haar huisarts honoreert en vervolgens via een collega van de huidige jeugdbeschermer haar verzoek om apart van Postema gehoord te mogen worden alsnog afwijst. Zij voelt zich daardoor niet serieus genomen. Daarbij speelt ook een rol wat er na de vorige zitting met haar is gebeurd. Zij heeft het idee dat de rechter haar klachten niet serieus neemt, op de stoel van de arts gaat zitten en niet weet wat er met haar aan de hand is.
2.3
De rechter heeft laten weten niet in de wraking te berusten en heeft op het verzoek gereageerd. Die reactie wordt hierna voor zover nodig besproken.

3.De beoordeling

3.1.
Vooropgesteld wordt dat een rechter alleen gewraakt kan worden als zich omstandigheden voordoen waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Daarvan is sprake als de rechter jegens een procesdeelnemer vooringenomen is of als de vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd is. Daarbij is het uitgangspunt dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn omdat hij als rechter is aangesteld. Voor het oordeel dat de rechterlijke onpartijdigheid toch schade lijdt, bestaat alleen grond in geval van bijzondere omstandigheden die een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het aannemen van (de objectief gerechtvaardigde schijn van) partijdigheid. Uit de wet volgt dat verzoekster die concrete omstandigheden moet aanvoeren en wel zodra deze aan haar bekend zijn geworden.
3.2.
Verzoekster vindt de rechter vooringenomen omdat de rechter haar verzoek om apart van [ex-partner] te mogen worden gehoord heeft afgewezen en dit niet met haar gecommuniceerd heeft maar zij dit via de jeugdbeschermer heeft vernomen. Zij voelt zich niet serieus genomen met betrekking tot haar klachten.
Bij de mondelinge behandeling heeft verzoekster daar nog aan toegevoegd dat er in het verleden veel fouten zijn gemaakt onder andere bij de dossieropbouw bij de gemeente en er sprake is van veel wisselingen bij de jeugdbeschermer. Er sprake is van een foutief dossier. Verzoekster geeft aan dat de rechter voor haar gevoel partijdig is. Zij heeft het gevoel dat meespeelt dat [ex-partner] bij het gerechtshof werkt. Daarnaast heeft zij al meerdere keren gevraagd om het advies van een onafhankelijk arts maar daar wordt niet op ingegaan. Ook heeft de rechter in het verleden verkeerde beslissingen genomen en tijdens eerdere zittingen uitspraken gedaan waardoor zij zich onheus bejegend voelt.
3.3.
De rechtbank overweegt als volgt.
Voor zover de klachten betrekking hebben op de door verzoekster gestelde fouten die gemaakt zouden zijn door de gemeente en/of door de jeugdbeschermer, zien deze niet op de partijdigheid van de rechter, zodat deze niet in de beoordeling kunnen worden betrokken.
De wet schrijft verder voor dat bij een wrakingsverzoek alle omstandigheden tegelijk worden voorgedragen. Het doel van dit voorschrift is dat onnodige vertraging wordt voorkomen. Nieuwe omstandigheden worden alleen in de beoordeling betrokken als deze pas na indiening van het verzoek aan verzoekster bekend zijn geworden.
De door verzoekster tijdens de zitting aangevoerde nadere gronden waren haar al geruime tijd bekend. Dat sprake zou zijn van de druppel die de emmer deed overlopen, zoals verzoekster stelt, maakt dit niet anders. Deze later aangevoerde gronden worden daarom niet in de beoordeling betrokken.
3.4.
De overige feiten en omstandigheden die verzoeker aan de wraking ten grondslag legt, betreffen alle inhoudelijke klachten tegen de afwijzing van haar verzoek om apart gehoord te mogen worden. De juistheid van een rechterlijke beslissing kan echter alleen worden beoordeeld als daartegen een rechtsmiddel (zoals hoger beroep) is aangewend. De wrakingsprocedure is daarvoor niet bestemd, omdat het daarin uitsluitend gaat over de (schijn van) vooringenomenheid van de rechter. Hierbij geldt – vanwege het gesloten stelsel van rechtsmiddelen – dat een rechterlijke beslissing zelf nooit grond kan vormen voor wraking. Nog daargelaten de vraag of de rechter al had besloten om het verzoek tot apart horen af te wijzen – hetgeen volgens de rechter nog niet het geval was maar waarvan verzoekster al wel uitging – heeft te gelden dat voor zover het wrakingsverzoek is gegrond op de stelling dat de rechter haar verzoek om apart gehoord te mogen worden niet had mogen afwijzen, het wrakingsverzoek alleen hierom al niet kan worden toegewezen.
3.5.
Ook de motivering van een rechterlijke beslissing kan in beginsel geen grond vormen voor wraking, zelfs niet als deze motivering onjuist, onbegrijpelijk, gebrekkig of te summier wordt geacht of ontbreekt. Dit is uitsluitend anders indien de motivering in het licht van alle omstandigheden van het geval en naar objectieve maatstaven gemeten niet anders kan worden verstaan dan als blijk van vooringenomenheid. (Hoge Raad 25 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1413). De aangevoerde grond haalt deze hoge drempel niet. De rechter heeft haar (voorgenomen) beslissing gemotiveerd door aan te geven dat het, gelet op de beperkte zittingscapaciteit van de rechter en de verschillende verhinderingen van partijen, niet mogelijk was om verzoekster en [ex-partner] apart te horen. Deze motivering – die kan worden bezien tegen de achtergrond van het feit dat de ondertoezichtstelling van [minderjarige zoon] binnenkort zou aflopen en de mondelinge behandeling daarom slechts beperkt kon worden uitgesteld – geeft geen blijk van vooringenomenheid, laat staan dat deze motivering louter zou kunnen worden verstaan als blijk van vooringenomenheid.
3.6.
Ten overvloede wordt nog het volgende overwogen. Dat de rechter de klachten van verzoekster niet serieus neemt, betreft slechts een veronderstelling en suggestie. De rechter heeft toegelicht op welke wijze zij heeft getracht rekening te houden met de klachten van verzoekster en welke beperkingen daarbij een rol hebben gespeeld. Dat de communicatie vanuit de rechtbank ten aanzien van het verzoek om apart te mogen worden gehoord beter had gekund moge zo zijn. Dit maakt echter nog niet dat de rechter vooringenomen is.
3.7.
Het verzoek wordt om deze reden afgewezen.

4.De beslissing

De wrakingskamer van de rechtbank:
- wijst het verzoek tot wraking af.
Deze beslissing is gegeven door mr. E. Schippers, voorzitter, mr. R.M.H. Pennings en
mr. S Boot, leden in tegenwoordigheid van de griffier [griffier] en in openbaar uitgesproken op 6 november 2023.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.