Op 6 november 2023 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoek was ingediend door een verzoekster, wonende te Ulft, die de rechter, mr. E. van Dusschoten, wilde wraken in een lopende jeugdzorgzaak betreffende de ondertoezichtstelling van haar minderjarige zoon. De verzoekster had voorafgaand aan de mondelinge behandeling op 12 oktober 2023 verzocht om apart van haar ex-partner te worden gehoord, een verzoek dat aanvankelijk was toegewezen maar later werd afgewezen vanwege roostertechnische redenen. Verzoekster voelde zich hierdoor niet serieus genomen en had het idee dat de rechter partijdig was, mede omdat haar ex-partner bij het gerechtshof werkt.
De rechtbank overwoog dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er objectieve omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar brengen. De rechtbank concludeerde dat de door verzoekster aangevoerde gronden niet voldoende waren om aan te nemen dat de rechter vooringenomen was. De klachten van verzoekster over de communicatie en de afwijzing van haar verzoek om apart gehoord te worden, werden niet als voldoende gegrond voor wraking beschouwd. De rechtbank benadrukte dat de wrakingsprocedure niet bedoeld is om de juistheid van rechterlijke beslissingen te toetsen, maar enkel om de (schijn van) vooringenomenheid van de rechter te beoordelen.
Uiteindelijk werd het wrakingsverzoek afgewezen, en de rechtbank stelde dat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel openstaat. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de voorzitter en de leden van de wrakingskamer, in aanwezigheid van de griffier.