In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, gedateerd 23 november 2023, heeft de rechtbank zich gebogen over een aantal verzetzaken die door opposante zijn ingesteld tegen eerdere beslissingen van de rechtbank. Opposante had beroep ingesteld tegen mededelingen van verrekening van de Belastingdienst, maar de rechtbank had zich eerder onbevoegd verklaard om deze beroepen te behandelen. De rechtbank oordeelt dat het recht om in verzet te worden gehoord geen absoluut recht is en dat het instellen van verzet in deze gevallen evident kansloos is. De rechtbank heeft vastgesteld dat opposante op de hoogte is van het feit dat de beslissingen waartegen zij verzet aantekent niet voor bezwaar en beroep vatbaar zijn. Het volharden in dergelijke verzoeken wordt door de rechtbank gekwalificeerd als misbruik van recht.
De rechtbank heeft de verzetzaken op 6 september 2023 behandeld, waarbij opposante en haar gemachtigde aanwezig waren. De rechtbank heeft overwogen dat de gronden van opposante tegen de verrekening niet kunnen leiden tot een ander oordeel dan in de eerdere uitspraak van 15 juni 2022. De rechtbank heeft zich onbevoegd verklaard met betrekking tot het verzoek om immateriële schadevergoeding, omdat dit geschil niet aan de belastingrechter, maar aan de burgerlijke rechter moet worden voorgelegd. De rechtbank heeft uiteindelijk het verzet in alle genoemde zaaknummers ongegrond verklaard, waardoor de eerdere buiten-zittinguitspraak in stand blijft.