ECLI:NL:RBGEL:2023:6341

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
23 november 2023
Publicatiedatum
23 november 2023
Zaaknummer
C/05/426485 / KG ZA 23-377
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over splitsing van patiëntenbestand na ontbinding van maatschap tussen tandarts en mondhygiëniste

In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, betreft het een kort geding tussen een tandarts en een mondhygiëniste die samenwerkten in een maatschap. De maatschap is ontbonden en de partijen zijn in geschil over de verdeling van het patiëntenbestand dat in een gezamenlijk automatiseringssysteem is verwerkt. De tandarts vordert dat de mondhygiëniste instemt met een splitsing van het patiëntenbestand, zodat elk van hen de gegevens van hun eigen patiënten kan behouden. De mondhygiëniste betwist deze vordering en stelt dat het patiëntenbestand niet gesplitst hoeft te worden, omdat beide partijen recht hebben op een duplicaat van het volledige bestand.

De voorzieningenrechter oordeelt dat het patiëntenbestand geen onderdeel uitmaakt van het maatschapsvermogen en dat de patiënten toebehoren aan de eenmanszaken van de partijen, afhankelijk van wie hen heeft behandeld. Dit betekent dat de patiëntgegevens moeten worden gesplitst en verstrekt aan de eenmanszaak van de partij die de betreffende patiënt heeft behandeld. De vorderingen van de tandarts worden toegewezen, en de mondhygiëniste wordt veroordeeld om binnen twee werkdagen aan Vertimart te laten weten dat zij instemt met de voorgestelde splitsing van het patiëntenbestand. Tevens wordt de mondhygiëniste veroordeeld tot betaling van de helft van de kosten voor de uitvoering van deze splitsing en de proceskosten.

De uitspraak benadrukt het belang van de afstemmingsregel, waarbij de voorzieningenrechter zich baseert op eerdere uitspraken van de rechtbank in de bodemprocedure. De rechter concludeert dat de patiënten niet voor verdeling in aanmerking komen, omdat zij al toebehoren aan de eenmanszaken van de partijen. De zaak illustreert de juridische complicaties rondom de verdeling van patiëntgegevens na de ontbinding van een maatschap en de noodzaak om te voldoen aan de AVG-regelgeving.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/426485 / KG ZA 23-377
Vonnis in kort geding van 23 november 2023
in de zaak van
[eis.conv./verw.reconv.],
h.o.d.n. [handelsnaam eiser] ,
wonende te [plaats] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaten mr. T. van Malssen en mr. M. Hengeveld te Nijmegen,
tegen
[ged.conv./eis.reconv.],
h.o.d.n. [handelsnaam gedaagde] ,
wonende te [plaats] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. J.C.T. Papeveld te Waalwijk.
Partijen zullen hierna [eis.conv./verw.reconv.] en [ged.conv./eis.reconv.] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 1 november 2023 met producties 1 tot en met 11,
  • de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie met producties 1 tot en met 19,
  • de mondelinge behandeling, gehouden op 9 november 2023,
  • de pleitnota van [eis.conv./verw.reconv.]
  • de pleitnota van [ged.conv./eis.reconv.] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eis.conv./verw.reconv.] is sinds 28 februari 2005 werkzaam als tandarts in haar eenmanszaak [handelsnaam eiser] . [ged.conv./eis.reconv.] is sinds 1 december 2005 werkzaam als mondhygiëniste in haar eenmanszaak [handelsnaam gedaagde] . [eis.conv./verw.reconv.] en [ged.conv./eis.reconv.] werken sinds augustus 2012 samen en hebben op 1 januari 2013 de maatschap ‘ [maatschap] ’ (hierna: de maatschap) opgericht. De maatschap is gevestigd aan de [adres + plaats] .
2.2.
[eis.conv./verw.reconv.] en [ged.conv./eis.reconv.] hebben op 1 februari 2013 een ‘overeenkomst van samenwerking kostenmaatschap [maatschap] ’ ondertekend. Daarin is onder meer het volgende bepaald:
In aanmerking nemende:
 Dat partijen hun te [plaats] gevestigde [handelsnaam eiser] (partij 1) en [handelsnaam gedaagde] (partij 2) in samenwerking willen uitoefenen op locatie [locatie] te [plaats] ;
(…)
 Dat het uitgangspunt van partijen een zuivere kostenmaatschap is;
(…)
2.3.
De gegevens van de patiënten van [eis.conv./verw.reconv.] en [ged.conv./eis.reconv.] zijn verwerkt in een gezamenlijk aangeschaft automatiseringssysteem van Vertimart Consultants B.V. (hierna: Vertimart).
2.4.
In een eerdere bodemprocedure tussen partijen over de beëindiging van hun samenwerking heeft de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, in het vonnis van 30 augustus 2023 voor zover van belang het volgende overwogen ten aanzien van het patiëntenbestand:
5.9. (…)
[ged.conv./eis.reconv.] meent dat zij aanspraak kan maken op een vergoeding voor overname van het patiëntenbestand door [eis.conv./verw.reconv.] , omdat volgens [ged.conv./eis.reconv.] het patiëntenbestand in het maatschapsvermogen valt. [eis.conv./verw.reconv.] vordert juist een verklaring voor recht dat het patiëntenbestand geen verdeling behoeft.
5.10.
De rechtbank overweegt als volgt. Het patiëntenbestand is een geautomatiseerd systeem waarin alle patiënten zijn opgenomen die in de praktijken van [ged.conv./eis.reconv.] en [eis.conv./verw.reconv.] worden behandeld. Het patiëntenbestand is geen onderdeel van het maatschapsvermogen, omdat niet de maatschap de patiënten bedient, maar de eenmanszaken van [ged.conv./eis.reconv.] en [eis.conv./verw.reconv.] . Het patiëntenbestand is in feite (slechts) een digitaal middel om alle patiënten van beide praktijken geautomatiseerd en centraal te kunnen bedienen. Dat digitale systeem heeft op zichzelf geen betekenis ten aanzien van de vraag of die patiënten in de maatschap zijn ingebracht en wie de ‘eigendom’ heeft over die patiënten. De patiënten horen thuis bij de beide praktijken; in voorkomende gevallen zijn patiënten bij beide praktijken patiënt en in andere gevallen bij één van beide praktijken. De omzet die met de patiënten wordt gegenereerd valt in de eenmanszaken van partijen en niet in de maatschap. Er is gesteld noch gebleken dat er vlijt of arbeid in de maatschap is ingebracht. Dat betekent dat het patiëntenbestand niet voor verdeling in aanmerking komt; het behoort beide eenmanszaken al toe. Van een overname en/of een vergoedingsverplichting kan dan ook geen sprake zijn. De vordering van [eis.conv./verw.reconv.] strekkende tot een verklaring voor recht dat het patiëntenbestand geen verdeling behoeft zal daarom worden toegewezen.
2.5.
In het dictum van het vonnis van 30 augustus 2023 is onder meer voor zover van belang:
de maatschap ontbonden wegens gewichtige redenen per datum vonnis (6.3.),
voor recht verklaard dat de patiëntenbestanden van [ged.conv./eis.reconv.] en [eis.conv./verw.reconv.] geen verdeling behoeven (6.8
.),
[ged.conv./eis.reconv.] geboden om uiterlijk 31 december 2023 het bedrijfspand te verlaten, (6.9b),
[ged.conv./eis.reconv.] geboden om binnen zeven dagen na het vonnis mee te werken aan beëindiging van de softwarelicentie bij Vertimart, uiterlijk per 31 december 2023, door medeondertekening van een gezamenlijk opzeggingsbericht (6.9f).
2.6.
[eis.conv./verw.reconv.] en [ged.conv./eis.reconv.] hebben kort na het vonnis van de rechtbank Gelderland van 30 augustus 2023 gezamenlijk de softwarelicentie bij Vertimart opgezegd tegen 31 december 2023.
2.7.
Op 27 oktober 2023 heeft [ged.conv./eis.reconv.] e-mails gestuurd naar alle patiënten van de maatschap, waarin zij onder meer heeft meegedeeld dat [maatschap] per 31 december 2023 zal ophouden te bestaan en dat zij haar [handelsnaam gedaagde] ‘ [ged.conv./eis.reconv.] ’ per die datum zal verhuizen naar de [adres + plaats] , binnen de praktijk van [belanghebbende 1] .
2.8.
In reactie op de onder 2.7. vermelde e-mail heeft de maatschap op 27 oktober 2023 een e-mail ontvangen van een patiënt, waarin wordt gevraagd of de verhuismededeling alleen betrekking had op de mondhygiënistes of ook op de [handelsnaam eiser] . Nadat in reactie hierop door [eis.conv./verw.reconv.] bij e-mail van 30 oktober 2023 is meegedeeld dat de verhuismededeling alleen betrekking had op de mondhygiëne praktijk en niet op de [handelsnaam eiser] , heeft de betreffende patiënt gevraagd of er dan wel weer een mondhygiëniste op de [adres maatschap] komt omdat hij graag bij één praktijk wil blijven. Daarop heeft [eis.conv./verw.reconv.] hem geantwoord dat de mondzorg (ook na de verhuizing van [ged.conv./eis.reconv.] ) volledig op de [adres maatschap] uitgevoerd zal kunnen worden.
2.9.
In reactie op de onder 2.7. vermelde e-mail heeft de maatschap op 28 oktober 2023 tevens een e-mail ontvangen van een andere patiënt, die haar verbazing uit over het feit dat ze een e-mail ontvangt van [ged.conv./eis.reconv.] , terwijl zij nooit patiënt is geweest bij [ged.conv./eis.reconv.] . De betreffende patiënt deelt mee dat zij er vanuit gaat dat [ged.conv./eis.reconv.] alleen de gegevens van haar eigen patiënten mag meenemen in het kader van de AVG.
2.10.
Op 28 oktober 2023 heeft [eis.conv./verw.reconv.] e-mails gestuurd naar alle patiënten van de maatschap, waarin zij onder meer heeft vermeld dat haar praktijk medio 2024 zal worden uitgebreid met een mondhygiënist.
2.11.
Bij e-mail van 1 november 2023 heeft Vertimart [eis.conv./verw.reconv.] het volgende bericht.
(…) Naar aanleiding van ons contact zojuist hierbij nogmaals de mogelijkheden omtrent de afsplitsing:
1. Eén van beiden blijft met hoofdlicentie werken, hierbij worden de patiënten, waarop alléén een verrichting door de ander is ingevoerd inactief gemaakt. De ander ontvangt een nieuwe licentie met hierin haar patiënten afgesplitst op basis van verrichtingen invoer.
2. De database wordt gedupliceerd:
In de database van [ged.conv./eis.reconv.] kunnen we dan de patiënten waarbij zij GEEN verrichting op heeft ingevoerd op inactief zetten.
In de database van [eis.conv./verw.reconv.] kunnen we dan de patiënten waarbij zij GEEN verrichting op heeft ingevoerd op inactief zetten.
Er zal dan een groep patiënten overblijven waarbij [ged.conv./eis.reconv.] en [eis.conv./verw.reconv.] GEEN verrichting op heeft ingevoerd. Deze kunnen we actief houden in beide databases.
3. Beide ontvangen een nieuwe database op basis van verrichtingen:
In de database van [ged.conv./eis.reconv.] (…) plaatsen we alleen patiënten waarop zij WEL een verrichting heeft ingevoerd.
In de database van [eis.conv./verw.reconv.] (…) plaatsen we alleen patiënten waarop zij WEL een verrichting heeft ingevoerd.
Er zal dan een groep patiënten overblijven waarbij [ged.conv./eis.reconv.] en [eis.conv./verw.reconv.] GEEN verrichting op heeft ingevoerd. Deze worden aan allebei de databases toegevoegd.
Houdt er wel rekening mee dat jullie ook moeten voldoen aan de bewaarplicht voor patiëntgegevens, alle patiënten zullen dus onderverdeeld moeten worden.
Dit zijn de verschillende opties die we kunnen bieden, wij hopen dat jullie samen tot een goed besluit kunnen komen.
Wij zijn verder geen partij in deze, beide partijen dienen overeenstemming te hebben bereikt of d.m.v. een gerechtelijke uitspraak tot een besluit te komen waarbij de splitsing wel technisch haalbaar moet zijn.
2.12.
Bij e-mail van 1 november 2023 11:52 uur heeft Vertimart [eis.conv./verw.reconv.] het volgende bericht.
Zoals zojuist telefonisch besproken hierbij de kosten voor optie 3.
De kosten voor de splitsing (conversie) bedragen € 1.495,00 ex BTW. Dit bedrag kunnen we delen door 2 ( [eis.conv./verw.reconv.] en [ged.conv./eis.reconv.] ).
De kosten per persoon voor een nieuwe/schone Exquise licentie bedragen € 995,00 ex BTW. We zien graag jullie akkoord.

3.Het geschil in conventie

3.1.
[eis.conv./verw.reconv.] vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
[ged.conv./eis.reconv.] gebiedt om binnen een dag na het vonnis aan Vertimart te laten weten onverkort in te stemmen met de in de e-mail van Vertimart van 1 november 2023 als Optie 3 voorgestelde oplossing ten aanzien van het patiëntenbestand, op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 voor iedere dag dat [ged.conv./eis.reconv.] met de nakoming van dit gebod in gebreke blijft, althans met de bepaling dat de uitspraak in de plaats treedt van instemming van [ged.conv./eis.reconv.] als zij met de geboden instemming in gebreke blijft;
[ged.conv./eis.reconv.] veroordeelt tot betaling van de helft van de kosten die moeten worden gemaakt:
- ter uitvoering door Vertimart van de in de e-mail van 1 november 2023 als Optie 3 genoemde oplossing ten aanzien van het patiëntenbestand (waarbij de helft bedraagt: € 747,50, te vermeerderen met de btw over dit bedrag), en
- voor het creëren van de twee nieuwe softwarelicenties (waarbij de helft bedraagt: € 995,00, te vermeerderen met de btw over dit bedrag);
3) [ged.conv./eis.reconv.] veroordeelt in de proceskosten.
3.2.
[ged.conv./eis.reconv.] voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijk verklaring van [eis.conv./verw.reconv.] , dan wel afwijzing van haar vorderingen met veroordeling van [eis.conv./verw.reconv.] in de proceskosten.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.Het geschil in reconventie

4.1.
[ged.conv./eis.reconv.] vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
primair
1. [eis.conv./verw.reconv.] gebiedt om binnen een dag na het te wijzen vonnis aan Vertimart per e-mail de opdracht te geven om op een zo kort mogelijke termijn, uiterlijk op 31 december 2023, de database met alle patiëntgegevens zoals aanwezig op de huidige softwarelicentie van de Maatschap, te dupliceren en over te zetten op een nieuwe softwarelicentie op naam van de ene maat, primair [eis.conv./verw.reconv.] , althans subsidiair [ged.conv./eis.reconv.] , alsmede om (zoveel mogelijk) gelijktijdig de huidige softwarelicentie van de Maatschap op naam van (uitsluitend) de andere maat, zijnde primair [ged.conv./eis.reconv.] , althans subsidiair [eis.conv./verw.reconv.] , over te zetten;
2. [eis.conv./verw.reconv.] veroordeelt tot het onder 1 bepaalde, op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 voor iedere dag dat [eis.conv./verw.reconv.] met de nakoming van dit gebod in gebreke blijft, althans subsidiair met de bepaling dat de uitspraak in de plaats treedt van instemming van [eis.conv./verw.reconv.] als zij met de geboden instemming in gebreke blijft;
subsidiair
3. [eis.conv./verw.reconv.] gebiedt om binnen een dag na het te wijzen vonnis aan Vertimart per e-mail de opdracht te geven om op een zo kort mogelijke termijn, uiterlijk op 31 december 2023, de database met alle patiëntgegevens zoals aanwezig op de huidige softwarelicentie van de Maatschap, te dupliceren en over te zetten op twee nieuwe softwarelicenties, één op naam van [eis.conv./verw.reconv.] en één op naam van [ged.conv./eis.reconv.] ;
4. [eis.conv./verw.reconv.] veroordeelt tot het onder 3 bepaalde, op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 voor iedere dag dat [eis.conv./verw.reconv.] met de nakoming van dit gebod in gebreke blijft, althans subsidiair met de bepaling dat de uitspraak in de plaats treedt van instemming van [eis.conv./verw.reconv.] als zij met de geboden instemming in gebreke blijft;
meer subsidiair
5. [eis.conv./verw.reconv.] gebiedt om binnen een dag na het te wijzen vonnis aan Vertimart per e-mail de opdracht te geven om op een zo kort mogelijke termijn, uiterlijk op 31 december 2023, de database met de patiëntgegevens voor zover die bestaan uit contactgegevens, adresgegevens en geboortedata, zoals aanwezig op de huidige softwarelicentie van de Maatschap, te dupliceren en over te zetten op twee nieuwe softwarelicenties, één op naam van [eis.conv./verw.reconv.] en één op naam van [ged.conv./eis.reconv.] , althans om deze gegevens op enige andere wijze te verstrekken aan [eis.conv./verw.reconv.] en [ged.conv./eis.reconv.] ;
6. [eis.conv./verw.reconv.] gebiedt om binnen een dag na het te wijzen vonnis aan Vertimart per e-mail de opdracht te geven om op een zo kort mogelijke termijn, uiterlijk op 31 december 2023, de database met de patiëntgegevens voor zover die bestaan uit andere gegevens dan contactgegevens, adresgegevens en geboortedata, zoals aanwezig op de huidige softwarelicentie van de Maatschap, af te splitsen op basis van verrichtingsniveau en over te zetten op twee nieuwe softwarelicenties, één op naam van [eis.conv./verw.reconv.] en één op naam van [ged.conv./eis.reconv.] , waarbij ieder de gegevens krijgt toebedeeld van patiënten waarop zij in het systeem van Vertimart verrichtingen hebben ingevoerd, althans om de volledige database te splitsen op basis van verrichtingsniveau en over te zetten op twee nieuwe softwarelicenties, één op naam van [eis.conv./verw.reconv.] en één op naam van [ged.conv./eis.reconv.] , onder de voorwaarde dat voorafgaand aan de afsplitsing door Vertimart uitvoering is gegeven aan het onder 5 bepaalde;
7. [eis.conv./verw.reconv.] gebiedt om binnen een dag na het te wijzen vonnis aan Vertimart per e-mail de opdracht te geven om op een zo kort mogelijke termijn, uiterlijk op 31 december 2023, de database met de patiëntgegevens van patiënten op wie zowel [eis.conv./verw.reconv.] als [ged.conv./eis.reconv.] geen verrichtingen hebben ingevoerd in het systeem van Vertimart, te dupliceren en over te zetten op twee nieuwe softwarelicenties, één op naam van [eis.conv./verw.reconv.] en één op naam van [ged.conv./eis.reconv.] ;
8. [eis.conv./verw.reconv.] veroordeelt tot het onder 5 t/m 7 bepaalde, op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 voor iedere dag dat [eis.conv./verw.reconv.] met de nakoming van dit gebod in gebreke blijft, althans subsidiair met de bepaling dat de uitspraak in de plaats treedt van instemming van [eis.conv./verw.reconv.] als zij met de geboden instemming in gebreke blijft;
uiterst subsidiair
9. [eis.conv./verw.reconv.] gebiedt om mee te werken aan een door de voorzieningenrechter in goede justitie te nemen beslissing, teneinde de patiëntgegevens zoals aanwezig op de softwarelicentie van de Maatschap bij Vertimart, deels of geheel te dupliceren en/of af te splitsen op twee licenties op naam van [eis.conv./verw.reconv.] en [ged.conv./eis.reconv.] ;
10. [eis.conv./verw.reconv.] veroordeelt tot het onder 9 bepaalde, op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 voor iedere dag dat [eis.conv./verw.reconv.] met de nakoming van dit gebod in gebreke blijft, althans subsidiair met de bepaling dat de uitspraak in de plaats treedt van instemming van [eis.conv./verw.reconv.] als zij met de geboden instemming in gebreke blijft;
zowel primair, subsidiair, meer subsidiair als uiterst subsidiair
11. [eis.conv./verw.reconv.] veroordeelt tot betaling van de helft van de kosten die worden gemaakt door Vertimart voor het dupliceren van de database, alsmede het creëren van één of twee nieuwe softwarelicenties, althans voor enige andere te verrichten werkzaamheden;
12. [eis.conv./verw.reconv.] veroordeelt in de proceskosten.
4.2.
[eis.conv./verw.reconv.] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [ged.conv./eis.reconv.] .
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling in conventie en in reconventie

5.1.
Gelet op de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie zullen deze hierna gezamenlijk worden behandeld.
5.2.
Het spoedeisend belang van partijen bij de vorderingen in conventie en in reconventie vloeit voldoende uit hun stellingen voort.
5.3.
Kern van het geschil betreft de vraag wat er moet gebeuren met het patiëntenbestand van de inmiddels ontbonden maatschap, nu de softwarelicentie bij Vertimart is opgezegd tegen 31 december 2023.
5.4.
[eis.conv./verw.reconv.] stelt zich op het standpunt dat [ged.conv./eis.reconv.] is gehouden om in te stemmen met de splitsing van het patiëntenbestand, zoals vermeld als optie 3 in de e-mail van Vertimart van 1 november 2023 (r.o. 2.11.). Deze wijze van splitsing zal ertoe leiden dat [eis.conv./verw.reconv.] en [ged.conv./eis.reconv.] elk een nieuwe database ontvangen, waarin alleen patiënten zijn geplaatst, bij wie zij zelf verrichtingen hebben uitgevoerd. De patiënten waarbij door geen van beide verrichtingen zijn uitgevoerd, zullen aan de database van zowel [eis.conv./verw.reconv.] als [ged.conv./eis.reconv.] worden toegevoegd.
5.5.
[ged.conv./eis.reconv.] voert verweer tegen de door [eis.conv./verw.reconv.] voorgestelde splitsing van het patiëntenbestand. Zij stelt zich op het standpunt dat het patiëntenbestand niet gesplitst hoeft te worden. Volgens [ged.conv./eis.reconv.] hebben beide partijen recht op een duplicaat van het volledige patiëntenbestand. [ged.conv./eis.reconv.] baseert zich – kort gezegd – op het vonnis van de rechtbank van 30 augustus 2023, waaruit volgens haar volgt dat het patiëntenbestand toebehoort aan de beide eenmanszaken en daarom niet voor verdeling in aanmerking komt.
5.6.
Vooropgesteld wordt dat de rechtbank bij eindvonnis van 30 augustus 2023 in de bodemprocedure tussen [eis.conv./verw.reconv.] en [ged.conv./eis.reconv.] heeft geoordeeld dat het patiëntenbestand geen onderdeel uitmaakt van het maatschapsvermogen en dat het patiëntenbestand daarom niet voor verdeling in aanmerking komt. Ten tijde van de mondelinge behandeling in de onderhavige kortgedingprocedure was er (nog) geen hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.
5.7.
Op grond van vaste jurisprudentie moet de voorzieningenrechter, die over een voorlopige voorziening beslist, nadat de bodemrechter al een vonnis in de hoofdzaak heeft gewezen, in beginsel zijn vonnis afstemmen op het oordeel van die bodemrechter (o.a.
HR 7 januari 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP0015 en HR 19 mei 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA5870). Dit beginsel geldt ongeacht of dit oordeel is gegeven in een tussenvonnis of in een eindvonnis, in de overwegingen of in het dictum van een vonnis, en ongeacht of het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan.
Toepassing van de hiervoor genoemde afstemmingsregel brengt met zich dat de voorzieningenrechter in dit kort geding aansluiting moet zoeken bij hetgeen de rechtbank over het patiëntenbestand heeft overwogen. Voor een eigen of andere beoordeling van de geschilpunten tussen partijen is in dit kort geding geen plaats. Het nemen van een voorschot op de uitkomst van een eventueel in te stellen hoger beroep, is dan ook niet aan de orde.
Hoewel uitzonderingen op de afstemmingsregel mogelijk zijn, onder meer als het bodemvonnis klaarblijkelijk op een misslag berust terwijl de beslissing op een aangewend rechtsmiddel niet kan worden afgewacht, is niet gesteld of gebleken dat er in déze zaak omstandigheden zijn die aanleiding geven de afstemmingsregel buiten toepassing te laten.
5.8.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter volgt uit het vonnis van de rechtbank van 30 augustus 2023 dat het patiëntenbestand geen onderdeel uitmaakt van het maatschapsvermogen en dat de patiënten behoren tot de eenmanszaak van de maat door wie ze worden behandeld. Uit dat vonnis kan niet worden opgemaakt dat er naast het maatschapsvermogen en het vermogen in ieders eenmanszaak afzonderlijk nóg een gezamenlijk vermogen van partijen bestaat. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter trekt [ged.conv./eis.reconv.] onjuiste conclusies uit de zin;
“Dat betekent dat het patiëntenbestand niet voor verdeling in aanmerking komt; het behoort beide eenmanszaken al toe”in r.o. 5.10 van het vonnis van 30 augustus 2023. Daaruit kan niet worden opgemaakt dat het gehele patiëntenbestand aan beide eenmanszaken gezamenlijk toebehoort. De rechtbank overweegt immers ook in voormelde r.o. 5.10:
“De patiënten horen thuis bij de beide praktijken; in voorkomende gevallen zijn patiënten bij beide praktijken patiënt en in andere gevallen bij één van beide praktijken”en direct na de zin:
“Dat betekent dat het patiëntenbestand niet voor verdeling in aanmerking komt; het behoort beide eenmanszaken al toe”staat in die overweging
“Van een overname en/of een vergoedingsverplichting kan dan ook geen sprake zijn”.Het (geautomatiseerde) patiëntenbestand is in feite (slechts) een digitaal middel om alle patiënten van beide praktijken (eenmanszaken) geautomatiseerd en centraal te kunnen bedienen, aldus de rechtbank.
Dat betekent naar het oordeel van de voorzieningenrechter dat het vonnis van de rechtbank zo moet worden gelezen dat er een groep patiënten is die tot de eenmanszaak van [eis.conv./verw.reconv.] behoort, namelijk de groep patiënten die alleen door de tandarts is behandeld, dat er een groep patiënten is die tot de eenmanszaak van [ged.conv./eis.reconv.] behoort, namelijk de groep patiënten die alleen door de mondhygiëniste is behandeld, en dat er daarnaast een groep patiënten is die tot beide (afzonderlijke) eenmanszaken behoort, namelijk de groep patiënten die zowel door de tandarts als door de mondhygiëniste is behandeld. Tot slot is er nog een groep patiënten die niet (meer) in behandeling is bij de tandarts en/of de mondhygiëniste of nooit is geweest. Ter zitting heeft [eis.conv./verw.reconv.] toegelicht dat deze laatste groep een relatief kleine groep betreft – 20 tot 30 patiënten – en dat de gegevens van deze patiënten alleen nog in het digitale bestand staan vanwege de bewaarplicht voor patiëntgegevens. [ged.conv./eis.reconv.] heeft dat niet, althans onvoldoende weersproken.
5.9.
Nu de maatschap is ontbonden, dienen de patiëntgegevens uit het (geautomatiseerde) patiëntenbestand thans feitelijk te worden gesplitst en verstrekt aan de eenmanszaak van de partij, die de betreffende patiënt heeft behandeld, en indien de patiënt door beide eenmanszaken van partijen is behandeld aan beide eenmanszaken. Dat betekent dat de vorderingen van [ged.conv./eis.reconv.] in reconventie niet kunnen worden toegewezen, omdat [ged.conv./eis.reconv.] in dat geval zou kunnen beschikken over patiëntgegevens van patiënten die alleen tot de eenmanszaak van [eis.conv./verw.reconv.] behoren. Dat de patiënten toestemming hebben gegeven aan de maatschap voor het opnemen van hun persoonsgegevens, zoals door [ged.conv./eis.reconv.] is aangevoerd, maakt dat niet anders. Dat leidt niet zonder meer tot de conclusie dat deze patiënten ook toestemming hebben gegeven aan de eenmanszaak, waar zij niet zijn behandeld.
5.10.
Hetgeen partijen overigens hebben aangevoerd, in het bijzonder ten aanzien van de AVG, is in het kader van deze beoordeling niet relevant en behoeft daarom geen bespreking.
Ook een belangenafweging leidt niet tot een andere uitkomst.
5.11.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de vorderingen van [eis.conv./verw.reconv.] in conventie zullen worden toegewezen. De voorzieningenrechter ziet wel aanleiding om de gevorderde termijn van één dag te verlengen in twee werkdagen na dit vonnis, waarbinnen [ged.conv./eis.reconv.] aan Vertimart kenbaar moet maken dat zij instemt met de in de e-mail van Vertimart van 1 november 2023 als optie 3 voorgestelde oplossing. De voorzieningenrechter ziet tevens aanleiding om de gevorderde dwangsom te matigen tot € 1.000,00 voor iedere dag dat [ged.conv./eis.reconv.] met de nakoming hiervan in gebreke blijft, tot een maximum van € 50.000,00 is bereikt. De vordering om [ged.conv./eis.reconv.] te veroordelen tot betaling van de helft van de nog te maken kosten voor – kort gezegd – de uitvoering van ‘Optie 3’ en het creëren van twee nieuwe softwarelicenties, is ook toewijsbaar. [ged.conv./eis.reconv.] heeft hiertegen geen verweer gevoerd en heeft bovendien de hoogte van de kosten niet betwist.
5.12.
De voorzieningenrechter merkt nog op dat partijen ter zitting hebben verklaard dat zij voornemens zijn om in onderling overleg afspraken te maken over het behoud van het bestand met de volledige patiëntgegevens ná 1 januari 2024, mogelijk door het - al dan niet in overleg met Vertimart – laten maken (en bewaren) van een back-up door een derde partij (mogelijk Vertimart) van het huidige volledige patiëntenbestand in afwachting van de beslissing in een (eventueel nog in te stellen) hoger beroepsprocedure.
5.13.
[ged.conv./eis.reconv.] zal, als de in het ongelijk gestelde partij in conventie, in de proceskosten (inclusief nakosten) worden veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van [eis.conv./verw.reconv.] in conventie worden begroot op:
- explootkosten € 109,92
- griffierecht 314,00
- salaris advocaat 1.079,00
- nakosten
173,00(plus verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 1.675,92.
5.14.
Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen zullen de vorderingen van [ged.conv./eis.reconv.] in reconventie worden afgewezen. [ged.conv./eis.reconv.] zal, als de in het ongelijk gestelde partij in reconventie, eveneens in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eis.conv./verw.reconv.] in reconventie worden begroot op salaris advocaat € 539,50 (0,5 × tarief € 1.079,00)

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
6.1.
gebiedt [ged.conv./eis.reconv.] om binnen twee werkdagen na dagtekening van dit vonnis aan Vertimart te laten weten onverkort in te stemmen met de in de e-mail van Vertimart van
1 november 2023 als Optie 3 voorgestelde oplossing ten aanzien van het patiëntenbestand,
6.2.
veroordeelt [ged.conv./eis.reconv.] om aan [eis.conv./verw.reconv.] een dwangsom te betalen van € 1.000,00 voor iedere dag dat zij niet aan de in 6.1. uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 50.000,00 is bereikt,
6.3.
veroordeelt [ged.conv./eis.reconv.] tot betaling van de helft van de kosten die moeten worden gemaakt:
ter uitvoering door Vertimart van de in de e-mail van 1 november 2023 als Optie 3 genoemde oplossing ten aanzien van het patiëntenbestand (waarbij de helft bedraagt: € 747,50, te vermeerderen met de btw over dit bedrag) en
voor het creëren van twee nieuwe softwarelicenties (waarbij de helft bedraagt: € 995,00, te vermeerderen met de btw over dit bedrag),
6.4.
veroordeelt [ged.conv./eis.reconv.] in de proceskosten van € 1.675,92, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [ged.conv./eis.reconv.] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [ged.conv./eis.reconv.] € 90,00 extra betalen, plus de kosten van betekening,
6.5.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
6.6.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
6.7.
wijst de vorderingen van [ged.conv./eis.reconv.] af,
6.8.
veroordeelt [ged.conv./eis.reconv.] in de proceskosten van € 539,50,
6.9.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J. Peerdeman en in het openbaar uitgesproken op 23 november 2023.
EH