In deze zaak vorderen eisers, [eiser sub 1] en [eiser sub 2], schadevergoeding van gedaagde, [gedaagde], in verband met gebreken in de uitvoering van een aannemingsovereenkomst voor de verbouwing van hun woningen. De rechtbank Gelderland heeft op 1 november 2023 een tussenuitspraak gedaan. De eisers hebben in 2020 een aannemingsovereenkomst gesloten met gedaagde voor een verbouwing, maar de werkzaamheden zijn niet tijdig en niet volledig uitgevoerd. Eisers hebben gedaagde in gebreke gesteld, maar gedaagde heeft geen gehoor gegeven. De rechtbank oordeelt dat gedaagde tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst en in verzuim is geraakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers schade hebben geleden door het niet uitgevoerde werk en dat gedaagde aansprakelijk is voor deze schade. De rechtbank heeft eisers in de gelegenheid gesteld om hun schade nader te onderbouwen en beslagstukken in het geding te brengen. De zaak is verwezen naar de rol voor het nemen van een akte door eisers, waarna gedaagde kan reageren. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan in afwachting van deze aktes.