ECLI:NL:RBGEL:2023:6240

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
14 november 2023
Publicatiedatum
14 november 2023
Zaaknummer
418901
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige uitlatingen door VvE in notulen van ALV en vordering tot rectificatie

In deze zaak vorderden eisers, [eiser 1] en [eiser 2], rectificatie van onrechtmatige uitlatingen die door de VvE De Witte Berken in de notulen van de algemene ledenvergadering (ALV) van 5 november 2022 waren gedaan. De eisers stelden dat de VvE hen ten onrechte had beticht van 'overlast', 'grensoverschrijdend gedrag' en 'onaangepast gedrag'. De rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, heeft op 15 november 2023 uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelde dat de VvE niet onrechtmatig had gehandeld. De notulen van de ALV waren niet openbaar en de uitlatingen waren gedaan met het doel om de leden te informeren over de inschakeling van de wijkagent. De rechtbank concludeerde dat de uitlatingen niet als onjuist of ongefundeerd konden worden gekwalificeerd, omdat deze steun vonden in verklaringen van andere parkbewoners die het gedrag van de eisers als onaangenaam hadden ervaren. De vorderingen van de eisers werden afgewezen, en zij werden hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten van de VvE, vastgesteld op € 2.497,00.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Zutphen
Zaaknummer: C/05/418901 / HZ ZA 23-141
Vonnis van 15 november 2023
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

2.
[eiser 2],
wonende te [woonplaats] ,
eisers,
hierna samen te noemen: [eisers] en afzonderlijk van elkaar [eiser 1] en [eiser 2] ,
advocaat: mr. S.A. van Snippenburg te Nijmegen,
tegen
de vereniging
VVE BUNGALOWPARK DE WITTE BERKEN,
gevestigd te Lochem,
gedaagde,
hierna te noemen: VvE De Witte Berken,
advocaat: mr. J.W.C. Bruins te Amsterdam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 26 juli 2023
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 3 oktober 2023.
- de intrekking door [eisers] van een deel van zijn vorderingen tijdens de mondelinge behandeling.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
VvE De Witte Berken is op 16 februari 1990 opgericht als vereniging van eigenaren om de belangen te behartigen van de eigenaren van bungalows op park De Witte Berken in Lochem (hierna: het park). Aanvankelijk was het park eigendom van de heer [betrokkene 1] en diens zakenpartner, die bestaande bungalows met ondergrond zijn gaan uitponden – op een aantal bungalows na die nog eigendom zijn van [betrokkene 1] – en het park verder zijn gaan ontwikkelen door onder meer nieuwe bungalows op het park te bouwen.
2.2.
[eisers] is eigenaar van een op het park gelegen bungalow die hij sinds 1992 permanent bewoont en was, net als de andere eigenaren van bungalows op het park, lid van VvE De Witte Berken.
2.3.
Op enig moment is [eiser 1] als secretaris toegetreden tot het bestuur van VvE De Witte Berken. Tijdens de algemene ledenvergadering (ALV) van 3 juli 2018 heeft hij – samen met de voorzitter – verklaard zich niet meer herkiesbaar te stellen.
2.4.
Begin 2021 heeft [eisers] met een aantal andere eigenaren van bungalows op het park zijn lidmaatschap van VvE De Witte Berken opgezegd.
2.5.
Bij brief van 26 maart 2021 hebben acht eigenaren van bungalows, onder wie [eiser 1] , onder de naam Belangenvereniging de Witte Berken aan de heer [betrokkene 2] in zijn hoedanigheid van voorzitter van VvE De Witte Berken bericht dat de belangrijkste reden voor het opzeggen van het lidmaatschap van VvE De Witte Berken is dat [betrokkene 2] bij herhaling meende de VvE te moeten vertegenwoordigen en in naam van de VvE maar zonder opdracht van het bestuur afspraken heeft gemaakt met projectontwikkelaars
[betrokkene 1] en [betrokkene 3] , aannemer [betrokkene 4] en projectbegeleider [betrokkene 5] .
2.6.
Bij notariële akte van 14 april 2021 is de Belangenvereniging van eigenaren bungalowpark “De Witte Berken” (hierna: Belangenvereniging De Witte Berken) opgericht, waarvan [eiser 1] bestuurslid (secretaris) is. Deze belangenvereniging heeft als doel de behartiging van de collectieve belangen van haar leden als eigenaren van de bungalows zonder huurverplichting op het park en het bevorderen van de kwaliteit en de mogelijkheden van het gebruik van die bungalows in een natuurlijke bosachtige omgeving.
2.7.
Op 5 november 2022 heeft een algemene leden vergadering van VvE De Witte Berken (ALV) plaatsgevonden. Op 16 december 2022 zijn de (nog niet vastgestelde) notulen van die vergadering aan de leden van VvE De Witte Berken gemaild en op de website van VvE De Witte Berken geplaatst. In die notulen (productie 1 van [eisers] ) is onder “
3. Mededelingen” onder meer het volgende opgenomen:
“(…)
b) Aanpak overlast [eisers]
, leden die de vereniging hebben verlaten, hebben zich grensoverschrijdend gedragen; op papier naar het bestuur, rechtstreeks naar een aantal parkleden en ook naar mensen die namens de vereniging op het park werken.
Het bestuur heeft contact gehad met de wijkagent, zij heeft een ‘stopgesprek’ gevoerd met de [eisers] . Doel was aangeven aan de [eisers] dat zij moeten stoppen met onaangepast gedrag. Het gesprek is gevoerd; het verslag volgt nog. Na die tijd vooralsnog geen klachten meer.
(…)”
2.8.
Bij e-mailbericht van 7 januari 2023 (productie 4 van [eisers] ) heeft [eiser 1] VvE De Witte Berken (kort weergegeven) bericht dat hij op 28 oktober 2022 op initiatief van VvE De Witte Berken met dhr. M. Scholten van de politie Lochem heeft gesproken, en dat Scholten heeft geconcludeerd dat [eiser 1] enkel aan zijn burgerplicht heeft voldaan. [eiser 1] heeft erop gewezen dat hij in de notulen van de ALV van 5 november 2022 wordt beticht van overlast, onaangepast en grensoverschrijdend gedrag, dat dit als laster is te kwalificeren en dat hij daardoor schade lijdt. [eiser 1] heeft VvE De Witte Berken verzocht een voorstel te doen om tot een oplossing te komen en de uitlatingen te rectificeren.
2.9.
Bij brief van 2 februari 2023 (productie 5 van [eisers] ) heeft mr. F.C.H. Blom van DAS Rechtsbijstand namens [eisers] nogmaals aan VvE De Witte Berken bericht dat hetgeen over [eisers] is opgenomen in de notulen van 5 november 2022 onwaar, onacceptabel en schadelijk voor [eisers] is vanwege reputatieschade en door verstoord woongenot van [eisers] als gevolg van de spanning, frustratie en ergernis. VvE De Witte Berken is verzocht om binnen twee weken de onterechte beschuldigingen te rectificeren. Daarbij is bericht dat [eisers] genoegen neemt met een schadeloosstelling van € 2.500,00.
2.10.
Bij brief van 7 februari 2023 heeft de secretaris van VvE De Witte Berken aan [eisers] medegedeeld dat VvE De Witte Berken zich niet herkent in de geuite aantijgingen van laster, dat zij de brief van 2 februari 2023 aan haar rechtsbijstandsjurist zal doorsturen en met wijkagent Scholten zal delen. Ten slotte is namens VvE De Witte Berken voorgesteld in gesprek te gaan met [eisers] ter verbetering van de onderlinge relatie en in het belang van rust onder de bewoners op het park.
2.11.
Bij brief van 3 april 2023 (productie 7 van [eisers] ) heeft de advocaat van [eisers] aan VvE De Witte Berken het standpunt uit de brief van 2 februari 2023 herhaald, geconstateerd dat afwijzend is gereageerd op het daarin gedane voorstel en VvE De Witte Berken gesommeerd binnen twee weken te bevestigen dat zij aansprakelijkheid voor de schade van [eisers] aanvaardt en overgaat tot rectificatie en dat verdere lasterlijke mededelingen achterwege zullen blijven.
2.12.
Bij brief van 5 mei 2023 heeft de advocaat van VvE De Witte Berken naar aanleiding van het aanbrengen van de dagvaarding aan de advocaat van [eisers] onder meer bericht dat hij niet begrijpt waarom met het uitbrengen van de dagvaarding niet is gewacht totdat hij beschikte over het – al aangekondigde – verweer van de VvE De Witte Berken. De advocaat van VvE De Witte Berken heeft vervolgens een aantal incidenten op het park genoemd waarbij [eisers] betrokken was en waarvan parkbewoners bij het bestuur van VvE De Witte Berken melding hebben gemaakt en hebben aangegeven dat deze gepaard gingen met zeer onvriendelijk terecht wijzen, schreeuwen en ongevraagd fotograferen door [eisers] Daarbij is onder meer het volgende genoemd:
“(…)
De situatie escaleerde afgelopen zomer (2022) onder meer tijdens (weg)werkzaamheden op het park. Een machinist die in opdracht van de VvE met een walsmachine werkzaamheden aan de wegen verrichtte, is door uw cliënten lastig gevallen. Uw cliënten waren het niet eens met de werkzaamheden en trachtten deze werkzaamheden te frustreren. (…) [eiser 1] , ging letterlijk vóór de walsmachine staan teneinde de uitvoering van het werk te voorkomen en heeft de politie gebeld.
Ook bleek de sleutel van de walsmachine tijdens de rusttijd van de machinist eruit te zijn gehaald, waardoor de machinist niet verder kon werken. Uw cliënt ontkent dat hij de sleutel uit de walsmachine heeft gehaald. Feit is dat de sleutel tijdens de rusttijd van de machinist spoorloos is verdwenen. (…)
Ook andere medewerkers, die vanaf 2020 werkzaamheden verrichtten op het park, voelden zich geïntimideerd en onheus bejegend door uw cliënten nu uw cliënten het niet eens waren met de werkzaamheden. Meerdere malen zijn uw cliënten vóór de machines gaan staan om de werkzaamheden een halt toe te roepen. Er werd geschreeuwd naar de uitvoerders en gedreigd de politie te bellen als zij hun werkzaamheden niet zouden staken.
(…)
Het grote aantal incidenten van de afgelopen jaren én de escalatie in de zomer van 2022 hebben het bestuur doen besluiten advies te vragen aan de wijkagent. Los van (…het incident met de walsmachine, rb
) hadden opnieuw zeer onvriendelijke benaderingen plaatsgevonden naar leden van (…VvE De Witte Berken, rb
). Dit vond onder meer plaats op de jaarlijkse parkwerkdag in september 2022 naar parkbewoners en ook naar medewerkers van bedrijven die werkzaamheden op het park verrichten. (…) Een aantal eigenaren zijn door uw cliënten lastig gevallen.
Gezien deze voorvallen heeft het bestuur een gesprek gevoerd met de wijkagent over de mogelijkheden om de problemen met uw cliënten op te lossen. (…)
In oktober 2022 heeft dit gesprek met uw cliënten plaatsgevonden. De terugkoppeling die het bestuur heeft gekregen was dat de wijkagent uw cliënten had verzocht om de andere parkbewoners met rust te laten en zaken niet te laten escaleren. Dat de wijkagent (…) zou hebben aangegeven dat uw cliënten zich (enkel) aan hun burgerplicht zouden hebben gehouden, is strijdig met de terugkoppeling die het bestuur van de wijkagent kreeg. (…)”
Namens VvE De Witte Berken is medegedeeld dat buiten de leden geen anderen aanwezig waren bij de ALV van 5 november 2022, dat de conceptversie van notulen van die vergadering enkel zijn verspreid onder haar leden en op de interne – met wachtwoord beveiligde – pagina van de website van de VvE is geplaatst en dat de notulen ter goedkeuring zullen worden voorgelegd aan de ALV van 13 mei 2023.
2.13.
Tijdens de ALV van 13 mei 2023 zijn de notulen van 5 november 2022 ter goedkeuring aan de ALV voorgelegd en na aanpassing goedgekeurd en vastgesteld conform de versie van 1 juni 2023 (productie 10 van VvE De Witte Berken). In de definitieve versie is onder 3.b)
“Situatie [eisers] ”het volgende opgenomen:
“Het gedrag van [eisers] , leden die de vereniging hebben verlaten, is als grensoverschrijdend (in de betekenis van niet acceptabel) ervaren door een parkbewoners en ook door mensen die namens de vereniging op het park werken.
Het bestuur heeft contact gehad met de wijkagent. Zij heeft een ‘stopgesprek’ gevoerd met de [eisers] . Doel was aangeven aan de [eisers] dat zij moeten stoppen met onaangepast (in de zin van storend) gedrag. Het gesprek is gevoerd; het verslag volgt nog.”

3.Het geschil

3.1.
[eisers] vordert na wijziging eis bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. te verklaren voor recht dat VvE De Witte Berken jegens [eisers] onrechtmatig heeft gehandeld door VvE De Witte Berken te betichten van “ overlast” en/of “grensoverschrijdend gedrag” en/of “onaangepast gedrag” in haar algemene ledenvergadering van 5 november 2022 en de daaropvolgend door VvE De Witte Berken onder haar leden verspreide notulen van deze algemene ledenvergadering;
II. VvE De Witte Berken uit hoofde het onder I bedoelde onrechtmatig handelen te veroordelen tot vergoeding van de door [eisers] geleden schade;
III. de schade nader te bepalen dan wel te begroten op een door de rechtbank vast te stellen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente over de schade met ingang van de datum van betekening van de dagvaarding;
V. VvE De Witte Berken te bevelen om – uiterlijk binnen twee weken na betekening van dit vonnis – tot verwijdering van de bewoordingen “overlast” en/of “grensoverschrijdend gedrag” en/of “onaangepast gedrag” uit de notulen van haar algemene ledenvergadering van 5 november 2022 over te gaan, en daaropvolgend schriftelijk een mededeling aan de leden van VvE De Witte Berken te doen dat deze uitlatingen zijn verwijderd, een en ander onder gelijktijdige beschikbaarstelling van een afschrift daarvan aan de advocaat van [eisers] ;
VI. VvE De Witte Berken te bevelen om – uiterlijk binnen twee weken na betekening van dit vonnis – tot rectificatie over te gaan door middel van het zenden van het volgende schriftelijk bericht – zonder bijschrijvingen – aan alle leden van VvE De Witte Berken – en onder gelijktijdige beschikbaarstelling van een afschrift daarvan aan de advocaat van [eisers] – en voorts dit bericht ook te publiceren op het besloten ledengedeelte van haar website “vve-dewitteberken.nl”:

Bij vonnis van de rechtbank Gelderland is VvE De Witte Berken veroordeeld tot het plaatsen van deze rectificatie. Ten onrechte hebben wij de heer [eiser 1] en mevrouw [eiser 2] te [woonplaats] in diskrediet gebracht door onrechtmatige uitlatingen onzerzijds door hen in de algemene vergadering van 5 november 2022 te betichten van “overlast”, “grensoverschrijdend gedrag” en “onaangepast gedrag”. Wij bieden hiervoor onze excuses aan.
Het bestuur van VvE De Witte Berken
VII. VvE De Witte Berken te veroordelen, indien VvE De Witte Berken niet of niet tijdig of niet volledig aan één van de voornoemde bevelen onder de punten V of VI heeft voldaan, tot een dwangsom en waarbij VvE De Witte Berken, te harer laste en ten gunste van [eisers] , een dwangsom verbeurt van € 1.000,00 per dag of gedeelte van een dag dat VvE De Witte Berken daarmee in gebreke is, een en ander tot op een maximaal door VvE De Witte Berken te verbeuren dwangsom van € 50.000,00 per bevel onder V of VI waaraan niet wordt voldaan;
VIII. VvE De Witte Berken met onmiddellijke ingang te verbieden de onrechtmatige uitlatingen in kwestie te herhalen of ernaar te verwijzen, en voorts VvE De Witte Berken met onmiddellijke ingang te verbieden om nadere en ongefundeerde lasterlijke of smadelijke of beledigende uitlatingen van gelijke of soortgelijke aard over [eisers] te doen, op elke wijze dan ook, een en ander op straffe van een te verbeuren dwangsom van € 10.000,00 per keer dat VvE De Witte Berken dit verbod overtreedt, een en ander tot een maximum van € 100.000,00.
IX. VvE De Witte Berken te veroordelen in de kosten van deze procedure inclusief de nakosten, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis, dan wel binnen een door de rechtbank te bepalen termijn, en – voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
3.2.
[eisers] legt samengevat aan zijn vorderingen ten grondslag dat hij zich niet grensoverschrijdend en/of onaangepast heeft gedragen. VvE De Witte Berken beticht hem daar ten onrechte van en weigert om de notulen te rectificeren. [eisers] stelt dat hij hierdoor in zijn eer en goede naam wordt aangetast, dat de aantijgingen onrechtmatig jegens hem zijn en hij daardoor schade lijdt.
3.3.
VvE De Witte Berken voert verweer. VvE De Witte Berken concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eisers] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eisers] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eisers] in de kosten van deze procedure.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kern van het geschil is de vraag of VvE De Witte Berken in de notulen van haar ALV van 5 november 2022 onrechtmatige uitlatingen over [eisers] heeft gedaan en of er gronden zijn voor rectificatie van die uitlatingen.
Toetsingskader
4.2.
Op grond van artikel 6:167 BW kan de door [eisers] gevorderde rectificatie slechts worden toegewezen in het geval dat VvE De Witte Berken krachtens onrechtmatige daad op grond van artikel 6:162 BW jegens [eisers] aansprakelijk is ter zake van een onjuiste of door onvolledigheid misleidende publicatie van gegevens van feitelijke aard. Daarbij is van belang dat gelet op de wetsgeschiedenis het begrip publicatie ruim wordt opgevat en kan zien op iedere openbaarmaking, ook die niet in de pers is gedaan.
4.3.
Bij de beantwoording van de vraag of een publicatie onrechtmatig is in de zin van artikel 6:162 BW staan in beginsel twee fundamentele rechten tegenover elkaar. Enerzijds geldt op grond van artikel 7 Grondwet en artikel 10 EVRM de vrijheid van meningsuiting. Anderzijds geldt op grond van artikel 8 EVRM het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, waaronder het recht op bescherming van de eer en goede naam. Het antwoord op de vraag welke van deze rechten in het concrete geval zwaarder weegt, is afhankelijk van alle relevante omstandigheden van het geval, waarbij aan geen van deze beide rechten voorrang toekomt. Het oordeel dat het ene recht, gelet op de relevante omstandigheden, zwaarder weegt dan het andere recht, brengt mee dat de inbreuk op het andere recht voldoet aan de noodzakelijkheidstoets van artikel 8 lid 2 en artikel 10 lid 2 EVRM (onder meer HR 31 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:569).
Bij de beoordeling van het voorgaande dienen – onder meer – tegen elkaar te worden afgewogen wat de aard en ernst van de gepubliceerde uitlatingen en de te verwachten gevolgen voor degene is op wie de uitlatingen betrekking hebben, de ernst – bezien vanuit het algemeen belang – van de misstand die de uitlatingen aan de kaak beoogt te stellen, de mate waarin ten tijde van die uitlatingen de inhoud ervan steun vond in het toen beschikbare feitenmateriaal en de inkleding ervan en de mate van waarschijnlijkheid dat het in het meer algemene belang nagestreefde doel op een andere manier (doelmatig) had kunnen worden bereikt zonder de verweten publicatie.
4.4.
De rechtbank overweegt in het licht van het voorgaande ten eerste dat niet duidelijk is wat voor gebeurtenissen zich precies op het park hebben voorgedaan en hoe [eiser 1] zich daarbij heeft gedragen. Partijen hebben daar ieder hun eigen kijk op en hebben ter onderbouwing van hun stellingen ieder verklaringen van derden overgelegd.
4.5.
Zo stelt [eisers] dat VvE De Witte Berken de eigenaren van bungalows op het park regelmatig informatie over nieuwbouw en ontwikkelingen op het park heeft onthouden en hen geen toestemming heeft gevraagd voor wijzigingen aan gemeenschappelijke zaken (zoals de riolering). [eisers] stelt dat hij daartegen heeft geageerd en enkel aan zijn burgerverplichting heeft voldaan en dat hij zich niet ongepast heeft gedragen. [eisers] heeft dit onderbouwd met zijn als producties 9, 10, 12 overgelegde verklaringen van andere eigenaren van bungalows ( [betrokkene 6] , [betrokkene 7] en [betrokkene 8] ).
[betrokkene 6] heeft verklaard dat [eiser 1] ten onrechte stemverheffing is verweten door [betrokkene 9] omdat het niet [eiser 1] was, maar hij ( [betrokkene 6] ), die zijn stem eens tijdens een incident heeft verheft vanwege geluidsoverlast van kinderen van [betrokkene 9] .
[betrokkene 7] heeft verklaard dat hij in het verleden zowel met [eiser 1] als met [eiser 2] heeft samengewerkt. Naar aanleiding van verklaringen over ongepast gedrag van [eisers] heeft hij onder meer verklaard
“(…) Ik lees de kwalificaties met stijgende verbazing, omdat ik in deze uitspraken en beelden [eiser 1] en [eiser 2] totaal niet herken. (…) Van geen enkele bewoner heb ik ooit gehoord dat het gedrag van [eiser 2] als dreigend, hinderend, schreeuwend, of anderszins intimiderend werd ervaren. Het tegendeel is het geval: op ALV’s werd altijd lovend over haar plezierige, communicatieve inzet gesproken (…)
[eiser 1] heeft vooral een stijl waarin hij met weinig woorden nuchter en helder de kernpunten naar voren brengt (…) de bovenomschreven stijl van communiceren past niet bij hem, en heb ik – en de bewoners en anderen met wie wij te maken hadden – nooit ervaren. (…)”
[betrokkene 8] heeft over een incident op 24 september 2020 verklaard dat hij die dag afwezig was, dat hij als bestuursvoorzitter aan [eisers] had gevraagd om te controleren of de werkzaamheden door de projectontwikkelaar die dag volgens afspraak zouden plaatsvinden en [eisers] constateerde dat dat niet het geval was en de aannemer daarop heeft aangesproken. [betrokkene 8] heeft daarover verklaard:
“Naar mijn beste weten is er (…) niet gedreigd of geschreeuwd en zijn er geen machines geblokkeerd.”
[betrokkene 8] heeft verder over vier handhavingsacties naar aanleiding van meldingen die hij had gedaan bij de gemeente Lochem verklaard dat [eisers] op geen enkele wijze bij deze acties betrokken was.
Als productie 15 heeft [eisers] een mailwisseling overgelegd met [betrokkene 10] , het bedrijf dat werkzaamheden heeft uitgevoerd op het park. [eiser 1] heeft de volgende vragen gesteld over de gebeurtenissen met de wals en het wegnemen van de contactsleutel door [eiser 1] :
“a. Onderschrijven jullie deze beschuldigingen (ontvreemding van de contactsleutel, rb
) nog steeds? Zo ja, dan zal de fa. [betrokkene 10] in rechte betrokken worden en zal genoemde machinist onder ede een verklaring moeten afleggen.
b. Zijn jullie evenals ik van mening dat dit verhaal puur verzonnen is, dan stel ik het bijzonder op prijs als je dit in een korte verklaring per email aan mij kunt berichten. Er is danvan mijn kant geen reden meer om fa. [betrokkene 10] nog in dit proces te betrekken.
Hierop heeft [betrokkene 11] , projectleider bij [betrokkene 10] , als volgt geantwoord:
“Destijds is uit voorzorg door jullie de sleutel uit de wals gehaald, een gesprek met de machinist geweest en de sleutel per opgaan terug gegeven. Wij zien dit niet als ontvreemding en vinden het dan ook vergezocht dat hiervoor aangifte is gedaan.
Wat ons betreft is met deze mail de zaak afgedaan.”
4.6.
VvE De Witte Berken stelt dat [eisers] zich altijd heeft verzet tegen uitbreidingen op het park, dat in verband daarmee verschillende incidenten hebben plaatsgevonden, waarbij een aantal leden aan het bestuur heeft aangegeven zich geïntimideerd te voelen door [eisers] In de notulen is slechts melding gemaakt van hoe mensen de gedragingen van [eisers] hebben ervaren en wat het bestuur daarover van leden heeft gehoord. Ter onderbouwing heeft VvE De Witte Berken als productie 3 een verklaring van [betrokkene 2] , oud bestuurder van VvE De Witte Berken overgelegd waarin onder meer het volgende is opgenomen:
“(…)
Vervolgens bleek uit veel acties van [eiser 1] dat hij zoveel mogelijk de nieuwbouw (…) ging dwarsbomen. (…) Tijdens het legaal bouwrijp maken van nieuwe kavels worden vele malen klachten ingediend door [eiser 1] o.a. naar Gemeente, waardoor er vele malen een B.O.A. op het park kwam.
Nog enige feiten:
- Afgelopen zomer bij de werkzaamheden op het park heeft mevr. [eiser 2] lopen schreeuwen naar de machinist van de wals waarom hij deze werkzaamheden deed. [eiser 1] is bij de wals gaan staan om de werkzaamheden te verhinderen en heeft tevens de sleutel eruit gehaald. Deze heeft hij later weer teruggebracht, hij vertelde dat hij dit had gedaan vanwege spelende kinderen op de weg, maar er waren op dat moment ter plaatse geen spelende kinderen aanwezig.
- Zaterdag 11 september 2023 wordt door [eiser 2] tijdens de jaarlijkse parkwerkdag een vrijwilliger schreeuwend terecht gewezen die langs de wegen staat te snoeien.
- Uitvoerders van werk op het park werden grof bejegend (…)
- Zonder toestemming worden personen op korte afstand gefotografeerd, onder andere mijn persoon en medewerkers van de Firma [betrokkene 12] .
- Parkbewoonster ( [nummer] ) wordt lastig gevallen; zij vertelt mij dat ze haar gordijnen dicht doet uit zelfbescherming. (…)”
Als productie 4 heeft VvE De Witte Berken een verklaring van de heer [betrokkene 4] , aannemer van nieuwe bungalows op het park, overgelegd. Hij heeft onder meer als volgt verklaard:
“(…)
1. Bij verschillende graafwerkzaamheden (…) zag ik meneer [eiser 1] en/of [eiser 2] tijdens deze werkzaamheden vóór de graafmachine gaan staan -waardoor het werken ermee onmogelijk werd gemaakt. Ze uitten dreigende taal en zeiden de politie te bellen wanneer en niet onmiddellijk met de graafwerkzaamheden gestopt zou worden (…) De manier en toon waarop ze mij aanspraken, kwam bedreigend en onaangenaam over.
2. Tijdens bouwwerkzaamheden op de diverse percelen, heb ik meneer [eiser 1] meermaals betrapt op het maken van foto’s vanuit de bossages langs het bouwterrein. Bij een poging om meneer [eiser 1] er op aan te spreken, nam hij de benen. Het ongevraagd nemen van foto’s van mijn persoon en/of mijn werkzaamheden, gaf mij een onbehaaglijk gevoel.
(…)”
Als productie 5 heeft VvE De Witte Berken een verklaring van de walsmachinist overgelegd die onder meer het volgende heeft verklaard over werkzaamheden in de zomer van 2022:
“(…) Twee personen woonachtig op het park (een man en een vrouw) hebben zich regelmatig hinderlijk gedragen tijdens de uitvoering van deze werkzaamheden.
Eén van hen heeft meerdere keren naar mij, de machinist, lopen schreeuwen waarom ik deze werkzaamheden deed. De ander is voor de wals gaan staan en heeft de sleutel uit mijn machine gehaald. Deze heeft hij later weer terugbracht, hij vertelde dat hij dit had gedaan vanwege spelende kinderen op de weg, maar er waren op dat moment ter plaatse geen spelende kinderen aanwezig.
Ik heb het gedrag van deze twee parkbewoners (…) als vervelend en ongepast ervaren. (…)”
Als producties 6 heeft VvE De Witte Berken een verklaring overgelegd van [betrokkene 9] , buurman van [eisers] waarin onder meer staat dat [eiser 1] in de zomer van 2020 op de weg heeft staan schreeuwen naar de kinderen van [betrokkene 9] :
“Hij schreeuwde dat ze op moesten houden en stil moesten zijn. Mijn kinderen schrokken enorm en voelden zich bang. Hierop liep meneer [eiser 1] naar zijn schuurtje, waar hij diverse motoren heeft staan en maakte een kabaal met metalen voorwerpen. Hierna startte hij een motorfiets en ging er abnormaal hard, stationair, gas mee geven. Er ontstond een grote rookwolk.
Mijn kinderen zijn erg geschrokken van dit incident. Nooit eerder waren wij, noch onze kinderen, door één van onze buren aangesproken over geluidsoverlast. Het op deze manier aanspreken was totaal ongepast en zeer onaangenaam.”
Als productie 7 heeft VvE De Witte Berken een verklaring overgelegd van [betrokkene 13] en [betrokkene 14] , eveneens buren van [eisers] , waarin onder meer het volgende staat over het kappen van een boom in hun tuin:
“(…)
Wij hebben de werkzaamheden ruim van tevoren aangekondigd aan onze buren die er volledig achter stonden dat deze boom, die een gevaar vormde voor hun schuur, werd verwijderd.
Het verwijderen is door … (professioneel tuinier) op vakkundige wijze uitgevoerd, met zo min mogelijk overlast en gevaar. (…) Desondanks vond onze buurvrouw het nodig om tegen(… de tuinier, rb
) te gaan schreeuwen over zogenaamde schade die zou zijn ontstaan. Ik was getuige van deze agressieve benadering en het heeft ons zeer teleurgesteld. (…)
Uiteindelijk bleek er geen schade te zijn aan de tuin maar lag de oorzaak van hun felle reactie in het feit dat wij als buren een zienswijze hadden gekregen op de ontwikkelingen op het park die niet overeenkwam met hun eigen zienswijze. Wij hebben het gedrag van mevrouw [eiser 2] op 13 maart als ongepast ervaren.”
4.7.
Hoewel niet is vast te stellen wat er precies is gebeurd, is uit de overgelegde verklaringen wel gebleken dat sprake is geweest van gebeurtenissen op het park waarbij [eisers] betrokken was en dat verschillende personen het gedrag van [eisers] daarbij als onaangenaam en/of ongepast hebben ervaren. [eisers] betwist dat zijn gedrag omschreven kan worden als “
grensoverschrijdend” of “
onaangepast” en/of dat hij “
overlast” heeft veroorzaakt. De rechtbank wijst erop dat deze begrippen vrij subjectief zijn: wat de ene persoon als overlast of onaangepast gedrag ervaart, kan de andere persoon anders beleven. In de definitief vastgestelde notulen van de ALV van 5 november 2022 staat dat het gedrag van [eisers]
“door een aantal parkbewoners en ook door mensen die namens de vereniging op het park werken”als
“grensoverschrijdend (in de betekenis van niet acceptabel)”is ervaren en dat [eisers] moet
“stoppen met onaangepast (in de zin van storend) gedrag”. Naar het oordeel van de rechtbank is deze uitlating – gelet op de door VvE De Witte Berken overgelegde, in r.o. 4.6 genoemde producties en de subjectiviteit van de begrippen – niet als onjuist aan te merken en vindt deze steun in de overgelegde verklaringen van personen die het gedrag van [eisers] kennelijk hebben ervaren als bedreigend, hinderlijk, onaangenaam en/of ongepast. De door [eisers] overgelegde verklaringen van personen die zijn gedrag niet op die manier hebben ervaren of zich niet in de uitspraken over het gedrag van [eisers] herkennen, doet daar niet aan af omdat die verklaringen niets zeggen over de ervaring van andere personen. In de notulen is tot uitdrukking gebracht hoe het gedrag van [eisers] (door sommige personen) is ervaren en gelet op het voorgaande is niet gebleken dat die constatering onjuist of ongefundeerd is.
4.8.
Bovendien is van belang dat de ALV en de (concept)notulen daarvan niet openbaar zijn (geweest). VvE De Witte Berken stelt dat bij de ALV uitsluitend leden aanwezig waren en dat de notulen alleen aan haar leden zijn gemaild en op haar website slechts zijn in te zien door in te loggen met een toegangscode. [eisers] heeft dat betwist. Hij heeft er ter onderbouwing op de zitting op gewezen dat de ALV is bijgewoond door partners van eigenaren/leden. Naar het oordeel van de rechtbank doet de aanwezigheid van partners van eigenaren/leden niet af aan het besloten karakter van de ALV en had het op de weg van [eisers] gelegen om nader te onderbouwen waarom geen sprake is van een besloten karakter. Nu hij dat niet heeft gedaan, is daarvan niet gebleken en is geen sprake van een ‘publicatie’ in de zin van artikel 6:167 BW. De door [eisers] gevorderde rectificatie is alleen om die reden al niet toewijsbaar. De VvE De Witte Berken stelt verder dat zij bovendien geen ruchtbaarheid aan de gebeurtenissen heeft gegeven en dat het niet haar insteek was om de eer en goede naam van [eisers] aan te tasten maar het doel was om leden te informeren en (als bestuur) transparant te zijn over inschakeling van de wijkagent.
4.9.
De rechtbank begrijpt dat hetgeen in (met name de concept) notulen over [eisers] is opgenomen vervelend is voor [eisers] De uitlatingen in de notulen zijn niet zo tactisch van VvE De Witte Berken geweest en hadden anders geformuleerd kunnen worden (volstaan had kunnen worden met de vermelding dat een stop-gesprek met de wijkagent heeft plaatsgevonden). Toch kunnen de uitlatingen naar het oordeel van de rechtbank, gelet op het hiervoor overwogene, niet leiden tot de conclusie dat VvE De Witte Berken onrechtmatig jegens [eisers] heeft gehandeld. In het kader van de in r.o. 4.3 genoemde afweging is van belang dat VvE De Witte Berken de tekst over [eisers] in de definitieve notulen heeft genuanceerd, waardoor de uitlatingen niet als onjuist of ongefundeerd zijn te kwalificeren. Uit de door VvE De Witte Berken overgelegde producties – genoemd in r.o. 4.6 – blijkt immers dat het gedrag door verschillende personen op het park is ervaren zoals omschreven in de notulen. Verder acht de rechtbank van belang dat de uitlatingen niet zijn gedaan om [eisers] te schaden maar met het doel om naar de leden toe transparant te zijn over het handelen van het bestuur, naar aanleiding van die ervaringen, in het belang van de sfeer op het park. Daarnaast is niet duidelijk wat de gevolgen van de uitlatingen voor [eisers] precies zijn (geweest) en in hoeverre hij in zijn eer en goede naam is aangetast door de uitlatingen. [eisers] stelt dat hij op het park “met de nek” wordt aangekeken en dat hij schade lijdt, maar hij heeft deze stellingen en het causaal verband tussen de uitlatingen in de notulen en die gestelde negatieve bejegening en zijn schade niet onderbouwd.
4.10.
Uit het voorgaande vloeit voort dat de vorderingen van [eisers] niet toewijsbaar zijn. De verklaring voor recht is niet toewijsbaar omdat niet is gebleken van onrechtmatig handelen van VvE De Witte Berken jegens [eisers] Nu geen sprake is van onrechtmatig handelen en [eisers] zijn schade niet heeft onderbouwd is de gevorderde schadevergoeding evenmin toewijsbaar. De vordering tot een bevel tot wijziging van de notulen en/of tot rectificatie van de notulen is daarom evenmin toewijsbaar. Dat geldt te meer nu de notulen niet zijn aan te merken als publicatie in de zin van artikel 6:167 BW.
4.11.
[eisers] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom hoofdelijk in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van VvE De witte Berken als volgt vastgesteld:
- griffierecht
1.301,00
- salaris advocaat
1.196,00
(2,00 punten × € 598,00)
Totaal
2.497,00
4.12.
De veroordeling wordt (deels) hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen van [eisers] af,
5.2.
veroordeelt [eisers] hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van VvE De witte Berken tot dit vonnis vastgesteld op € 2.497,00,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.M.C. Boesberg en in het openbaar uitgesproken op 15 november 2023.
JO/FB