ECLI:NL:RBGEL:2023:6206

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
25 oktober 2023
Publicatiedatum
13 november 2023
Zaaknummer
407315
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor schade door hoogspanningsverbinding en exploitatiemogelijkheden zonnepanelen

In deze zaak, die voortvloeit uit een tussenvonnis van 15 februari 2023, heeft de Rechtbank Gelderland geoordeeld over de aansprakelijkheid van TenneT TSO B.V. voor schade die de Stichting Het Lijndensche Fonds voor Kerk en Zending lijdt doordat zij geen zonnepanelen kan plaatsen op haar terrein vanwege de aanwezigheid van een hoogspanningsverbinding. De rechtbank heeft vastgesteld dat TenneT niet aansprakelijk is voor de schade die de Stichting lijdt door de beperkingen die de hoogspanningsverbinding met zich meebrengt. De rechtbank handhaaft haar eerdere oordeel dat de schade die de Stichting lijdt, is voorzien en verdisconteerd in de reeds uitgekeerde vergoeding. De Stichting heeft in haar akte van 29 maart 2023 gesteld dat elektromagnetische comptabiliteitverschijnselen optreden door de hoogspanningsverbinding, waardoor een oppervlakte van 4.71.86 hectare niet bruikbaar is voor zonnepanelen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de Stichting onvoldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld die aantonen dat zij buiten de belaste strook hinder en schade ondervindt die niet is voorzien in de vergoeding. De rechtbank heeft de vorderingen van de Stichting afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 7.461,50. De uitspraak is gedaan op 25 oktober 2023.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: C/05/407315 / HA ZA 22-353
Vonnis van 25 oktober 2023
in de zaak van
de stichting
STICHTING HET LIJNDENSCHE FONDS VOOR KERK EN ZENDING,
gevestigd in Hemmen, gemeente Overbetuwe,
eisende partij,
hierna te noemen: de Stichting,
advocaat: mr. E.H.M. Harbers te Arnhem,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TENNET TSO B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SARANNE B.V.,
beiden gevestigd in Arnhem,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: TenneT c.s.,
advocaat: mr. J.A.M.A. Sluysmans te 's-Gravenhage.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 15 februari 2023,
- de akte van de Stichting van 29 maart 2023,
- de aanvulling op de akte van de Stichting van 26 april 2023,
- de antwoordakte van TenneT c.s. van 10 mei 2023
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De rechtbank handhaaft hetgeen zij in het tussenvonnis van 15 februari 2023 heeft overwogen. Meer in het bijzonder geldt dit voor haar oordeel dat TenneT.c.s. niet aansprakelijk is voor de schade die de Stichting lijdt doordat zij binnen de belaste strook geen zonnepanelen mag plaatsen.
2.2.
In voormeld tussenvonnis heeft de rechtbank in r.o. 4.11 het volgende overwogen:
“Met betrekking tot de gestelde invloed van de hoogspanningsverbinding op de exploitatiemogelijkheden buiten de belaste strook zou dit mogelijk anders kunnen zijn. De rechtbank ziet op basis van het dossier en het partijdebat vooralsnog geen aanknopingspunten waaruit volgt dat ook schade en hinder die de Stichting ondervindt buiten de belaste strook zijn voorzien en verdisconteerd in de schadevergoeding van artikel 5 van de overeenkomst. De rechtbank heeft op dit moment echter onvoldoende informatie over de aard en omvang van de beperkingen die de Stichting buiten de belaste strook ondervindt ten gevolge van de aanwezigheid van de hoogspanningsverbinding en van het verdeelstation om hierover een oordeel te kunnen geven. De rechtbank zal de Stichting daarom in de gelegenheid stellen zich hierover bij akte uit te laten. Tennet c.s. mogen daarop vervolgens reageren. De rechtbank verzoekt partijen om daarbij in ieder geval in te gaan op de volgende vragen:
Wat is de aard en de omvang van de belemmering in exploitatiemogelijkhedenbuitende belaste strook die de Stichting vanwege de aanwezigheid van de hoogspanningsverbinding en van het verdeelstation ondervindt?
In hoeverre zijn die voorzien/verdisconteerd in de reeds uitgekeerde vergoeding?
Wat is de hoogte van de schade die de Stichting in dat verband lijdt?
Mocht de rechtbank tot het oordeel komen dat Tennet c.s. in dit verband een schadevergoeding aan de Stichting moet betalen, kan zij de schade dan in deze procedure begroten? “
2.3.
De rechtbank heeft daarop de zaak naar de rol verwezen voor het nemen van een akte door De Stichting over hetgeen is vermeld in r.o. 4.11. van dat vonnis.
2.4.
De Stichting stelt in haar akte van 29 maart 2023 dat als gevolg van de aanwezigheid van de hoogspanningsverbinding elektromagnetische comptabiliteitverschijnselen kunnen optreden. Uit een (als productie 16) overgelegd rapport van 21 maart 2022, dat door WSP is uitgebracht aan Encon Ingenieursbureau Nederland B.V. (hierna: het rapport van WSP), volgt volgens de Stichting dat een oppervlakte van 4.71.86 hectare daardoor niet bruikbaar is voor de aanleg van een zonnepark. In haar akte van 26 april 2023 heeft de Stichting een berekening overgelegd van de oppervlakte die niet bruikbaar is voor (de aanleg van) zonnepanelen, waaruit volgens haar volgt dat de oppervlakte die niet bruikbaar is buiten de belaste strook gesteld moet worden op 1.41.00 ha. De Stichting stelt dat de invloed van de hoogspanningsverbinding op de ontwikkelingsmogelijkheden buiten de belaste strook zo groot is vanwege het op korte afstand gelegen verdeelstation. Zij betoogt verder dat enkel en alleen een standaard normvergoeding is betaald en dat geen vergoeding is betaald voor het niet mogen uitvoeren van activiteiten buiten de belaste strook. De betaalde vergoeding heeft alleen betrekking op de normale hinder binnen de belaste strook. Schade die alleen op specifieke plaatsen wel en specifieke plaatsen niet ontstaat valt hier niet onder. De hoogte van het uitgekeerde bedrag was afhankelijk van de lengte van de belaste strook en het wel of niet aanwezig zijn van masten, aldus de Stichting. Tevens stelt zij dat op minder dan 10 km afstand van het zonnepark in de gemeente Overbetuwe een ander zonnepark wordt gerealiseerd en dat daar wel zonnepanelen in- en buiten de belaste strook worden gelegd, zelfs direct onder de hoogspanningsverbinding. Zij concludeert dat het afhankelijk is van de specifieke situatie die kennelijk betrekking heeft op de afstand van de hoogspanningsverbinding tot een verdeelstation. Ten tijde van het ondertekenen van de overeenkomst was volstrekt niet te voorzien dat dit als “normale hinder” zou dienen te worden beschouwd. Om die reden is er ook geen onderscheid gemaakt in de hoogte van de vergoeding die aan de verschillende grondeigenaren is uitbetaald. Belemmeringen (binnen en) buiten de belaste strook zijn niet voorzien/verdisconteerd in de destijds uitgekeerde standaardnormvergoeding, aldus de Stichting. In haar akte van 26 april 2023 stelt de Stichting dat de oppervlakte buiten de belaste strook een oppervlakte heeft van 1.41.00 ha. en dat zij de contante waarde van de toekomstige inkomstenderving begroot op € 221.088,00.
2.5.
De rechtbank stelt voorop dat, gelet op wat is overwogen in r.o. 4.11 van het tussenvonnis, twee te onderscheiden situaties moeten worden beoordeeld, te weten:
de aard en de omvang van de belemmering in de exploitatiemogelijkheden buiten de belaste strook vanwege de aanwezigheid van (a) de hoogspanningsverbinding en (b) het verdeelstation.
Ten aanzien van de aanwezigheid van het verdeelstation (b)
2.6.
TenneT c.s. heeft in haar akte van 10 mei 2023 met recht erop gewezen dat de Stichting haar stelling dat de nabijheid van het verdeelstation leidt tot een belemmering in de exploitatiemogelijkheden buiten de belaste strook onvoldoende heeft onderbouwd. Anders dan de Stichting stelt in punt 7 van haar akte van 29 maart 2023, kan uit de tabel op pagina 20 van het rapport van WSP niet zonder meer worden geconcludeerd dat de afstand tussen de mast en het verdeelstation doorslaggevend is voor het zich voordoen van ontoelaatbare weerstandsbeïnvloeding. De Stichting heeft die stelling niet nader toegelicht. TenneT c.s. heeft die stelling van de Stichting bovendien gemotiveerd betwist. Meer in het bijzonder heeft TenneT c.s. gemotiveerd aangevoerd dat het enkele feit dat op minder dan 10 km afstand van het zonnepark van de Stichting in de gemeente Overbetuwe een ander zonnepark is gerealiseerd, waarbij wel zonnepanelen in- en buiten de belaste strook zijn gelegd (zelfs direct onder de hoogspanningsverbinding), nog niet betekent dat de afstand van het verdeelstation tot de belaste strook van beslissende invloed is op de belemmering in de exploitatiemogelijkheden buiten de belaste strook.
2.7.
De rechtbank zal de invloed van de aanwezigheid van het verdeelstation (dat volgens TenneT c.s. al aanwezig was ten tijde van de aanleg van de hoogspanningsverbinding) dan ook verder buiten beschouwing laten.
Ten aanzien van de aanwezigheid van de hoogspanningsverbinding (a)
2.8.
De rechtbank stelt voorop dat de vraag of belemmeringen
binnende belaste strook zijn voorzien/verdisconteerd in de destijds uitgekeerde vergoeding reeds uitdrukkelijk en zonder voorbehoud bevestigend is beantwoord in r.o. 4.7 van het tussenvonnis van 15 februari 2023. Daaruit volgt dat de Stichting jegens TenneT c.s. niet nog eens aanspraak kan maken op vergoeding van schade die zij stelt te lijden als gevolg van de beperkingen van de gebruiksmogelijkheden van de belaste strook grond.
2.9.
De rechtbank heeft daarmee een bindende eindbeslissing gegeven.
Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad (laatstelijk Hoge Raad 16 december 2022, ECLI:NL:HR:2022:1873) brengen de eisen van een goede procesorde mee dat de rechter aan wie is gebleken dat een eerdere door hem gegeven eindbeslissing berust op een onjuiste juridische of feitelijke grondslag, bevoegd is om, nadat partijen de gelegenheid hebben gekregen zich dienaangaande uit te laten, over te gaan tot heroverweging van die eindbeslissing, teneinde te voorkomen dat hij op een ondeugdelijke grondslag een einduitspraak zou doen.
2.10.
In het door de Stichting gestelde ziet de rechtbank geen aanleiding om op deze beslissing terug te komen. Hetgeen de Stichting in dit kader heeft aangevoerd dient te worden gekwalificeerd als een verkapt hoger beroep. Dit valt buiten het hiervoor weergegeven toetsingskader.
2.11.
De vraag of TenneT c.s. gehouden is de schade te vergoeden die de Stichting lijdt doordat door de aanwezigheid van de hoogspanningsverbinding geen zonnepanelen kunnen worden geplaatst buiten de belaste strook, beantwoordt de rechtbank ontkennend.
Daartoe is het volgende redengevend.
2.12.
TennetT c.s. stelt dat de belemmeringen
buitende belaste strook zijn voorzien/ verdisconteerd in de aan de Stichting uitgekeerde vergoeding omdat elektromagnetische effecten -of zij zich nu binnen dan wel buiten de belaste strook voordoen- als een gewoon gevolg van de aanwezigheid van de hoogspanningsverbinding moeten worden aangemerkt.
TenneT c.s. heeft daarbij verwezen naar het arrest van het gerechtshof Amsterdam van 22 december 2009 (ECLI:NL:GHAMS:2009:BQ6054).
2.13.
Met het hof is de rechtbank van oordeel dat een redelijke uitleg van (in dit geval) artikel 5 van de overeenkomst meebrengt dat daaronder alle schade is begrepen die het gevolg is van louter de aanwezigheid van de elektriciteitvoorziening en die dus inherent is aan de hoogspanningmasten en de hoogspanningsverbinding. Een elektromagnetisch veld is inherent aan de aanwezigheid van een elektriciteitvoorziening en eventueel daardoor veroorzaakte schade valt daarom onder het schadebegrip van artikel 5 van de overeenkomst.
2.14.
De belemmeringen die voor de Stichting voortvloeien uit de aanwezigheid van de hoogspanningsverbinding zijn niet beperkt tot het plaatsen van zonnepanelen op de belaste strook. TenneT c.s. heeft in dit verband met recht verwezen naar artikel 3 lid 1 van de algemene voorwaarden (zie de noot bij randnummer 18 in de antwoordakte van Tennet c.s.), in welk artikel onder meer staat:
“De eigenaar zal geen handelingen verrichten of doen verrichten waardoor:(…)b het overbrengen van elektrische energie door middel van bedoelde werken zou kunnen worden belet, belemmerd of geschaad (…).”
Hieruit volgt dat de Stichting ook buiten de belaste strook geen zonnepanelen mag plaatsen indien dit nadelige gevolgen zou kunnen hebben voor de hoogspanningsverbinding. Niet in geschil is dat die situatie zich hier voordoet.
2.15.
Een redelijke uitleg van artikel 5 van de overeenkomst brengt in het licht van artikel 3 lid 1 van de algemene voorwaarden dan ook met zich dat schade die de Stichting lijdt doordat zij geen zonnepanelen mag plaatsen buiten de belaste strook wordt geacht te zijn begrepen in het aan de Stichting uitgekeerde bedrag. Daarom is niet relevant de stelling van de Stichting dat de hoogte van het uitgekeerde bedrag afhankelijk was van de lengte van de belaste strook en het wel of niet aanwezig zijn van masten.
De rechtbank verwerpt daarom de stelling van de Stichting dat de uitgekeerde vergoeding alleen betrekking heeft op de normale hinder binnen de belaste strook.
2.16.
Zo over het vorenstaande al anders geoordeeld zou kunnen worden en de uitgekeerde vergoeding zou moeten worden geacht beperkt te zijn tot vergoeding van schade die de Stichting lijdt doordat zij op de belaste strook geen zonnepanelen mag plaatsen, kan dit de Stichting niet baten. Naar Nederlands burgerlijk recht geldt immers dat iedereen zijn eigen schade draagt, tenzij uit een overeenkomst dan wel een wettelijke bepaling voortvloeit dat een ander voor die schade aansprakelijk is.
2.17.
Aan de overeenkomst kan de Stichting geen steun ontlenen voor haar aanspraak op vergoeding van de schade die zij lijdt doordat zij buiten de belaste strook op haar perceel in haar gebruiksmogelijkheden wordt beperkt. Veronderstellenderwijze aangenomen dat de uitkeerde vergoeding is beperkt tot de schade als hiervoor onder 2.16 is bedoeld volgt daaruit immers niet dat TenneT c.s. zonder meer gehouden zou zijn om aan de Stichting haar schade te vergoeden die zij lijdt doordat zij buiten de belaste strook op haar perceel geen zonnepanelen mag plaatsen. Een andere grondslag dan de overeenkomst is door de Stichting niet aangevoerd.
2.18.
Overigens heeft Tennet c.s. gemotiveerd betwist dat door de aanwezigheid van de hoogspanningsverbinding op een oppervlakte van 1.41.00 ha. buiten de belaste strook geen zonnepanelen kunnen worden gelegd. Uit het rapport van WSP volgt dat niet zonder meer. Tennet c.s. wijst er terecht op dat uit dat rapport (op pagina 21) volgt dat de Stichting in plaats van het uit het ontwerp verwijderen van alle tafels (met zonnepanelen), die binnen de 660 V-cirkel bij mast 5 waren geprojecteerd (aanbeveling a), ook had kunnen kiezen voor het creëren van een afzonderlijk ‘eilandje’ met één of meerdere tafels binnen de 660 V- cirkel, zodanig dat dit een eigen aarding heeft, die niet is verbonden met de rest van het park (aanbeveling b). Niet gesteld of gebleken is dat aanbeveling b geen optie was voor de Stichting.
2.19.
De rechtbank is gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen van oordeel dat de Stichting tegenover het gemotiveerde verweer van Tennet c.s. onvoldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld, waaruit volgt dat de Stichting vanwege de aanwezigheid van de hoogspanningsverbinding en het verdeelstation ook buiten de belaste strook hinder en schade ondervindt, die niet is voorzien/verdisconteerd in de reeds uitgekeerde vergoeding. Dit leidt tot de conclusie dat de vorderingen van de Stichting worden afgewezen.
De proceskosten
2.20.
De Stichting wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten (inclusief nakosten), die aan de zijde van TenneT c.s. tot op deze uitspraak als volgt worden vastgesteld:
griffierecht € 676,00
salaris advocaat € 6.612,50 (2,5 punt x tarief VI € 2.645,00)
nakosten
€ 173,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 7.461,50.
De rechtbank gaat daarbij uit van het liquidatietarief VI, omdat de Stichting haar schade heeft begroot op € 221.088,00 en dat bedrag het belang van de zaak weergeeft.
2.21.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
2.22.
Nu TenneT c.s. dit niet heeft gevorderd zal dit vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling niet uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
wijst de vorderingen van de Stichting af,
3.2.
veroordeelt de Stichting in de kosten van deze procedure, aan de zijde van
TenneT c.s. tot op heden vastgesteld op € 7.461,50, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,
3.3.
als de Stichting niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet de Stichting € 90,00 extra betalen, plus de kosten van betekening,
3.4.
veroordeelt de Stichting in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J. Peerdeman en in het openbaar uitgesproken op
25 oktober 2023.