Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.De procedure
- de akte uitlating verwijzing van [eiseres] ,
- de akte uitlating verwijzing van [gedaagde] .
2.Het geschil
3.De beoordeling
4.De beslissing
woensdag 15 februari 2023 om 10.00 uur,
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, vordert eiseres de verdeling van de nalatenschap van erflater. De vordering betreft een saldo van de nalatenschap van € 10.284,28, waarvan eiseres een bedrag van € 5.717,56 en gedaagde een bedrag van € 3.142,14 toekomt. Gedaagde verzet zich tegen de vordering van eiseres en stelt dat de nalatenschap verdeeld moet worden op basis van het aanwezige saldo van € 8.629,28 op de ervenrekening. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 14 december 2022 partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de bevoegdheid van de kantonrechter in deze zaak. Gedaagde heeft ingestemd met de verwijzing naar de kantonrechter, terwijl eiseres bezwaar heeft gemaakt tegen deze verwijzing en stelt dat de zaak door de kamer voor andere dan kantonzaken moet worden behandeld. De rechtbank heeft vervolgens de bevoegdheidsregels van de kantonrechter beoordeeld aan de hand van artikel 93 van het Wetboek van Rechtsvordering. De rechtbank concludeert dat de vordering tot verdeling van de nalatenschap onder artikel 93 sub b Rv valt, waardoor de kantonrechter bevoegd is om het geschil te beoordelen. De rechtbank verwijst de zaak ambtshalve naar de kamer voor kantonzaken, waarbij partijen erop worden gewezen dat zij niet meer verplicht zijn om zich door een advocaat te laten vertegenwoordigen. Het griffierecht zal worden verlaagd en teveel betaald griffierecht zal worden teruggestort.