Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
BLIXEM B.V.,
1.De procedure
2.De kern van de zaak
3.De feiten
Artikel 1: Systematiek van doorbelastingen
GB belast jaarlijks in januari de huurkosten van dat betreffende jaar van het kantoorpand aan de Oranjesingel door aan BLXM.
BLXM belast maandelijks de in de betreffende maand geboekte omzet en kosten door aan de vennootschappen[toevoeging Rb: Provider B.V., Parknet B.V. en Telefoonboek]
volgens de hieronder beschreven systematiek.
GB stuurt in januari van ieder jaar een factuur aan BLXM met de huurkosten van dat jaar. BLXM zal dal de facturen binnen een maand betalen. GB rekent geen opslag.
BLXM stuurt maandelijks facturen naar de vennootschappen met de doorbelastingen zoals in artikel 1 omschreven.(…)
BLXM brengt een opslag van 5% over de door te belasten omzet en kosten in rekening als administratievergoeding.”
zero balancingsysteem met saldoconcentratie. De hoofdrekening stond op naam van Geldersch Beheer. BliXem had een subrekening op haar naam. Als gevolg van de saldomutaties binnen het cash pooling-arrangement ontstonden corresponderende verbintenissen tussen BliXem en Geldersch Beheer die werden geboekt in een rekening-courant.
5.1 Koper[toevoeging Rb: Geldersch Beheer]
heeft een huurovereenkomst gesloten ten aanzien van het kantoorpand aan de Oranjesingel 76 te Nijmegen. De huur die Koper hiervoor is verschuldigd werd voor het faillissement door Koper aan BliXem doorbelast. BliXem belastte deze kosten vervolgens maandelijks voor minimaal 90% aan Telefoonboek door.
4.Het geschil
Primairgeldt dat de betalingen van in totaal € 212.360,24 door BliXem aan Geldersch Beheer paulianeus zijn. De curator heeft voornoemde rechtshandelingen daarom terecht buitengerechtelijk vernietigd ex artikel 42 Fw. BliXem was niet verplicht om de huur voor het jaar 2020 (al op 29 januari 2020 volledig) te voldoen. Door deze betaling is het vermogen van (de boedel van) BliXem verminderd. Ook is de rangorde tussen de schuldeisers verstoord, omdat Geldersch Beheer met de (vooruit)betaling een verrekeningspositie voor zichzelf heeft gecreëerd. Zowel BliXem als Geldersch Beheer wist althans behoorde te weten ten tijde van de betalingen dat het faillissement van BliXem zou volgen en dat daarin een tekort zou bestaan om de schuldeisers van BliXem te voldoen. In dit geval geldt het wettelijk bewijsvermoeden ter zake van wetenschap van benadeling (artikel 43 lid 1 onder 5 Fw). De curator vordert een bedrag van € 176.966,87, te weten de door Geldersch Beheer vooruitbetaalde huur over een periode van 10 maanden. De betaalde huur over januari en februari 2020 wordt niet gevorderd.
cash pooling-arrangementvan Rabobank, meer specifiek een
zero balancingmet saldoconcentratie. De hoofdrekening stond op naam van Geldersch Beheer. BliXem had een subrekening op haar naam. De
zero balancinghield in dat de subrekeningen op dagelijkse basis werden teruggebracht naar een nulstand. Een eventueel creditsaldo werd weggeboekt ten gunste van de hoofdrekening en een eventuele debetstand werd ten laste van die hoofdrekening aangezuiverd. Vanwege dit
cash pooling-arrangementhebben de betalingen van de (sub)rekening van BliXem naar de (hoofd)rekening van Geldersch Beheer niet tot benadeling van de schuldeisers van BliXem kunnen leiden. Bovendien is geen sprake van wetenschap van benadeling. De belangrijkste oorzaak van het faillissement was de coronapandemie. Op het moment van de gewraakte betalingen in januari 2020, waren de later afgekondigde coronamaatregelen en een faillissement met een tekort daarin niet te voorzien. Tot slot is, aldus Geldersch Beheer, geen sprake van een onverplichte rechtshandeling.
5.De beoordeling
10.6 Deze overeenkomst omvat alle afspraken tussen Partijen ter zake van de daarin vermelde rechtshandelingen tussen partijen en vervangt alle voorgaande afspraken tussen partijen ter zake daarvan.”
6.De beslissing
woensdag 15 november 2023voor het opgeven door Geldersch Beheer van de getuigen en van hun respectieve verhinderdagen, alsmede de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden januari tot en met maart 2024, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
maar alleen indien Geldersch Beheer daarom op de onder 6.3 bedoelde roldatum heeft verzocht,naar de zesde rolzitting na de dag waarop dit vonnis is uitgesproken voor het nemen van een conclusie na niet gehouden getuigenverhoor aan de zijde van Geldersch Beheer, waarbij deze desgewenst ook het bewijs schriftelijk kan leveren,