In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, wordt het verzoek van [A] B.V. om schadevergoeding afgewezen. De rechtbank oordeelt dat het UWV, de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, niet onrechtmatig heeft gehandeld bij de besluiten van 20 april 2020 en 15 april 2021. Het verzoekster had schadevergoeding gevraagd naar aanleiding van de afwijzing van haar verzoek om een eerdere ingangsdatum voor de WIA-uitkering van haar ex-werknemer, die ziek was uitgevallen. De rechtbank stelt vast dat het UWV het verzoek om schadevergoeding op 14 december 2021 heeft afgewezen, omdat er geen causaal verband was tussen de schade en de besluiten van het UWV. De rechtbank concludeert dat de besluiten niet onrechtmatig zijn, omdat het UWV op basis van medische informatie tot zijn besluiten is gekomen en dat de ex-werknemer geen financieel nadeel heeft ondervonden. De rechtbank wijst het verzoek om schadevergoeding af en stelt dat verzoekster geen recht heeft op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan op 11 oktober 2023 en is openbaar uitgesproken.