ECLI:NL:RBGEL:2023:5671
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een handhavingsverzoek en de ontvankelijkheid van belanghebbenden in bestuursrechtelijke procedures
In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, wordt het beroep van eisers tegen de beslissing op bezwaar van 1 juni 2022 beoordeeld. Dit bezwaar betreft een handhavingsverzoek dat op 30 november 2021 door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bronckhorst is afgewezen. De rechtbank heeft op 12 september 2023 de zaak behandeld, waarbij eisers [Eiseres A], [Eiseres D] en hun gemachtigde aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat het college ten onrechte eisers [Eiseres B], [Eiseres D] en [Eiseres E] niet-ontvankelijk heeft verklaard in hun bezwaar, omdat zij niet als belanghebbenden zijn aangemerkt. De rechtbank stelt vast dat deze eisers wel degelijk belanghebbenden zijn, aangezien zij direct tegenover het pand wonen en zicht hebben op de situatie.
Daarnaast oordeelt de rechtbank dat het college onvoldoende onderzoek heeft verricht naar de gestelde overtredingen. Eisers hebben aangevoerd dat er in de zomer van 2021 zonder omgevingsvergunning therapie werd gegeven in de buitenruimte van het pand. Het college heeft pas op 24 november 2021 een controle uitgevoerd, maar dit was te laat en onvoldoende om een weloverwogen besluit te nemen. De rechtbank vernietigt daarom de beslissing op bezwaar en draagt het college op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij meer onderzoek naar de gestelde overtredingen moet worden verricht. Tevens moet het college het griffierecht en proceskosten aan eisers vergoeden.