Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.De procedure
- de akte uitlating wijziging van eis van [gedaagde] .
2.De feiten
€ 369.000,-.
€ 29.520,- en € 12.550,- zijn niet door [gedaagde] betaald.
de reeds ingekochte / bestelde materialen en geplande uitvoerende nog retour kunt doen of bij aankomend project kunt gebruiken of doorverkopen. (…)”
3.Het geschil
Ro-Home aan [gedaagde] dient af te leveren, vanaf datum van het vonnis voor rekening en risico van [gedaagde] komen (III.) en dat [gedaagde] de betreffende materialen op de opslaglocaties daarvan komt ophalen, dan wel subsidiair dat Ro-Home deze materialen aan het adres van [gedaagde] aflevert onder de voorwaarde dat [gedaagde] op voorhand de door Ro-Home te maken kosten voor het transport en afleveren, aan Ro-Home heeft vergoed of meer subsidiair dat [gedaagde] op voorhand een forfaitair bedrag van € 15.000,- aan kosten aan Ro-Home voldoet (IV.). Ro-Home vordert daarbij wettelijke rente over de hoofdsom onder I. (V.) en veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten (VI.). Ro-Home legt hieraan ten grondslag dat omdat [gedaagde] de overeenkomst tussen partijen tussentijds heeft opgezegd er een afrekening dient plaats te vinden van het werk in de zin van artikel 7:764 BW.
4.De beoordeling
€ 369.000,- overeengekomen, maar later is het ontwerp van de woning aangepast naar een kleinere woning waarvoor een lagere aanneemsom verschuldigd zou zijn, maar daarvoor heeft hij nooit een nieuwe calculatie ontvangen van Ro-Home, zo voert [gedaagde] aan. Omdat een nieuwe, lagere aanneemsom niet bekend is, [gedaagde] ook niet heeft gesteld dat partijen overeenstemming hebben bereikt over een nieuwe, lagere aanneemsom en aan deze stellingen voor het overige ook geen duidelijke consequenties door [gedaagde] zijn verbonden, gaat de rechtbank hieraan voorbij en zal zij voor de beoordeling van deze zaak uitgaan van de aanneemsom van € 369.000,- inclusief btw.
€ 331.499,22.
€ 37.696,34 heeft Ro-Home twee pro forma facturen overgelegd waaruit deze bedragen blijken. Ook daarmee is naar oordeel van de rechtbank onvoldoende inzicht gegeven in deze kostenpost. [gedaagde] zet vraagtekens bij de door haar vertaalde tekst van de facturen, maar daarop heeft Ro-Home niet meer kunnen reageren, zodat de rechtbank daaraan voorbij gaat. Wel acht de rechtbank van belang dat boven de facturen ‘proforma’ staat vermeld. Daardoor is de status van deze facturen onduidelijk, namelijk of het definitieve facturen zijn waarmee EcoWoods aanspraak maakt op deze kosten en of Ro-Home de facturen ook heeft betaald terwijl deze slechts ‘proforma’ zijn. Daarnaast is onduidelijk op grond waarvan deze kosten zijn berekend en door Ro-Home verschuldigd zijn. Het is aan Ro-Home in het kader van haar mededelingsplicht over de besparingen om inzicht te geven op welke grond zij dit bedrag aan EcoWoods verschuldigd is en om daar facturen van over te leggen. Nu dit inzicht onvoldoende is gegeven, is daardoor niet gebleken dat deze kostenpost zich heeft voorgedaan, zodat de rechtbank dit deel van vordering I. eveneens zal afwijzen.
€ 369.000,-, te weten een bedrag van € 29.520,-.