2.2.De aanhef van de pachtovereenkomst luidt ‘
Overeenkomst van geliberaliseerde pacht voor 6 jaren of korter (in de zin van art 7:397 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek)’. In de overeenkomst is het volgende opgenomen:
(…)
IN AANMERKING NEMENDE:
a. dat verpachter eigenaar is van de percelen los land;
b. dat de verpachter uitsluitend bereid is na te noemen grond voor een duur van 6 jaar of korter, in de zin van art. 7:397 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, te verpachten als los land;
c. dat de pachter het verpachte voor een duur van 6 jaar of korter, in de zin van art. 7:397 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek als los land wenst te pachten;
(…)
Artikel 2. Aanvang en duur
1. Verpachter verpacht het verpachte hierbij als los land aan pachter gelijk pachter het verpachte als los land van verpachter als bedoeld in art. 7:397 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek in pacht aanneemt, en wel voor de bepaalde tijd van vierendertig maanden, ingaande op 1 maart 2017 tot en met 31 december 2019.
2. Pachter garandeert dat per de datum waarop de onderhavige overeenkomst eindigt, zoals bepaald in lid 1, de pachter het verpachte in Vrije staat en ontruimd aan verpachter ter beschikking stelt.
(…)
4. Partijen komen uitdrukkelijk met elkaar overeen dat deze overeenkomst een pachtovereenkomst is als bedoeld in de zin van art. 7:397 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, waardoor en waarbij zij uitdrukkelijk overeenkomen dat de bepalingen van de artikelen 313 lid 2, 319 lid 1 onder a, c en d, 325, 327, 328, 332, 333, 363 tot en met 374, 378 tot en met 384, 399a en 399c lid 1 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek niet van toepassing zijn op de onderhavige pachtovereenkomst. Daardoor vindt geen verlenging van rechtswege van de onderhavige overeenkomst plaats en heeft de pachter onder meer niet de mogelijkheid om aan de Grondkamer te verzoeken de overeenkomst te verlengen.
(…)
Artikel 19. Aanbieding na pachtperiode
De verpachter verplicht zich om na het verlopen van pachtperiode, als de verpachter besluit het verpachte opnieuw voor een bepaalde periode te verpachten, het verpachte als eerste aan de pachter aan te bieden.(…)”