ECLI:NL:RBGEL:2023:5198

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
13 september 2023
Publicatiedatum
16 september 2023
Zaaknummer
412761
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van een franchiseovereenkomst wegens verdenking van drugshandel en de gevolgen voor schadevergoeding

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 13 september 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Autohopper c.s. en [gedn.conv./eis.reconv.]. De zaak betreft de ontbinding van een franchiseovereenkomst tussen Autohopper Nederland en [ged.conv./eis.reconv. 3] vanwege verdenkingen van drugshandel. De rechtbank oordeelt dat de ontbinding van de overeenkomst rechtmatig was, omdat de goede naam van de franchisegever in het geding was door de inval van de politie in het bedrijfspand van de franchisenemer. Autohopper Nederland had op 4 augustus 2022 de overeenkomst ontbonden, wat leidde tot een vordering van Autohopper c.s. op [gedn.conv./eis.reconv.] voor onbetaalde facturen en schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering van Autohopper c.s. onvoldoende onderbouwd was en heeft hen de gelegenheid gegeven om aanvullende gegevens te verstrekken. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan en stelt een termijn voor de partijen om hun standpunten verder te onderbouwen. De zaak zal opnieuw op de rol komen voor verdere behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: C/05/412761 / HA ZA 22-543 / 1547
Vonnis van 13 september 2023
in de zaak van

1.AUTOHOPPER FLEET B.V.,

te Veenendaal,
2.
AUTOHOPPER NEDERLAND B.V.,
te Veenendaal,
3.
AUTOHOPPER AUTOVERHUUR B.V.,
te Veenendaal,
eisende partijen in conventie,
verwerende partijen in reconventie,
hierna samen te noemen: Autohopper c.s. en afzonderlijk: Autohopper Fleet, Autohopper Nederland en Autohopper Autoverhuur,
advocaat: mr. W. Terhaerdt te Tiel,
tegen

1.[ged.conv./eis.reconv. 1] ,

te [plaats] , vennoot van gedaagde sub 3,
2.
[ged.conv./eis.reconv. 2],
te [plaats] , vennoot van gedaagde sub 3,
3.
[ged.conv./eis.reconv. 3] V.O.F.,
handelend onder de naam [handelsnaam] ,
te [plaats] ,
gedaagde partijen in conventie,
eisende partijen in reconventie,
hierna samen te noemen: [gedn.conv./eis.reconv.] en afzonderlijk: [ged.conv./eis.reconv. 1] , [ged.conv./eis.reconv. 2] en [ged.conv./eis.reconv. 3] ,
advocaat: mr. R.A. Schenk te Harderwijk.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 1 maart 2023 en de daarin genoemde processtukken,
- het verkort proces-verbaal van mondeling behandeling van 31 mei 2023 en de daarin genoemde processtukken.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Autohopper Nederland exploiteert een onderneming op het gebied van verhuur en operational lease van onder meer auto’s en bestelbussen. Autohopper Nederland verhuurt deze voertuigen onder andere aan zelfstandige ondernemers die op basis van zogenoemde deelnemersovereenkomsten met Autoshopper Nederland samenwerken.
2.2.
Autohopper Fleet, een aan Autohopper Nederland gelieerde onderneming, is eigenaar van het wagenpark van Autohopper Nederland.
2.3.
Autohopper Nederland heeft op 12 augustus 2016 een deelnemersovereenkomst gesloten met [ged.conv./eis.reconv. 3] (hierna: de overeenkomst). De vennoten van [ged.conv./eis.reconv. 3] zijn [ged.conv./eis.reconv. 1] en [ged.conv./eis.reconv. 2] . [ged.conv./eis.reconv. 3] huurt in dit kader onder de handelsnaam [handelsnaam] voertuigen van Autohopper Fleet, waartoe deze partijen steeds zelfstandige huurovereenkomsten met elkaar sluiten. [handelsnaam] verhuurt de voertuigen vervolgens aan derden.
2.4.
In de overeenkomst komen onder meer de navolgende bepalingen voor:
“13.3 Naast de hierboven genoemde gronden heeft Partij 1(Autohopper Nederland, rechtbank)
het recht deze overeenkomst (…) onmiddellijk en zonder tussenkomst van een rechter te ontbinden in de navolgende situaties:(…)f. ingeval Partij 2( [ged.conv./eis.reconv. 3] , rechtbank)
door aan hem toerekenbaar toedoen of nalaten de goede naam of uniformiteit van de keten zodanig aantast dat van Partij 1 in redelijkheid niet gevergd kan worden deze overeenkomst te laten voortduren.(…)
h. In geval Partij 2 in ernstige mate toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van (…) haar verplichting jegens Partij 1 of jegens een door Partij 1 aangewezen leverancier en daardoor de goede naam van de verhuurformule wordt aangetast of anderszins tekort gedaan wordt.”
2.5.
De politie heeft op 2 augustus 2022 een inval gedaan in de woning van [ged.conv./eis.reconv. 1] en [ged.conv./eis.reconv. 2] alsmede in het bedrijfspand van [ged.conv./eis.reconv. 3] . [ged.conv./eis.reconv. 1] en [ged.conv./eis.reconv. 2] verbleven toen in [land] . Autohopper Nederland, die op de hoogte was van de op handen zijnde inval, heeft op dezelfde dag alle in het bedrijfsgebouw aanwezige leaseauto’s meegenomen.
2.6.
Autohopper Nederland heeft bij brief van 4 augustus 2022 het volgende aan [ged.conv./eis.reconv. 3] medegedeeld:
“Vanuit het OM hebben wij te horen gekregen dat het pand waarin [handelsnaam] is gevestigd gebruikt is / wordt voor verdovende middelen met als gevolg dat het pand wordt gesloten.
In ons franchisecontract staat duidelijk vermeld in artikel 13.3 sub f en sub h, dat Autohopper de contracten mag ontbinden indien de franchisenemer de goede naam van de keten en/of formule aantast of tekort doet.
Hierbij zeggen wij formeel en officieel op per 3-8-2022 (…).”
2.7.
Autohopper Nederland heeft op 4 augustus 2022 aan de klanten van [ged.conv./eis.reconv. 3] laten weten dat de vestiging van [ged.conv./eis.reconv. 3] door de politie ‘op last van justitie/OM’ per direct is gesloten. Autohopper Nederland heeft daarbij deze klanten gevraagd om de auto aan het einde van de huurperiode in te leveren bij haar vestiging in Arnhem en dat zij de afwikkeling verzorgt.
2.8.
Autohopper Fleet heeft bij brief van 11 november 2022 [ged.conv./eis.reconv. 3] verzocht om binnen acht dagen de bij de brief gevoegde facturen te betalen, bij gebreke waarvan de vordering ter incasso uit handen wordt gegeven en aanspraak wordt gemaakt op vergoeding van incassokosten.
2.9.
De incassogemachtigde van Autohopper Fleet heeft per e-mailbericht van 23 november 2022 [ged.conv./eis.reconv. 3] - tevergeefs - gesommeerd tot betaling van een bedrag van €123.034,55 (€119.422,93 in hoofdsom + € 6.311,62 aan rente en incassokosten).
2.10.
Autohopper Fleet heeft op 29 november 2022 ten laste van [gedn.conv./eis.reconv.] conservatoir beslag gelegd op de in het daarvan opgemaakte proces-verbaal omschreven onroerende zaken. Autohopper Fleet heeft op 1 december 2022 ten laste van [ged.conv./eis.reconv. 2] conservatoir derdenbeslag gelegd onder de ING Bank.
2.11.
Tot een regeling tussen partijen is het niet gekomen.

3.De vordering

in conventie
3.1.
Autohopper c.s. vordert - na vermindering van eis - dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad [gedn.conv./eis.reconv.] zal veroordelen om aan haar te betalen:
a. een bedrag van € 109.759,72, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente,
b. een bedrag van € 853,75, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente,
c. een bedrag van € 1.969,23 aan buitengerechtelijke incassokosten,
d. een bedrag van € 2.913,18 aan beslagkosten,
een en ander met veroordeling van [gedn.conv./eis.reconv.] in de kosten van deze procedure alsmede in de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Autohopper c.s. baseert haar vordering op nakoming. Uit hoofde van de overeenkomst heeft Autohopper Fleet een groot aantal facturen aan [gedn.conv./eis.reconv.] verzonden. Vanaf 1 augustus 2022 zijn deze facturen grotendeels onbetaald gebleven (door haar overgelegd als productie 5). Uit hoofde van onbetaald gebleven facturen, die [gedn.conv./eis.reconv.] voor akkoord heeft gehouden en niet heeft betwist, heeft Autohopper Fleet een vordering op [gedn.conv./eis.reconv.] van € 124.035,34. In mindering op die vordering komen een bedrag van € 489,69, een bedrag van € 1.361,59, een bedrag van € 1.343,68 en een bedrag van € 5.112,47, zodat een vordering van in totaal € 109.759,72 (exclusief buitengerechtelijke incassokosten, beslagkosten en rente) resteert. De vervaldata van de facturen bedraagt dertig dagen na boekdatum. De betalingstermijn is verstreken en de overeenkomst is beëindigd. Alle in productie 5 overgelegde facturen zijn opeisbaar. De buitengerechtelijke incassokosten bedragen € 1.969,23. De beslagkosten bedragen € 2.913,18. Autohopper Autoverhuur heeft daarnaast uit hoofde van een onbetaalde factuur (door haar overgelegd als productie 8) een vordering van € 853,75 op [gedn.conv./eis.reconv.]
3.3.
[gedn.conv./eis.reconv.] voert verweer. [gedn.conv./eis.reconv.] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Autohopper c.s., althans tot afwijzing van de vorderingen van Autohopper c.s. met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Autohopper c.s. in de kosten van deze procedure. Zij betwist onder meer dat zij de facturen heeft ontvangen en dat de gefactureerde bedragen juist zijn. Zij voert daarnaast als bevrijdend verweren dat de overeenkomt is ontbonden zodat nakoming niet meer mogelijk is en dat door de klanten al direct aan Autohopper c.s. is betaald.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt, voor zover nodig, hierna nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
[gedn.conv./eis.reconv.] vordert dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad Autohopper c.s. zal veroordelen:
a. om de beslagen op te heffen,
b. tot vergoeding van schade op te maken bij staat,
een en ander met veroordeling van Autohopper c.s. in de kosten van deze procedure alsmede in de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.6.
Aan haar vordering legt [gedn.conv./eis.reconv.] ten grondslag dat de overeenkomst ten onrechte is ontbonden en dat zij als gevolg hiervan schade lijdt.
3.7.
Autohopper c.s. voert verweer. Autohopper c.s. concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [gedn.conv./eis.reconv.] althans tot afwijzing van de vorderingen van [gedn.conv./eis.reconv.] met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [gedn.conv./eis.reconv.] in de kosten van deze procedure alsmede in de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt, voor zover nodig, hierna nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie
De ontbinding
4.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat de overeenkomst tussen Autohopper Nederland en [ged.conv./eis.reconv. 3] met ingang van 3 augustus 2022 is ontbonden. Bij gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft Autohopper c.s. gesteld dat zij zich in plaats van nakoming van de overeenkomst jegens [gedn.conv./eis.reconv.] beroept op vervangende schadevergoeding vanwege deze ontbinding. In de kern maakt zij daarbij nog steeds aanspraak op betaling van de facturen, die bestaan uit schade aan voertuigen, onderhoudskosten en openstaande huursommen.
4.2.
Op grond van artikel 6:265 lid 1 BW geeft iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen aan de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Deze bepaling is van aanvullend recht; bij overeenkomst kan hiervan worden afgeweken (Hoge Raad 7 juli 2023, ECLI:NL:HR:2023:1071).
4.3.
In dit geval hebben partijen in artikel 13.3 van de overeenkomst een aantal gronden voor ontbinding opgenomen. Met Autohopper c.s. is de rechtbank van oordeel dat er voor haar een deugdelijke reden was om de overeenkomst met [ged.conv./eis.reconv. 3] te ontbinden. Daartoe is het volgende redengevend.
4.4.
[ged.conv./eis.reconv. 3] handelt onder de naam en de formule van Autohopper Nederland en draagt dit ook naar buiten toe uit. [gedn.conv./eis.reconv.] heeft niet betwist dat er bij de inval in het bedrijfspand verboden chemicaliën zijn aangetroffen, waaruit de politie de conclusie heeft getrokken dat het bedrijfspand werd gebruikt voor verdovende middelen. [gedn.conv./eis.reconv.] betoogt weliswaar dat haar bedrijfspand ook door anderen wordt gebruikt en dat zij niets af weet van de aangetroffen verboden chemicaliën, maar zij laat na dit standpunt nader te onderbouwen. [gedn.conv./eis.reconv.] is verantwoordelijk voor wat zich in haar bedrijfspand afspeelt. Een inval in het bedrijfsgebouw van [ged.conv./eis.reconv. 3] vanwege de verdenking van productie en handel in verdovende middelen tast het imago van Autohopper Nederland aan. Onder deze omstandigheden kan [gedn.conv./eis.reconv.] dan ook worden verweten dat zij zich onvoldoende heeft ingespannen om te voorkomen dat een dergelijke inval in haar bedrijfspand zou plaatsvinden en dat in elk geval Haiyirli onderwerp is geworden van een strafrechtelijke procedure. Van Autohopper Nederland kan in deze situatie in redelijkheid niet gevergd worden dat zij de overeenkomst na de inval in het bedrijfsgebouw van [ged.conv./eis.reconv. 3] nog langer laat voortduren. Hiermee is voldaan aan de ontbindingsgrond als vermeld in artikel 13.3 sub f van de overeenkomst.
4.5.
Dit wordt niet anders doordat het bedrijfspand volgens [gedn.conv./eis.reconv.] nooit gesloten is geweest op last van het Openbaar Ministerie, dat de verdenking zich enkel richt op [ged.conv./eis.reconv. 1] en nog geen strafrechtelijke vervolging van [ged.conv./eis.reconv. 1] heeft plaatsgevonden. Tot slot is niet van belang dat [ged.conv./eis.reconv. 2] niet als verdachte wordt aangemerkt en dat zij de onderneming had kunnen voortzetten. Ook als dit zo zou zijn dan neemt dit de gevolgen van de inval voor Autohopper Nederland immers niet weg.
4.6.
De rechtbank gaat voorbij aan het betoog van [gedn.conv./eis.reconv.] dat Autohopper c.s. in de dagvaarding heeft nagelaten te vermelden dat Autohopper Nederland de overeenkomst met haar heeft ontbonden. De rechtbank begrijpt dat zij daarmee een beroep doet op artikel 21 Rv. Van belang is dat Autohopper c.s., nadat zij aanvankelijk nakoming aan haar vorderingen ten grondslag had gelegd, bij nader inzien vervangende schadevergoeding vordert op grond van ontbinding. Op grond van artikel 150 Rv draagt zij de bewijslast van de feiten of rechten die tot het rechtsgevolg van ontbinding leiden. Indien zij hier niet aan voldoet, heeft dit tot gevolg dat haar vordering als onvoldoende onderbouwd wordt afgewezen. Voor zover Autohopper c.s. heeft verzuimd een rechtsgrond aan te voeren kan de rechtbank deze op grond van artikel 25 Rv ambtshalve aanvullen. Onder deze omstandigheden valt niet in te zien welk belang [gedn.conv./eis.reconv.] heeft bij haar beroep op artikel 21 Rv.
4.7.
De conclusie is dat Autohopper Nederland de overeenkomst met recht heeft ontbonden. Weliswaar heeft zij in haar brief van 4 augustus 2022 de term ‘opzegging’ gebruikt, maar beide partijen gaan in dit kader uit van ontbinding. De rechtbank zal de brief dan ook als zodanig aanmerken. Deze conclusie heeft ook tot gevolg dat er geen deugdelijke grond is om Autohopper c.s. te veroordelen tot vergoeding van onder meer de inkomensschade die naar [gedn.conv./eis.reconv.] stelt het gevolg is van de ontbinding van de overeenkomst. De vordering in reconventie zal daarom in zoverre worden afgewezen.
De facturen
4.8.
Nu sprake is van ontbinding ontstaan ingevolge artikel 6:271 BW over en weer ongedaanmakingsverbintenissen. Sluit de aard van de prestatie uit dat zij ongedaan wordt gemaakt, dan bepaalt artikel 6:272 BW dat daarvoor een vergoeding in de plaats komt ten belope van haar waarde op het tijdstip van de ontvangst. De rechtbank begrijpt dat Autohopper c.s. op laatstgenoemde bepaling een beroep doet waar zij vervangende schadevergoeding vordert.
4.9.
In de dagvaarding presenteert Autohopper c.s. de vordering onder r.o. 3.1 sub a als een vordering van Autohopper Fleet op [ged.conv./eis.reconv. 3] . In dit verband verwijst Autohopper c.s. naar de door haar als productie 5 overgelegde facturen. De vordering onder r.o. 3.1 sub b presenteert zij als een vordering van Autohopper Autoverhuur op [ged.conv./eis.reconv. 3] , waarbij Autohopper c.s. verwijst naar een factuur die is overgelegd productie 8. Die factuur heeft Autohopper c.s. ook (als eerste factuur) overgelegd bij de facturen die door haar als productie 5 zijn overgelegd. Zonder nadere toelichting, die niet is gegeven, valt niet in te zien waarom deze factuur tweemaal zou zijn verschuldigd. De rechtbank merkt om praktische redenen de hier bedoelde factuur aan als een door Autohopper Fleet op [ged.conv./eis.reconv. 3] gepretendeerde vordering. De vordering van Autohopper Autoverhuur zoals vermeld onder r.o. 3.1 sub b zal daarom worden afgewezen. Mocht de vordering ten aanzien van deze factuur ten aanzien van Autohopper Fleet worden toegewezen en zou blijken dat bedoeld bedrag aan Autohopper Autoverhuur toekomt, dan worden Autohopper Fleet en Autohopper Autoverhuur geacht dit onderling te regelen.
Het incasseren van de facturen door Autohopper Nederland
4.10.
Als meest verstrekkende verweer heeft [gedn.conv./eis.reconv.] betoogd dat Autohopper c.s. vanaf 4 augustus 2022 klanten van haar heeft benaderd en dat zij met deze klanten de financiële aspecten van de contracten en eventuele schades heeft afgewikkeld. Zij verbindt daaraan de conclusie dat er om die reden geen grondslag is voor schadevergoeding op basis van de door Autohopper c.s. overgelegde facturen. Zij betwist daarmee de verschuldigdheid van de gevorderde bedragen. Ten bewijze daarvan heeft zij een aantal WhatsApp-berichten overgelegd, waaruit blijkt dat Autohopper c.s. vanaf 4 augustus 2022 aan een of meer klanten mededeelt dat [handelsnaam] niet meer bestaat en dat de rekening aan Autohopper Nederland moet worden betaald. Zij meent bovendien dat Autohopper c.s. in strijd met het bepaalde in artikel 21 Rv heeft gehandeld door deze feiten niet in haar dagvaarding naar voren te brengen.
4.11.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft [gedn.conv./eis.reconv.] verklaard dat met Autohopper c.s. was afgesproken dat Autohopper c.s. de huurcontracten met haar klanten zou afwikkelen. Bij die gelegenheid heeft Autohopper c.s. ook erkend dat zij bij klanten van [gedn.conv./eis.reconv.] bedragen heeft geïncasseerd. Zij betoogt dat zij deze eerst na het uitbrengen van de dagvaarding in haar administratie heeft verwerkt en dat het in totaal om een bedrag van € 1.851,28 inclusief btw gaat. Ten bewijze daarvan heeft zij eveneens eerst tijdens de mondelinge behandeling een overzicht met de geïncasseerde bedragen verstrekt. Dit neemt niet weg dat Autohopper c.s. al in haar dagvaarding melding had kunnen maken van de omstandigheid dat zij de klanten van [gedn.conv./eis.reconv.] had benaderd. Gelet op het tijdsverloop tussen deze benadering en het uitbrengen van de dagvaarding – circa vier maanden – is het mogelijk dat (een aantal van) deze klanten in de tussentijd bedragen aan Autohopper c.s. heeft overgemaakt. Daar komt bij dat het volgens Autohopper c.s. ontvangen bedrag van € 1.851,28 zeer gering is in verhouding tot haar vordering van € 109.759,72. Voor [gedn.conv./eis.reconv.] is dit bedrag intussen niet meer te controleren. Niet in geschil is immers dat zij geen toegang meer heeft tot het computersysteem van Autohopper c.s. en dat zij daardoor geen inzage meer heeft in lopende zaken. Ook kan zij niet zien welke berichten Autohopper c.s. aan haar klanten heeft verstuurd en van deze klanten heeft ontvangen.
4.12.
Op Autohopper c.s. rusten de steplicht en bewijslast van feiten en omstandigheden waaruit de verschuldigdheid van het door haar – na eisvermindering – gevorderde bedrag blijkt (artikel 150 Rv). Gelet op de betwisting hiervan door [gedn.conv./eis.reconv.] heeft Autohopper c.s. haar stelling dat hiervan sprake is onvoldoende onderbouwd. Autohopper c.s. zal daarom in de gelegenheid worden gesteld nader te onderbouwen dat het nu door haar gevorderde bedrag is verschuldigd. Indien zij in de tussentijd meer bedragen van klanten van [gedn.conv./eis.reconv.] heeft ontvangen, dient zij dit eveneens te vermelden. De rechtbank geeft Autohopper c.s. op na te melden wijze de gelegenheid deze gegevens alsnog bij akte in het geding te brengen. [gedn.conv./eis.reconv.] krijgt de gelegenheid hierop eveneens bij akte te reageren. Hierbij kan zij ook ingaan op de door Autohopper c.s. eerst ter zitting overgelegde Exceloverzichten, zoals ook aangekondigd in het proces-verbaal van 31 mei 2023.
4.13.
Dit onderdeel van de steplicht van Autohopper c.s. is eerst door de betwisting daarvan door [gedn.conv./eis.reconv.] aan het licht gekomen. Zij had dit echter al eerder naar voren kunnen brengen, zoals [gedn.conv./eis.reconv.] terecht heeft aangevoerd. In dat geval had de hiervoor vermelde aktewisseling achterwege kunnen blijven. Indien Autohopper c.s. bij eindvonnis (grotendeels) in het gelijk wordt gesteld, komen de gevolgen van dit nalaten op de voet van artikel 21 Rv voor haar rekening door daarbij in de proceskostenveroordeling bij eindvonnis rekening te houden.
4.14.
Voor zover [gedn.conv./eis.reconv.] daarnaast stelt dat Autohopper c.s. de door Autohopper c.s. bij haar voormalige klanten geïncasseerde sommen aan haar dient terug te betalen gaat de rechtbank daaraan voorbij. Naar de eigen stellingen van [gedn.conv./eis.reconv.] was het voor ontbinding van de overeenkomst immers de gebruikelijke gang van zaken dat zij de bedragen bij de klant incasseerde en zij deze vervolgens verrekende met Autohopper Nederland. Gesteld noch gebleken is dat zij bij de afdracht aan Autohopper Nederland een bedrag mocht achterhouden als vergoeding voor haar diensten en dat zij dit bedrag nu is misgelopen. Zij heeft hiertoe ook geen vordering ingesteld en evenmin een beroep op verrekening gedaan. Indien zij dit wel had gewild had het op haar weg gelegen hiervan gegevens aan te dragen. Dit heeft zij echter niet gedaan. De gevolgen daarvan dienen dan ook voor haar rekening en risico te blijven. De conclusie is daarom dat de door Autohopper c.s. geïncasseerde bedragen niet toekomen aan [gedn.conv./eis.reconv.]
De hoogte van de facturen
4.15.
Ter onderbouwing van haar vordering heeft Autohopper c.s. als productie 5 een aantal facturen overgelegd. Op sommige van die facturen staat vermeld dat sprake is van bijvoorbeeld schade, achterstallig onderhoud en teveel gereden kilometers. Autohopper c.s. stelt dat zij al jaren gebruik maakt van het expertisebureau HeMeX dat zorgdraagt voor de inname van voertuigen, de voertuiginspecties en de schade-expertises. HeMeX verricht volgens Autohopper c.s. alleen onderhoud en reparaties wanneer dit daadwerkelijk nodig is. In de door HeMeX opgestelde schaderapporten bevinden zich volgens Autohopper c.s. foto’s van de schade, een hersteladvies en een opgave van de te maken herstelkosten. Autohopper c.s. stelt dat zij die kosten altijd één op één heeft doorberekend aan de huurder van het voertuig, in casu [ged.conv./eis.reconv. 3] en dat [gedn.conv./eis.reconv.] daartegen in het verleden nooit heeft geprotesteerd.
4.16.
[gedn.conv./eis.reconv.] betwist de hoogte van de schade van een groot deel van de facturen. Volgens haar is niet mogelijk dat bij bijna alle auto’s sprake zou zijn van schade. Daarnaast zijn de door Autohopper c.s. voor de reparaties gevorderde kosten van herstel zijn veel te hoog. In het verleden herstelde [ged.conv./eis.reconv. 1] zelf de schade aan de door de klant ingeleverde auto’s of hij kon dit laten doen door een veel lagere prijs dan nu door Autohopper c.s. wordt gevorderd. Autohopper c.s. heeft Haiyirli niet in staat gesteld de schades te herstellen. Van achterstallig onderhoud aan voertuigen is voorts geen sprake. Kilometerstanden ontbreken soms en zijn in een aantal gevallen onjuist. Daarnaast kan zij niet op alle facturen inhoudelijk reageren omdat zij geen toegang meer heeft tot het computersysteem van Autohopper c.s.
4.17.
Vooropgesteld wordt dat op Autohopper c.s. ook de stelplicht en de bewijslast rusten ten aanzien van haar aanspraak op de facturen bij wijze van vervangende schadevergoeding (artikel 150 Rv). Het enkel overleggen van de facturen is daartoe onvoldoende nu daarop, zoals [gedn.conv./eis.reconv.] terecht heeft opgemerkt, melding wordt gemaakt van aanvullende kosten. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Autohopper c.s. verklaard de beschikking te hebben over de onderliggende schaderapporten van elk van de opgevoerde schades. Het ligt dan ook op haar weg deze daadwerkelijk te overleggen, zodat [gedn.conv./eis.reconv.] zich daartegen (desgewenst) ook behoorlijk zal kunnen verweren.
4.18.
Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank Autohopper c.s. in de gelegenheid de door HeMeX opgestelde schaderapporten bij akte te overleggen en de hoogte van de door [gedn.conv./eis.reconv.] betwiste facturen desgewenst nader te onderbouwen. [gedn.conv./eis.reconv.] krijgt de gelegenheid daarop eveneens bij akte te reageren.
Vervolg
4.19.
Aldus wordt Autohopper c.s. in de gelegenheid de verschuldigdheid en de omvang van de door haar gevorderde bedragen nader te onderbouwen. De rechtbank kan zich voorstellen dat dit tussenvonnis of de akten van (een der) partijen partijen aanleiding geeft met elkaar in overleg te treden en te bezien of een finale regeling buiten rechte alsnog mogelijk is. Indien partijen in dat kader een regeling treffen ontvangt zij daarvan graag spoedig bericht.
4.20.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
11 oktober 2023voor Autohopper c.s. om bij akte de gegevens te verstrekken zoals hiervoor onder r.o. 4.12 en r.o. 4.18 is vermeld,
5.2.
stelt [gedn.conv./eis.reconv.] een termijn van vier weken na de roldatum waarop de hiervoor onder r.o. 5.1 bedoelde akte van Autohopper c.s. is ontvangen om bij akte te reageren op voormelde akte van Autohopper c.s.,
5.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
in reconventie
5.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.W.M. Olthof en in het openbaar uitgesproken op 13 september 2023.