6.3.Gelet op de inrichting van de viswinkel, de wijze waarop de ter plaatse bereide producten worden gepresenteerd en het ter beschikking stellen van tuintafels, is de voorzieningenrechter van oordeel dat klanten worden uitgenodigd om desgewenst de ter plaatse bereide vis ter plaatse te consumeren. Dat de viswinkel slechts een klein deel van de inkomsten genereert uit producten die bestemd zijn voor consumptie direct ter plaatse, doet niet aan de geconstateerde aard, uitstraling en inrichting van viswinkel af. Gelet op deze omstandigheden is de voorzieningenrechter van oordeel dat het college het ter plaatse nuttigen van de vis terecht als horeca heeft aangemerkt.
7. Nu er sprake is van horeca, is er in zoverre sprake van een overtreding van het bestemmingsplan. Daarbij is het niet van belang of het bedrijf van eisers ook een horecabedrijf is zoals omschreven in het bestemmingsplan. Ook als geen sprake is van een horecabedrijf, is het gebruik van het perceel voor horeca-activiteiten in strijd met het bestemmingsplan, omdat horeca-activiteiten op het perceel niet zijn toegestaan. De voorzieningenrechter volgt eisers niet in hun standpunt dat bij de ondergeschikte detailhandel ook meer ondergeschikte horeca is toegestaan. Dat volgt namelijk niet uit de planregels van het bestemmingsplan.
Ook is er sprake van overtreding van het Parapluplan STEP nu het perceel ligt in de overige zone en daar een terras niet is toegestaan. Eisers hebben dat ook niet betwist. Dit betekent dat het gebruik van het perceel voor horeca-activiteiten en als terras zonder omgevingsvergunning niet is toegestaan. Omdat eisers niet beschikken over een omgevingsvergunning, is sprake van een overtreding en is het college, naar het oordeel van de voorzieningenrechter, bevoegd om handhavend op te treden.
8. Voor zover er door eisers een beroep wordt gedaan op het overgangsrecht van het bestemmingsplan, overweegt de voorzieningenrechter als volgt. Het college heeft in het besluit gesteld dat het overgangsrecht niet van toepassing is, omdat er nooit een horeca-bestemming op het perceel aanwezig is geweest. Het is aan degene die een beroep doet op het overgangsrecht om aannemelijk te maken dat daarvan wel sprake is en om dat beroep te onderbouwen. Dat hebben eisers niet gedaan, want de stelling dat het overgangsrecht van toepassing is, is niet gemotiveerd.
Beginselplicht tot handhaving
9. Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag van het bestuursorgaan worden gevergd, dit niet te doen. Dit kan zich voordoen als concreet zicht op legalisatie bestaat. Daarnaast kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien.
Is er zicht op legalisatie?
10. Anders dan eisers is de voorzieningenrechter van oordeel dat er geen concreet zicht is op legalisatie, alleen al omdat er geen aanvraag voor een omgevingsvergunning is ingediend. Bovendien is het college niet bereid om mee te werken aan legalisatie, omdat het college de ruimte op het bedrijventerrein wil behouden voor zware industrie en de mogelijkheden voor de zware industrie niet wil beperken. Het is naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet op voorhand duidelijk dat dat standpunt geen stand kan houden.
11. Eisers stellen zich op het standpunt dat handhaving onevenredig is. Zij voeren aan dat met het nuttigen van de vis ter plaatse de zware industrie niet wordt belemmerd, dat zij niemand tot last zijn, dat er geen klachten zijn, dat er geen precedentwerking is en dat er sprake is van een geringe overtreding. Bovendien kan een vishandel/-winkel volgens hen niet bestaan zonder het aanbieden van kibbeling.