ECLI:NL:RBGEL:2023:4861

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
30 augustus 2023
Publicatiedatum
29 augustus 2023
Zaaknummer
C/05/409890 / HA ZA 22-458
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van een maatschap tussen tandarts en mondhygiëniste met betrekking tot vereffening en verdeling van maatschapsvermogen

In deze zaak gaat het om de ontbinding van een maatschap tussen een tandarts en een mondhygiëniste. De samenwerking tussen de partijen, die in 2012 begon, was vastgelegd in een overeenkomst van samenwerking. De partijen hebben gedurende de samenwerking verschillende geschillen gehad, met name over de verdeling van kosten en de baliekosten. In 2021 heeft de gedaagde partij de maatschap opgezegd, maar de eiseres heeft deze opzegging niet geaccepteerd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de opzegging niet rechtsgeldig was en heeft de maatschap ontbonden wegens gewichtige redenen. De rechtbank heeft ook bepaald dat het maatschapsvermogen moet worden vereffend en verdeeld, waarbij de patiëntenbestanden niet tot het maatschapsvermogen behoren. De rechtbank heeft de verdeling van de activa en passiva van de maatschap vastgesteld en voorwaarden verbonden aan de ontbinding, waaronder de verplichting voor de gedaagde partij om het praktijkpand uiterlijk op 31 december 2023 te verlaten. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/409890 / HA ZA 22-458
Vonnis van 30 augustus 2023
in de zaak van
[eis.conv./ged.reconv.],
h.o.d.n. [handelsnaam 1] ,
wonende te [plaats] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. J.C.Th. Papeveld te Waalwijk,
tegen
[ged.conv./eis.reconv.],
h.o.d.n. [handelsnaam 2] ,
wonende te [plaats] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaten mr. T. van Malssen en M. Hengeveld te Nijmegen.
Partijen zullen hierna [eis.conv./ged.reconv.] en [ged.conv./eis.reconv.] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding, met producties
  • de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende eis in reconventie, met producties
  • het vonnis in incident van 28 december 2022
  • de conclusie van antwoord in reconventie, met producties
  • het vonnis van 1 februari 2023 waarin een mondelinge behandeling is bevolen
  • de akte overlegging aanvullende producties van [ged.conv./eis.reconv.]
  • de akte inbreng producties tevens houdende akte wijziging van eis van [eis.conv./ged.reconv.]
  • het verkort proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 25 mei 2023
  • het bezwaar van mr. Papeveld tegen een op 19 juni 2023 door mr. Van Malssen toegezonden brief met productie
  • het bericht van de rolrechter dat de brief van mr. Van Malssen buiten beschouwing wordt gelaten en dat de zaak wordt verwezen naar de rolzitting van 5 juli 2023 voor het nemen van een akte door [eis.conv./ged.reconv.]
  • het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 13 juni 2023, door mr. Van Malssen met een akte ingediend op de rol van 5 juli 2023
  • de akte uitlating van [eis.conv./ged.reconv.] van 12 juli 2023.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eis.conv./ged.reconv.] is werkzaam als mondhygiëniste en [ged.conv./eis.reconv.] als tandarts. [eis.conv./ged.reconv.] en [ged.conv./eis.reconv.] werken sinds augustus 2012 samen, waartoe op 1 februari 2013 Maatschap Mondzorg [locatie+plaats] (hierna: de maatschap) is opgericht.
2.2.
De samenwerking tussen [eis.conv./ged.reconv.] en [ged.conv./eis.reconv.] is vastgelegd in een schriftelijke ‘overeenkomst van samenwerking kostenmaatschap Mondzorg [locatie+plaats] ’ van 1 februari 2013. In deze overeenkomst is onder meer, voor zover hier van belang, het volgende bepaald:
In aanmerking nemende:
- Dat partijen hun te Nijmegen gevestigde Tandartspraktijk (partij 1) en Mondhygiënepraktijk (partij 2) in samenwerking willen uitoefenen op locatie [locatie+plaats] ;
(…)
- Dat het uitgangspunt van partijen een zuivere kostenmaatschap is;
(…)
Artikel 1: Naam en omschrijving Doel
(…)
b. Deze overeenkomst is aangegaan op 1 augustus 2012: partijen zijn vanaf dat moment plannen aan het uitwerken en afspraken aan het maken om in het pand [locatie+plaats] hun tandartspraktijk en mondhygiënistenpraktijk in samenwerking met elkaar, doch elk zelfstandig en voor eigen rekening en risico te gaan uitoefenen.
(…)
Artikel 2: Investeringen
Partijen betalen ieder 50% van de investeringen, welke binnen de maatschap vallen.
Artikel 3: Kapitaalrekening
a. Ieder der partijen wordt voor zijn inbreng in geld of goederen op een ten name van ieder van hen gestelde kapitaalrekening gecrediteerd voor het ingebrachte bedrag of de ingebrachte waarde.
(…)
Artikel 4: Kostenverdeling
Partijen dragen partij 1 voor 50% en partij 2 voor 50% de navolgende lasten:
  • De lasten voorvloeiende uit de huurovereenkomst van het pand [locatie+plaats] .
  • De lasten van afschrijvingen op investeringen, welke binnen de maatschap vallen.
  • Verbruik van gas/water en elektriciteit.
  • Abonnement- en gesprekskosten van telefoon.
  • Kosten van onderhoud aan technische voorzieningen en aanschaf klein instrumentarium, voor zover die in het jaar van aankoop ineens plegen te worden afgeschreven.
  • Kosten voor beveiliging, schoonmaak en onderhoud van het pand.
  • Accountants- en administratiekosten met betrekking tot de gezamenlijke gevoerde administratie.
  • Kosten van kantoor, abonnementen, contributies, drukwerk, automatisering, kantinekosten en bloemen en planten voor zover deze betrekking hebben op de gemeenschappelijke ruimten
  • Kosten van alle overige zaken en diensten, waarover partijen in onderling overleg besluiten ze gezamenlijk te dragen, mits schriftelijk vastgelegd.
Ten aanzien van de schulden aan kredietinstellingen komen de lasten en aflossingen voor rekening van de partij op wiens naam de lening is gesteld.
(…)
Artikel 6: Looptijd
De looptijd van deze overeenkomst is gelijk aan de looptijd van de huurovereenkomst van het pand [locatie+plaats] .
2.3.
[eis.conv./ged.reconv.] en [ged.conv./eis.reconv.] voeren hun respectievelijke praktijken in een door hen beiden gehuurde bedrijfsruimte, die is bestemd om te worden gebruikt als praktijkruimte voor tandartsen en andere paramedische praktijken.
2.4.
De huurovereenkomst van de bedrijfsruimte is aangegaan voor de duur van 10 jaren, ingaande 1 oktober 2012, en wordt na het verstrijken van deze periode, behoudens opzegging door de huurder, voortgezet voor een aansluitende periode van vijf jaren en vervolgens voor aansluitende periodes van telkens vijf jaren.
2.5.
De huurovereenkomst is niet tegen 1 oktober 2022 opgezegd, zodat deze thans nog loopt tot en met 30 september 2027.
2.6.
De maatschap verhuurt een deel van de bedrijfsruimte aan ‘ [bedrijf 1] ’.
2.7.
De maatschap heeft verschillende overeenkomsten met derden gesloten, zoals (financial)lease-, krediet- en factoringovereenkomsten, een licentieovereenkomst, een onderhoudscontract voor de website en voor de ICT.
2.8.
De gegevens van de patiënten van [eis.conv./ged.reconv.] en [ged.conv./eis.reconv.] zijn verwerkt in een gezamenlijk aangeschaft automatiseringssysteem.
2.9.
De maatschap heeft vanaf 2015 personeel in dienst gehad.
2.10.
[ged.conv./eis.reconv.] heeft vanaf het begin van de samenwerking met [eis.conv./ged.reconv.] de kosten van het baliepersoneel volledig voor haar rekening genomen.
2.11.
Tussen partijen is eind 2018 een conflict ontstaan over de baliekosten en (her)verdeling van de (overige) kosten van de maatschap.
2.12.
Partijen hebben overleg gevoerd, ook begeleid door de VvAA, maar dat heeft niet geleid tot oplossing van het conflict.
2.13.
[eis.conv./ged.reconv.] heeft gedurende de periode van 29 januari 2019 tot 1 november 2019 in totaal een bedrag van € 12.000,00 aan [ged.conv./eis.reconv.] overgemaakt als voorschot op de baliekosten.
2.14.
[ged.conv./eis.reconv.] heeft vervolgens te kennen gegeven de samenwerking met [eis.conv./ged.reconv.] te willen beëindigen en heeft bij brief van haar advocaat van 9 juni 2021 aan [eis.conv./ged.reconv.] de maatschap opgezegd tegen 31 december 2021. [eis.conv./ged.reconv.] heeft deze opzegging niet geaccepteerd.
2.15.
[ged.conv./eis.reconv.] heeft daarna bij brief van haar advocaat van 28 september 2021 de maatschapsovereenkomst opgezegd tegen 30 september 2022 (opzegging tegen het einde van de eerste huurperiode), voor het geval in rechte zou komen vast te staan dat de overeenkomst niet eindigt of is geëindigd op 31 december 2021, althans een eerdere datum dan 30 september 2022. [eis.conv./ged.reconv.] heeft ook deze opzegging niet geaccepteerd.
2.16.
[eis.conv./ged.reconv.] heeft [ged.conv./eis.reconv.] gedagvaard voor de kantonrechter van deze rechtbank. Inzet van deze procedure was terugbetaling van de door [eis.conv./ged.reconv.] aan [ged.conv./eis.reconv.] in 2019 gedane voorschotbetalingen op de baliekosten van in totaal € 12.000,00. Bij vonnis van 15 april 2022 van de kantonrechter van deze rechtbank is de vordering van [eis.conv./ged.reconv.] afgewezen.
2.17.
[eis.conv./ged.reconv.] is van dat vonnis in hoger beroep gekomen. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 13 juni 2023 eindarrest gewezen. In dit arrest is geconcludeerd dat het hoger beroep niet slaagt en vervolgens is het vonnis van de kantonrechter van 15 april 2022 bekrachtigd.
2.18.
[eis.conv./ged.reconv.] heeft [ged.conv./eis.reconv.] bij brief van haar advocaat van 7 juni 2022 kort gezegd, gesommeerd de maatschapsovereenkomst jegens [eis.conv./ged.reconv.] na te komen. [ged.conv./eis.reconv.] heeft aan deze sommatie geen gehoor gegeven.

3.Achtergrond van het geschil

3.1.
De zaak gaat over de beëindiging van de maatschap die [eis.conv./ged.reconv.] als mondhygiëniste en [ged.conv./eis.reconv.] als tandarts met elkaar zijn aangegaan. Er is tussen hen een geschil ontstaan over de baliekosten, die [ged.conv./eis.reconv.] vanaf het begin van de samenwerking alleen betaalde. De overige kosten van de maatschap werden bij helfte gedeeld. Partijen verschillen van mening over de achtergrond van deze handelwijze en zijn het niet eens geworden over een herverdeling van de (balie)kosten. Uiteindelijk is het geschil zo hoog opgelopen dat beide partijen beëindiging van de samenwerking voorstaan. Zij zijn het erover eens, althans [eis.conv./ged.reconv.] berust erin, dat [ged.conv./eis.reconv.] haar tandartspraktijk zal voortzetten in het (thans door de maatschap) gehuurde pand en dat [eis.conv./ged.reconv.] uit het pand zal vertrekken. Over de wijze waarop het vermogen van de maatschap moet worden vereffend en verdeeld en over de vraag of [eis.conv./ged.reconv.] aanspraak kan maken op een uitkoopsom zijn zij het niet eens en daarover gaat het geschil.

4.De vorderingen in conventie en in reconventie

In conventie

4.1.
[eis.conv./ged.reconv.] vordert, na wijziging van eis en samengevat weergegeven, dat de rechtbank voor recht zal verklaren:
  • dat de maatschap niet voor en niet op 31 december 2021 is geëindigd,
  • dat de maatschap niet voor en niet op 30 september 2022 is geëindigd,
  • dat de maatschap kwalificeert als een onderneming ex artikel 2 lid 1 Handelsregisterbesluit 2008,
  • dat de maatschap kwalificeert als een openbare maatschap,
  • dat de opzeggingen van de maatschap door [ged.conv./eis.reconv.] non-existent, althans nietig zijn en subsidiair vordert [eis.conv./ged.reconv.] dat de rechtbank deze opzeggingen vernietigt,
  • dat [ged.conv./eis.reconv.] jegens [eis.conv./ged.reconv.] is tekortgeschoten in de nakoming van de maatschapsovereenkomst, althans onrechtmatig heeft gehandeld, althans in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid jegens [eis.conv./ged.reconv.] heeft gehandeld.
4.2.
[eis.conv./ged.reconv.] vordert verder dat de rechtbank de maatschap op grond van gewichtige redenen zal ontbinden per de datum van het vonnis en daaraan voorwaarden zal verbinden te weten:
Primair:
- dat [ged.conv./eis.reconv.] per datum ontbinding van de maatschap het recht toekomt tot
voorzetting van de eenmanszaak [handelsnaam 1] inclusief het 50% aandeel van de eenmanszaak [handelsnaam 1] in de maatschap,
- dat [ged.conv./eis.reconv.] per datum ontbinding van de maatschap de eenmanszaak
[handelsnaam 1] inclusief het 50% aandeel van de eenmanszaak
[handelsnaam 1] in de maatschap overneemt onder betaling door [ged.conv./eis.reconv.] van een door de rechtbank in goede justitie te bepalen koopsom dan wel
vergoeding aan [eis.conv./ged.reconv.] , te voldoen binnen 14 dagen na betekening van het vonnis, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over dat bedrag na de termijn van 14 dagen na datum van het vonnis,
- het gelasten van een deskundigenbericht waarin (een) onafhankelijke deskundige(n) word(t)(en) benoemd met als opdracht om te komen tot een waardering en een vermogensopstelling van de eenmanszaak [handelsnaam 1] inclusief het 50% aandeel van de eenmanszaak [handelsnaam 1] in de maatschap; inclusief vermogensopstelling van genoemde entiteiten per peildatum datum vonnis;
Subsidiair:
- aan de ontbinding voorwaarden te verbinden die de rechtbank geraden voorkomen.
4.3.
[eis.conv./ged.reconv.] vordert daarnaast [ged.conv./eis.reconv.] bij ontbinding van de maatschap te veroordelen tot vergoeding aan haar van alle schade inclusief vertragingsschade ex artikel 6:85 BW, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet. Tot slot vordert [eis.conv./ged.reconv.] veroordeling van [ged.conv./eis.reconv.] in de kosten van de procedure.
In reconventie
4.4.
[ged.conv./eis.reconv.] vordert in reconventie, samengevat weergegeven,
dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
1. voor recht verklaart dat de maatschap per 1 oktober 2022 is geëindigd, althans de maatschap per datum vonnis ontbindt,
2. voor recht verklaart dat het maatschapsvermogen moet worden verdeeld in die zin dat:
  • [ged.conv./eis.reconv.] na contractsoverneming de huurovereenkomst van het praktijkpand zonder [eis.conv./ged.reconv.] zal mogen voortzetten,
  • [eis.conv./ged.reconv.] het praktijkpand uiterlijk twee maanden na het vonnis zal moeten verlaten,
  • [ged.conv./eis.reconv.] (een deel van) de inventaris van het praktijkpand zal overnemen tegen betaling van een overnamesom aan [eis.conv./ged.reconv.] , vast te stellen op de huidige waarde van de over te nemen zaken en met inachtneming van de wijze waarop en de entiteiten door wie deze zaken bij aanschaf bekostigd zijn,
  • de bankgarantie die partijen ten behoeve van de verhuurder bij ABN AMRO hebben gestort zal worden vereffend en verdeeld bij helfte direct nadat vonnis is gewezen,
  • de lopende rekening van de maatschap per de datum waarop [eis.conv./ged.reconv.] uiterlijk het praktijkpand moet verlaten zal worden vereffend en verdeeld in die zin dat een bedrag van € 5.000,00 aan [eis.conv./ged.reconv.] wordt toegedeeld en dat het restant van het saldo bij helfte tussen partijen wordt verdeeld,
  • de spaarrekening van de maatschap na het vonnis zal worden vereffend en verdeeld in die zin dat het saldo per 31 maart 2022 van € 17.458,53 bij helfte wordt gedeeld en het restant aan [eis.conv./ged.reconv.] wordt toebedeeld,
  • de lopende overeenkomsten worden beëindigd in die zin dat [eis.conv./ged.reconv.] wordt veroordeeld om binnen zeven dagen na het vonnis mee te werken aan de beëindiging van deze overeenkomsten door mede-ondertekening van de opzeggingsbrieven aan de contractuele wederpartijen en dat zij meewerkt aan contractsoverneming van de huurovereenkomst met [bedrijf 1] door [ged.conv./eis.reconv.] ,
  • de patiëntenbestanden van partijen geen verdeling behoeven.
3. [eis.conv./ged.reconv.] veroordeelt om mee te werken aan de scheiding en deling van het gemeenschappelijke maatschapsvermogen en de daarmee samenhangende (financiële) afwikkeling, te weten om:
  • binnen zeven dagen na het vonnis mee te werken aan contractsoverneming van de huurovereenkomst van het praktijkpand door [ged.conv./eis.reconv.] per een datum gelegen twee maanden na het vonnis, door het mede-ondertekenen van een tot die contractsoverneming strekkende akte tussen [eis.conv./ged.reconv.] en [ged.conv./eis.reconv.] ,
  • uiterlijk twee maanden na het vonnis het praktijkpand te verlaten, de (reserve)sleutels in te leveren bij [ged.conv./eis.reconv.] en het pand te ontruimen wat betreft alle zaken die eigendom zijn van [eis.conv./ged.reconv.] , voor zover die zaken niet door [ged.conv./eis.reconv.] worden overgenomen,
  • binnen zeven dagen na het vonnis mee te werken aan beëindiging van de onderhoudsovereenkomst voor de website per de eerst mogelijke datum, door mede-ondertekening van een gezamenlijk opzeggingsbericht aan de contractuele wederpartij,
  • binnen zeven dagen na het vonnis mee te werken aan beëindiging van de computerlicentie op het moment dat het nieuwe automatiseringssysteem van [ged.conv./eis.reconv.] gereed is, door mede-ondertekening van een gezamenlijk opzeggingsbericht aan de contractuele wederpartij,
  • binnen zeven dagen na het vonnis mee te werken aan beëindiging van de softwarelicentie per het moment dat de computerlicentie wordt beëindigd, door mede-ondertekening van een gezamenlijk opzeggingsbericht aan de contractuele wederpartij,
  • binnen zeven dagen na het vonnis mee te werken aan contractsoverneming van de huurovereenkomst met [bedrijf 1] door [ged.conv./eis.reconv.] met ingang van de dag na de dag waarop [eis.conv./ged.reconv.] het praktijkpand uiterlijk moet hebben verlaten en waarop de huur van het praktijkpand voor [eis.conv./ged.reconv.] eindigt, door verzending van een schriftelijke akkoordverklaring ter zake van die contractsoverneming aan zowel [ged.conv./eis.reconv.] als aan [bedrijf 1] ,
het voorgaande primair op straffe van reële executie door [ged.conv./eis.reconv.] en subsidiair op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag voor iedere dag dat [eis.conv./ged.reconv.] met nakoming in gebreke blijft,
4. [eis.conv./ged.reconv.] veroordeelt tot betaling aan [ged.conv./eis.reconv.] van een bedrag ter zake van achterstallige baliekosten vanaf 2018, althans vanaf 2019, per jaar van € 21.450,00, althans € 19.500,00, althans € 16.250,00, althans € 13.200,00, althans € 12.000,00, althans € 10.000,00, onder de bepaling dat [ged.conv./eis.reconv.] gerechtigd is dit bedrag te verrekenen met het bedrag dat zij uit hoofde van een overnamesom of anderszins in het kader van de afrekening aan [eis.conv./ged.reconv.] verschuldigd is,
5. [eis.conv./ged.reconv.] veroordeelt in de proceskosten, vermeerderd met rente en nakosten.

5.De beoordeling

5.1.
Gelet op de samenhang tussen de vorderingen in conventie en de vorderingen in reconventie worden deze hierna gezamenlijk behandeld.
Heeft [ged.conv./eis.reconv.] de maatschap rechtsgeldig opgezegd?
5.2.
In geschil is of de opzegging van de maatschap door [ged.conv./eis.reconv.] rechtsgeldig is. [ged.conv./eis.reconv.] heeft in eerste instantie opgezegd tegen 31 december 2021 en later nogmaals tegen 30 september 2022. [ged.conv./eis.reconv.] beroept zich niet langer op de rechtsgeldigheid van de eerste opzegging tegen 31 december 2021. Bovendien omvat de door [eis.conv./ged.reconv.] gevorderde verklaring voor recht die ziet op de tweede opzegging, inhoudende dat de maatschap niet voor en niet op 30 september 2022 is geëindigd, mede de periode waarin en de datum waartegen de eerste opzegging is gedaan. [eis.conv./ged.reconv.] heeft daarom geen belang bij de door haar gevorderde verklaring voor recht op dit punt. De vordering van [eis.conv./ged.reconv.] zal daarom op dit onderdeel (1. van het petitum) worden afgewezen.
5.3.
Bij de beoordeling van de rechtsgeldigheid van de tweede opzegging door [ged.conv./eis.reconv.] , komt het aan op beantwoording van de vraag of de maatschapsovereenkomst al dan niet voor bepaalde tijd is aangegaan. In artikel 7A:1686 BW is namelijk bepaald dat een vennootschap voor bepaalde tijd of voor een bepaald werk aangegaan, niet kan worden opgezegd tenzij dit is bedongen. [eis.conv./ged.reconv.] stelt zich op het standpunt dat de maatschapsovereenkomst voor bepaalde tijd is aangegaan en niet opzegbaar is, nu dat niet is bedongen. [ged.conv./eis.reconv.] stelt zich op het standpunt dat uitleg van artikel 6 van de maatschapsovereenkomst en de bedoeling van partijen tot de conclusie leidt dat de overeenkomst wel tussentijds opzegbaar is, in ieder geval tegen het einde van de looptijd van de eerste tien jaren van de huurovereenkomst, zijnde 30 september 2022.
Vaststaat dat partijen de mogelijkheid van opzegging van de maatschapsovereenkomst niet zijn overeengekomen. In artikel 6 van de maatschapsovereenkomst is bepaald dat de looptijd van de overeenkomst gelijk is aan de looptijd van de huurovereenkomst van het pand [locatie+plaats] . De huurovereenkomst is in eerste instantie voor de duur van tien jaren aangegaan en wordt daarna, behoudens opzegging door de huurder, telkens voor de duur van vijf jaren voortgezet als hiervoor onder 2.4 weergegeven. De duur van de maatschapsovereenkomst is dus verbonden aan de duur van de huurovereenkomst. De huurovereenkomst is voor bepaalde tijd aangegaan en daarmee is ook de maatschapsovereenkomst voor bepaalde tijd aangegaan. In de huurovereenkomst is voorzien in de mogelijkheid om tussentijds op te zeggen, maar dat maakt niet dat de huurovereenkomst op enig moment voor onbepaalde tijd gaat gelden in het geval niet wordt opgezegd. De enkele wil om de huurovereenkomst niet op te zeggen, kan niet leiden tot een wijziging van de huurovereenkomst voor bepaalde tijd in een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd. Daarmee verkrijgt de maatschapsovereenkomst evenmin het karakter van een overeenkomst voor onbepaalde tijd. [ged.conv./eis.reconv.] heeft nog betoogd dat de mogelijkheid van ontbinding door de rechter geen gelijkwaardig alternatief is voor opzegging, omdat in het geval van ontbinding door de rechter sprake moet zijn van gewichtige redenen. Volgens [ged.conv./eis.reconv.] kan dat leiden tot de onwenselijke situatie dat partijen gedoemd zijn te blijven samenwerken, namelijk als er geen gewichtige redenen voor ontbinding bestaan. De rechtbank gaat niet mee in dit betoog, omdat de omstandigheid dat één der maten niet meer met de ander wil samenwerken in het algemeen een voldoende gewichtige reden is om een maatschap te ontbinden.
5.4.
Uit het voorgaande volgt de conclusie dat de opzegging van de maatschapsovereenkomst door [ged.conv./eis.reconv.] niet rechtsgeldig is gedaan. De door [eis.conv./ged.reconv.] gevorderde verklaring voor recht dat de maatschap niet voor en niet op 30 september 2022 is geëindigd zal dan ook worden toegewezen (onderdeel 2. van het petitum). De rechtbank begrijpt de vordering onder 5. van het petitum zo, dat [eis.conv./ged.reconv.] een verklaring voor recht vordert dat de opzeggingen van de maatschap door [ged.conv./eis.reconv.] niet rechtsgeldig zijn en zal de vordering in die zin toewijzen. De vordering van [ged.conv./eis.reconv.] in reconventie om voor recht te verklaren dat de maatschap per 1 oktober 2022 is geëindigd zal worden afgewezen.
Ontbinding maatschap
5.5.
Partijen zijn het er over eens dat met elkaar samenwerken niet langer mogelijk is en vorderen beiden dat de maatschap wegens gewichtige redenen wordt ontbonden. De rechtbank zal daarom de maatschap ontbinden. De vordering van [eis.conv./ged.reconv.] in conventie tot ontbinding van de maatschap zal worden toegewezen. Bij de vordering tot ontbinding van de maatschap van [ged.conv./eis.reconv.] in reconventie bestaat dan onvoldoende belang.
5.6.
De ontbinding van de maatschap brengt mee dat het vermogen van de maatschap moet worden vereffend en verdeeld. [eis.conv./ged.reconv.] verzoekt om aan de ontbinding van de maatschap drie voorwaarden te verbinden. [eis.conv./ged.reconv.] beoogt hiermee een overname door [ged.conv./eis.reconv.] van de eenmanszaak van [eis.conv./ged.reconv.] , mede omvattende het aandeel in de maatschap, onder betaling van een overnamesom door [ged.conv./eis.reconv.] aan [eis.conv./ged.reconv.] . [eis.conv./ged.reconv.] acht daartoe aangewezen dat een deskundige haar eenmanszaak en de maatschap waardeert. [ged.conv./eis.reconv.] stelt zich op het standpunt dat de rechtbank de verdeling kan vaststellen aan de hand van de door haar opgestelde vermogenswaardering.
5.7.
De rechtbank acht zich in staat zelf de verdeling van het maatschapsvermogen vast te stellen. Benoeming van een deskundige is niet aangewezen, omdat er niet hoeft te worden gewaardeerd, zoals hierna zal worden besproken. Deze voorwaarde zal daarom niet aan de ontbinding worden verbonden.
5.8.
Het heikele punt voor [eis.conv./ged.reconv.] is dat zij van mening is dat zij met lege handen vertrekt, terwijl [ged.conv./eis.reconv.] de praktijk voortzet en op termijn (goed) kan verkopen. [eis.conv./ged.reconv.] voelt zich daardoor benadeeld ten opzichte van [ged.conv./eis.reconv.] . [eis.conv./ged.reconv.] wil daarom door [ged.conv./eis.reconv.] worden uitgekocht. Desgevraagd heeft [eis.conv./ged.reconv.] op de mondelinge behandeling toegelicht dat de grondslag voor de voorwaarde dat [ged.conv./eis.reconv.] de eenmanszaak van [eis.conv./ged.reconv.] overneemt, inclusief het 50% aandeel in de maatschap, is gelegen in ongerechtvaardigde verrijking van [ged.conv./eis.reconv.] , dan wel in de redelijkheid en billijkheid die maten over en weer jegens elkaar hebben te betrachten.
Patiëntenbestand
5.9.
In dat kader is met name het patiëntenbestand een geschilpunt. [eis.conv./ged.reconv.] meent dat zij aanspraak kan maken op een vergoeding voor overname van het patiëntenbestand door [ged.conv./eis.reconv.] , omdat volgens [eis.conv./ged.reconv.] het patiëntenbestand in het maatschapsvermogen valt. [ged.conv./eis.reconv.] vordert juist een verklaring voor recht dat het patiëntenbestand geen verdeling behoeft.
5.10.
De rechtbank overweegt als volgt. Het patiëntenbestand is een geautomatiseerd systeem waarin alle patiënten zijn opgenomen die in de praktijken van [eis.conv./ged.reconv.] en [ged.conv./eis.reconv.] worden behandeld. Het patiëntenbestand is geen onderdeel van het maatschapsvermogen, omdat niet de maatschap de patiënten bedient, maar de eenmanszaken van [eis.conv./ged.reconv.] en [ged.conv./eis.reconv.] . Het patiëntenbestand is in feite (slechts) een digitaal middel om alle patiënten van beide praktijken geautomatiseerd en centraal te kunnen bedienen. Dat digitale systeem heeft op zichzelf geen betekenis ten aanzien van de vraag of die patiënten in de maatschap zijn ingebracht en wie de ‘eigendom’ heeft over die patiënten. De patiënten horen thuis bij de beide praktijken; in voorkomende gevallen zijn patiënten bij beide praktijken patiënt en in andere gevallen bij één van beide praktijken. De omzet die met de patiënten wordt gegenereerd valt in de eenmanszaken van partijen en niet in de maatschap. Er is gesteld noch gebleken dat er vlijt of arbeid in de maatschap is ingebracht. Dat betekent dat het patiëntenbestand niet voor verdeling in aanmerking komt; het behoort beide eenmanszaken al toe. Van een overname en/of een vergoedingsverplichting kan dan ook geen sprake zijn. De vordering van [ged.conv./eis.reconv.] strekkende tot een verklaring voor recht dat het patiëntenbestand geen verdeling behoeft zal daarom worden toegewezen.
5.11.
Van ongerechtvaardigde verrijking van [ged.conv./eis.reconv.] is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake en van verarming van [eis.conv./ged.reconv.] evenmin. [eis.conv./ged.reconv.] en [ged.conv./eis.reconv.] hebben ieder hun eenmanszaak van waaruit zij hun eigen patiënten bedienen met ieders eigen verdiencapaciteit. [eis.conv./ged.reconv.] kan desgewenst elders haar praktijk uitoefenen met haar mondhygiënepatiënten. Dat dat in de praktijk wellicht moeilijk zal zijn, omdat zij voor een verwijzing afhankelijk is van een tandarts, maakt niet dat [ged.conv./eis.reconv.] gehouden is daarvoor een vergoeding te betalen. [ged.conv./eis.reconv.] heeft te kennen gegeven ook niet de intentie te hebben om de praktijk van [eis.conv./ged.reconv.] over te nemen; [ged.conv./eis.reconv.] is immers tandarts en geen mondhygiëniste. Er is dan ook geen grond waarop [ged.conv./eis.reconv.] gehouden kan worden de eenmanszaak van [eis.conv./ged.reconv.] over te nemen.
5.12.
Voor betaling van een uitkoopsom is geen plaats. Van goodwill in de maatschap is immers geen sprake. Als gezegd is de verdiencapaciteit van de maten in hun eigen eenmanszaken ondergebracht en niet in de maatschap. De maatschap drijft geen onderneming, anders dan de verhuur van een kamer aan [bedrijf 1] . Gedurende enige tijd had de maatschap een preventie-assistente in dienst, maar daarvan is al enige tijd geen sprake meer. [eis.conv./ged.reconv.] heeft niet betwist dat er nooit een positief resultaat in de maatschap werd behaald, omdat de kosten van de maatschap veel hoger waren dan de omzet uit verhuur en die uit de werkzaamheden van de preventie-assistente. Voor zover [eis.conv./ged.reconv.] heeft betoogd dat [ged.conv./eis.reconv.] gehouden is haar uit te kopen op grond van de redelijkheid en billijkheid die maten jegens elkaar in acht hebben te nemen, heeft te gelden dat deze norm ziet op de verhouding tussen [ged.conv./eis.reconv.] en [eis.conv./ged.reconv.] als maten in de maatschap. De mondhygiënepraktijk van [eis.conv./ged.reconv.] maakt echter geen onderdeel uit van de maatschap, het betreft hier immers de eenmanszaak van [eis.conv./ged.reconv.] . Ook dit betoog gaat dus niet op. De door [eis.conv./ged.reconv.] gevorderde voorwaarden aan de ontbinding die zien op het overnemen van de eenmanszaak van [eis.conv./ged.reconv.] door [ged.conv./eis.reconv.] , inclusief het 50% aandeel in de maatschap, onder betaling van een uitkoopsom, zullen dan ook worden afgewezen. Het 50% aandeel van [eis.conv./ged.reconv.] in de maatschap zal worden verdeeld zoals hierna wordt weergegeven bij de verdeling van het maatschapsvermogen.
5.13.
De rechtbank zal overgaan tot de vaststelling van de verdeling van het maatschapsvermogen, aan de hand van ieders inbreng. [ged.conv./eis.reconv.] heeft een opstelling gemaakt van vermogensbestanddelen van de maatschap die moeten worden verdeeld. [eis.conv./ged.reconv.] heeft tegen die opstelling op zichzelf geen verweer gevoerd, zodat de rechtbank ervan uitgaat dat het maatschapsvermogen behelst hetgeen door [ged.conv./eis.reconv.] is opgesomd. Evenmin is betwist dat moet worden uitgegaan van een verdeling bij helfte van de restwaarde van zaken waarin partijen gezamenlijk hebben geïnvesteerd, nu daarover in de maatschapsovereenkomst niets andersluidend is bepaald.
5.14.
Een aantal van de door [ged.conv./eis.reconv.] ter verdeling opgevoerde onderdelen ziet niet op maatschapsvermogen, maar op de feitelijke (financiële / administratieve) afwikkeling van de maatschap. Daarover wordt hierna in r.o. 5.22 overwogen.
Inventaris en huurdersbelang
5.15.
Wat betreft de inventaris en het huurdersbelang/investeringen in het pand, heeft [ged.conv./eis.reconv.] een taxatierapport van Dental Union en een taxatierapport van Bureau 2G overgelegd (producties 41 en 47 van de zijde van [ged.conv./eis.reconv.] ). [eis.conv./ged.reconv.] heeft op de mondelinge behandeling deze taxatierapporten slechts in het algemeen betwist en heeft een termijn verzocht om een onpartijdige deskundige de waardes te laten taxeren. De rechtbank volgt [eis.conv./ged.reconv.] niet in haar verzoek. De enkele omstandigheid dat de taxaties in opdracht van [ged.conv./eis.reconv.] zijn verricht en niet door partijen gezamenlijk, is op zichzelf onvoldoende reden om deze rapporten buiten beschouwing laten. Daarvoor is nodig dat er twijfels bestaan over bijvoorbeeld de onpartijdigheid of deskundigheid van de deskundige of over de juistheid van de bevindingen in zijn rapport. [eis.conv./ged.reconv.] heeft echter geen feiten of omstandigheden aangevoerd die zouden kunnen leiden tot bedenkingen over de deskundigheid van de taxateurs, of over hun onpartijdigheid en onafhankelijkheid. [eis.conv./ged.reconv.] heeft verder bij geen enkel onderdeel van de taxaties aangegeven waarom de getaxeerde waardes niet juist zouden zijn en evenmin heeft zij de voor de taxaties gehanteerde uitgangspunten betwist. De rechtbank heeft zonder contra-indicaties dan ook geen aanleiding om aan de inhoud van de taxatierapporten te twijfelen en zal daarom uitgaan van de bevindingen in die rapporten.
5.16.
[ged.conv./eis.reconv.] heeft op de mondelinge behandeling haar vordering ten aanzien van de overname van inventaris die aan [eis.conv./ged.reconv.] toebehoort ingetrokken, mede omdat [eis.conv./ged.reconv.] te kennen heeft gegeven de aan haar in eigendom toebehorende inventaris te willen meenemen. De gezamenlijk aangeschafte inventaris zal aan [ged.conv./eis.reconv.] worden toebedeeld, nu [eis.conv./ged.reconv.] daartegen geen verweer heeft gevoerd. Voor de waardevaststelling van die inventaris wordt uitgegaan van de getaxeerde waarde van de inventaris van de maatschap zoals in het taxatierapport weergegeven van € 36.900,00. [ged.conv./eis.reconv.] gaat uit van de waarde per 1 oktober 2021, waartegen geen verweer is gevoerd, zodat de rechtbank dat ook doet. [eis.conv./ged.reconv.] heeft dan recht op de helft van deze waarde, zijnde een bedrag van € 18.450,00.
5.17.
Het huurdersbelang is door Bureau 2G gewaardeerd op € 95.000,00. De rechtbank zal, onder verwijzing naar wat hiervoor is overwogen, van deze waarde uitgaan. [ged.conv./eis.reconv.] heeft de vordering op dit punt niet expliciet in het petitum van de eis in reconventie vermeld, maar deze vordering is daaruit wel te destilleren, waar [ged.conv./eis.reconv.] verdeling vordert overeenkomstig de randnummers 4.8 tot en met 4.41 in het lichaam van de dagvaarding. De rechtbank begrijpt daaruit dat [ged.conv./eis.reconv.] ook de verdeling van het huurdersbelang vordert. Dit is overigens ook in het voordeel van [eis.conv./ged.reconv.] . Het huurdersbelang wordt aan [ged.conv./eis.reconv.] toebedeeld en zij moet de helft van de waarde aan [eis.conv./ged.reconv.] vergoeden, zijnde € 47.500,00.
Banksaldi
5.18.
[eis.conv./ged.reconv.] heeft geen verweer gevoerd tegen de door [ged.conv./eis.reconv.] op dit punt voorgestelde wijze van verdeling. Daarbij is ervan uitgegaan dat het saldo van de lopende rekening wordt verdeeld per de datum dat [eis.conv./ged.reconv.] uit het praktijkpand vertrekt. Op dat saldo wordt dan een bedrag van € 5.000,00 in mindering gebracht dat aan [eis.conv./ged.reconv.] wordt uitgekeerd. Het resterende saldo van de lopende rekening per die datum wordt door partijen bij helfte gedeeld.
5.19.
[eis.conv./ged.reconv.] heeft geen verweer gevoerd tegen de stelling van [ged.conv./eis.reconv.] dat het saldo op de spaarrekening per 31 maart 2022 € 17.458,33 bedroeg, zodat daarvan wordt uitgegaan. Dit bedrag moet bij helfte worden verdeeld tussen partijen. Het meerdere op de spaarrekening komt [eis.conv./ged.reconv.] toe, nu zij na 31 maart 2022 maandelijks € 400,00 op die rekening is blijven storten, terwijl [ged.conv./eis.reconv.] dat niet meer deed. De door [ged.conv./eis.reconv.] gevorderde verklaring voor recht kan worden toegewezen.
Bankgarantie
5.20.
Partijen hebben een bankgarantie ten behoeve van de verhuurder van het pand gesteld van € 10.107,50 op een bankrekening bij ABN AMRO. Voor zover beëindiging van de bankgarantie leidt tot een uitkering aan de maatschap, moet dat bedrag bij helfte worden gedeeld tussen partijen.
Kapitaalspositie
5.21.
Uit productie 44 van [ged.conv./eis.reconv.] volgt dat de kapitaalpositie van [ged.conv./eis.reconv.] en [eis.conv./ged.reconv.] in de maatschap per 31 december 2020 nagenoeg gelijk was. Partijen hebben op de mondelinge behandeling te kennen gegeven dat de door de maten opgebouwde kapitaalspositie geen invloed heeft op de wijze van verdeling en verzoeken de rechtbank dienovereenkomstig te beslissen. De rechtbank zal op dit punt beslissen als in het dictum is vermeld.
Praktische afwikkeling
5.22.
De overige onderdelen ten aanzien waarvan [ged.conv./eis.reconv.] verzoekt de wijze van verdeling vast te stellen zijn strikt genomen geen vermogensbestanddelen van de maatschap die voor verdeling in aanmerking komen. Het gaat hier om de feitelijke, administratieve, afwikkeling van de maatschap en een aantal overeenkomsten die deels zijn gesloten door de eenmanszaken van [ged.conv./eis.reconv.] en [eis.conv./ged.reconv.] . [eis.conv./ged.reconv.] heeft geen verweer gevoerd tegen de door [ged.conv./eis.reconv.] voorgestane wijze van afwikkeling.
5.23.
Omdat de rechtbank aan de ontbinding van de maatschap voorwaarden kan verbinden, zal deze feitelijke afwikkeling worden vastgesteld bij wijze van aan de ontbinding te stellen voorwaarden. Het gaat dan om de onderdelen met betrekking tot de overname van de huurovereenkomst van het pand en de ontruiming, de beëindiging van de onderhoudsovereenkomst voor de website, de computerlicentie, de softwarelicentie en de contractsoverneming van de huurovereenkomst met [bedrijf 1] . [eis.conv./ged.reconv.] heeft subsidiair gevorderd aan de ontbinding voorwaarden te verbinden die de rechtbank geraden voorkomen. In die zin kan aan deze vordering worden tegemoetgekomen. Uit het oogpunt van overzichtelijkheid en begrijpelijkheid zullen deze voorwaarden bij de beslissing in reconventie worden weergegeven. Overigens kunnen deze voorwaarden niet worden aangemerkt als voorwaarden waaronder kan worden ontbonden, maar als bepalingen waarmee de rechter de gevolgen van de ontbinding nader regelt.
5.24.
Ten aanzien van de ontruimingstermijn heeft [eis.conv./ged.reconv.] op de mondelinge behandeling te kennen gegeven dat zij nog tot december 2023 staat ingeroosterd en dat er nog nieuwe afspraken worden gepland, omdat een half jaar vooruit wordt gepland. Dat is door [ged.conv./eis.reconv.] niet weersproken. De door [ged.conv./eis.reconv.] verzochte termijn van twee maanden voor ontruiming door [eis.conv./ged.reconv.] komt daarom niet reëel voor. De rechtbank zal de datum voor ontruiming door [ged.conv./eis.reconv.] , gelet op de planning van patiënten, vaststellen op 31 december 2023. Dit brengt mee dat [eis.conv./ged.reconv.] nog tot 31 december 2023 medehuurster blijft van het praktijkpand en de huurovereenkomst op 31 december 2023 door [ged.conv./eis.reconv.] dient te worden overgenomen. De rechtbank zal wel als voorwaarde het gebod opleggen aan [eis.conv./ged.reconv.] om al binnen 7 dagen na het vonnis mee te werken aan die contractsoverneming door het medeondertekenen van een tot die contractsoverneming strekkende akte tussen [eis.conv./ged.reconv.] en [ged.conv./eis.reconv.] .
5.25.
Deze ontruimingsdatum brengt tevens mee dat de overeenkomsten (waar onder de onderhoudsovereenkomst voor website en/of computer- en softwarelicenties) die voor de praktijkvoering van [eis.conv./ged.reconv.] van belang zijn, eerst per 31 december 2023 dienen te worden beëindigd en dat [eis.conv./ged.reconv.] de daaraan verbonden kosten tot die datum voor de helft moet betalen. De rechtbank zal als voorwaarde het gebod opleggen aan [eis.conv./ged.reconv.] om binnen zeven dagen na het vonnis mee te werken aan beëindiging per uiterlijk 31 december 2023 van deze overeenkomst(en) en licenties.
Dwangsom en reële executie
5.26.
[ged.conv./eis.reconv.] heeft gevorderd de wijze van verdeling van de vermogensbestanddelen en van wat hiervoor is aangeduid als de praktische afwikkeling, vast te stellen op straffe van primair reële executie en subsidiair op straffe van een dwangsom. De rechtbank zal op de voet van artikel 3:300 BW bepalen dat deze uitspraak in de plaats treedt van de door [eis.conv./ged.reconv.] te verrichten rechtshandelingen (het medeondertekenen van de verschillende aktes tot contractsoverneming dan wel beëindiging van lopende overeenkomsten), als zij in gebreke blijft mee te werken aan de contractsoverneming dan wel beëindiging van lopende overeenkomsten. Wat betreft de ontruiming zal [ged.conv./eis.reconv.] worden gemachtigd deze zelf uit te voeren als [eis.conv./ged.reconv.] daarmee in gebreke blijft.
5.27.
De gevorderde dwangsom zal worden toegewezen als hierna in het dictum vermeld, waarbij de dwangsom per dag wordt gesteld op € 250,00 met een maximum van € 10.000,00. Daarbij geldt dat maximaal € 250,00 per dag aan dwangsommen kan worden verbeurd, ongeacht of er op een dag één of meerdere overtredingen plaatsvinden.
5.28.
Uit wat hiervoor is overwogen volgt dat het er niet toe doet of de maatschap een kostenmaatschap is, of een openbare maatschap. De vorderingen van [eis.conv./ged.reconv.] op dit punt zullen wegens gebrek aan belang worden afgewezen. Hetzelfde geldt voor de vordering om voor recht te verklaren dat de maatschap kwalificeert als een onderneming ex artikel 2 lid 1 Handelsregisterbesluit 2008.
Wanprestatie, onrechtmatige daad, handelen in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid
5.29.
[eis.conv./ged.reconv.] vordert een verklaring voor recht dat [ged.conv./eis.reconv.] is tekortgeschoten in de nakoming van de maatschapsovereenkomst, althans dat zij onrechtmatig heeft gehandeld, althans dat zij in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid jegens [eis.conv./ged.reconv.] heeft gehandeld. Op die grond vordert [eis.conv./ged.reconv.] tevens schadevergoeding van [ged.conv./eis.reconv.] , op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.
5.30.
De rechtbank is van oordeel dat deze vorderingen van [eis.conv./ged.reconv.] moeten worden afgewezen, omdat de gestelde verwijten niet zijn komen vast te staan gelet op de gemotiveerde betwisting en het uitblijven van (verdere) onderbouwing. Bovendien is niet aannemelijk geworden dat [eis.conv./ged.reconv.] schade heeft geleden die [ged.conv./eis.reconv.] moet vergoeden, zo [ged.conv./eis.reconv.] al een verwijt zou kunnen worden gemaakt.
In dat verband wordt als volgt overwogen. [ged.conv./eis.reconv.] heeft gemotiveerd betwist dat zij niet voldoende heeft meegewerkt aan mediation, zodat dit niet is komen vast te staan. [eis.conv./ged.reconv.] heeft bovendien niet gesteld welke schade zij zou hebben geleden als gevolg van het gestelde niet meewerken aan mediation. Datzelfde geldt voor de stelling van [eis.conv./ged.reconv.] dat [ged.conv./eis.reconv.] niet meer met haar wilde overleggen en samenwerken. [ged.conv./eis.reconv.] heeft deze stelling gemotiveerd weersproken. De vraag is ook hier welke schade [eis.conv./ged.reconv.] daardoor heeft geleden. Dat heeft zij niet toegelicht.
5.31.
[ged.conv./eis.reconv.] heeft verder gemotiveerd betwist dat zij patiënten van [eis.conv./ged.reconv.] heeft omgeboekt naar de preventieassistente, die in dienst was bij [ged.conv./eis.reconv.] , en dat zij geen verwijzingen meer naar [eis.conv./ged.reconv.] deed. Zij stelt nog steeds dagelijks meerdere patiënten door te verwijzen naar [eis.conv./ged.reconv.] , evenals haar collega-tandartsen doen. [eis.conv./ged.reconv.] heeft hierop vervolgens onvoldoende gereageerd zeker gelet op haar eigen stelling dat er nog tot eind december 2023 afspraken voor haar gepland staan. Het kan zo zijn dat omzet die eerst in de maatschap vloeide, nu in de eenmanszaak van [ged.conv./eis.reconv.] vloeit. Dit zegt echter nog niets over gederfde winst. Bovendien zou dit dan in de eerste plaats schade van de maatschap zijn en daarom een vordering van de maatschap. [eis.conv./ged.reconv.] laat na uit te werken wat onrechtmatig jegens haar is op dit punt.
5.32.
Dat [ged.conv./eis.reconv.] opzettelijk patiënten met zogenaamde pseudo-pockets met een onjuiste en lagere PPS-1 score administreert om deze vervolgens door lager opgeleid personeel in dienst van [ged.conv./eis.reconv.] te laten behandelen, in plaats van door mondhygiëniste [eis.conv./ged.reconv.] , is door [ged.conv./eis.reconv.] gemotiveerd weersproken. Ter zitting heeft [ged.conv./eis.reconv.] bij monde van haar advocaat verklaard dat haar na navraag is gebleken dat één tandarts binnen de praktijk in geval van pesudopockets een PPS-1 score vermeldde. Hierop is navraag gedaan bij de KNMT over de te gebruiken score en daarop is afgesproken dat alle tandartsen bij pseudopockets een PPS-2 score dienen te vermelden. Daarnaast weerspreekt [ged.conv./eis.reconv.] dat een patiënt met een PPS-2 score alleen door een mondhygiënist dient te worden behandeld en weerspreekt ze dat de voorbeelden die [eis.conv./ged.reconv.] aandraagt überhaupt allemaal patiënten van [eis.conv./ged.reconv.] zijn geweest. Dit is door [eis.conv./ged.reconv.] onvoldoende weersproken zodat niet is vast komen te staan dat er van wanprestatie / onrechtmatig handelen sprake is.
5.33.
Ook de stelling van [eis.conv./ged.reconv.] dat [ged.conv./eis.reconv.] personeel van de maatschap in dienst heeft genomen in haar eigen onderneming, waardoor [ged.conv./eis.reconv.] omzet genereert die anders aan de maatschap was toegevallen, is door [ged.conv./eis.reconv.] gemotiveerd betwist. Zij heeft betoogd dat de werknemers van de maatschap alle drie niet langer voor de maatschap wilden werken en heeft dit onderbouwd met schriftelijke verklaringen van de desbetreffende werknemers. [eis.conv./ged.reconv.] heeft daarop vervolgens onvoldoende gereageerd.
5.34.
Op zichzelf is juist dat [ged.conv./eis.reconv.] vanaf april 2022 niet meer maandelijks op de spaarrekening van de maatschap bijboekte en dat zij zonder toestemming van [eis.conv./ged.reconv.] gelden van de maatschapsrekening naar de respectievelijke bankrekeningen van hen beiden heeft overgeboekt. In het licht van de beëindiging van de samenwerking valt hierin niet direct een verwijtbare tekortkoming te zien. Bovendien geldt ook hier dat niet valt in te zien welke schade dit voor [eis.conv./ged.reconv.] oplevert, terwijl [eis.conv./ged.reconv.] ook niet heeft gesteld in welke zin zij hierdoor schade heeft geleden. Voor zover door de ene maat meer op de spaarrekening is gestort dan door de ander en wat betreft de overboeking van gelden van de spaarrekening van de maatschap naar de eigen bankrekeningen van partijen, wordt dat bovendien zoals hiervoor is vermeld door de wijze van verdeling recht getrokken.
5.35.
Van een tekortkoming door [ged.conv./eis.reconv.] in de nakoming van de verplichtingen uit de maatschapsovereenkomst is dan ook geen sprake. De vorderingen van [eis.conv./ged.reconv.] die zijn gegrond op onrechtmatige daad en handelen in strijd met de redelijkheid en billijkheid vinden hun basis in hetzelfde feitencomplex als door [eis.conv./ged.reconv.] voor de wanprestatie is aangevoerd. Daaruit volgt dat ook de gevorderde verklaringen voor recht op die gronden zullen worden afgewezen. Er is dan ook geen grond voor een door [ged.conv./eis.reconv.] aan [eis.conv./ged.reconv.] te betalen schadevergoeding, nog los van het feit dat niet aannemelijk is dat [eis.conv./ged.reconv.] schade heeft geleden.
Baliekosten
5.36.
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft bij arrest van 13 juni 2023 (ECLI:NL:GHARL:2023:5015) het vonnis van de kantonrechter van 15 april 2022 bekrachtigd. De vordering van [eis.conv./ged.reconv.] tot terugbetaling van door haar aan [ged.conv./eis.reconv.] betaalde voorschotten is afgewezen.
5.37.
Partijen hebben beiden bij akte een toelichting gegeven op het arrest van het hof. [ged.conv./eis.reconv.] leest in het arrest een bevestiging van haar standpunt dat [eis.conv./ged.reconv.] moet bijdragen in de baliekosten, waaruit haar vordering in reconventie voortvloeit. Zij leidt deze bevestiging af uit r.o. 3.15 van het arrest. Nadat door het hof is overwogen dat niet kan worden gezegd dat op het moment van de betalingen door [eis.conv./ged.reconv.] een rechtsgrond daarvoor ontbrak, of dat de rechtsgrond daarvoor met terugwerkende kracht aan de betalingen is komen te ontvallen enkel omdat het niet tot nieuwe afspraken is gekomen, overweegt het hof dat [ged.conv./eis.reconv.] er redelijkerwijs op mocht vertrouwen dat de voorschotten als gedaan door [eis.conv./ged.reconv.] een vooruitbetaling vormden op een uiteindelijk door [eis.conv./ged.reconv.] verschuldigd bedrag. Daarmee heeft het hof volgens [ged.conv./eis.reconv.] geoordeeld dat tussen partijen vaststaat dat op [eis.conv./ged.reconv.] de verplichting rustte om bij te dragen in de baliekosten. Dat leidt er volgens [ged.conv./eis.reconv.] toe dat de rechtbank bij de beoordeling van haar vordering strekkende tot betaling van baliekosten tot uitgangspunt moet nemen dat [eis.conv./ged.reconv.] een zekere bijdrage in de baliekosten verschuldigd is.
5.38.
Naar het oordeel van de rechtbank berust dit standpunt van [ged.conv./eis.reconv.] op een onjuiste lezing van het arrest. Het arrest van het hof is namelijk beperkt tot de vraag of de door [eis.conv./ged.reconv.] aan [ged.conv./eis.reconv.] betaalde voorschotten onverschuldigd zijn betaald, dan wel of sprake was van ongerechtvaardigde verrijking, onrechtmatige daad, of handelen in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid. Deze vraag heeft het hof ontkennend beantwoord. De kern van het arrest van het hof is dat de gedane voorschotbetalingen niet onverschuldigd zijn, omdat deze zijn gedaan vooruitlopend op een nadere regeling van de gezamenlijke kosten. Het hof is niet getreden in de beantwoording van de vraag of op [eis.conv./ged.reconv.] een verplichting rustte om bij te dragen in de baliekosten. Die vraag lag ook niet aan het hof voor. Ook [eis.conv./ged.reconv.] stelt zich op dit standpunt.
5.39.
De overweging van het hof waarnaar [ged.conv./eis.reconv.] verwijst, ziet op de beoordeling van de vraag of de gedane voorschotbetalingen onverschuldigd zijn gedaan. Daaruit kan op zichzelf dus niet de conclusie worden getrokken die [ged.conv./eis.reconv.] trekt, zoals hiervoor is weergegeven. Dat blijkt ook uit het vervolg van de overwegingen van het hof in r.o. 3.15, waar het hof overweegt dat het uiteindelijk door [eis.conv./ged.reconv.] aan [ged.conv./eis.reconv.] verschuldigde bedrag hoger of lager kan blijken dan de door haar betaalde voorschotten, waarbij deze voorschotten uiteindelijk verrekend of geheel of gedeeltelijk terugbetaald moeten worden. Ook het hof houdt dus rekening met de mogelijkheid dat de voorschotten uiteindelijk (geheel) terugbetaald moeten worden. Ook uit r.o. 3.17 en 3.19 blijkt dat het hof niet is getreden in de beantwoording van de vraag of [eis.conv./ged.reconv.] een bijdrageplicht heeft, waar in deze overwegingen staat: (…) in elk geval zolang nog niet is vastgesteld dat [eis.conv./ged.reconv.] geen bijdrageplicht heeft (r.o. 3.17) en: zolang niet is vastgesteld of en zo ja welke bijdrageplicht [eis.conv./ged.reconv.] heeft (r.o. 2.19).
5.40.
De rechtbank moet dus beoordelen of [eis.conv./ged.reconv.] een verplichting heeft om bij te dragen in de baliekosten. Vaststaat dat partijen in het maatschapscontract geen afspraken hebben gemaakt over de baliekosten (zie hiervoor bij r.o. 2.2). Ook staat vast dat [ged.conv./eis.reconv.] deze kosten vanaf het begin van de maatschap heeft gedragen. Volgens [ged.conv./eis.reconv.] is hier sprake van een leemte in de overeenkomst die op grond van de aanvullende werking van de eisen van redelijkheid en billijkheid moet worden aangevuld. Volgens [ged.conv./eis.reconv.] hebben partijen er bij het aangaan van de overeenkomst simpelweg niet bij stilgestaan dat de maatschap baliekosten zou maken en dat [eis.conv./ged.reconv.] ook gebruik zou maken van baliepersoneel. Dit is door [eis.conv./ged.reconv.] gemotiveerd betwist.
5.41.
[eis.conv./ged.reconv.] verwijst naar een gespreksverslag van 17 januari 2019 van de accountant van de maatschap die ook de maatschapsovereenkomst indertijd heeft opgesteld, [naam accountant] , (productie 91 bij conclusie van antwoord in reconventie) waarin staat vermeld: Bij de start van de samenwerking 2012/2013 is verder afgesproken dat [ged.conv./eis.reconv.] de kosten van medewerkster [naam medewerkster] (balie medewerkster) voor haar rekening neemt. Kosten per jaar ca € 24.720 niveau 2013. [eis.conv./ged.reconv.] verwijst ook naar een brief van [ged.conv./eis.reconv.] aan haar van 17 mei 2019 (productie 56 bij dagvaarding), waar [ged.conv./eis.reconv.] bij optie 2 schrijft: wellicht, dat je iets teveel aan maatschapskosten betaalt, echter staat daar tegenover dat ik al sinds het begin van [locatie+plaats] de baliekosten zoals ze toen waren (+- 23.000 euro) voor mijn rekening heb genomen ter compensatie.
Beide stukken zijn geschreven in het kader van de besprekingen tussen partijen naar aanleiding van de wens van [ged.conv./eis.reconv.] om tot een verdeling van de baliekosten te komen.
[eis.conv./ged.reconv.] wijst er ook op dat partijen feitelijk jarenlang uitvoering hebben gegeven aan de praktijk dat [ged.conv./eis.reconv.] alleen de baliekosten voor haar rekening nam en dat [ged.conv./eis.reconv.] ook zonder [eis.conv./ged.reconv.] daarin te kennen baliepersoneel aantrok en via haar eenmanszaak in dienst nam. Pas eind 2018 stelde [ged.conv./eis.reconv.] deze gang van zaken aan de orde, omdat zij van mening was dat [eis.conv./ged.reconv.] ook aan de baliekosten moest mee betalen, gelet op de stijging van de baliekosten in de loop der jaren en het feit dat ook [eis.conv./ged.reconv.] gebruik maakte van de diensten van het baliepersoneel.
5.42.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft [ged.conv./eis.reconv.] tegenover deze gemotiveerde betwisting van [eis.conv./ged.reconv.] onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld waaruit kan worden geconcludeerd dat het contract op het punt van de baliekosten een leemte bevat.
[ged.conv./eis.reconv.] heeft ook gesteld dat [eis.conv./ged.reconv.] heeft erkend dat zij gehouden was bij te dragen in de baliekosten. [ged.conv./eis.reconv.] leidt dat af uit de houding van [eis.conv./ged.reconv.] bij de besprekingen tussen partijen over herverdeling van de (balie)kosten. [eis.conv./ged.reconv.] heeft toen bijvoorbeeld percentages voor een kostenverdeling genoemd en kenbaar gemaakt te streven naar een definitieve afspraak over de verdeling, aldus [ged.conv./eis.reconv.] .
Dat moge zo zijn, maar [ged.conv./eis.reconv.] verliest hierbij uit het oog dat [eis.conv./ged.reconv.] weliswaar bereid was aan de baliekosten bij te dragen, maar alleen als de totale kostenverdeling van de maatschap werd herzien. Dat is ook precies het punt waarop de besprekingen zijn stukgelopen; [ged.conv./eis.reconv.] wilde dat [eis.conv./ged.reconv.] zou meebetalen aan de baliekosten zonder herverdeling van de overige kosten, terwijl [eis.conv./ged.reconv.] bij het meebetalen aan de baliekosten minder aan de overige kosten wilde meebetalen. De voorschotbetalingen die [eis.conv./ged.reconv.] heeft gedaan zijn, anders dan [ged.conv./eis.reconv.] stelt, geen voorschotbetalingen op de baliekosten in de wetenschap dat [eis.conv./ged.reconv.] aan die baliekosten moest meebetalen. Het zijn voorschotbetalingen vooruitlopend op een totaalafspraak over alle maatschapskosten, de baliekosten daaronder begrepen. Dat [eis.conv./ged.reconv.] er kennelijk vanuit ging dat zij een bedrag aan baliekosten verschuldigd was aan [ged.conv./eis.reconv.] , moet ook in dat licht worden bezien. [eis.conv./ged.reconv.] ging ervan uit dat partijen tot een afspraak zouden komen over alle kosten. Op dat moment wilden beide partijen immers de samenwerking nog voortzetten. Onder die omstandigheden ging [eis.conv./ged.reconv.] ervan uit dat zij een deel van de baliekosten zou betalen. Dat [eis.conv./ged.reconv.] aan [ged.conv./eis.reconv.] schrijft dat de bedragen na een besluit/uitkomst verrekend zullen worden, valt daarmee in dat kader te rijmen. Er is dan ook geen sprake van een erkenning door [eis.conv./ged.reconv.] van een op zichzelf staande verplichting om bij te dragen in de baliekosten. Voor zover [eis.conv./ged.reconv.] daartoe bereid was, geldt dat die bereidheid ziet op een herverdeling van de totale kosten. Tot een afspraak over een herverdeling van de totale kosten inclusief baliekosten is het echter niet gekomen. De discussie is verhard en [ged.conv./eis.reconv.] heeft de maatschap aan [eis.conv./ged.reconv.] opgezegd.
5.43.
Gelet op wat hiervoor is overwogen wordt geconcludeerd dat op [eis.conv./ged.reconv.] geen verplichting rustte om bij te dragen in de baliekosten. De vordering van [ged.conv./eis.reconv.] op dit punt in reconventie zal dan ook worden afgewezen.
5.44.
De verweren van [eis.conv./ged.reconv.] met betrekking tot verjaring van de vordering van [ged.conv./eis.reconv.] en rechtsverwerking hoeven niet te worden besproken, gelet op wat hiervoor is overwogen.
Proceskosten
5.45.
De proceskosten zullen in conventie en in reconventie tussen partijen worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt, omdat beide partijen ontbinding van de maatschap wensen en zij over en weer gedeeltelijk in het ongelijk worden gesteld.
5.46.
Gelet op de aard van de beslissingen in conventie worden deze niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

6.De beslissing

De rechtbank
In conventie
6.1.
verklaart voor recht dat de maatschap niet voor en niet op 30 september 2022 is geëindigd,
6.2.
verklaart voor recht dat de opzeggingen van de maatschap door [ged.conv./eis.reconv.] niet rechtsgeldig zijn,
6.3.
ontbindt de maatschap Mondzorg [locatie+plaats] wegens gewichtige redenen per datum vonnis,
6.4.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
6.5.
wijst af het meer of anders gevorderde.
In reconventie:
6.6.
stelt de verdeling van het maatschapsvermogen als volgt vast:
- bepaalt dat de inventaris van het praktijkpand, met uitzondering van de aan [eis.conv./ged.reconv.] in eigendom toebehorende zaken, wordt toebedeeld aan [ged.conv./eis.reconv.] , tegen vergoeding van de helft van de waarde ad € 18.450,00 aan [eis.conv./ged.reconv.] ,
- bepaalt dat het huurdersbelang van € 95.000,00 aan [ged.conv./eis.reconv.] wordt toebedeeld en dat [ged.conv./eis.reconv.] aan [eis.conv./ged.reconv.] daarvoor € 47.500,00 moet vergoeden,
- bepaalt dat het saldo van de lopende rekening van de maatschap wordt verdeeld per 31 december 2023 en in het geval [eis.conv./ged.reconv.] eerder dan die datum uit het praktijk pand vertrekt, wordt verdeeld per die vertrekdatum, waarbij van het saldo eerst een bedrag van € 5.000,00 aan [eis.conv./ged.reconv.] toekomt en het restant van het saldo per die vertrekdatum bij helfte tussen [eis.conv./ged.reconv.] en [ged.conv./eis.reconv.] wordt verdeeld,
- bepaalt dat het saldo op de spaarrekening van de maatschap van € 17.458,33 bij helfte tussen [eis.conv./ged.reconv.] en [ged.conv./eis.reconv.] wordt verdeeld en dat het meerdere boven dat saldo aan [eis.conv./ged.reconv.] wordt toebedeeld,
- bepaalt dat het bedrag van de bankgarantie bij ABN AMRO ten behoeve van de verhuurder bij helfte tussen partijen zal worden verdeeld, voor zover beëindiging van de bankgarantie leidt tot een uitkering aan de maatschap,
6.7.
verstaat dat de opgebouwde kapitaalspositie van de maten geen invloed heeft op de wijze van verdeling,
6.8.
verklaart voor recht dat de patiëntenbestanden van [eis.conv./ged.reconv.] en [ged.conv./eis.reconv.] geen verdeling behoeven,
6.9.
verbindt de volgende voorwaarden aan de ontbinding van de maatschap:
a. bepaalt dat [ged.conv./eis.reconv.] na contractsoverneming de huurovereenkomst van het praktijkpand zonder [eis.conv./ged.reconv.] zal mogen voortzetten,
b. gebiedt [eis.conv./ged.reconv.] het praktijkpand uiterlijk 31 december 2023 te verlaten, de (reserve)sleutels in te leveren bij [ged.conv./eis.reconv.] en het pand te ontruimen wat betreft alle zaken die eigendom zijn van [eis.conv./ged.reconv.] , bij gebreke waarvan [ged.conv./eis.reconv.] is gemachtigd om deze ontruiming zelf te bewerkstelligen,
c. gebiedt [eis.conv./ged.reconv.] om binnen zeven dagen na het vonnis mee te werken aan contractsoverneming van de huurovereenkomst van het praktijkpand door [ged.conv./eis.reconv.] per uiterlijk 31 december 2023, door het medeondertekenen van een tot die contractsoverneming strekkende akte tussen [eis.conv./ged.reconv.] en [ged.conv./eis.reconv.] ,
d. gebiedt [eis.conv./ged.reconv.] binnen zeven dagen na het vonnis mee te werken aan beëindiging van de onderhoudsovereenkomst voor de website per de eerst mogelijke datum en uiterlijk per 31 december 2023, door medeondertekening van een gezamenlijk opzeggingsbericht aan de contractuele wederpartij,
e. gebiedt [eis.conv./ged.reconv.] binnen zeven dagen na het vonnis mee te werken aan beëindiging van de computerlicentie bij Beco Systems op het moment dat het nieuwe automatiseringssysteem van [ged.conv./eis.reconv.] (en eventueel een nieuw automatiseringssysteem van [eis.conv./ged.reconv.] , voor zover zij bij de opzegging van de computerlicentie opdracht geeft aan de contractuele wederpartij om een nieuw automatiseringssysteem voor te bereiden) gereed is en uiterlijk per 31 december 2023, door medeondertekening van een gezamenlijk opzeggingsbericht aan de contractuele wederpartij,
f. gebiedt [eis.conv./ged.reconv.] binnen zeven dagen na het vonnis mee te werken aan beëindiging van de softwarelicentie bij Vertimart per het moment dat de computerlicentie wordt beëindigd en uiterlijk per 31 december 2023, door medeondertekening van een gezamenlijk opzeggingsbericht aan de contractuele wederpartij,
g. gebiedt [eis.conv./ged.reconv.] , voor zover vereist, binnen zeven dagen na het vonnis mee te werken aan contractsoverneming van de huurovereenkomst met [bedrijf 1] door [ged.conv./eis.reconv.] met ingang van de dag na de dag waarop [eis.conv./ged.reconv.] het praktijkpand zal hebben verlaten en uiterlijk per 31 december 2023, door verzending van een schriftelijke akkoordverklaring ter zake van die contractsoverneming aan zowel [ged.conv./eis.reconv.] als aan [bedrijf 1] ,
Ten aanzien van de hiervoor vermelde onderdelen c. tot met g. onder de primaire bepaling dat deze uitspraak in de plaats treedt van de ondertekening van de aktes door [eis.conv./ged.reconv.] als zij met ondertekening daarvan in gebreke blijft en subsidiair op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag voor iedere dag dat [eis.conv./ged.reconv.] met nakoming van de hiervoor vermelde geboden in gebreke blijft, met een maximum van € 10.000,00,
6.10.
verklaart de veroordelingen onder 6.6 en 6.9, met uitzondering van 6.9 sub a, uitvoerbaar bij voorraad,
6.11.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
6.12.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mrs. M.S.T. Belt, F.M.T. Quaadvliet en G.J. Meijer in het openbaar uitgesproken op 30 augustus 2023.
Coll. AEP