ECLI:NL:RBGEL:2023:463

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
1 februari 2023
Publicatiedatum
30 januari 2023
Zaaknummer
C/05/397784 / HZ ZA 22-6
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming deskundige in civiele procedure met betrekking tot herstelwerkzaamheden en kostenbegroting

In deze civiele procedure, aangespannen door twee eisers tegen een besloten vennootschap, heeft de Rechtbank Gelderland op 1 februari 2023 een vonnis gewezen met betrekking tot de benoeming van een deskundige. De eisers, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.W.J. van Dijk, hebben de gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. F.M. Aarts, aangeklaagd in verband met gebreken aan een gebouw. De rechtbank heeft eerder een tussenvonnis uitgesproken en heeft nu besloten dat er een deskundige moet worden benoemd om de gebreken te onderzoeken en de kosten van herstel te begroten. De deskundige moet zich baseren op een eerdere overeenkomst en de eisen van goed en deugdelijk werk. De rechtbank heeft het voorschot voor de deskundige vastgesteld op € 4.023,25 inclusief btw, na beoordeling van de begroting en de argumenten van beide partijen. De rechtbank heeft benadrukt dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige en dat zij de deskundige toegang moeten geven tot noodzakelijke plaatsen. De deskundige moet binnen drie maanden na betaling van het voorschot een schriftelijk rapport indienen, waarin ook de opmerkingen van partijen worden verwerkt. De rechtbank heeft de beslissing over het voorschot uitvoerbaar bij voorraad verklaard en verdere beslissingen aangehouden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummer / rolnummer: C/05/397784 / HZ ZA 22-6
Vonnis van 1 februari 2023
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

wonende te [plaats] ,
2.
[eiseres 2],
wonende te [plaats] ,
eisers,
advocaat mr. E.W.J. van Dijk te Elst, gemeente Overbetuwe,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde],
gevestigd te [plaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. F.M. Aarts te Heilig Landstichting, gemeente Berg en Dal.
Partijen zullen hierna in enkelvoud [eisers] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 19 oktober 2022,
  • de akte uitlaten na tussenvonnis van [gedaagde] ,
  • het B16-formulier van 15 november 2022 van [eisers] met verwijzing naar voormelde akte,
  • de e-mailwisseling tussen partijen en de (griffier van de) rechtbank ter zake het door deskundige begrote voorschot.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De eerder aangekondigde deskundigenrapportage zal nu worden bevolen. De rechtbank heeft kennisgenomen van het (gezamenlijke) standpunt van partijen omtrent het aantal en het specialisme van de te benoemen deskundige(n), de persoon van de deskundige(n) en de aan de deskundige(n) voor te leggen vragen. Mede gelet hierop zal de rechtbank de onder de beslissing vermelde deskundige benoemen. Aan deze deskundige zullen de in de beslissing vermelde vragen worden voorgelegd.
2.2.
De deskundige heeft het voorschot begroot op € 4.023,25 inclusief btw, uitgaande van 35 uren en een uurtarief van € 114,95.
2.3.
Partijen hebben zich over de begroting van het voorschot van de deskundige uitgelaten en hiertegen bezwaar gemaakt.
De prijsopgave komt [gedaagde] gezien de omvang van de opdracht aan de deskundige en de in verband daarmee te verrichten werkzaamheden hoog voor. De deskundige hoeft volgens [gedaagde] namelijk niet méér te doen dan het in kaart brengen van de herstelkosten in verband met de gebreken. Dit is in feite vergelijkbaar met het uitbrengen van een offerte voor herstelwerkzaamheden. Als [gedaagde] zelf een offerte hiervoor zou uitbrengen komt zij uit op maximaal 12 uur: 8 uur voor het bekijken van de gebreken ter plaatse en 4 uur voor het maken van een offerte/rapportage. Ook het door de deskundige gehanteerde uurtarief komt [gedaagde] hoog voor. Het gemiddelde tarief van de voegers waar [gedaagde] mee werkt komt op circa € 60,00 per uur. De twee verschillende voegers die [gedaagde] in deze procedure heeft ingeschakeld hebben volgens [gedaagde] een tarief van € 75,00 gerekend dat dus al hoger ligt dan gebruikelijk. [gedaagde] acht dit daarom een redelijke vergoeding voor de door de rechtbank te benoemen deskundige.
Voor wat betreft het begrote aantal uren sluit [eisers] zich aan bij de opmerkingen van [gedaagde] in die zin dat het aantal ingeschatte uren ook [eisers] hoog voorkomt. Ten aanzien van het uurtarief heeft [eisers] geen standpunt ingegenomen.
2.4.
Maatstaf is of het uurtarief redelijk is en of de geschatte, te verrichten werkzaamheden en te maken kosten naar verwachting redelijk zijn. Naar het oordeel van de rechtbank is dat het geval. Daartoe is het volgende redengevend.
Anders dan [gedaagde] aanvoert omvatten de werkzaamheden van de deskundige meer dan alleen het de facto uitbrengen van een offerte voor de herstelwerkzaamheden. De deskundige moet immers ten aanzien van veertien gebreken aangeven: (i) op welke wijze deze hersteld moeten worden met inachtneming van de offerte/overeenkomst van 16 december 2019 en de eisen van een goed en deugdelijk werk, (ii) wat daarvan de gespecificeerde kosten zijn, en (iii) of er nog andere punten zijn die hij naar voren wil brengen, waarvan de rechter volgens hem kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling. Voor aanvang van het onderzoek dient de deskundige kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken en het procesdossier. Verder moet de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop vermelden. De rechtbank acht de begrote tijdsbesteding van 35 uur gelet daarop, en mede gezien de eerdere uitvoerige discussie van partijen over de (wijze van herstel van de) gebreken, redelijk.
De rechtbank acht ook het door de deskundige gehanteerde uurtarief redelijk, nu hij een gespecialiseerde voeger is die ook gecertificeerd is voor monumentenzorg. Dat andere, niet gespecialiseerde, voegers een lager uurtarief hanteren doet niet ter zake. Partijen hebben immers gezamenlijk een/deze gespecialiseerde voeger als deskundige aangedragen. Bovendien gaat het hier niet om het uitvoeren van voegwerk; maar om het uitbrengen van een deskundigerapportage over (onder meer) gebrekkig voegwerk. Dit rechtvaardigt het door de deskundige gehanteerde uurtarief.
Dit alles betekent dat de rechtbank het voorschot zal vaststellen op € 4.023,25 inclusief btw.
2.5.
In de vorige beslissing is al aangekondigd door welke partij het voorschot op de kosten van de deskundige moet worden gedeponeerd.
2.6.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
2.7.
Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.
2.8.
De rechtbank ziet geen aanleiding om tussentijds hoger beroep van deze tussenbeslissing toe te staan. Zij zal de beslissing over het voorschot ambtshalve uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:
1. Kunt u aangeven op welke wijze de navolgende gebreken hersteld moeten worden met inachtneming van de offerte/overeenkomst van 16 december 2019 en de eisen van een goed en deugdelijk werk?
alle reparaties metselwerk zijn niet voor het voegen uitgevoerd (o.a. de platte lagen net boven de stalen lateien boven ramen en deuren en bij sommige verwijderde roestende kozijnankers);
boorgaten in de stenen zijn met witte voegmortel gevuld i.p.v. met bij de rode steen kleurende pasta;
hemelwaterafvoeren, buitenverlichting en afschroefbare onderboeien van trespa zijn niet verwijderd voor het schoonmaakwerk en voegwerk en zitten nog onder de voegspecie (ook niet geadviseerd c.q. overlegd);
e stoep en verharding rondom is ondergeknoeid met voegmortel (door opdrachtgevers grotendeels verwijderd) en impregneermiddel en laat bij regen vlekpatronen zien;
de gevelpannen zijn niet verwijderd geweest tijdens de renovatiewerkzaamheden, de aangemetselde klezoortjes daarachter zijn deels losgeraakt en nu op sommige plaatsen het domein van insecten;
de gevels vertonen op diverse plekken vlekken;
boven de hemelwaterafvoer van het balkon ontbreekt een halve steen en het voegwerk;
onder diverse lekdorpelstenen ontbreekt het voegwerk (lintvoeg) en de lekdorpels zijn niet ver genoeg ingevoegd omdat of het rolluik nog dicht zat of omdat het lood c.q. de slabbe niet tijdelijk omhoog is gezet;
impregneren is niet overal goed gebeurd;
vervanging c.q. rechtzetten van enkele stenen is niet gebeurd;
sparingen in balkonmuren zijn niet voldoende naar binnen afgevoegd;
aansluitingen van raamkozijnen en deurkozijnen met het metselwerk dienen rondom te worden afgekit met een siliconenkit, kleur in nader overleg met opdrachtgevers;
kleurverschillen in trasraam van de gevel aan de keukenzijde;
achter de niet-verwijderde hemelwaterafvoeren en verlichting is niet goed gevoegd, hemelwaterafvoeren ondergeknoeid met hydrofobeermiddel.
2. Wat zijn daarvan de gespecificeerde kosten?
3. Zijn er nog andere punten die u naar voren wil brengen waarvan de rechter volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
3.2.
benoemt tot deskundige:
[gegevens deskundige]
,
het voorschot
3.3.
stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vast op het door de deskundige begrote bedrag van € 4.023,25 inclusief btw,
3.4.
bepaalt dat [gedaagde] het voorschot dient over te maken
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
3.5.
draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot,
het onderzoek
3.6.
bepaalt dat [gedaagde] haar procesdossier in afschrift aan de deskundige dient te doen toekomen,
3.7.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door de deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats,
3.8.
wijst de deskundige er op dat:
  • de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
  • de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dient aan te vangen,
  • de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
  • de deskundige partijen bij een onderzoek van een object ter plaatse gelegenheid dient te bieden dit onderzoek bij te wonen; indien slechts één partij, althans niet alle partijen, bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig is of zijn, de deskundige dit onderzoek niet mag uitvoeren, tenzij alle partijen zijn uitgenodigd om bij dat onderzoek aanwezig te zijn, en dat uit het rapport moet blijken dat hieraan is voldaan,
  • indien partijen bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig zijn geweest, uit het rapport moet blijken welke opmerkingen zij hebben gemaakt en welke verzoeken zij hebben gedaan, en hoe de deskundige hierop heeft gereageerd,
3.9.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige dienen te verstrekken indien deze daarom verzoekt, de deskundige toegang dienen te verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid dienen te geven tot het verrichten van het onderzoek,
het schriftelijk rapport
3.10.
draagt de deskundige op om uiterlijk drie maanden na het schriftelijk bericht van de griffier omtrent de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie,
3.11.
wijst de deskundige er op dat:
  • uit het schriftelijk rapport moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
  • de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,
3.12.
bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het concept-rapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren,
overige bepalingen
3.13.
bepaalt dat de zaak op de parkeerrol zal komen van
4 oktober 2023,
3.14.
draagt de griffier op de zaak op een eerdere rol te plaatsen:
  • indien het voorschot niet binnen de daarvoor bepaalde (eventueel verlengde) termijn is ontvangen: voor akte uitlating voortprocederen aan beide zijden op een termijn van twee weken of
  • na ontvangst ter griffie van het deskundigenbericht: voor conclusie na deskundigenbericht aan beide zijden op een termijn van vier weken,
3.15.
verklaart de beslissing over het voorschot uitvoerbaar bij voorraad,
3.16.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.P. Mesman en in het openbaar uitgesproken op 1 februari 2023.
ES/JM