[eiseres] vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad te verklaren:
I. voor recht verklaart dat [naam BV] toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de op haar rustende verbintenissen uit hoofde van het voorkeursrecht van koop uit de huurovereenkomst, zodat [naam BV] jegens [eiseres] uit dien hoofde aansprakelijk is voor de daaruit voortvloeiende schade;
II. voor recht verklaart dat de door [eiseres] geleden schade ingevolge de toerekenbare tekortkoming als bedoeld onder I onder meer bestaat uit het verschil tussen de huurlasten en de fictieve financieringslasten met betrekking tot het gehuurde vanaf 2008, alsmede de waardevermeerdering van het gehuurde vanaf 2008;
III. voor recht verklaart dat de vier verkrijgende vennootschappen, te weten [betrokken bedrijf 4] , [betrokken bedrijf 7] ., [betrokken bedrijf 5] en [betrokken bedrijf 6] , waarvan gedaagden ieder enig bestuurder-aandeelhouder en vereffenaar waren, via de weg van artikel 2:334t BW ieder aansprakelijk zijn voor de schadevergoedingsvordering van [eiseres] op [naam BV] als bedoeld onder I en II, althans ieder voor ¼ deel daarvan;
IV. voor recht verklaart dat gedaagden hoofdelijk aansprakelijk zijn jegens [eiseres] in hun hoedanigheid van bestuurder en vereffenaar van respectievelijk de voornoemde vennootschappen alsmede van [naam BV] , en gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot betaling van schadevergoeding, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
V. gedaagden hoofdelijk veroordeelt om binnen 5 dagen na betekening van het vonnis een afschrift te verstrekken van de splitsingsakte van 10 juni 2011, waarbij [betrokken bedrijf 3] . is gesplitst in de vier verkrijgende vennootschappen, voor iedere gedaagde afzonderlijk op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag per dag dat aan voornoemde veroordeling niet wordt voldaan, met een maximum van € 20.000,00;
VI. gedaagden - in hun hoedanigheid van bewaarder van de boeken en bescheiden van de ontbonden en vereffende vennootschappen - hoofdelijk veroordeelt om binnen 5 dagen na betekening van het vonnis volledige inzage te verlenen in alle stukken met betrekking tot de vereffening van ieder van de betreffende vier vennootschappen, voor iedere gedaagde afzonderlijk op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag dat aan voornoemde veroordeling niet wordt voldaan, met een maximum van € 20.000,00;
VII. gedaagden hoofdelijk veroordeelt in de proceskosten, de nakosten en de kosten van de conservatoire beslagen.