Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
3.De bewezenverklaring
of omstreeks30 maart 2023 te Arnhem zijn casemanager werkzaam in de Penitentiaire Inrichting te Arnhem heeft bedreigd en
/ofvia anderen heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en
/ofmet zware mishandeling, door die
genoemde/beschrevencasemanager dreigend de woorden toe te voegen:
en/of:
/ofvia de leidinggevende van de genoemde casemanager:
/of: "Er zijn mensen die voor 5000 buiten die jullie pijn willen doen" en
/of:
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van de maatregel
8.De vordering tot tenuitvoerlegging (parketnummer 08/036246-23)
voor het einde van de proeftijdniet schuldig maakt aan een strafbaar feit. Anders dan bij een overtreding van de bijzondere voorwaarden van artikel 14c, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, is bij de algemene voorwaarde niet vereist dat het strafbare feit is begaan
gedurende de proeftijd. Dat betekent dat ook een strafbaar feit begaan terwijl de proeftijd (nog) niet loopt tot tenuitvoerlegging aanleiding kan geven (vgl. HR 14 juni 2005,
ECLI:NL:HR:2005:AT5752 (https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2005:AT5752), rov. 4.2).
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee (2) jaarop;
- bepaalt
- de algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit;