Uitspraak
[E] h.o.d.n. [F] ,uit [plaats G] , de vergunninghouder.
Rechtbank Gelderland
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland het beroep van eisers, [A] U.A. en Vereniging [C], tegen de natuurvergunning die op 5 januari 2021 door het college van Gedeputeerde Staten van de Provincie Gelderland aan de vergunninghouder is verleend. De rechtbank concludeert dat de vergunning niet had mogen worden verleend, omdat de vergunningplicht voor intern salderen inmiddels is vervallen en er geen overgangsrecht van toepassing is. De rechtbank vernietigt het besluit van 5 januari 2021 en wijst de aanvraag alsnog af.
Daarnaast hebben eisers verzocht om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank oordeelt dat de behandeling van het beroep meer dan twee jaar heeft geduurd, wat in strijd is met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De rechtbank kent eisers een schadevergoeding toe van € 500,00.
De rechtbank concludeert dat het beroep gegrond is, vernietigt het bestreden besluit, wijst de aanvraag af en bepaalt dat het college het griffierecht van € 360,- aan eisers moet vergoeden. Tevens wordt het college veroordeeld tot betaling van € 1.674,- aan proceskosten aan eisers. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer en is openbaar uitgesproken op 24 juli 2023.