ECLI:NL:RBGEL:2023:4148
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een beroep tegen een omgevingsvergunning voor een rundveehouderij en verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn
In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, op 24 juli 2023, wordt het beroep van eisers tegen de omgevingsvergunning voor een rundveehouderij beoordeeld. De vergunning was op 12 oktober 2020 verleend door het college van Gedeputeerde Staten van de Provincie Gelderland. Eisers, vertegenwoordigd door gemachtigde [D], hebben beroep ingesteld en verzocht om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank heeft het beroep op 9 juni 2023 behandeld, waarbij de gemachtigde van eisers en vertegenwoordigers van het college aanwezig waren. De vergunninghouder, Maatschap [E], heeft niet gereageerd op de uitnodiging om deel te nemen aan de zitting.
De rechtbank oordeelt dat de vergunningplicht voor intern salderen is vervallen en dat er geen overgangsrecht van toepassing is. Hierdoor had het college de aanvraag voor de vergunning moeten afwijzen. De rechtbank vernietigt het besluit van 12 oktober 2020 en wijst de aanvraag alsnog af. Daarnaast kent de rechtbank eisers een schadevergoeding toe van € 1.000,00 wegens overschrijding van de redelijke termijn, aangezien de behandeling van het beroep meer dan twee jaar heeft geduurd. De rechtbank bepaalt ook dat het college het griffierecht van € 354,00 en proceskosten van € 1.674,00 aan eisers moet vergoeden.
De rechtbank concludeert dat het beroep gegrond is, omdat het college niet bevoegd was om de natuurvergunning te verlenen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. De mogelijkheid tot hoger beroep wordt ook vermeld, waarbij partijen binnen zes weken na verzending van de uitspraak een hogerberoepschrift kunnen indienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.