Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
- [eiser] , bijgestaan door mr. Beekman voornoemd en vergezeld door de heer [betrokkene 1] , makelaar, en de heer [betrokkene 2] , ex-collega;
- [gedaagde 1] , bijgestaan door mr. Verdaas voornoemd.
1.De gronden van de beslissing
- [gedaagden] met [eiser] op 6 mei 2022 een koopovereenkomst hebben gesloten met betrekking tot een woonhuis met omliggend land voor een koopprijs van € 2.650,000,00;
- [gedaagden] uiterlijk op 1 oktober 2022 aan [eiser] zekerheid - in de vorm van een waarborgsom of bankgarantie ter waarde van € 265.000,00 - hadden moeten stellen, maar dat zij dat, ook na daartoe namens [eiser] te zijn aangemaand, niet hebben gedaan;
- [gedaagden] de koopovereenkomst uiterlijk op 3 oktober 2022 hadden kunnen ontbinden, maar dat zij dat niet hebben gedaan;
- [eiser] de koopovereenkomst rechtsgeldig heeft ontbonden op grond van niet-nakoming van [gedaagden] van hun hiervoor genoemde verplichting tot het stellen van zekerheid;
- [gedaagden] als gevolg van die ontbinding een boete aan [eiser] verschuldigd zijn.
€ 3.760,00(2,0 punten × tarief € 1.880,00)