Op 12 juni 2023 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van verzoekster. Dit verzoek was gericht tegen mr. S. Peerdeman, de voorzitter van de wrakingskamer. Verzoekster stelde dat de voorzitter onvoldoende ruimte had gegeven voor waarheidsvinding en dat er onvoldoende kritische vragen waren gesteld aan zowel haar als de betrokken rechter. Daarnaast werd aangevoerd dat hoor- en wederhoor niet voldoende waren toegepast.
De wrakingskamer heeft in haar beoordeling benadrukt dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. Het uitgangspunt is dat een rechter onpartijdig wordt geacht, en voor een succesvolle wraking zijn bijzondere omstandigheden vereist die een zwaarwegende aanwijzing voor partijdigheid opleveren.
De wrakingskamer heeft geconcludeerd dat de gronden die verzoekster aan haar verzoek ten grondslag heeft gelegd, niet voldoen aan de zware toets die vereist is voor een wrakingsverzoek. Het niet stellen van vragen of het stellen van weinig kritische vragen is op zichzelf niet voldoende om te concluderen dat de voorzitter niet onpartijdig is. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking dan ook afgewezen, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.