ECLI:NL:RBGEL:2023:3797

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
20 juni 2023
Publicatiedatum
6 juli 2023
Zaaknummer
C/05/420024 KG RK / 23/452
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek tegen rechters van de rechtbank Gelderland afgewezen wegens gebrek aan feitelijke grondslag en misbruik van procesrecht

Op 20 juni 2023 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van een verzoeker. Het verzoek was gericht tegen de rechters mr. S.J. Peerdeman, mr. G. Edelenbos en mr. R.M.H. Pennings. De verzoeker had op 12 mei 2023 een schriftelijk wrakingsverzoek ingediend, waarin hij stelde dat een onpartijdige wrakingsprocedure niet mogelijk zou zijn en dat de wraking niet naar waarheid behandeld zou worden. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek zich niet richtte op concrete feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechters zouden kunnen aantasten. In plaats daarvan leek de verzoeker geen vertrouwen te hebben in de onafhankelijkheid van rechters in het algemeen, wat geen grond voor wraking oplevert.

De wrakingskamer oordeelde dat verzoeker niet-ontvankelijk was in zijn verzoek, omdat er geen reden was voor een behandeling ter terechtzitting. Bovendien had verzoeker in het verleden al meerdere wrakingsverzoeken ingediend, wat de wrakingskamer deed concluderen dat hij het middel van wraking misbruikte om de voortgang van de procedure te frustreren. De wrakingskamer besloot dat een volgend verzoek tot wraking in deze zaak niet meer in behandeling zou worden genomen. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK GELDERLAND, locatie Arnhem
Wrakingskamer
zaaknummer: C/05/4200024 KG RK / 23/452
Beslissing van
van de wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoeker]
wonende te [woonplaats]
hierna te noemen: verzoeker,
strekkende tot de wraking van
mr. S.J. Peerdeman, mr. G. Edelenbos en mr. R.M.H. Pennings
rechters in deze rechtbank
hierna te noemen: de rechters.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het schriftelijke wrakingsverzoek van 12 mei 2023 ingediend door [… 1], gemachtigd voor de indiening van dit verzoek door [verzoeker] waarin de gronden daarvoor zijn vermeld.

2.Het wrakingsverzoek

2.1
Het verzoek strekt tot wraking van de wrakingskamer in de zaak met nummer C/05 /419174 / KG RK 23/421 die op 31 mei 2023 zou worden behandeld.
2.2
Verzoeker heeft blijkens zijn schriftelijk verzoek aan zijn verzoek ten grondslag gelegd dat: “het kan niet dat een onpartijdige wrakingsprocedure plaats gaat vinden, dat de wraking naar waarheid behandeld gaat worden.”

3.De beoordeling

3.1.
De wrakingskamer stelt op grond van verklaring van verzoeker vast dat het wrakingsverzoek zich richt tegen de wrakingskamer die het wrakingsverzoek van zijn wraking in de zaak met nummer 10250472 CV / EXPL 22-3587, zou gaan behandelen, maar zich feitelijk ook richt tegen alle rechters van deze rechtbank dan wel van de Rechtspraak in het algemeen.
3.2.
Een wrakingsverzoek kan alleen gebaseerd worden op concrete feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Aan het wrakingsverzoek zijn geen concrete feiten of omstandigheden ten aanzien van de rechters ten grondslag gelegd, die betrekking hebben op de behandeling van dat specifieke wrakingsverzoek. Verzoeker heeft kennelijk geen vertrouwen in de onafhankelijkheid van rechters in het algemeen. Dit levert geen grond voor wraking op. Dit leidt ertoe dat verzoeker niet in zijn wrakingsverzoek gericht tegen de rechters (van de wrakingskamer van 31 mei 2023) kan worden ontvangen. Voor een behandeling ter terechtzitting bestaat geen reden.
Het wrakingsverzoek voor zover gericht tegen de overige rechters heeft geen betrekking op de met de behandeling van een zaak belaste rechter en is daarmee eveneens niet-ontvankelijk. Voor een behandeling ter terechtzitting bestaat ook voor dit onderdeel geen reden. Het in de wet opgenomen recht op een mondelinge behandeling is door de wetgever bedoeld voor het debat over de gegrondheid van het wrakingsverzoek, maar aan dat debat wordt gezien het voorgaande niet toegekomen.
3.3.
Verzoeker heeft in deze procedure reeds meerdere wrakingsverzoeken gedaan. Naar het oordeel van de wrakingskamer gebruikt verzoeker het middel van wraking voor een ander doel dan waarvoor het is gegeven of met geen ander doel dan de voortgang van de procedure te frustreren. Daarmee is sprake van misbruik. De wrakingskamer zal daarom bepalen dat een volgend verzoek tot wraking in deze zaak niet meer in behandeling zal worden genomen.

4.De beslissing

De wrakingskamer van de rechtbank:
  • verklaart verzoeker (kennelijk) niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking;
  • bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek in deze zaak niet in behandeling zal worden genomen.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.L.M. Steinebach-de Wit, voorzitter, mr. J.A. van Schagen en mr. T.C. Henniphof, leden in tegenwoordigheid van de griffier [… 2] in openbaar uitgesproken op 20 juni 2023.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.