Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
hij [slachtoffer 1] morgen gaat neuken’of
‘blazen’. Tevens heeft hij gevraagd om een ‘p’ en
of hij even een p kan lenen om dingen recht te zetten.’ Verdachte heeft verklaard dat hij met een ‘p’ een mes bedoelde. Tenslotte is er een chat waarin verdachte aangeeft dat ‘
hij dood gaat’.
‘ [slachtoffer 1] gister heeft geneukt met vechten gaat hem vandaag weer neuken’.Verdachte geeft aan deze [slachtoffer 1] altijd op het plein is. [11] Ter zitting heeft verdachte verklaard dat hij wist dat [slachtoffer 1] regelmatig op plein 1944 te Nijmegen kwam. [12] Ongeveer een uur voor de confrontatie heeft verdachte ook een bericht verstuurd dat hij in de stad is en ze [slachtoffer 1]
‘gaan slagen’. Met een account dat gebruikt wordt door getuige [getuige 1] (hierna: [getuige 1] ) wisselt verdachte in de (vroege) ochtend voor de confrontatie ook berichten uit. Hierin bericht [getuige 1] in antwoord op het bericht van verdachte dat verdachte [slachtoffer 1] morgen gaat
‘neuken’, dat het morgen
‘herres’wordt. Verdachte antwoordt daarop
‘100’(procent). Zij spreken rond 14.30 uur af om samen naar de stad te gaan. [13]
Eerste moment dat op de beelden zichtbaar is dat er fysiek geweld wordt gebruikt. Het slachtoffer wordt ogenschijnlijk door de verdachte met kracht achteruit geduwd. Kennelijk om escalatie te voorkomen gaat getuige, [getuige 3] tussen het slachtoffer en de verdachte in staan.
grijpt de verdachte bij zijn nek/hals en probeert een kopstoot te geven. (…) De verdachte en het slachtoffer houden elkaar met één hand vast, over en weer wordt geslagen. Tijdens het gevecht heeft het slachtoffer de overhand en is kennelijk de fysiek sterkste van de twee. Al vechtende verplaatsen ze zich in de richting van het pand van [naam 3] . Getuigen [getuige 3] , [getuige 1] en [getuige 4] kijken vanaf de zijkant toe. De verdachte beweegt zijn rechter hand naar zijn kleding ter hoogte van zijn heup en haalt kennelijk iets uit zijn zak. (…) De verdachte heeft in zijn rechterhand het mes. Het slachtoffer weet los te komen maar wordt direct hierop door de verdachte aangevallen. Verdachte haalt (met gestrekte arm en het mes vooruit) uit naar het slachtoffer. De verdachte mist, waardoor het slachtoffer niet door het mes wordt geraakt. Dit komt vermoedelijk door de inmenging van getuige [getuige 4] . Deze grijpt de verdachte bij zijn kleding en houdt hem tegen. Hierdoor is de afstand tussen het slachtoffer en het mes net iets te groot om geraakt te kunnen worden. Slachtoffer rent weg waarbij hij wordt achtervolgd door de verdachte. Beiden komen hierna buiten het beeld van de camera. Kennelijk geschrokken van iets wat zich buiten beeld van de camera afspeelt grijpt getuige [getuige 4] naar zijn hoofd. Buiten beeld heeft de verdachte het slachtoffer ingehaald. Al vechtende komen beiden in het zicht van de tweede camera. De verdachte houdt het mes boven zijn hoofd en steekt van bovenaf op het slachtoffer in. […] Slachtoffer ligt op zijn rug op de grond. Te zien is dat hij zijn arm beweegt en overeind probeert te komen. (…)”
3.De bewezenverklaring
of omstreeks17 september 2022 in de gemeente Nijmegen,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,opzettelijk een persoon (te weten [slachtoffer 1] ) van het leven heeft beroofd, door met een keukenmes (met een lemmet van ca. 20 cm lang),
althans een (steek)wapen, die [slachtoffer 1]
één- ofmeerma
(a
)al
(en
)(met kracht) in de hals en elders in het bovenlichaam te steken, en daarbij
een ofmeerdere verwonding
(en
)toe te brengen (waaronder een ca. 10,5 cm diepe steekwond in de voorzijde van de hals), ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] is overleden;
of omstreeksde nacht van 20 juli 2022 op 21 juli 2022 in de gemeente Nijmegen,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte
en/of diens medeverdachte(n)voorgenomen misdrijf om een persoon (te weten [slachtoffer 2] ) opzettelijk van het leven te beroven, die [slachtoffer 2] (met kracht) met een
keukenmes,
althans met een scherp voorwerpin het oog,
althans in het gezicht/hoofdheeft gestoken
/geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten.
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
- het trajectconsult van het NIFP van 12 oktober 2022;
- het Pro Justitia rapport van 23 maart 2023 opgesteld door [kinder- en jeugdpsychiater] , kinder- en jeugdpsychiater en [gz-psycholoog] ;
- het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming van 6 april 2023.
8.De beoordeling van de civiele vorderingen
“De Wet Affectieschade in de praktijk, duidelijke afbakening of onsmakelijke discussies?”. In het besluit affectieschade zijn broertjes/zusjes niet standaard opgenomen. Affectieschade zou eventueel toegewezen kunnen worden via de hardheidsclausule. De verdediging verzoekt de vordering tot affectieschade van de broertjes/zusjes niet-ontvankelijk te verklaren dan wel af te wijzen aangezien zij conform de wet en jurisprudentie hiervoor niet in aanmerking komen. Subsidiair verzoekt de verdediging dat gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk te verklaren omdat, gelet op de ingewikkeldheid van dit vraagstuk, dit gedeelte van de vordering een onevenredige belasting is voor het strafproces. De oudste broer van [slachtoffer 1] , [broer 1 van slachtoffer] , vordert smartengeld. De shockschade dient objectief te kunnen worden vastgesteld en worden onderbouwd door stukken. Of er sprake is van een hevige emotionele schok waardoor er geestelijk letsel is opgetreden dat objectief kan worden vastgesteld, blijkt niet en de verdediging betwist dat uitdrukkelijk. Temeer omdat stukken en een specifieke onderbouwing ontbreekt. De verdediging verzoekt de vorderingen niet-ontvankelijk te verklaren. Nader onderzoek zal een onevenredige belasting van het strafproces opleveren.
De rechtbank onderkent dat [broer 2 van slachtoffer] , [broer 3 van slachtoffer] en [zus van het slachtofffer] een groot verlies hebben geleden en dat zij hun broer missen. De door hen gestelde omstandigheden, zoals dat hun broer elk weekend thuis was en ook doordeweeks zorgtaken voor hen verrichtte, zijn naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende voor een beroep op de hardheidsclausule. Om die reden wijst de rechtbank de vorderingen af. Ook de subsidiair gevorderde immateriële schadevergoeding zal worden afgewezen vanwege ontbreken van een wettelijke grondslag.
.
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
- veroordeelt verdachte in verband met feit 1 subsidiair tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [vader van het slachtoffer] van
- wijst af de vordering voor het overige;
€ 24.800,-(vierentwintigduizend achthonderd euro). Dit bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente over € 7.300,- aan materiële schade vanaf 11 april 2023 en over € 17.500,- aan immateriële schade vanaf 17 september 2022 tot aan de dag dat het gehele bedrag is betaald;
Vordering van [moeder van het slachtoffer]
€ 17.500.-(zeventienduizendvijfhonderd) aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 september 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- wijst af de vordering voor het overige;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [moeder van het slachtoffer] , een bedrag te betalen van
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
- wijst de vordering tot immateriële schade af;
- veroordeelt [broer 1 van slachtoffer] in de kosten die verdachte in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die verdachte mogelijk nog moet maken, tot vandaag begroot op nihil;
- wijst de vordering tot immateriële schade af;
- veroordeelt [broer 2 van slachtoffer] in de kosten die verdachte in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die verdachte mogelijk nog moet maken, tot vandaag begroot op nihil;
- wijst de vordering tot immateriële schade af;
- veroordeelt [broer 3 van slachtoffer] in de kosten die verdachte in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die verdachte mogelijk nog moet maken, tot vandaag begroot op nihil;
- wijst de vordering tot immateriële schade af;
- veroordeelt [zus van het slachtofffer] in de kosten die verdachte in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die verdachte mogelijk nog moet maken, tot vandaag begroot op nihil;
- veroordeelt verdachte in verband met feit 2 primair tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nihil;
€ 10.462,50(tienduizend vierhonderd en tweeënzestig euro en vijftig eurocent). Dit bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente over € 462,50 aan materiële schade vanaf 14 april 2023 en over € 10.000,- aan immateriële schade vanaf 22 juli 2022 tot aan de dag dat het gehele bedrag is betaald;