Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.De procedure
2.De feiten
) tot verzorger van mijn uitvaart en tot executeur.
)
3.Het geschil
Nalatenschap vader
Nalatenschap moeder
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, gaat het om een geschil tussen twee erfgenamen, [eiser] en [gedaagde], over de nalatenschap van hun ouders. De procedure is gestart door [eiser], die vorderingen heeft ingesteld tegen [gedaagde] met betrekking tot schenkingen die door hun vader aan [gedaagde] zijn gedaan. [eiser] stelt dat deze schenkingen vernietigbaar zijn omdat moeder, die lijdt aan Frontotemporale dementie, geen toestemming heeft gegeven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schenkingen van € 50.526,00 en € 6.095,25 zijn gedaan zonder toestemming van moeder, maar dat zij wilsbekwaam was op het moment van de schenkingen. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen gronden zijn voor vernietiging van de schenkingen op basis van misbruik van omstandigheden, omdat [gedaagde] niet in een afhankelijkheidsrelatie tot haar ouders stond. De rechtbank heeft de legitieme portie van [eiser] vastgesteld op € 13.414,41, wat hoger is dan zijn erfdeel, en heeft geoordeeld dat de nalatenschap van moeder moet worden verdeeld. De rechtbank heeft de vorderingen van [eiser] afgewezen en de verdeling van de nalatenschap vastgesteld, waarbij [gedaagde] een vordering heeft op de nalatenschap van moeder in verband met gemaakte kosten van executele. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.