ECLI:NL:RBGEL:2023:2699

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
28 april 2023
Publicatiedatum
11 mei 2023
Zaaknummer
05/238712-20
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor diefstal en inbraak in vereniging met overschrijding van de redelijke termijn

Op 28 april 2023 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere diefstallen en inbraken in vereniging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij hij zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak. De feiten betroffen onder andere diefstal van leidingen, gereedschap en andere goederen uit verschillende locaties in de periode van 2017 tot 2019. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 100 dagen, met aftrek van voorarrest, en een taakstraf van 120 uren. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de redelijke termijn voor de uitspraak is overschreden, wat heeft geleid tot een lagere straf dan geëist door de officier van justitie. De vorderingen van benadeelde partijen zijn deels toegewezen, waarbij de rechtbank de schadevergoeding voor de meeste vorderingen heeft afgewezen of de benadeelde partijen niet-ontvankelijk heeft verklaard. De rechtbank heeft de teruggave van in beslag genomen goederen aan de rechthebbenden gelast.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummers: 05/218878-19, 05/208176-17 en 05/238712-20 (gev. ttz)
Datum uitspraak : 28 april 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[Verdachte],
geboren op [Geboortedatum] in [Geboorteplaats] ,
wonende aan de [Adres] .
Raadsman: mr. V.P.J. Tuma, advocaat in Amersfoort.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
parketnummer 05/208176-17
hij op of omstreeks 28 april 2017 te Groessen, gemeente Duiven tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een bedrijfspand (gelegen aan [Adres] ) heeft weggenomen een hoeveelheid leidingen (van koper en/of ijzer) en/of kranen en/of boilers en/of een of meer onderdelen van een cv-installatie, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Bedrijventerrein [Adres] en/of [Aangever 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 28 april 2017 te Groessen, gemeente Duiven, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meer goederen, te weten een hoeveelheid leidingen (van koper en/of ijzer) en/of kranen en/of boilers en/of een of meer onderdelen van een cv-installatie heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en) dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 28 april 2017 te Groessen, gemeente Duiven, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meer goederen, te weten een hoeveelheid leidingen (van koper en/of ijzer) en/of kranen en/of boilers en/of een of meer onderdelen van een cv-installatie heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
parketnummer 05/218878-19
1
hij op of omstreeks 29 augustus 2019 te Laren, gemeente Lochem, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een loods/schuur, gelegen aan/nabij [Adres] ) een (zogenaamde) hakselaar en/of (een hoeveelheid) gereedschap, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan (het bedrijf) [Bedrijf] en/of aan [Aangeefster 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij op of omstreeks 15 augustus 2019 te [Bedrijf] , gemeente Meppel, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een bladblazer en/of ander (divers) gereedschap, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan V.O.F. [Bedrijf] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking;
3
hij op of omstreeks 5 september 2019 te Terwolde, gemeente Voorst, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een garage/schuur, gelegen aan de [Adres] ), een zitgrasmaaier (merk Husqvarna), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [Aangever 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking;
4
hij op of omstreeks 17 juni 2019 te Twello, gemeente Voorst, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een schuur, gelegen aan de [Adres] ) een zit(gras)maaier (merk/type Stiga Park), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [Aangever 4] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking;
parketnummer 05/238712-20
1
hij in of omstreeks de periode van 2 september 2019 tot en met 5 september 2019, te Hasselt, gemeente Zwartewaterland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een op/aan [Adres] (aldaar) staande container):
-een bosmaaier (merk Makita) (inclusief 2 accu’s),
-een of meer walki talki’s (merk Boafeng) en/of
-een acculader,
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [Aangever 5] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking;
2
hij op of omstreeks 7 augustus 2019, te IJhorst, gemeente Staphorst, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een kettingzaag (merk Husqvarna), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [Naam] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3
hij in of omstreeks de periode van 25 augustus 2019 tot en met 26 augustus 2019, te Markelo, gemeente Hof van Twente, ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een garage (behorende bij een (vakantie)woning) (gelegen aan de [Adres] ) weg te nemen een bosmaaier (merk Husqvarna) en/of een of meer motorzagen (merk Husqvarna) geheel of ten dele toebehorende aan [Aangever 7] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die plaats des misdrijfs te verschaffen en/of voormeld(e) goed(eren) onder hun of verdachtes bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen, met (een)
breekvoorwerp(en) de deur van die garage heeft geforceerd (en/of voornoemde goederen klaar heeft/hebben gezet/gelegd), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4
hij op of omstreeks 19 augustus 2019, te Epse, gemeente Lochem, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een woning, gelegen aan de [Adres] ) (een hoeveelheid) geld, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [Aangever 8] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
5
hij op of omstreeks 23 augustus 2019, te Eefde, gemeente Lochem, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit de garage, behorend bij een woning, gelegen aan de [Adres] ):
-een grasmaaier (merk Husqvarna Rider),
-een bladblazer (merk Husqvarna),
-een kettingzaag (merk Stihl) en/of
-een bosmaaier (merk Stihl),
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [Naam] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten 1 t/m 4 onder parketnummer 05/218878-19, de feiten 1 t/m 5 van parketnummer 05/238712-20 en het primair tenlastegelegde onder parketnummer 05/208176-17.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte integraal dient te worden vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, vanwege het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs. Meer specifiek heeft hij het volgende aangevoerd ten aanzien van:
  • feit 1 en 2 van parketnummer 05/218878-19 en feit 5 van parketnummer 05/238712-20: er kan niet worden vastgesteld dat verdachte op de plaats delict was;
  • feit 3 van parketnummer 05/218878-19 en feit 1, 3 en 4 parketnummer 05/238712-20: er kan niet worden vastgesteld dat verdachte op de plaats delict was. Het uitpeilen van de telefoon van verdachte op een mast in een bepaalde plaats zegt weinig over de locatie van de gebruiker van de telefoon. Het is een feit van algemene bekendheid dat bij gebruik van een GSM andere zendmasten kunnen worden aangestraald dan de dichtstbijzijnde;
  • feit 4 van parketnummer 05/218878-19: de herkenning door verbalisant van verdachte is niet onderbouwd met specifieke persoonskenmerken en daarom onvoldoende betrouwbaar;
  • feit 2 van parketnummer 05/238712-20: er kan niet worden vastgesteld dat verdachte op de plaats delict was. De gestolen kettingzaag is, na controle (op een onbekende tijd en plaats) van de Ford Transit bus met daarin verdachte, niet aangetroffen;
  • parketnummer 05/208176-17: verdachte ontkent betrokkenheid. De verklaring van de broer van verdachte, [Broer van verdachte] , wordt niet ondersteund door andere bewijsmiddelen in het dossier. Eén getuige is geen getuige.
Beoordeling door de rechtbank
Parketnummer 05/208176-17 [1]
Verdachte wordt primair verweten dat hij samen met anderen op 28 april 2017 in Groessen een hoeveelheid leidingen (van koper en/of ijzer) en/of kranen en/of boilers en/of een of meer onderdelen van een cv-installatie van Bedrijventerrein [Adres] en/of van [Aangever 1] heeft gestolen door middel van braak/verbreking/inklimming. Subsidiair wordt hem verweten dat hij samen met anderen zich op 28 april 2017 in Groessen schuldig heeft gemaakt aan opzetheling van die goederen. Meer subsidiair wordt hem verweten dat hij samen met anderen op 28 april 2017 in Groessen zich schuldig heeft gemaakt aan schuldheling van die goederen.
De bewijsmiddelen
Aangever [Aangever 1] heeft verklaard dat hij eigenaar is van ‘bedrijventerrein [Adres] ’ gelegen aan [Adres] te Groessen. Het betreft een bedrijfspand dat opgedeeld is in meerdere bedrijfsruimten. Ten tijde van de aangifte verhuurt hij nog één bedrijfsruimte aan autoservice [Bedrijf] . De rest van het bedrijfspand staat leeg. Op 27 april 2017 omstreeks 19.00 uur was alles in het bedrijfspand nog intact en was geheel met slot en sleutel afgesloten. Op 28 april 2017 omstreeks 15.00 uur ontdekte hij dat er aan de achterzijde van het bedrijfspand een deur was opengebroken. Er waren tenminste vijf deuren opengebroken die met sloten waren afgesloten. [2] De goederen die weggenomen zijn betreft een tiental meters (koperen) leidingwerk. Tenminste negen kranen, drie close-in boilers en onderdelen van een cv-installatie. [3]
Door aangever zijn camerabeelden verstrekt met een aantal screenshots daarvan. Verbalisant [Verbalisant] heeft over de foto’s het volgende geverbaliseerd. Op foto 1 t/m 4 (pagina 33 t/m 35) is te zien dat er een Opel met kenteken [Kenteken] met lege aanhangwagen om 9.13 uur het terrein op komt rijden. Op de onderste 4 foto's (p. 36 t/m 39) is te zien dat de Opel om 12.27 uur het terrein weer verlaat met een volle aanhangwagen. Op de camerabeelden is onder meer waargenomen dat om 9.13 uur een Opel in beeld komt rijden. [4]
[Broer van verdachte] , de broer van verdachte, heeft verklaard dat hij in het bezit is van een Opel met kenteken [Kenteken] . Hij heeft ook een aanhangwagen. [5] Hij heeft verder verklaard dat hij op 28 april 2017 op een klein industrieterreintje is geweest, genaamd [Adres] . [6] Hij was die dag met zijn broertje [Verdachte] en een neef. [7] [Broer van verdachte] bevestigd dat de auto op de foto van de camerabeelden die hem wordt getoond zijn auto met aanhangwagen is en dat hij van 9.13 uur tot 12.27 uur binnen is geweest. [8] Hij heeft daarnaast bevestigd dat hij ijzeren leidingen, ongeveer 100 kilo, heeft meegenomen. [9]
De overwegingen van de rechtbank
Gelet op voornoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich samen met zijn broer en neef op 27 april 2017 in Groessen schuldig heeft gemaakt aan het primair tenlastegelegde te weten: diefstal van een hoeveelheid leidingen (van koper en/of ijzer) en kranen en/of boilers en een of meer onderdelen van een cv-installatie van Bedrijventerrein [Adres] en/of van [Aangever 1] door middel van braak.
Parketnummer 05/218878-19 [10]
Feit 1 van parketnummer 05/218878-19
Verdachte wordt verweten dat hij samen met anderen op 29 augustus 2019 een hakselaar en/of een hoeveelheid gereedschap van [Bedrijf] heeft weggenomen uit een loods aan [Adres] in Laren.
De bewijsmiddelen
Op 4 september 2019 is aangifte gedaan door [Aangeefster 2] namens [Bedrijf] van diefstal van diverse goederen uit een loods aan [Adres] in Laren.
[Aangeefster 2] heeft verklaard dat zij op 29 augustus 2019 omstreeks 10.30 haar woning aan [Adres] in Laren had verlaten en dat zij zag dat de schuifdeur van de loods dicht zat. Om 15.00 uur diezelfde dag kwam zij terug en zag dat de loods open stond. [11] Om 19.00 uur zag zij dat een grijze hakselaar van het merk Lumag HC 15 NL, was weggenomen. [Aangeefster 2] heeft verder verklaard dat haar man, [Man van aangeefster 2] , op 1 september 2019 constateerde dat de volgende goederen waren weggenomen uit een (niet afgesloten brandweer-) bus die in de loods stond:
- Makita slagschroefboormachine DTD 154 ZJ in blauwe kist inclusief accu;
- Makita accu slijptol 125 mm 18 V DGA 506 ZJ;
- EWM mig/mag lasapparaat 220 volt met slangenpakket Pico Mig;
- kist van Makita met daarin 1 lader. [12]
Getuige [Getuige 1] heeft verklaard dat hij op 29 augustus 2019 vanuit zijn woning aan [Adres] 53 te Laren zag dat er een (grote) witte bus kwam aanrijden die stil ging staan bij de woning aan [Adres] in Laren, dat er twee mannen uitstapten, dat de bus achterwaarts reed en naast de woning parkeerde, dat de bestuurder uitstapte en naar de achterzijde van de woning liep. [13]
In de periode van 2 juli 2019 tot en met 10 september 2019 is er een baken geplaatst onder een Ford Transit bus met kenteken [Kenteken] . Dit voertuig is van en is in gebruik bij [Medeverdachte 3] . [14] Uit de bakengegevens geplaatst op de witte Ford Transit van [Medeverdachte 3] met kenteken [Kenteken] volgt dat het voertuig op 29 augustus 2019 om 11.26 uur 7 minuten stil heeft gestaan op [Adres] voor de oprit van perceelnummer 48. Om 11.33 uur staat het voertuig vervolgens 8 minuten stil op het perceel. [15]
Op 29 augustus 2019 om 11.42 uur belt [Telefoonnummer] (in gebruik bij [Verdachte] [16] ) met [Telefoonnummer] (op naam van en in gebruik bij [Medeverdachte 1] [17] ). Het volgende gesprek vindt plaats (samenvatting):
“ [Telefoonnummer] vraagt of hij thuis is, [Telefoonnummer] is thuis. Dan zien ze elkaar zo.” [18]
Uit de bakengegevens volgt dat de witte Ford Transit van [Medeverdachte 3] met kenteken [Kenteken] naar de woning van verdachte [Medeverdachte 1] is gereden, gelegen aan de [Adres] (
de rechtbank begrijpt: [Adres]) te Velp. De Ford Transit is daar op 29 augustus 2019 om 12.24.29 uur aanwezig. [19]
Op camerabeelden van de videoauto die bij de woning van [Medeverdachte 1] was geplaatst, is te zien dat [Verdachte] , [Medeverdachte 2] en [Medeverdachte 3] goederen uit de bus laden en de goederen verplaatsen in de richting van de achterzijde van de woning van verdachte [Medeverdachte 1] . [20] Te zien is dat [Verdachte] en [Medeverdachte 2] met een lasapparaat slepen. [21] Daarnaast is te zien dat [Medeverdachte 3] een hakselaar duwt in de richting van de achterzijde van de woning van [Medeverdachte 1] . [22]
In de woning van [Medeverdachte 3] aan de [Adres] te Epe werd een acculader van het merk Makita type Dc18rc aangetroffen, die op 29 augustus 2019 werd gestolen op het adres [Adres] te Laren. De acculader werd geretourneerd aan [Naam] (wonende aan [Adres] in Laren). [23]
De overweging van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen vast dat bij de woning van aangever drie mannen zijn geweest en dat daarna bleek dat er goederen zijn weggenomen. De drie mannen kwamen bij de plaats delict met een Ford Transit bus met kenteken [Kenteken] . Omstreeks het moment dat het voertuig is vertrokken vanaf de plaats delict, belt [Verdachte] naar [Medeverdachte 1] met de vraag of hij thuis is en wordt afgesproken dat ze elkaar zo zien. De Ford Transit bus is vanaf de woning van aangever naar de woning van [Medeverdachte 1] gereden. Daar stappen [Verdachte] , [Medeverdachte 2] en [Medeverdachte 3] uit en laden uit de bus meerdere van de gestolen goederen. In de woning van [Medeverdachte 3] wordt één van de gestolen goederen aangetroffen.
Gelet op de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden, in onderling verband en samenhang bezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met anderen op 29 augustus 2019 uit een loods aan [Adres] in Laren een hakselaar en een hoeveelheid gereedschap van [Bedrijf] heeft weggenomen.
Feit 2 van parketnummer 05/218878-19
Verdachte wordt verweten dat hij samen met anderen op 15 augustus 2019 een bladblazer en/of ander (divers) gereedschap heeft weggenomen in [Bedrijf] door middel van braak en/of verbreking.
De overwegingen van de rechtbank
Anders dan de officier van justitie, is de rechtbank van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de diefstal met braak in [Bedrijf] . Uit het dossier blijkt dat de Ford Transit op 15 augustus 2019 tussen 14.07 en 14.36 uur in de omgeving van de plaats delict is geweest, dat binnen die periode het telefoonnummer van [Medeverdachte 3] de omgeving van de plaats delict aanstraalt, dat [Medeverdachte 3] om 14.46 en 16.00 uur wordt gebeld door [Verdachte] en dat [Medeverdachte 3] en [Medeverdachte 2] om 16.12 uur [Verdachte] ontmoeten bij de COOP supermarkt in Voorst. Zij vertrekken vervolgens samen met de Ford Transit en rijden naar de woning van [Medeverdachte 1] , alwaar wordt waargenomen dat zij goederen uitladen die volgens aangever zijn weggenomen op de plaats delict.
Verdachte heeft ter terechtzitting betrokkenheid bij de diefstal ontkend. Hij heeft verklaard dat hij heeft geholpen met het uitladen van gereedschap, maar dat gereedschap niet heeft gestolen.
Uit het dossier volgt dat er een diefstal met braak heeft plaatsgevonden bij [Bedrijf] door [Medeverdachte 3] en [Medeverdachte 2] . De Ford Transit rijdt vervolgens van [Bedrijf] naar de COOP supermarkt in Voorst, alwaar [Verdachte] instapt. De Ford Transit rijdt dan naar de woning van [Medeverdachte 1] waar door onder andere [Verdachte] goederen worden uitgeladen. De rechtbank kan op basis van het dossier niet vaststellen dat dat [Verdachte] daadwerkelijk op de plaats delict in [Bedrijf] is geweest en al dan niet als medepleger betrokken is geweest bij de inbraak. Dat verdachte rond het moment van de diefstal contact heeft gehad met [Medeverdachte 3] en heeft meegeholpen met verplaatsen van de goederen naar de woning van [Medeverdachte 1] is onvoldoende om te komen tot medeplegen. De rechtbank zal verdachte vrijspreken van dit feit.
Feit 3 van parketnummer 05/218878-19
Verdachte wordt verweten dat hij samen met anderen op 5 september 2019 uit een schuur aan de [Adres] in Terwolde een Husqvarna zitgrasmaaier van [Aangever 3] heeft weggenomen door middel van braak en/of verbreking.
De bewijsmiddelen
Aangever [Aangever 3] heeft verklaard dat hij op 5 september 2019 zijn garage/schuur aan de [Adres] in Terwolde (gemeente Voorst) afgesloten had achtergelaten toen hij samen met zijn vrouw omstreeks 8.30 uur de woning verliet. Toen hij thuis kwam, omstreeks 16.30 uur, zag hij dat de deuren van de garage open stonden. Hij zag dat zijn zit(gras)maaier van het merk Husqvarna, type R214T, met een maaidek van 103 cm, verdwenen was. De varkensdeur aan de linkerzijde van de garage was met kracht losgetrokken, de vergrendeling was afgebroken. [24]
Uit de bakengegevens van de witte Ford Transit met kenteken [Kenteken] van [Medeverdachte 3] volgt dat het baken op 5 september 2019 omstreeks 12.12 uur stilstond aan de [Adres] in Beemte Broekland. Doordat de bus in het buitengebied stond, waren de satellieten niet altijd beschikbaar waardoor er een gat in de gegevens zit van 12.12 uur tot 12.40 uur. Om 12.40 uur peilt het baken op de A1 rijdend richting Apeldoorn. De bus reed vanaf Beemte Broekland richting De Vecht. Daarna peilt het baken weer in Twello. Het adres [Adres] in Terwolde ligt op de route vanaf De Vecht naar Twello. Uit de bakengegevens volgt dat de bus vervolgens naar de woning van verdachte [Medeverdachte 1] in Velp is gereden. [25] Daarna is de bus doorgereden naar Doetinchem. Het baken peilde om 16.40 uur op het Zaagmolenpad voor de duur van ruim 8 minuten. [26]
Op 5 september 2019 om 12.28 uur belt het telefoonnummer [Telefoonnummer] in gebruik bij [Verdachte] [27] naar het telefoonnummer [Telefoonnummer] van [Medeverdachte 1] . [Verdachte] straalt hierbij een zendmast aan, gelegen aan de [Adres] te Teuge, parallel aan de A1. Het volgende gesprek vindt plaats (samenvatting):
“ [Telefoonnummer] vraagt of hij nog wat heeft aan een oranje, splinter nieuw
[Telefoonnummer] vraagt of het een losse is
[Telefoonnummer] zegt een front... (ntv)
[Telefoonnummer] weet wat hij bedoelt en moet er even over bellen, twee minuutjes
[Telefoonnummer] zegt bel gauw
[Telefoonnummer] vraagt welk type het is
[Telefoonnummer] zegt 214, splinter nieuw”. [28]
[Medeverdachte 1] belt vervolgens met de gebruiker van telefoonnummer [Telefoonnummer] ( [Naam] [29] ). Het volgende gesprek vindt plaats (samenvatting):
“ [Naam] vraagt of hij wat kan met een Husqvarna frontmaaier
[Telefoonnummer] zegt ja
[Naam] vraagt wat ie waard is
[Telefoonnummer] moet het type nummer hebben
[Naam] zegt een 214
[Naam] zegt dat ie wel moet opschieten anders gaat ie naar een ander
[Telefoonnummer] vraagt wat ze er voor moeten hebben
[Naam] zegt dat hij er 12 en half er voor moet geven, maar hij is helemaal nieuw
[Telefoonnummer] vraagt of hij een foto kan sturen
[Naam] zegt van niet
[Naam] zegt dat die 45 meier nieuw kost
[Telefoonnummer] zegt dat hij het type nummer moet door geven
[Naam] zegt R214”. [30]
[Medeverdachte 1] ( [Telefoonnummer] ) belt vervolgens om 12.31 uur met het telefoonnummer [Telefoonnummer] in gebruik bij [Verdachte] . Het volgende gesprek vindt plaats (samenvatting):
“ [Telefoonnummer] zegt dat de ander niet op pakt hij heeft hem drie keer gebeld
[Telefoonnummer] vraagt wat hij er zelf van denkt
[Telefoonnummer] weet het niet, het is een gok
[Telefoonnummer] zegt dat het een splinter nieuwe is
[Telefoonnummer] vraagt wat hij er voor wil hebben
[Telefoonnummer] zegt 11 meier
[Telefoonnummer] gaat zijn vader bellen of hij hem daar neer kan zetten
[Telefoonnummer] zegt bel maar dan”. [31]
[Medeverdachte 1] belt om 12.34 uur weer met de gebruiker van telefoonnummer [Telefoonnummer] ( [Naam] [32] ). Het volgende gesprek vindt plaats (samenvatting):
“ [Telefoonnummer] zegt dat ze geen van allen oppakken en dat het goed is voor een rooitje
[Telefoonnummer] zegt dat je hem voor een rooitje wel moet pakken
[Telefoonnummer] zegt dat hij het niet tegen hem had, maar voor een meier wil hij het niet doen. Hij vraagt of het
kan
[Telefoonnummer] zegt dat zij er ook wat aan moeten verdienen
[Telefoonnummer] zegt dat die jongens er al 12 meier voor kunnen beuren
[Telefoonnummer] zegt dat ze het hem toch wel gunnen
[Telefoonnummer] zegt dat die andere het hem ook wel gunnen, maar ergens anders kunnen ze meer beuren
want hij is gloedje nieuw
[Telefoonnummer] zegt dat zij er ook wat aan moeten verdienen
[Telefoonnummer] heeft dat ook tegen die ander gezegd
[Telefoonnummer] zegt dat [Telefoonnummer] maar even moet kijken
[Telefoonnummer] hoort het zo en hij kan hem sowieso kwijt”. [33]
[Medeverdachte 1] belt om 14.51 uur wederom met de gebruiker van telefoonnummer [Telefoonnummer] [34] . Het volgende gesprek vindt plaats (samenvatting):
[Naam] zegt dat die andere hem voor 1650 mag hebben anders brengt hij hem naar Winterswijk
[Telefoonnummer] vraagt of hij hem anders naar Winterswijk moet brengen
[Naam] is al aan het rijden er mee
[Telefoonnummer] zegt tegen een ander 1650
[Naam] hoeft dan niet naar Winterswijk
[Telefoonnummer] zit bij die man maar die wil niet meer geven
[Naam] zegt dat ze er anders niks aan over houden, hij moet [Naam] een halve meier geven voor het rijden
[Telefoonnummer] snapt het
[Naam] zegt 16 meier dan dan doet hij er zelf nog een halve meier van af
[Telefoonnummer] zegt tegen de andere persoon 16 meier
[Naam] zegt dat dit de eerste keer is dat ie wat doet en hij moet niet zitten trekken om een meiertje
[Telefoonnummer] zegt het tegen die andere man en die zegt dat het nu niet de tijd is van maaien
[Naam] vraagt waar die heen moet
[Telefoonnummer] zegt Doetinchem
[Naam] vraagt waar in Doetinchem
[Telefoonnummer] vraagt het aan een ander en zegt [Adres] en ze rijden er nu heen
[Naam] gaat ook daar heen.” [35]
Op 10 september werd een zitmaaier aangetroffen in het pand van [Naam] aan het [Adres] te Doetinchem. Het serienummer en de beschrijving van de zitmaaier aangetroffen op het [Adres] komen overeen met de weggenomen zitmaaier. [36] De zitmaaier is terug naar de eigenaar/aangever. [37]
De overwegingen van de rechtbank
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 5 september 2019 uit een schuur aan de Bekendijk in Terwolde een Husqvarna zitgrasmaaier van [Aangever 3] heeft gestolen door middel van braak. De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte dat samen met één of meer andere personen heeft gedaan, zodat verdachte voor het medeplegen zal worden vrijgesproken.
Feit 4 van parketnummer 05/218878-19
Verdachte wordt verweten dat hij samen met anderen een zit(gras)maaier (merk/type Stiga Park) van [Aangever 4] heeft weggenomen door middel van braak/verbreking op 17 juni 2019 aan de [Adres] in Twello, gemeente Voorst.
De bewijsmiddelen
Aangever [Aangever 4] heeft verklaard dat zij op 26 juni 2019 heeft geconstateerd dat er in de schuur op het erf aan de [Adres] in Wilp is ingebroken en dat er een zitmaaier was gestolen. Zij heeft verder verklaard dat de deur en de schuifdeuren waren ontzet en dat er zichtbaar planken zijn afgebroken. Hierdoor heeft men toegang verschaft tot de schuur. De zitmaaier betreft een Stiga Park, 13,5 pk, serienr. [Nummer] . [38]
Op camerabeelden van ‘ [Bedrijf] ’ met zicht op de ingang naar de woning aan de [Adres] in Twello werd door verbalisant [Verbalisant] gezien dat op 17 juni 2019 omstreeks 17.45 uur een witte Ford Transit bus de weg naar de betreffende woning in reed. Om 17.57 uur is op de camerabeelden te zien dat de bus weer in beeld komt, daarbij draaide de bus achterwaarts naar de linkerzijde van de weg. Dit is de plek waar de schuur staat waaruit de zitmaaier is gestolen. Vervolgens is te zien dat de bus het pad op rijdt met de voorzijde in de richting van [Bedrijf] en op het pad stil gaat staan. Meteen daarna is te zien dat een persoon in versnelde pas naar de bus loopt en in de bus stapt. Verbalisant [Verbalisant] herkent deze persoon als de hem ambtshalve bekende [Verdachte] . Vervolgens zag hij nog een andere man vanuit de richting van de schuur komen. Deze man stapte ook in de bus. Verbalisant [Verbalisant] herkent deze man als de hem ambtshalve bekende [Medeverdachte 2] . [39]
De overwegingen van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat het standpunt van de verdediging dat er reden is om te twijfelen aan de herkenning door verbalisant [Verbalisant] onvoldoende is onderbouwd.
De rechtbank acht gelet op voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met anderen een zitmaaier heeft gestolen aan de [Adres] in Twello, gemeente Voorst, door middel van braak.
Parketnummer 05/238712-20
Feit 1 van parketnummer 05/238712-20
Verdachte wordt verweten dat hij samen met anderen een Makita bosmaaier (incl. 2 accu’s), meerdere Boafeng walki talki’s en een acculader van [Aangever 5] heeft weggenomen in de periode van 2 september 2019 tot en met 5 september 2019 in Hasselt.
De bewijsmiddelen
Door aangever [Aangever 5] is aangifte gedaan van ‘het kapot maken’ van een cijferslot van een container en van diefstal van divers gereedschap uit die container op een boerderij aan de [Adres] in Hasselt. Op 2 september 2019 om 16.00 uur werd de pleegplaats achtergelaten en op 5 september 2019 om 17.30 uur werd het feit geconstateerd door aangever. Onder meer was een bosmaaier van het merk Makita weggenomen. [40] Op 20 september 2019 heeft aangever [Aangever 5] in aanvulling op zijn aangifte verklaard dat hij ook een laadstation voor de Makita bosmaaier miste en een laadstation met 6 portofoons van het merk BAOFENG type UV-5R. [41]
Op 3 september 2019 werden [Medeverdachte 3] , [Verdachte] en [Medeverdachte 2] geobserveerd door een observatieteam. Waargenomen werd dat zij zich verplaatsten in een witte Ford Transit met kenteken [Kenteken] . [42] Om 15.49 uur zag het observatieteam dat [Medeverdachte 2] , [Verdachte] en [Medeverdachte 3] met boodschappen supermarkt Plus aan het [Adres] in Giethoorn uitliepen en dat zij vervolgens met de Ford Transit vertrokken met [Medeverdachte 2] als bestuurder. Om 16.16 uur zag het observatieteam dat de Ford Transit bus in Giethoorn stopt bij een woonboot aan de [Adres] in Giethoorn. Het observatieteam zag dat [Verdachte] richting de woonboot loopt. Om 16.18 uur zag het observatieteam dat de bus weer vertrekt in de richting van Wanneperveen en na ongeveer een kilometer rechtsaf een terrein op reed. Zij zagen en hoorden vervolgens dat [Verdachte] een vrouw aanspreekt met de vraag of er oud ijzer te koop was. Het observatieteam zag vervolgens dat [Verdachte] weer in de Ford Transit stapte waarna de bus vertrok. [43] Om 16.45 uur zag het observatieteam dat de genoemde bus een erf opreed aan de [Adres] te Hasselt. Omstreeks 16.57 uur zag het observatieteam dat de bus weer vertrok vanuit deze locatie. Om 17.25 uur werd de observatie van de Ford Transit en haar inzittenden beëindigd. Het observatieteam zag dat de Ford Transit op dat moment over de Heerderweg richting Epe (de woonplaats van [Medeverdachte 3] ) reed. [44]
In burger geklede politieagenten zijn, nadat de Ford Transit bus was weggereden, vanaf het erf aan [Adres] te Hasselt, ter plaatse gegaan en hebben de aangetroffen situatie fotografisch vastgelegd. [45] Op de foto’s is een losliggend cijferslot te zien en een openstaande container. [46]
Tijdens een doorzoeking op 10 september 2019 zijn in de schuur van [Medeverdachte 3] aan de [Adres] in Epe de volgende goederen aangetroffen en in beslag genomen:
- een bosmaaier van het merk Makita, type Dur3621 met twee accu’s erin; [47]
- oplaadstation met 4 portofoons geschikt voor 6 portofoons, merk Boafeng UV-5r. [48]
Tijdens een doorzoeking op 10 september 2019 in de woning van [Naam] (tevens woonadres van [Naam] ) aan de [Adres] in Didam is een acculader Makita Dc18rc aangetroffen en in beslag genomen. [49]
De volgende goederen zijn door aangever [Aangever 5] in ontvangst genomen op 24 oktober 2019:
  • bosmaaier, merk Makita met 2 accu’s;
  • walki talki bundel (4 x walki talki);
  • acculader.
De overwegingen van de rechtbank
De rechtbank vindt gelet op bovengenoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte samen met anderen op 3 september 2019 uit een container op een boerderij aan de [Adres] in Hasselt een Makita bosmaaier (incl. 2 accu’s), meerdere Boafeng walki talki’s en een acculader heeft gestolen door middel van braak.
Feit 2 van parketnummer 05/238712-20
Verdachte wordt verweten dat hij samen met anderen een kettingzaag (merk Husqvarna), [Naam] heeft gestolen op 7 augustus 2019 te IJhorst.
De bewijsmiddelen
Aangever [Aangever 6] heeft aangifte gedaan van diefstal van een kettingzaag van het merk Husqvarna, namens zijn oma, [Oma van aangever 6] , wonende aan de [Adres] te IJhorst. [51] [Aangever 6] heeft verklaard dat hij op 7 augustus 2019 samen met [Naam] de kettingzaag van [Oma van aangever 6] heeft gebruikt op het terrein van [Oma van aangever 6] en dat hij deze bij de houtblokken had achtergelaten omstreeks 15.50 uur. Omstreeks 16.05 uur kwam hij samen met [Naam] terug. Zij reden op het onverharde pad naar de woning van zijn oma. Hij zag dat er een witte Ford Transit zijn richting uit reed, door de rijrichting wist hij zeker dat de Ford van zijn opa en oma vandaan kwam. Hij vond het vreemd dat de Transit hier reed. Toen zij elkaar naderden, sprak hij de bestuurder aan. Hij hoorde dat de bestuurder vertelde dat hij het verkeerde adres had. Hij zag een deel van het kenteken van de Ford: [Kenteken] of [Kenteken] . [Aangever 6] zag dat er drie blanke mannen in het busje zaten. Over het signalement van de bestuurder heeft [Aangever 6] verklaard dat het een blanke man betrof van in de 40 met een fors postuur en met gemillimeterd haar/kaal, een dik rond hoofd met bolle en naar beneden hangende oogleden/wallen. [52]
Tussen 13.35 uur en 17.23 uur registreert telefoonnummer [Telefoonnummer] (in gebruik bij [Verdachte] ) op een mast aan de Koedrift te IJhorst, zijnde in de directe omgeving van de diefstal. [53]
Tijdens een doorzoeking op 10 september 2019 bij de woning van [Naam] aan de [Adres] in Didam (adres van [Naam] ) is een oranje kettingzaag van het merk Husqvarna 340 aangetroffen en in beslaggenomen. [54] [Naam] is een contact van [Medeverdachte 1] . [55]
De Husqvarna kettingzaag is op 25 november 2019 door [Oma van aangever 6] , wonende aan de [Adres] te IJhorst in ontvangst genomen. [56]
De overwegingen van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen het volgende vast. Volgens aangever zaten er drie mannen in de bus die door hem vlakbij de plaats delict werden gezien. Aangever heeft slechts een deel van het kenteken van de door hem geziene bus onthouden. Het kenteken dat aangever noemt komt voor een groot deel overeen met het kenteken van de bus van [Medeverdachte 3] . De bus die waar verdachte en zijn medeverdachten in reden bij de overige besproken feiten die de rechtbank bewezen acht, met uitzondering van het eerste besproken feit. Het signalement gegeven door aangever van de bestuurder van de bus past bij [Medeverdachte 2] . Daarnaast bevindt het telefoonnummer dat in gebruik is bij [Verdachte] zich ten tijde van het delict in de omgeving, op een afstand van 75 tot 90 kilometer (ruim een uur tot 75 minuten rijden) van zijn woning. Het gestolen goed is aangetroffen bij een contact van [Medeverdachte 1] .
[Verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij wel eens zijn telefoon uitleende. Hij heeft zijn betrokkenheid bij de diefstal ontkend. Die verklaring vindt de rechtbank zonder nadere verifieerbare onderbouwing niet geloofwaardig.
De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de inbraken, zoals ten laste zijn gelegd onder de parketnummers 05/18878-19 en 05/238712-20, allen zijn gepleegd in een periode van slechts vijf (5) weken. In die zaken zijn [Verdachte] , [Medeverdachte 2] en [Medeverdachte 3] (steeds) in wisselende samenstelling betrokken. In de onderhavige zaak gaat het om een zelfde of soortgelijke werkwijze, zoals volgt uit de bewijsmiddelen van de voorgaande (bewezenverklaarde) feiten: [Medeverdachte 3] , en/of [Medeverdachte 2] en/of [Verdachte] rijden met zijn tweeën of drieën naar de plaats delict in het buitengebied met de Ford Transit bus, nemen daar goederen weg (over het algemeen gereedschap). Uit het onderzoek komt niet naar voren dat ook anderen in de genoemde periode van vijf weken in de bus reden. Na de inbraken worden de gestolen goederen naar [Medeverdachte 1] gebracht die (een deel van) de goederen vervolgens op zijn beurt doorverkoopt aan een ander. Een aantal van de goederen van de inbraken zijn aangetroffen in de woning van de verdachten. Andere goederen zijn aangetroffen bij contacten en afnemers van [Medeverdachte 1] . Uit de telefoongegevens blijkt voorts dat de telefoon van verdachte zich ten tijde van het delict in de nabije omgeving van de plaats van het delict bevindt.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat het verdachte is geweest die samen met anderen op 7 augustus 2019 te IJhorst een kettingzaag heeft weggenomen.
Feit 3 van parketnummer 05/238712-20
Verdachte wordt verweten dat hij samen met anderen heeft geprobeerd om een Husqvarna bosmaaier en meerdere Husqvarna motorzagen van [Aangever 7] te stelen uit een garage bij een (vakantie)woning gelegen aan de [Adres] in Markelo door middel van braak/ verbreking/inklimming in de periode van 25 augustus 2019 tot en met 26 augustus 2019.
De bewijsmiddelen
Aangever [Aangever 7] heeft verklaard dat hij op 25 augustus 2019 omstreeks 16.45 uur was vertrokken bij zijn vakantiewoning aan de [Adres] in Markelo. Op 26 augustus 2019 werd zijn vrouw gebeld door [Getuige 2] , die tegenover hun vakantiewoning woont. Deze gaf aan dat hij op 26 augustus 2019 drie mannen had overlopen die bezig waren om in zijn garage in te breken. Die mannen zouden al bezig zijn geweest om spullen uit zijn garage in de bus te laden. [Aangever 7] zag op 27 augustus 2019 dat de garagedeur opengebroken was. Hij zag dat een Husqvarna bosmaaier die hij al een jaar niet had gebruikt en die achter tegen de muur in beugels hing, nu op een werkbank lag. Hij zag daarnaast dat twee Husqvarna motorzagen nu voor in de garage lagen, terwijl hij die meer achterin de garage had gelegd. Hij zag dat er braakschade was aan de toegangsdeur van de garage. [57] Verbalisanten [Verbalisant] en [Verbalisant] zagen ter plaatste dat een garagedeur opengebroken was met kennelijk een steekvoorwerp. [58]
Getuige [Getuige 2] heeft verklaard dat hij op 26 augustus 2019, omstreeks 14.55 uur, naar de vakantiewoning van [Aangever 7] aan de [Adres] in Markelo fietste om [Aangever 7] te spreken. Bij het vakantieverblijf van [Aangever 7] zag hij een witte bestelbus staan met daarbij drie blanke, stevige mannen met allen tattoos op de armen. Hij zag dat die bus met de geopende achterzijde naar de schuur/garage van [Aangever 7] stond. Hij zag dat de garagedeur ook open stond. Hij zag meerdere gereedschappen zoals motorzagen en bladblazer buiten de garage klaarstaan om kennelijk in de bus ingeladen te worden. Hij zag dat twee mannen een rood/oranje gereedschap in handen hadden en in de bus wilden laden. Hij stond op dat moment op ongeveer 10 meter afstand. Hij vertrouwde de situatie totaal niet. Hij zag dat de bus het kenteken [Kenteken] had. Hij vroeg de mannen wat zij aan het doen waren. Nadat zij hem vroegen of hij de eigenaar was en hij dit ontkende, vertrok hij. Even later zag hij dat de bus hem passeerde, waarbij hij zag dat de drie mannen voorin de bus zaten, de jongste aan het bijrijdersraam. Hij zag bij het passeren dat hij zijn rechterarm iets omhoog deed. Ik zag dat zijn rechter bovenarm geheel getatoeëerd was. Hij schat deze jongste ongeveer 20-25 jaar oud. Deze was de langste van het stel, ongeveer 190 centimeter lang. De andere 2 waren ongeveer 180 centimeter lang. Allen een kort kapsel. De oudste is de enige die gesproken heeft. Hij hoorde dat de man algemeen beschaafd Nederlands sprak. Hij schatte hem op ruim 40 jaar oud. Hij zag dat de oudste man kort, donker stekeltjeshaar en donkere ogen had. Hij zag dat geen van de drie een baard, snor of bril droeg. Allen droegen een donkerblauwe tuinoveral. [59]
Op 26 augustus 2019 om 14.55 uur heeft het baken op de witte Ford Transit bus met kenteken [Kenteken] voor een periode van 12 minuten en 12 seconden stilgestaan op de locatie [Adres] in Markelo. Dit is op het tijdstip dat getuige [Getuige 2] aangeeft dat hij drie mannen heeft overlopen. [60]
Op 26 augustus 2019 omstreeks 13.35 uur straalt telefoonnummer [Telefoonnummer] (in gebruik bij [Medeverdachte 3] [61] ) aan op een mast aan de Goorseweg te Markelo vlak bij perceel [Adres] te Markelo. Dit is in de directe omgeving van de [Adres] in Markelo. Hetzelfde nummer straalt op 26 augustus 2019 omstreeks 14.32 uur aan op een mast aan de Wheedijk te Goor ter hoogte van perceel [Adres] te Goor, in de directe omgeving van de [Adres] in Markelo. Omstreeks 13.39 uur straalt het telefoonnummer [Telefoonnummer] (in gebruik bij [Medeverdachte 2] [62] ) aan op een mast aan op een mast aan de Goorseweg te Markelo vlak bij perceel [Adres] te Markelo, eveneens in de directe omgeving van de [Adres] in Markelo. [63]
De getuige [Getuige 2] heeft een signalement gegeven van de drie mannen die hij heeft overlopen. Deze signalementen komen overeen met de signalementen van [Medeverdachte 3] , [Verdachte] en [Medeverdachte 2] . [64]
De overwegingen van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen het volgende vast. Volgens getuige [Getuige 2] zaten er drie mannen in de bus die op de plaats van delict werd gezien. De bus was wit en had het kenteken [Kenteken] . De rechtbank stelt vast dat dit de bus is van [Medeverdachte 3] en waar hij ook gebruik van maakte. Het is tevens de bus waar verdachte en zijn medeverdachten in reden bij de overige besproken feiten die de rechtbank bewezen acht, met uitzondering van het eerste besproken feit.
De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de inbraken, zoals ten laste zijn gelegd onder de parketnummers 05/18878-19 en 05/238712-20, allen zijn gepleegd in een periode van slechts vijf (5) weken. In die zaken zijn [Verdachte] , [Medeverdachte 2] en [Medeverdachte 3] (steeds) in wisselende samenstelling betrokken. In de onderhavige zaak gaat het om een zelfde of soortgelijke werkwijze, zoals volgt uit de bewijsmiddelen van de voorgaande (bewezenverklaarde) feiten: [Medeverdachte 3] , en/of [Medeverdachte 2] en/of [Verdachte] rijden met zijn tweeën of drieën naar de plaats delict in het buitengebied met de Ford Transit bus, nemen daar goederen weg (over het algemeen gereedschap). Uit het onderzoek komt niet naar voren dat ook anderen in de genoemde periode van vijf weken in de bus reden.
Op grond van de genoemde bewijsmiddelen en de voorgaande nadere bewijsoverweging, in onderling verband en in samenhang gezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met anderen op 26 augustus 2019 heeft geprobeerd om aan de [Adres] in Markelo een Husqvarna bosmaaier en meerdere Husqvarna motorzagen van [Aangever 7] weg te nemen door het openbreken van de deur van de garage met een steekvoorwerp en het klaar zetten van die goederen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Feit 4 van parketnummer 05/238712-20
Verdachte wordt verweten dat hij samen met anderen op 19 augustus 2019 een hoeveelheid geld van [Aangever 8] heeft gestolen uit een woning, gelegen aan de [Adres] in Epse door middel van braak/verbreking/inklimming.
De bewijsmiddelen
[Aangever 8] heeft verklaard dat zij op 19 augustus 2019 omstreeks 07.00 uur is vertrokken uit haar woning aan de Deventerweg in Epse en dat zij omstreeks 18.15 uur thuis kwam. Op dat moment viel haar op dat de tussendeur van de woonkamer naar de hal open stond en ook de lade van de kast in de hal. Ze bewaart in deze lade een lege portemonnee en zag dat deze verplaatst was. Ook bewaarde ze kleingeld in een potje op de vensterbank. [Aangever 8] heeft verklaard dat hier ongeveer tien euro aan kleingeld in zat. [Aangever 8] heeft verder verklaard dat in de slaapkamer een glazen potje met een deksel stond met daarin ongeveer 10 euro aan kleingeld. Ze zag dat dit geld was weggenomen. Ze zag dat in de slaapkamer de raamuitzetter van het kozijn was afgebroken. [65] Verbalisant [Verbalisant] heeft ter plaatse foto's gemaakt van de aangetroffen situatie en heeft verder nog geverbaliseerd: “Aan de linker zijde naast de achterdeur is een smal raam. Aan het scharnier van dit raam zat een ijzerdraad met daaraan een schroef. Aangeefster gaf aan dat dit stuk draad normaal niet aan dit scharnier zit”. [66]
Telefoonnummer [Telefoonnummer] (in gebruik bij [Verdachte] ) straalt een mast aan in directe
omgeving van de inbraak op maandag 19 augustus 2019, om 10.42 uur. Telefoonnummer [Telefoonnummer] (in gebruik bij [Medeverdachte 3] ) straalt een mast aan in directe omgeving van de inbraak op maandag 19 augustus 2019, om 10.42 uur. [67] In het dossier zitten twee plattegronden waarop de plaats delict is aangeven en de locatie van de mast die de telefoonnummers van [Verdachte] en [Medeverdachte 3] aanstraalt. Op de plattegronden is te zien is dat zowel de plaats delict als de aangestraalde mast gelegen zijn aan de N348. [68] De rechtbank leidt uit de plattegronden af dat de plaats delict en de aangestraalde mast bij elkaar in de buurt liggen.
Het baken van de Ford Transit bus heeft op 19 augustus 2019 omstreeks 10.47 uur stil gestaan bij perceel [Adres] in Epse gedurende 14 minuten en 40 seconden. [69]
De overwegingen van de rechtbank
Uit de bewijsmiddelen volgt dat de Ford Transit bus van [Medeverdachte 3] op 19 augustus 2019 ruim 14 minuten heeft stilgestaan op de plaats delict. Omstreeks hetzelfde tijdstip stralen de telefoonnummers van [Medeverdachte 3] en van [Verdachte] een mast aan in de buurt van de plaats delict. De rechtbank stelt vast dat het ook hier gaat het om een zelfde of soortgelijke werkwijze, zoals volgt uit de bewijsmiddelen van de voorgaande (bewezenverklaarde) feiten: [Medeverdachte 3] , en/of [Medeverdachte 2] en/of [Verdachte] rijden met zijn tweeën of drieën naar de plaats delict in het buitengebied met de Ford Transit bus en nemen daar goederen weg. En ook in dit geval blijkt uit de telefoongegevens van verdachte – en van de medeverdachte [Medeverdachte 3] – dat hij die dag in de directe omgeving is van de plaats delict.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met een ander of anderen op 26 augustus 2019 in Epse een hoeveel geld van [Aangever 8] heeft weggenomen uit een woning door middel van braak.
Feit 5 van parketnummer 05/238712-20
Verdachte wordt verweten dat hij samen met anderen op 23 augustus 2019 in Eefde uit de garage aan de [Adres] door middel van braak/verbreking een grasmaaier (merk Husqvarna Rider), een bladblazer (merk Husqvarna), een kettingzaag (merk Stihl) en een bosmaaier (merk Stihl) van [Naam] heeft gestolen.
De overwegingen van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de tenlastegelegde diefstal met braak aan de [Adres] in Eefde. Uit het dossier blijkt dat het baken van de Ford Transit op de plaats delict is geweest ten tijde van de diefstal, het telefoonnummer van [Medeverdachte 3] aanstraalt in de directe omgeving van de plaats delict en het baken van de Ford Transit na de diefstal bij de woning van [Medeverdachte 1] stopt. De rechtbank kan op basis van het dossier niet vaststellen dat verdachte betrokken is geweest. De betrokkenheid van verdachte kan niet enkel worden afgeleid uit het feit dat sprake is van eenzelfde modus operandi, vallend binnen hetzelfde tijdsbestek waarin meerdere diefstallen achter elkaar bewezen kunnen worden. Ook het standpunt van de officier van justitie dat men met meer personen was, waar de rechtbank overigens geen overtuigende aanwijzing voor ziet in het dossier, is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen van de betrokkenheid van verdachte. Hij zal dan ook van dit feit worden vrijgesproken.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
  • het primaire feit onder parketnummer 05/208176-17,
  • de feiten 1, 3 en 4 onder parketnummer 05/218878-19 en
  • de feiten 1, 2, 3 en 4 onder parketnummer 05/238712-20
tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
parketnummer 05/208176-17
hij op
of omstreeks28 april 2017 te Groessen, gemeente Duiven tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een bedrijfspand (gelegen aan [Adres] ) heeft weggenomen een hoeveelheid leidingen (van koper en/of ijzer) en/of kranen en/of boilers en/of een of meer onderdelen van een cv-installatie,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan Bedrijventerrein [Adres]
en/of [Aangever 1] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,waarbij verdachte en
/ofzijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en
/ofdie
/datweg te nemen goederen onder
zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van braak
, verbreking en/of inklimming;
Parketnummer 05/218878-19
1
hij op
of omstreeks29 augustus 2019 te Laren, gemeente Lochem, tezamen en in vereniging met
een of meeranderen
, althans alleen,(
in/uit een loods/schuur, gelegen aan/nabij [Adres] ) een (zogenaamde) hakselaar en
/of (een hoeveelheid
)gereedschap,
in elk geval enig goed,die
geheel of ten deleaan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorden, te weten aan (het bedrijf) [Bedrijf]
en/of aan [Aangeefster 2], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3
hij op
of omstreeks5 september 2019
te Terwolde, gemeente Voorst,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,(
in/uit een garage/schuur, gelegen aan de [Adres] ), een zitgrasmaaier (merk Husqvarna),
in elk geval enig goed,dat
geheel of ten deleaan een ander dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s)toebehoorde, te weten aan [Aangever 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en
/of zijn mededader(s)zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft
/hebbenverschaft en
/ofdat weg te nemen goed onder zijn
/haar/hunbereik heeft
/hebbengebracht door middel van braak
, verbreking;
4
hij op
of omstreeks17 juni 2019 te Twello, gemeente Voorst, tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,(
in/uit een schuur, gelegen aan de [Adres] ) een zit(gras)maaier (merk/type Stiga Park),
in elk geval enig goed,dat
geheel of ten deleaan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [Aangever 4] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en
/ofzijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft en
/ofdat weg te nemen goed onder
zijn/haar/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak
, verbreking;
Parketnummer 05/238712-20
1
hij in
of omstreeksde periode van 2 september 2019 tot en met 5 september 2019, te Hasselt, gemeente Zwartewaterland, tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,(
in/uit een op/aan [Adres] (aldaar) staande container):
-een bosmaaier (merk Makita) (inclusief 2 accu’s),
-
een of meerwalki talki’s (merk Boafeng) en
/of
-een acculader,
in elk geval enig goed, die
geheel of ten deleaan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [Aangever 5] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en
/ofzijn mededader
(s
)zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft en
/ofde weg te nemen goederen onder
zijn/haar/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak
, verbreking;
2
hij op
of omstreeks7 augustus 2019, te IJhorst, gemeente Staphorst, tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,een kettingzaag (merk Husqvarna),
in elk geval enig goed,dat
geheel of ten deleaan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [Naam] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3
hij in
of omstreeksde periode van 25 augustus 2019 tot en met 26 augustus 2019, te Markelo, gemeente Hof van Twente, ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een garage (behorende bij een (vakantie)woning)
(gelegen aan de [Adres]
)weg te nemen een bosmaaier (merk Husqvarna) en
/of een of meermotorzagen (merk Husqvarna)
geheel of ten deletoebehorende aan [Aangever 7] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)en zich daarbij de toegang tot die plaats des misdrijfs te verschaffen en
/ofvoormeld
(e
)goed
(eren
)onder hun of verdachtes bereik te brengen door middel van braak,
verbreking en/of inklimming,tezamen en in vereniging met verdachtes mededader
(s
),
althans alleen,met (een)
breekvoorwerp(en) de deur van die garage heeft geforceerd (en/of voornoemde goederen klaar heeft/hebben gezet/gelegd), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4
hij op
of omstreeks19 augustus 2019, te Epse, gemeente Lochem, tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,(
in/uit een woning, gelegen aan de [Adres] ) (een hoeveelheid) geld,
in elk geval enig goed, dat
geheel of ten deleaan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader
(s)toebehoorde, te weten aan [Aangever 8] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en
/ofzijn mededader
(s)zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft en
/ofdat weg te nemen goed onder
zijn/haar/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak,
verbreking en/of inklimming.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Parketnummer 05/208176-17
Primair
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Parketnummer 05/218878-19
Feit 1
diefstal door twee of meer verenigde personen;
Feit 3
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
Feit 4
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
Parketnummer 05/238712-20
Feit 1
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Feit 2
diefstal door twee of meer verenigde personen;
Feit 3
medeplegen van poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
Feit 4
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot
een gevangenisstraf voor de duur van 100 dagen, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, en voorts tot het verrichten van 240 uren taakstraf.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich (al dan niet samen met anderen) schuldig gemaakt aan meerdere vermogensdelicten, te weten vijf inbraken met braakschade, één poging tot inbraak met braakschade en twee diefstallen. In wisselende samenstelling gingen verdachte en zijn mededaders op pad langs woningen in het buitengebied op zoek naar onder meer (duur) gereedschap, zoals zitmaaiers, compressors, kettingzagen en dergelijke. Veelal direct nadat de goederen werden weggenomen werden ze door verdachte en zijn mededaders afgeleverd bij een ‘tussenhandelaar’ die de gestolen waar (door)verkocht aan welwillende afnemers. Daarbij heeft verdachte kennelijk alleen oog gehad voor de geldelijke opbrengst van de diestallen en inbraken. De slachtoffers hebben, naast het missen van hun eigendommen, veelal ook te maken met schade als gevolg van de inbraken. Dergelijke feiten veroorzaken bovendien gevoelens van onveiligheid in de samenleving en met name bij de benadeelden.
Verdachte is op 10 september 2019 in verzekering gesteld. Op dat moment is de redelijke termijn aangevangen. Een eindvonnis dient vervolgens binnen twee jaren te volgen. In de zaak van verdachte is op 28 april 2023 vonnis gewezen. . Dit is 3 jaar, 7 maanden en 18 dagen later. Daarmee is de redelijke termijn met 1 jaar, 7 maanden en 18 dagen overschreden. Deze overschrijding is niet te wijten aan de ingewikkeldheid van de zaak dan wel aan de proceshouding van verdachte of door onderzoekswensen van de verdediging.
De veelheid aan bewezenverklaarde feiten rechtvaardigen de oplegging van enkel een gevangenisstraf, die langer is dan de 100 dagen die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank zal hier echter van afwijken omdat zij in sterke mate rekening heeft gehouden met de flinke overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank acht het passend en geboden dat aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 100 dagen wordt opgelegd met aftrek van het voorarrest. Dit betekent dat verdachte niet meer terug de gevangenis in hoeft. De rechtbank acht het daarnaast passend dat aan verdachte een taakstraf wordt opgelegd voor de duur van 120 uren. Indien verdachte de taakstraf niet (naar behoren) verricht, is deze te vervangen door 60 dagen hechtenis. De op te leggen straf is daarmee lager dan de eis van de officier van justitie. Dat komt omdat de rechtbank minder feiten bewezen heeft verklaard dan dat volgens de officier van justitie bewezen konden worden.
De rechtbank zal het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen.

8.De beoordeling van de civiele vorderingen

1.De vordering van [Aangever 1] (Bedrijventerrein [Adres] )

De benadeelde partij [Aangever 1] heeft in verband met het tenlastegelegde onder parketnummer 05/208176-17 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 37.056,17 aan materiële schade vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht en vergoeding van de proceskosten, tot op heden begroot op € 0,00.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen tot een bedrag van € 36.756,17, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Hij heeft zich verder op het standpunt gesteld dat het gevorderde bedrag van € 300,- aan gespendeerde tijd door de benadeelde in verband met de inbraak onvoldoende is onderbouwd.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden afgewezen, gelet op de bepleite vrijspraak. Subsidiair heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden afgewezen omdat de vordering onvoldoende is onderbouwd. Daartoe is aangevoerd dat niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld dat de posten zijn veroorzaakt door de inbraak / door de verdachte(n). Meer subsidiair is verzocht om – bij toewijzing van de vordering – de daadwerkelijk gestolen goederen die zich in de aanhanger bevonden te schatten op enkele honderden euro’s, tussen € 500,- en 750,- .
Materiële schade
De rechtbank overweegt dat de schadeposten inhoudelijk uitdrukkelijk zijn betwist. De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende is onderbouwd dat er ter hoogte van € 37.056,17 schade is geleden. De behandeling van de vordering levert een onevenredige belasting van het strafproces op. Daarom zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering verklaren. De benadeelde partij kan de vordering aan de burgerlijke rechter voorleggen.

2.De vordering van [Naam]

De benadeelde partij [Naam] heeft in verband met het tenlastegelegde onder feit 2 van parketnummer 05/218878-19 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 5.377,69 aan materiële schade vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en te bepalen dat de vordering hoofdelijk wordt opgelegd.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden afgewezen, gelet op de bepleite vrijspraak.
De beoordeling van de rechtbank
Verdachte is vrijgesproken van feit 2 van parketnummer 05/218878-19. Daarom zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering worden verklaard.

3.De vordering van [Aangever 4]

De benadeelde partij [Aangever 4] heeft in verband met het tenlastegelegde onder feit 4 van parketnummer 05/218878-19 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 5.615,00 aan materiële schade vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en te bepalen dat de vordering hoofdelijk wordt opgelegd.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden afgewezen, gelet op de bepleite vrijspraak.
De beoordeling van de rechtbank
Materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden.
De rechtbank overweegt dat de benadeelde partij een bedrag van € 2.542,- heeft gevorderd voor de zitgrasmaaier. Bij de stukken bevindt zich een factuur van de Stiga Park grasmaaier van 5 mei 2007. Gelet op de ouderdom van de zitgrasmaaier schat de rechtbank de zitgrasmaaier op € 1.000,-. De kosten voor het herstel van de schuifdeuren ad € 3.073,- zijn niet inhoudelijk betwist. De schadeposten zijn (verder) voldoende onderbouwd en komen redelijk voor.
De rechtbank zal in totaal een bedrag van
€ 4.073,-toewijzen aan materiële schade.
Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in de vordering. De benadeelde partij kan dit deel van de vordering nog aan de burgerlijke rechter voorleggen.
Wettelijke rente
Verdachte is vanaf 17 juni 2019 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
Hoofdelijkheid
De rechtbank overweegt dat verdachte en zijn medeverdachte(n) ieder voor het hele schadebedrag (hoofdelijk) kunnen worden aangesproken. Verdachte hoeft niet meer te betalen indien en voor zover zijn medeverdachte(n) de schade heeft/hebben vergoed.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.

4.De vordering van [Aangever 5]

De benadeelde partij [Aangever 5] heeft in verband met het tenlastegelegde onder feit 1 van parketnummer 05/238712-20 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 1.428,- aan materiële schade vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht. Subsidiair is verzocht - indien de rechtbank de vordering (deels) onevenredig belastend vindt - de benadeelde partij (deels toe te wijzen en voor het overige) niet ontvankelijk te verklaren in plaats van af te wijzen. Daarnaast is de hoofdelijke veroordeling van verdachte en de mededader(s) tot vergoeding van de schade verzocht.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering, nu de gevorderde kosten niet zijn aan te merken als rechtstreekse schade van het bewezenverklaarde feit.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden afgewezen, gelet op de bepleite vrijspraak.
De beoordeling van de rechtbank
Materiële schade
De rechtbank is van oordeel dat de gevorderde kosten voor meerdere beveiligingscamera’s en twee landhekken niet zijn aan te merken als rechtstreekse schade van het bewezenverklaarde feit. Daarom zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering worden verklaard. De benadeelde partij kan de vordering nog aan de burgerlijke rechter voorleggen.

5.De vordering van [Aangever 8]

De benadeelde partij [Aangever 8] heeft in verband met het tenlastegelegde onder feit 4 van parketnummer 05/238712-20 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 454,48, waarvan € 54,48 aan materiële schade en € 400,00 aan immateriële schade vermeerderd met de wettelijke rente. Subsidiair is verzocht -indien de rechtbank de vordering (deels) onevenredig belastend vindt- de benadeelde partij (deels toe te wijzen en voor het overige) niet ontvankelijk te verklaren in plaats van af te wijzen. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht. Daarnaast is om hoofdelijke veroordeling van de verdachte en de mededader(s) tot vergoeding van de schade verzocht.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij voor wat betreft de materiele schade kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en te bepalen dat de vordering hoofdelijk wordt opgelegd.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij voor wat betreft de immateriële schade niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in (dat deel van) de vordering, nu gelet op de feiten en omstandigheden niet wordt voldaan aan de grondslag ‘aantasting in de persoon op andere wijze’ voor toewijzing van smartengeld.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden afgewezen, gelet op de bepleite vrijspraak.
De beoordeling van de rechtbank
Materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden.
De rechtbank overweegt dat de schadepost vergoeding opgenomen verlofuren (
€ 54,48) niet dan wel onvoldoende inhoudelijk is betwist. De schadeposten zijn voldoende onderbouwd en komen redelijk voor. Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Daarom is de rechtbank van oordeel dat de vordering tot vergoeding van materiële schade kan worden toegewezen.
Smartengeld
De benadeelde heeft smartengeld gevorderd omdat sprake zou zijn van een aantasting in de persoon ‘op andere wijze’. Benadeelde heeft hiertoe aangevoerd dat haar het woongenot en het veiligheidsgevoel zijn ontnomen. Zij heeft een onveilig gevoel over gehouden aan de inbraak. Verder heeft zij aangevoerd dat zij slecht slaapt, wakker ligt, onrustig en alert is, wakkert schrikt van geluidjes waardoor zij zich overdag vermoeid voelt, boosheid voelt en het vervelend vindt dat de dader door haar hele huis heeft gelopen.
Van de in art. 6:106, aanhef en onder b, BW bedoelde aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ is in ieder geval sprake indien de benadeelde partij geestelijk letsel heeft opgelopen. Degene die zich hierop beroept, zal voldoende concrete gegevens moeten aanvoeren waaruit kan volgen dat in verband met de omstandigheden van het geval psychische schade is ontstaan. Daartoe is vereist dat naar objectieve maatstaven het bestaan van geestelijk letsel kan worden vastgesteld. Ook als het bestaan van geestelijk letsel in voornoemde zin niet kan worden aangenomen, is niet uitgesloten dat de aard en de ernst van de normschending en van de gevolgen daarvan voor de benadeelde, meebrengen dat van de in art. 6:106, aanhef en onder b, BW bedoelde aantasting in zijn persoon ‘op andere wijze’ sprake is. In zo een geval zal degene die zich hierop beroept de aantasting in zijn persoon met concrete gegevens moeten onderbouwen. Dat is slechts anders indien de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. Van een aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ als bedoeld in art. 6:106, aanhef en onder b, BW is niet reeds sprake bij de enkele schending van een fundamenteel recht (ECLI:NL:HR:2019:793 en ECLI:NL:HR:2019:376).
De rechtbank is van oordeel dat de aard en de ernst van de normschending en de gevolgen daarvan voor de benadeelde niet meebrengen dat sprake is van aantasting in de persoon ‘op andere wijze’. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat benadeelde ten tijde van de inbraak niet thuis was. De rechtbank is verder van oordeel dat ook aan de andere gronden voor toewijzing van smartengeld wordt niet voldaan. De rechtbank zal de vordering tot smartengeld daarom afwijzen.
Wettelijke rente
Verdachte is vanaf 7 augustus 2019 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
Hoofdelijkheid
De rechtbank overweegt dat verdachte en zijn medeverdachte(n) ieder voor het hele schadebedrag (hoofdelijk) kunnen worden aangesproken. Verdachte hoeft niet meer te betalen indien en voor zover zijn medeverdachte(n) de schade heeft/hebben vergoed.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.

9.De beoordeling van het beslag

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de goederen -zoals verzocht door de verdediging- terug kunnen naar beslagene.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de inbeslaggenomen (maar nog niet teruggeven) goederen terug moeten naar verdachte of [Medeverdachte 2] .
De beoordeling van de rechtbank
De rechtbank zal de teruggave van de volgende in beslag genomen voorwerpen aan de rechthebbende gelasten, omdat geen strafvorderlijk belang zich daartegen verzet:
  • (295) KVI.2019401827-13 Makita Multitool;
  • (298) KVI.2019401827-16 Milwauki freesmachine;
  • (301) KVI.2019401827-20 Makita klopboormachine;
  • (303) KVI.2019401827-22 Makita Decoupeerzaag + 2 accu’s;
  • (306) KVI.2019401827-26 Makita slagmoer;
  • (307) KVI.2019401827-28 Makita cirkelzaag;
  • (311) KVI.2019401827-32 Doosje met zaagbladen;
  • (312) KVI.2019401827-35 Makita cirkelzaag 18 volt;
  • (314) KVI.2019401827-38 Lasapparaat concept 1400;
  • (315) KVI.2019401827-39 Compressor Mini Air
  • (317) KVI.2019401827-41 Koffertje met boren;
  • (319) KVI.2019401827-43 Accuboormachine Makita in doos;
  • (320) KVI.2019401827-44 Makita repro zaag 18 volt;
  • (323) KVI.2019401827-47 Michelin compressor blauw;
  • (324) KVI.2019401827-48 tas met twee accuboormachines.

10.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 9, 36f, 45, 47, 57, 60a, 63, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

11.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van de onder 2 van parketnummer 05/218878-19 en de onder 2 en 5 van parketnummer 05/238712-20 ten laste gelegde feiten;
 verklaart bewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 100 dagen;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 legt op een taakstraf van 120 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 60 dagen;
 heft op het – geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis;
De beslissing ten aanzien van het beslag:
 gelast de teruggave van de volgende voorwerpen aan de rechthebbende, te weten:
o (295) KVI.2019401827-13 Makita Multitool;
o (298) KVI.2019401827-16 Milwauki freesmachine;
o (301) KVI.2019401827-20 Makita klopboormachine;
o (303) KVI.2019401827-22 Makita Decoupeerzaag + 2 accu’s;
o (306) KVI.2019401827-26 Makita slagmoer;
o (307) KVI.2019401827-28 Makita cirkelzaag;
o (311) KVI.2019401827-32 Doosje met zaagbladen;
o (312) KVI.2019401827-35 Makita cirkelzaag 18 volt;
o (314) KVI.2019401827-38 Lasapparaat concept 1400;
o (315) KVI.2019401827-39 Compressor Mini Air
o (317) KVI.2019401827-41 Koffertje met boren;
o (319) KVI.2019401827-43 Accuboormachine Makita in doos;
o (320) KVI.2019401827-44 Makita repro zaag 18 volt;
o (323) KVI.2019401827-47 Michelin compressor blauw;
o (324) KVI.2019401827-48 tas met twee accuboormachines.
De beslissing ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [Aangever 1] (Bedrijventerrein [Adres] )
 verklaart de benadeelde partij [Aangever 1] niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade.
De beslissing ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [Naam]
 verklaart de benadeelde partij [Naam] niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade.
De beslissing ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [Aangever 4]
  • veroordeelt verdachte in verband met het feit onder 4 van parketnummer 05/219030-19 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [Aangever 4] van € 4.073,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 juni 2019 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 verklaart de benadeelde partij [Aangever 4] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [Aangever 4] , een bedrag te betalen van € 4.073,- aan materiële schade/smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 juni 2019 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 50 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
 bepaalt dat als de medeverdachte(n) (een deel van) het schadebedrag betaalt/betalen dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht.
De beslissing ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [Aangever 5]
 verklaart de benadeelde partij [Aangever 5] niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade.
De beslissing ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [Aangever 8]
  • veroordeelt verdachte in verband met het feit onder nummer 2 van parketnummer 05/238712-20 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [Aangever 8] van € 54,48 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 augustus 2019 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 wijst de vordering tot smartengeld af;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [Aangever 8] , een bedrag te betalen van € 54,48 aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 augustus 2019 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kan één (1) dag gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
 bepaalt dat als de medeverdachte(n) (een deel van) het schadebedrag betaalt/betalen dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J. Wasmann (voorzitter), mr. S. Kropman en mr. M.G.E ter Hart, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.M.P. van der Meulen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 28 april 2023.
mr. S. Kropman, mr. M.G.E ter Hart en mr. J.M.P. van der Meulen zijn buiten staat om dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [Verbalisant] van de politie Eenheid Oost-Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2017192853, gesloten op 12 oktober 2017 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal aangifte door [Aangever 1] , p. 7.
3.Proces-verbaal aangifte door [Aangever 1] , p. 8.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 31.
5.Proces-verbaal van verhoor verdachte [Broer van verdachte] , p. 44.
6.Proces-verbaal van verhoor verdachte [Broer van verdachte] , p. 45.
7.Proces-verbaal van verhoor verdachte [Broer van verdachte] , p. 46.
8.Proces-verbaal van verhoor verdachte [Broer van verdachte] , p. 46-47.
9.Proces-verbaal van verhoor verdachte [Broer van verdachte] , p. 47.
10.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [Verbalisant] van de politie Eenheid Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2019068041, gesloten op 17 december 2019 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
11.Proces-verbaal van aangifte door [Aangeefster 2] namens [Bedrijf] , p. 706.
12.Proces-verbaal van aangifte door [Aangeefster 2] namens [Bedrijf] , p. 707.
13.Proces-verbaal van verhoor getuige E.J. [Getuige 1] , p. 710.
14.Proces-verbaal inzet techniek locatiebepaling, p. 417, Proces-verbaal van bevindingen, p. 433.
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 712.
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 498-500; Relaas, p. 22.
17.Proces- verbaal van verdenking, p. 91.
18.Proces-verbaal van bevindingen, p. 713 (Tapgesprek, sessienummer 84);
19.Proces-verbaal van bevindingen, p. 714.
20.Proces-verbaal van bevindingen, p. 714-715.
21.Proces-verbaal van bevindingen, p. 715.
22.Proces-verbaal van bevindingen, p. 716.
23.Bewijs van ontvangst ontvangen door aangever, p. 718-719.
24.Proces-verbaal van aangifte door [Aangever 3] , p. 659 en 672.
25.Proces-verbaal van bevindingen, p. 655.
26.Proces-verbaal van bevindingen, p. 655; Proces-verbaal van bevindingen, p. 658.
27.Proces-verbaal van bevindingen, p. 498-500; Relaas, p. 22.
28.Proces-verbaal van bevindingen, p. 499-500 (Tapgesprek sessienummer 199); Proces-verbaal van bevindingen, p. 656.
29.Proces-verbaal van verhoor [Naam] , p. 1530.
30.Proces-verbaal van bevindingen, p. 496 (Tapgesprek sessienummer 5449); Proces-verbaal van bevindingen, p. 656-657.
31.Proces-verbaal van bevindingen, p. 657 (Tapgesprek sessienummer 5451).
32.Proces-verbaal van verhoor [Naam] , p. 1530.
33.Proces-verbaal van bevindingen, p. 657 (Tapgesprek sessienummer 5474).
34.Proces-verbaal van verhoor [Naam] , p. 1530.
35.Proces-verbaal van bevindingen, p. 509-510 (Tapgesprek sessienummer 5610); Proces-verbaal van bevindingen, p. 657-658
36.Proces-verbaal van bevindingen, p. 673, ook p. 1032; Kennisgeving van inbeslagname, p. 672A, ook p. 1522.
37.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1089.
38.Proces-verbaal van aangifte door [Aangever 4] , p. 689.
39.Proces-verbaal van bevindingen, p. 701.
40.Afschrift van aangifte van [Aangever 5] , p. 744.
41.Proces-verbaal van bevindingen, p. 761.
42.Proces-verbaal van observatie dinsdag 3 september 2019 (OTPV.20190903a.Manatee), p. 456-461.
43.Proces-verbaal van observatie dinsdag 3 september 2019 (OTPV.20190903a.Manatee), p. 461.
44.Proces-verbaal van observatie dinsdag 3 september 2019 (OTPV.20190903a.Manatee), p. 461.
45.Proces-verbaal van bevindingen, p. 756-758.
46.Foto’s, p. 756-757.
47.Proces-verbaal van bevindingen, p. 759-760; Kennisgeving van inbeslagname, p. 747.
48.Proces-verbaal van bevindingen, p. 758-760; Kennisgeving van inbeslagname, p. 751.
49.Proces-verbaal van bevindingen, p. 760; Kennisgeving van inbeslagname, p. 749.
50.Verklaring bewaarder, p. 746.
51.Proces-verbaal van aangifte [Aangever 6] namens [Naam] , p. 647.
52.Proces-verbaal van aangifte door [Aangever 6] namens [Naam] , p. 648.
53.Proces-verbaal van bevindingen, p. 645.
54.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1033-1034 en 1057; proces-verbaal van bevindingen, p. 1060. Kennisgeving van inbeslagname, p. 651.
55.Proces-verbaal van bevindingen, p. 646.
56.Verklaring bewaarder, p. 653.
57.Proces-verbaal van aangifte door [Aangever 7] , p. 674.
58.Proces-verbaal van aangifte door [Aangever 7] , p. 675.
59.Proces-verbaal van verhoor getuige [Getuige 2] , p. 676-677.
60.Proces-verbaal van bevindingen, p. 678.
61.Proces-verbaal van bevindingen, p. 608; Proces-verbaal van bevindingen, p. 511-512.
62.Proces-verbaal van bevindingen, p. 756.
63.Proces-verbaal van bevindingen, p. 679.
64.Proces-verbaal van bevindingen, p. 678.
65.Proces-verbaal aangifte door [Aangever 8] , p. 729.
66.Proces-verbaal aangifte door [Aangever 8] , p. 730, foto’s, p. 730-736.
67.Proces-verbaal van bevindingen, p. 742.
68.De plattegronden, p. 742-743.
69.Proces-verbaal van bevindingen, p. 740 en 742.