Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van
in de zaak tussen
[verzoeker], uit [woonplaats], verzoeker
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn
Inleiding
Beoordeling door de voorzieningenrechter
Op de zitting heeft verzoeker verklaard dat hij in september 2021 is gestart met (interne) bouwwerkzaamheden zonder dit te melden aan het college. Op 22 september 2022 heeft het college een controle op de bouwwerkzaamheden uitgevoerd. Vastgesteld is dat de gehele monumentale boerderij zowel intern als extern grotendeels is gesloopt en opnieuw is opgebouwd. Voor zover zichtbaar is alleen de voorgevel voor een deel gehandhaafd. Het verwijderde historische houten interieur ligt deels opgeslagen in de schuur. De verwijderde historische houten gebinten liggen onafgedekt opgeslagen op het perceel, deze zijn ook volledig vervangen door een nieuwe eiken gebintconstructie. Het college heeft geconcludeerd dat in afwijking met de verleende omgevingsvergunning is gebouwd en heeft de bouw op 22 september 2022 mondeling stilgelegd. Dit besluit is op 26 september 2022 op schrift gesteld en op 27 september 2022 aan verzoeker uitgereikt, waarbij het college hem heeft gelast de bouwwerkzaamheden te staken. Voldoet hij niet aan deze last dan verbeurt hij een dwangsom van € 60.000 ineens.
Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat op grond van de omgevingsvergunning een nieuwe muur geplaatst mag worden en een deel van een muur aan de oostkant van het pand mag worden gesloopt. Er is echter geen vergunning verleend voor het slopen van muren en verplaatsen van bedstedes.
Omdat dit betekent dat verzoeker werkzaamheden uitvoerde zonder dat hij daar een omgevingsvergunning voor heeft, heeft het college de werkzaamheden terecht stilgelegd. Het betoog van verzoeker slaagt daarom niet.
Conclusie en gevolgen