Uitspraak
1.[eis.hfdz./eis.inc. 1] ,
2.
[eis.hfdz./eis.inc. 2],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in incident.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Gelderland op 19 april 2023, is een provisionele vordering ingediend door eisende partijen, hierna aangeduid als [eis.inc. 1+2]. Deze partijen zijn eigenaar van een perceel en stellen dat zij rechthebbende zijn op een erfdienstbaarheid van overpad die is gevestigd op het perceel van de gedaagde partij, hierna aangeduid als [ged.hfdz./verw.inc.]. De eisende partijen vorderen dat de gedaagde partij hen en hun bezoekers niet het gebruik van de weg op haar perceel ontzegt of belemmert, op straffe van een dwangsom. De gedaagde partij heeft verweer gevoerd en betwist dat de eisende partijen recht hebben op toegang via haar perceel.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de provisionele vordering voldoende samenhang vertoont met de hoofdzaak en dat de eisende partijen een spoedeisend belang hebben bij hun vordering. De rechtbank overweegt dat het de eigenaar van een erf in beginsel is toegestaan om dat erf af te sluiten, maar dat de eigenaar van het dienend erf ervoor moet zorgen dat de eigenaar van het heersend erf onbelemmerde toegang behoudt. De rechtbank heeft geoordeeld dat het belang van de eisende partijen bij het gebruik van de weg zwaarder weegt dan het belang van de gedaagde partij om onbevoegden te weren.
De rechtbank heeft de vordering van de eisende partijen toegewezen en bepaald dat de gedaagde partij hen niet mag belemmeren in het gebruik van de weg. De beslissing over de proceskosten is aangehouden tot de hoofdzaak. De zaak is vervolgens naar de rol verwezen voor het nemen van een conclusie van antwoord door de gedaagde partij op 31 mei 2023.