ECLI:NL:RBGEL:2023:2328
Rechtbank Gelderland
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor verhuizing in kort geding met betrekking tot minderjarige kinderen
In deze zaak heeft de moeder in kort geding vervangende toestemming gevorderd om samen met haar minderjarige kinderen te verhuizen naar een andere woonplaats. De moeder heeft aangevoerd dat zij per 1 mei 2023 haar huidige woning moet verlaten, wat een spoedeisend belang met zich meebrengt. De vader heeft verweer gevoerd en verzocht om de moeder niet-ontvankelijk te verklaren in haar vordering, dan wel deze af te wijzen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de moeder ontvankelijk is in haar vorderingen, maar heeft vervolgens geoordeeld dat de vordering tot vervangende toestemming voor verhuizing zich niet leent voor behandeling in kort geding. De voorzieningenrechter heeft benadrukt dat een dergelijke vordering in beginsel een zorgvuldige afweging van belangen vereist, die beter tot zijn recht komt in een bodemprocedure. De voorzieningenrechter heeft daarom de gevorderde voorzieningen geweigerd en bepaald dat iedere partij de eigen proceskosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 20 april 2023.