1.9.Op 14 maart 2023 heeft de officier van justitie een Overeenkomst procesafspraken d.d. 10 maart 2023 aan de rechtbank gezonden. Hij heeft daarbij aangegeven dat het Openbaar Ministerie en de verdediging van mening zijn dat deze procesafspraken een uitwerking vormen van de afspraken zoals deze passen binnen de kaders die de Hoge Raadheeft gesteld. In genoemde overeenkomst is ten aanzien van de ontneming onder meer het volgende opgenomen:
“In de ontnemingsrapportage (p. 117 e.v.) wordt een berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel opgesteld ten bedrage van 1.031.250,- Euro.
Bij deze berekening van het voordeel is enkel de aankoop van de cocaïne in Zuid-Amerika meegenomen. Vervolgens is bij de winstberekening enkel de vermoedelijke opbrengst per kilo in Nederland verrekend. Bij de berekening is geen rekening gehouden met de vermoedelijke verdeling van opbrengst naar rato van aankoop. Evenmin is rekening gehouden met overige kosten, zoals transportkosten. Ambtshalve is bekend dat het transport van cocaïne van Zuid-Amerika naar Europa, vanwege de grote risico’s en logistieke complicaties een van de grootste kostenposten omvat, die de aankoopprijs met een veelvoud overschrijdt, waarbij opslagpercentages van 700% niet onbekend zijn.
Het gebrek aan nadere informatie omtrent de door de verdachte gemaakte kosten maakt dat een exacte voordeelsberekening niet mogelijk is. Op basis van de wel aanwezige informatie is aannemelijk dat verdachte in ieder geval een bedrag van 200.000,- Euro aan voordeel heeft genoten. Het is dit bedrag dat als uitgangspunt zal gelden bij de afspraken over de ontneming van het voordeel en wat in de lijn van artikel 511c Wetboek van Strafvordering.
Bij de afwikkeling van de ontneming worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
- Bij het ontnemen van het wederrechtelijk verkregen voordeel worden ten dele de reeds in beslag genomen goederen in mindering gebracht, (…). De verdachte doet voor het overige afstand van het beslag, (…).
- Op het te ontnemen bedrag worden de bedragen in mindering gebracht waarop beslag is gelegd onder de partner van verdachte. De gedachte hierachter is dat aannemelijk is dat er sprake is van als economische eenheid functionerend partnerschap waarbij de financiën van de partner zijn gevoed door de verdachte.
- Met de partner van verdachte, [partner van verdachte] is overeengekomen dat zij een transactie zal aanvaarden ten bedrage van 20.000 Euro ter voorkomen van strafvervolging in het reeds opgemaakte witwasdossier. Deze transactie is overeengekomen tussen verdachte, [partner van verdachte] en het Openbaar Ministerie en vormt geen onderdeel van deze raamovereenkomst. In het kader van transparantie en volledigheid wordt hier melding gemaakt van deze transactie. Deze transactie wordt voldaan door afstand te doen van de al in beslag genomen Volkswagen Tiguan.
- Bij de berekening van de ontneming op de verdachte, [verdachte] , wordt de totale ontneming gesteld op een bedrag van 180.000 Euro.
Het te ontnemen bedrag van 180.000,- Euro is als volgt samengesteld:
Totale ontneming 180.000,-
Beslag kluis [partner van verdachte] en zekerheidsstelling 25.000,-
Contanten beslag Lent 32.270,-
Rolex verdachte 14.000,-
Beslag bankrekening 3.000,-
Contant beslag (AV01.03.001 en AV01.05.001) 4.825,41
Volkswagen Polo 7.655,-
Nog te voldoen 93.249,-